BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant van Maandag H4 JYovember 3373, V°. 277. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEIDEN, 22 November. Gisteren avond werd van wege de Maatschappij van Toonkunst in het gebouw van het Nut de eerste der vier soirees voor kamermuziek gegeven. Het programma luidde: quartett, G dur, opus 10, n°. 1, van Mozart; idem, opus 18, C mol, n". 4, van v. Beethoven, en idem voor piano, viool, allo, violoncel, opus 47, van Schiimann. De hh. Wetrens, van Meurs, Couwen- lioven en Vreeswijk voerden de twee eerste nommers uit op eene wijze boven onzen lof verheven. In de compositie van Schiimann vervulde mej. Schulz-Lessig de piano-partij en al rekenen wij ons in deze onbevoegd tót het uitspreken eener beoordeeling, toch zij het ons vergund mede te deelen dat de indruk dezer verheven compositie diep, dat de vertolking van de dichterlijke vlugt van den grootcn componist gevoelvol en schoon was. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 90 tot 102 volwassen personen en 32 tot 40 kinderen. Men meldt ons uit Voorschoten: Ook in deze gemeente zal feestelijk herdacht worden de tijd, waarop Zijne Majesteit onze geëerbiedigde koning voor 25 jaren den troon beklom. Als voorloopige commissie constitueerden zich de heeren Beeckman, Bongaerts, Duivenvoorden, Hoogendoornvan der Hom van den Bos, Kranenburg, van Steyn, Treub en Wiggers. Door den timmerman J. H.te Zulphen, is den l8ten Nov. jl. een brief op de post aldaar geworpen, gerigt aan eene firma te Zaandam, welke brief, inhoudende 1 bankbillet van/300, lelt. I, n°. 8357 en 1 dito van ƒ100, lett. B B, n". 818, niet aan zijn adres is bezorgd. De officier van justitie te Zulphen verzoekt opsporing enz. Eveneens is niet aan het adres bezorgd een brief te Leeuwarden in de brievenbus aan het station van den staatsspoorweg gestoken, bestemd voor den heer J. F. W.fabrikant te Geldrop, bij Eindhoven, en inhoudende 2 bankbilletten a 40, J, 7708 en J J, 8890 en 1 muntbillet a 10, 394, DG. Volgens het V. D. bestaat het voornemen het artillerie-kamp te Soes- terberg in het volgende jaar op uitgebreider schaal in te rigten, zoowel wat hel aantal deelnemende troepen, als wat het materieel betreft. Het bestuur der vereeniging van r. k. bijzondere onderwijzers in liet bisdom Haarlem heeft zich tot de leden dier vereeniging gewend om hen aan te sporen hunne medewerking te verleenen aan de centrale commissie te Amsterdam voor hel aanbieden van een geschenk door de Nederl. school jeugd aan Z. M. den koning bij HD. aanstaand feest. In eene buitengewone algemeene vergadering der Nederlandsche veree niging lol afschaffing van sterken drank, te Amsterdam gehouden, is be sloten tot het aangaan eener leening tot een maximum van ƒ100,000 Ier verbetering van den financiëlen toestand. Vervolgens is het plan, dat door een der leden opgemaakt en door het hoofdbestuur voorgedragen was, na cenige wijziging, met een kleine meerderheid van stemmen aangenomen. Naar men uit Gouda meldt zijn aldaar in de jongste dagen weinig ge vallen van cholera voorgekomen. - De gemeenteraad van den Helder heeft besloten door een adres aan den koning, waarvan afschrift zal gezonden worden aan de ministers van oorlog en koloniën, en door het zenden van eene commissie uit den raad aan genoemde ministers, aan te dringen op het vestigen van de Indische brigade in den Helder als garnizoensplaats. Te Pingjum, in Friesland, zijn vier koeijen, toebehoorende aan den heer II. Tacorna, afgemaakt en begraven, omdat zij, volgens verklaring van den provincialen veearts, aangetast waren door watervrees. De razernij dezer dieren ging alle beschrijving te boven. Vreemd is het, dat niemand dit verschijnsel weet te verklaren. Toeu in Maart jl. sommigen beweerden een dollen hond te hebben bespeurd, bevond zich al het vee van den heer T. in de stallen. Te 's Hertogenbosch had Woensdag avond in de Tolbrugkazerne een vreemd verschijnsel plaats. Een beschonken infanterist had achtmaal ach tereen zijn geweer geladen en telkens uit het raam, zonder bepaald doel, in den blinde op de voorbijgaande personen in de Tolbrugstraat afgeschoten zonder evenwel iemand te treffen. Ieder was beducht hem te naderen; alleen ecu officierwaarvoor de soldaat altijd achting had gekoesterd waagde het den waanzinnigen soldaat te genaken en door hem op vriend- schappelijken toon aan te spreken, werd hij aanvankelijk tot bedaren ge- bragl; middelerwijl schoten achter den soldaat 6 man toe, die hem niet dan na veel moeite en na eenigen tijd met hem te hebben geworsteld, en nadat de officier lievig in de hand was gebeten, konden arresteren; eerst nadat men van het dwangbuis het noodig gebruik had gemaakt, was men in staat den ongelukkige naar het krankzinnigengesticht over te brengen. In 1870 moet die militair een gelijksoortigen aanval van waanzin hebben gehad. Uit Gennep schrijft men aan de IV. R. C., dat te Goch in den trein een beschonken man zich zou hebben uitgelaten, dat hij wel meer wist van den moord op mevr. van der Kou wen; bovendien had hij een ring aan den vinger, dien hij zeide van de vermoorde dame afkomstig te zijn. De man is voorloopig in de wachtkamer 3C kl. opgehouden, terwijl de policie werd gewaarschuwd. Het Pal. v. J. deelt mede dat op 31 Oct. ji. voor de regtbank te Maastricht eene vermakelijke regtszaak is behandeld. Zij betrof eene vorde ring tot eene schadevergoeding van ƒ300, door een man (volgens zijn eigen beweren smid, doch volgens de tegenpartij //haarkooper") ingesteld tegen zijn vrouw, op grond dat zij hem dadelijk na hun huwelijk had verlaten, zoodat bij genoodzaakt was geweest een huishoudster te nemen. Tevens hoopte de eischer, door de veroordeeling tot schadevergoeding, de familie zijner vrouw, die hij als zeer zuinig voorstelde, tot terugzending der weggeloopen weder helft te nopen. Van de zijde der vrouw werd beweerd, dal de overtreding der vcrpligting, die de wet aan de vrouw oplegt, om bij den man te wo nen, niet tot een vordering van schadevergoeding kon leiden; het was een louter zedelijk voorschrift. Zoo meende de verdediger, dat ook een vrouw, die niet zelf haar kind wil zogen, niet tot schadevergoeding gehouden kon zijn, evenmin een man, die zijn vrouw niet tegen een mishandeling verde digt, al schrijft de wet ook voor, dat echtgenooten hun kinderen moeten onderhouden en opvoeden en elkander hulp en bijstand verschuldigd zijn. Zoo kan ook een man geen Vergoeding vorderen, als de vrouw goedvindt het huishouden te verwaarloozen, en hij genoodzaakt is een huishoudster te nemen. Bovendien beweerde de verdediger, dat de man eer voordeel, dan nadeel heeft als de vrouw niet bij hem blijft; dan behoeft hij haar immers niet te onderhouden en te huisvesten. Ten slotte kon de eisch in deze zaak toch geen gevolg hebben, daar de echtelieden in gemeenschap waren ge huwd en dus elke veroordeeling der vrouw tol betaling eener geldsom den man zelf zou treffen! 's GRAVENHAGE, 22 November. Aan den O. I. ambtenaar A. F. van der Ven, laatstelijk algemeenen ontvanger van 's lands kust te Soerabaija, thans met verlof hier te lande, is, op zijn verzoek, eervol ontslag uit 'slands dienst verleend. De le luit. W. L. van der Schalk, van het wapen der infanterie van het leger in O. I., thans tijdelijk gedetacheerd bij het leger hier te lande, j is overgeplaatst bij het wapen der infanterie van laatstgemeld leger. Door den Nederl. eunsul te La Rochelle is de heer M. Brin aangesteld tot zijnen vice-concul te La Flotte (eiland Ré). In deze residentie is aangekomen de opperhofmaarschalk baron von Iloeneritz, belast met de bekendmaking aan het Nederlandsche hof van de troonsbestijging van den koning Albert van Saksen. De eerste kamer heeft in hare zitting van heden met algemeene stem men aangenomen al de voor heden aan de orde gestelde ontwerpen, waar onder onteigeningenprovinciale belastingen en aanvulling van art. 96 Wetb. van Strafvordering. De beraadslagingen over de Indische begrooting van 1874 zijn bepaald op aanstaanden Maandag tegen 1 ure. In de zitting van de tweede kamer van gisterenbij de behandeling der begrooting van het dep. van justitie, heeft de heer van Kerkwijk de aandacht gevestigd op het faillissement van de Gebroeders de Gijselaar, voor namelijk om den minister in staat te stellen de geruchten tegen te spreken, die in omloop zijn. Als ik goed ben ingelicht, zeide spr.dan zijn die lie den, die goederen van anderen hebben genomen, niet zóó vervolgd als men dat mag verlangen, en dat om deze redendat de minister van justitie ver klaart daarvoor geenc gelden op de begrooting te hebben. Maar een jaar geleden is hier ter stede een moord gepleegd; daarvan werden ook twee personen verdacht gehouden, die zich naar het buitenland hebben begeven. En toen heeft dezelfde minister van justitie wel gelden toegestaan om die misdaad in het buitenland te doen ontdekken. Doch spr. wilde nog iets anders vragen. Om tot de ontdekking van dit misdrijf te komen, heeft, naar een algemeen gerucht, de policie hier ter stede gebruik gemaakt van het middel van spiritisme, om te weten te komen door wie de moord ge pleegd was en waar de ontvreemde voorwerpen verborgen waren. Spr. ver langde hieromtrent inlichtingenvooral opdat men niet zeggewanneer de armen stelen worden zij vervolgd, maar wanneer de rijken stelen, laat men hen rustig heengaan. De minister verklaarde dat het hem aangenaam was dat dit punt hier ter sprake was gebragt; want bestaat er inderdaad een algemeen gerucht dat personen van aanzien niet zoo vervolgd worden als personen van de geringe klasse, dan is het goed dat daarover gesproken worde, want dit zou zijn onregtvaardig. De heer van Kerkwijk heeft gevraagd, of de minister zich wegens die vervolging zou hehben geexcuseerd op grond dat daarvoor geene gelden op de begrooting waren. Wat is er van de zaak? Mij is, zegt de minister, in een gesprek in mijne kamer gehouden gevraagd, of het niet goed was te telegraferen naar Amerika, ten einde pogingen in het werk te stellen om de daders, die voortvlugtig waren, op te sporen. De minister heeft daarop geantwoord, vooreerst dat het zeer moeijelijk was eene poging te doen. als er niet de minste aanwijzing bestond, dat zij daarheen ver trokken waren, maar in de tweede plaats dat het niet lag op den weg van den minister van justitie daarvoor te zorgen; en dat er op de begrooling voor justitie wel uitgaven voorkomen voor de kosten van policie, die hier kunnen worden aangewend of in die landen waarmede wij tractaten van uitlevering hebben gesloten, maar om gelden te bestemmen voor vervolgin gen in die landen, waarmede wij geene tractaten hebben gesloten, de minis ter zou niet wetenhoe dit te verantwoorden. Iets anders was het met de verdachten aan den dubbelen moord in de residentie, want deze waren ge- vlugt naar Frankrijk en Belgie, met welke landen wij tractaten van uitleve ring bezitten. Het eenige wat juist is, is dat het polieieblaadje, waarin de door den heer van Kerkwijk genoemde personen zijn gesignaleerd, wat laat is verschenen; maar ik heb, zegt de minister, zelf last gegeven dat blaadje onverwijld uit te geven; dat is verschenen en tegen de gewoonte is het aan het hoofd voorzien van de beide pholographische portretten. Een woord, dat ook niet onopgemerkt mag voorbijgaan, is dit dat men getracht heelt de verdachten van den moord alhier op allerlei manieren, zelfs door spiritisme, tot bekentenis te brengen. Het verheugt den minister dat de heer van Kerkwijk ook dit punt ter sprake brengt; de minister wil dit gaarne toelichten; ja er heeft in het huis van burgerlijke en militaire verzekering te 's Ilage eene handeling plaats gehad die hooge afkeuring ver dient. Een der gearresteerden is onderworpen aan het spiritisme, ten einde eene bekentenis uit te lokken omtrent het feit waarvan hij werd verdacht en de plaats waar de ontvreemde goederen geborgen waren. In heb daar naar een onderzoek ingesteld; ik heb den heer commissaris van policie Beukman bij mij laten komen en hem daarover mijne hooge afkeuring be tuigd. De heer Beukman erkende gedwaald te hebben, maar daartoe niet te zijn overgegaan zonder toestemming van den procureur-generaal. Ik heb den heer Beukman toen geantwoord dat hij zich met den procureur-generaal niet had in te laten en dat, zoolang de zaak in instructie was, hij alleen zich had te regelen naar de bevelen van den regter-commissaris en van het openbaar ministerie, waarop de heer Beukman hernam, dat dit meermalen gebeurd was en hij meermalen met den procureur-generaal in overleg was getreden in zakenhangende de instructie. Ook heb ik den procureur-gene raal gesproken, die mij geantwoord heeft, dat de heer Beukman lang bij hem geweest was en over vele zaken had gesproken, zoodat hij zich niet meer volkomen juist alles herinnerde, maar dat, indien de heer Beukman heeft gemeend tot spiritistische proeven te moeten overgaan, hij, pro- 1 eureur-generaal, moest verklaren, dat hij zulk eea tegenstander van het spiritisme is, dat hij wel nooit verlof kan hebben gegeven dal dit middel zou worden toegepast. Er moet dus, zegt de minister, bier aan een mis verstand worden gedacht, dat ik niet genoeg kan betreuren, maar niet tegenstaande de afkeuring die ik heb te kennen gegeven aan den commis saris van policie Beukman, heb ik gemeend geen ontslag aan dien ambte naar te moeten geven, maar dc commissie van administratie voor dc gevan genis in de residentie, die van het gebeurde geen kennis heeft gehad, heb ik verzocht den cipier daaromtrent ernstig te onderhouden en hem te ken nen te geven, dat, als hij weêr iets dergelijks toelaat, hij onmiddellijk zou worden ontslagen. In de zitting van heden is het wets-ontwerp tot wijziging der Indische muntwet (koersbepaling der Mexicaansche dollars en regeling van den koers van vreemde muntspeciën) aangenomen met 39 tegen 20 stemmen. De alge meene discussie over het budget binuenl. zaken is aangevangen en ten einde gebragt. Behalve door den lieer Haffmans, zijn er weinig politieke redene ringen gevoerd. De minister heeft reeds geantwoord. Maandag voortzetting. Ten 7 ure heden ochtend is er brand uitgebroken in de meubelmakers- werkplaats van v. d. K., op de Gedempte Gracht alhier. Dc vlammen ver nielden in weinig tijds de werkplaats met de daarin aanwezige meubelen en gereedschappen. Ten gevolge van de verleende hulp door cenige brandspui-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 5