BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant van Maandag 29 December 3373, If°. 305. BUITENLANDSCHE BER1CTÈN. Uit Harderwijk meldt men dat desertiën aldaar nog aan de orde van flen dag zijn. Dezer dagen had aldaar ook het volgende plaats: Bij de infirmerie, waar de keuring plaats had, bevond zich een Fransche werver, wachtende of zijne cliënten werden goedgekeurd. De oppasser herkende hem en vroeg, of hij hem niet indertijd in de infirmerie had gezien, wat natuurlijk door dezen ontkend werd. Bij onderzoek bleek echter, dat hij, die zich er thans op toelegde soldaten voor Indië te werven, eene poos ge- leden zelf zich had laten keuren, zijn handgeld had ontvangen, daarop naar Frankrijk was teruggekeerd, om korten tijd later, belust op het Hol- landsche geld, als werver weer te komen. Onmiddellijk nadat hg ontdekt was, werd hij in verzekerde bewaring genomen. 's GRAVENHAGE27 December. Z. M. heeft, als blijk van goedkeuring en tevredenheid, aan J. P. Oss- wald, Europeesch fuselier van hel leger in Ned. Indië; aan J. H. P. Nep, tweeden ziekenoppasser op het stoomschip Admiraal van Kinsbergenen aan C. Hartland, te Amsterdam, wegens het redden van drenkelingen, toe gekend de bronzen medaille, ingesteld bij kon. besluit van 22 Sept. 1855, alsmede een loffelijk getuigschrift. Aan den heer mr. A. J. de Sitter is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als regter-plaatsvervanger in de arrond.-regtbank te Winschoten. Door Z. M. zijn tot leden van den geneeskundigen raad in Zuidholland benoemd de hh. dr. H. Boursse Wils, te Leiden; dr. G. P. Büchner, te Gouda; dr. A. M. Ballot, te Rotterdam; W. Robertson, apotheker te Rotterdam; F. J. Moet, apotheker te 's Gravenhageen tot plaatsvervangende leden de hh. dr. J. A. Boogaard, hoogleeraar te Leiden; dr. T. H. Blom Coster, te'sGra venhage; dr. K. A. Rombach, te 's Gravenhagedr. J. M. Addink, te 's Gra venhage; P. J. Haaxman, apotheker te Rotterdam; G. W. Boot, apotheker te Gorinchem. Z. M. de koning zal aanstaanden Maandag van het Loo in de residentie terugkeeren. De geneeskundige raad voor Zuidholland zal aanstaanden Dingsdag, 30 dezer, aan het departement van binnenlandsche zaken in het openbaar vergaderen. Het Russisch Volkslied heeft onzen geachten stadgenoot, den kapitein kapelmeester van het corps grenadiers en jagers Dunkier, voor dertig jaren aanleiding gegeven tot het schrijven van eene ouverture, naar dat thema bewerkt, welke voor 't eerst ten hove alhier is uitgevoerd tijdens het kort stondig verblijf van keizer Nieolaas (1844) in deze residentie, die daar over zijne hooge tevredenheid te kennen gaf, zoodanig dat de Czaar een afschrift der partituur naar Rusland heeft meégenomen, en het fraaije stuk op het repertoire zijner hofkapel brengen deed. Thans vernemen wjj dal de directeur der muzijk van de kon. Engelsche lijfgarde onzen beroemden musicus verzocht heeft om eene kopij van zijn uitmuntend toonwerk, ter uitvoering door het Briische muziekcorps, bij gelegenheid der plegtige terugkomst van het doorluchtig huweljjkspaar uit Petersburg, in den loop van de volgende maand. D'. liuet, predikant te Dirksland, heeft voor het beroep van de Ned. herv. gemeente alhier bedankt. ENEELANI». LONDEN26 December. Uit Cape Coast wordt door den correspondent van het Daily News het volgende gemeld: "Sir Wolseley en majoor Baker zijn in het binnen land de posten gaan inspecteren. De Ashantijnen zijn nog aan deze zijde van de Prah en niet ver van Taysoo, dat thans door ons bezet is. Kolonel Wood deed den 28eD November met zijn regiment inboorlingen eene verken ning in de nabijheid van Taysoo. Hij keerde terug, juist bij tijds om te ontkomen aan een hinderlaag, waarin de Ashantijnen hadden gehoopt hem te overvallen. De Ashantijnen leden meer dan men ondersteldevooral door de vuurpijlen. In overhaasting trokken zij terug. Naar men zegt, hebben zij nieuwe hulptroepen ontvangen. Het gebrek aan troepen, die te vertrouwen zijn, belet den vijand te vernietigen, en de komst van troepen uit Engeland wordt vurig gewenscht. FRANKRIJK. Havas heeft namens de regering bekend gemaakt dat ridder de Nigra, bij zijne terugkomst te Parijs, aan den minister van buitenlandsche zaken de meest geruststellende verzekeringen heeft gegeven ten opzigte van ltalie's gevoelens jegens Frankrijk. Door déze nota heeft de regering de geruchten willen logenstraffen, volgens welke er in de laatste dagen eene spanning of nieuwe moeijelijkheden tusschen de beide regeringen waren gerezen. De nieuwjaars-receptien van den president zullen, evenals ten vorigen jare onder het presidenlscliap-Thiers heeft plaats gehad, te Versailles worden gehouden. Aan de Times wordt uit Parijs gemeld dat de aanvallenwelke eeltige bisschoppen in hunne herderlijke brieven op eene bevriende regering (Italië) hebben gedaan, diepen indruk op de regering van Versailles gemaakt heb ben. De maarschalk Mac-Malion zou zelfs hebben gezegd dat, al begreep de Fransche regering dat haar titel van beschermer van het katholicismus haar zekere verpligtingen oplegde, het voeren eener dergelijke taal door staatsambtenaren niet kon worden toegelaten, zoodat de minister van eeredienst eerstdaags eene zeer ernstige circulaire aan de bisschoppen rig- ten zou. De laatste der door de krijgsraden van Versailles wegens den Pgrijschcu opstand ter dood veroordeelden, zekere Peyrolles, een gewezen handwerk?: man, die gedurende het beleg van Parijs door de regeringstroepen het vuur der bij Point-du-Jour opgeworpen batterijen bestuurde, heeft thans mede gratie van de doodstraf bekomen. Hij zal- eerstdaags naar het depot van St. Martin de Ré overgebragt en in den loop van Januarij naar Nieuw-Caledonie vervoerd worden. Volgens la Liberté bedraagt het geheeie aantal der wegens het oproer van de Commune veroordeelden, die hetzjj naar Nieuw- I Caledonie, hetzij naar de verschillende centrale slrafgestichten in Frankrijk J zijn gezonden, op dit oogenblik 15,275. SPANJE Volgens berigteu uit Madrid hebben de Carlisten in het gevecht bij Boicarate 149 dooden en een honderdtal gekwetsten op het slagveld achter- gelaten. Te Carthagena js door de belegeraars eene bres geschoten in het fort San Julian, hetwelk de haven beheerscht. Men ziet elk oogenblik het berigt te gemoet dat dit fort' bemagtigd is. Van de zjjde der Carlisten wordt gemeld dat zij den generaal Moriones belet hebben zijnen voorgenomen marsch te volvoeren, dat 10 stoombooten in de haven van San Sebastian wgren aangekomen om zijne troepen over zee naar Biscaye te vervoeren, alsmede dat de aanwezigheid van meer dan 30000 Carlisten het hem onmogelijk maakte zonder gevoelige verliezen zijne opera tien naar het binnenland voort te zetten- De spoortrein uit Andalusie naar Madrid is in den nacht van 20 dezer te Puerto Badollano aangehouden dnor eene bende, die de beambten en het personeel hebben gedwongen behulpzaam te zijn in het opbreken der rails. De passagiers zijn vrijgelaten en de aanranders hebben zich alleen meester gemaakt van eene bezending geld. DUITSCHLAN». In de jongste dagen hebben onrustbarende geruchten geloopen omtrent den gezondheids-toestand des keizers. De Staats-Anz. noemt die geruchten ongegrond. De katarrhale ongesteldheid van Z. M. heeft een geregeld ver loop, en de daarmede gepaard gaande verschijnselen zijn reeds merkbaar afgenomen. De Reichs-Anz. bevat het keiz. besluit ter uitschrijving van de eerste verkiezingen voor den rijksdag in Elzas en Lotharingen op 1 Februarij e. k. en verder de bekendmaking, dat aan de leden van den rijksdag kostelooze reis op alle Duitsche spoorwegen verleend wordt gedurende de zittingen van den rijksdag acht dagen te voren en acht dagen daarna. De Germania heeft dezer dagen gemeld, dat de regering last had ge geven eenige troepen naar Posen te zendenter voorkoming van ongeregeld heden ten gevolge harer maatregelen tegen de geestelijkheid aldaar. De Nordd. Allg. Zeit. spreekt dit tegen, op grond van een gedaan onderzoek, waaruit gebleken is dat er voor het berigt geen enkele grond te vinden ia, Tijdens de jongste stormen hebben de eilanden op de kusten van Oostfriesland, Mecklenburg en Holstein veel schade geleden. Op sommige plaatsen is zooveel van de duinen afgeslagen, dat spoedige hulp noodig schijnt te zijn om de eilanden bewoonbaar te houden. Te Darmstadt en in het Odenwald heeft men in den nacht van 22 op 23 dezer sterke aardschuddingen waargenomen. OOST-INDIE. BATAVIA, 22 November. De dagbladen deelen uitvoerige berigten mede omtrent het vertrek der expeditionaire troepen naar Atchin. De dag van den 20,ten was bestemd voor het vertrek van den opperbevelhebber en den grooten staf. Tal van hooggeplaatste personen, van officieren en burgers waren in den vroegen morgen aan den Boom vereenigd om, hetzij nogmaals een hartelijk vaarwel aan betrekkingen toe te roepen, heizij getuigen te zijn van dit indrukwek kend oogenblik. Voor zeven uur slapte de gouverneur-generaal, vergezeld van den luitenant-generaal van Swietenaan het gebouw aan den Boom af. i Toen het tijdstip aangebroken was om op de Tjiliwong over te gaan, wendde de landvoogd zich met eene diep bewogen stem, waaruit aandoening en belangstelling spraken, tot den tot vertrek gereed staanden opperbevel hebber. Z. Exc. meende dat, hoe ook de gevoelens mogten verschillen om trent den oorlog, dien wij tegen den Sultan van Atchin ondernomen had den, hoe ook de meeningen uiteenliepen aangaande oorzaak en doel van dezen krijg, allen zich toch moeten scharen om den troon, wanneer het de eer gold van koning en vaderland, de eer van de geliefde driekleur, de instandhouding van ons gezag. Het leger en de marine, Z. Exc. behoefde dit niet in den breede te betoogen, zouden evenals vroeger bij talrijke ge legenheden hun alouden roem handhaven. Dat de grijze opperbevelhebber, die niet geaarzeld had zich ter beschikking van koning en vaderland te stellen, zijn pligt zou doen, die betuiging had Z. Exc. niet noodig: hij was dien steeds nagekomen; zijn vroeger krijgsmansleven, zijne betoonde dapper heid en bekend beleid waren voldoende en hechte waarborgen voor een trouwe opvolging zijner pligtenvoor een schitterend succès van onze wa penen. In die hoop wenschte Z. Exc. den opperbevelhebber een hartelijk //vaarwel" en behouden terugkomst toe en bezegelde dien wensch met een warmen handdruk. Generaal van Swieten betuigde zijn dank voor de uit gedrukte wenschen; hij hoopte met het dappere leger de staatkundige oplos sing te verkrijgen, die men met dezen togt beoogde. Hij meende dat die oorlog ondernomen werd in het belang der beschaving, der menschelijkheid. legen onbeschaafdheid, om niet te zeggen barbaarschheid. Hij zou als de minste soldaat zijn pligt weten te doen. De gouverneur-generaal had, naar men verzekert, den officieren der expe ditie een afscheidsdiner willen geven en eene revue houden; maar dit wist generaal van Swieten tegen te gaan. Zelfs de hem aangeboden gelegen heid om met de mindere officieren kennis te maken, die tot veler leedwezen en verbazing zelfs niet in staat waren geweest zich aan hun chef te doen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 5