PER TELEGRAAF.
minister van financiën, tot het hervatten der betalingen in specie in zilver,
den verwachten uitslag niet gehad en geeft dat plan aanleiding tot vele
spotternijen. Men zal niet zeer spoedig tot het hervatten der betalingen in
specie komen door eenen maatregel, volgens welken men aan ieder persoon,
die geld te ontvangen heeft, hoe groot de te ontvangen som ook zij, niet
meer dan 5 dollars in zilver uitbetaalt. Terwijl er meer dan 800 millioen
dollars aan papiergeld in omloop is, heeft men op deze wijze niet meer
dan 500 doll, aan zilver uitgegeven; hieruit blijkt de ongerijmdheid van het
voorstel reeds. De minister zelf beseft ten volle de dwaasheid van zijn
denkbeeld, en zijne vrienden geven zich de meeste moeite om er veront
schuldigingen voor te vinden. Volgens hen heeft hel publiek de bedoeling
der regering niet gevat, en is de president zelf eigenlijk de man, wiens
theorien op niets zijn uitgeloopen.
Wegens het gebeurde te Santiago, op Cuba, moest een der monitors
binnen twee dagen in zee gaan.
FRANKRIJK,
De commissie van rapporteurs over het budget voor 1874 heeft, met
het oog op de door de regering noodig geachte nieuwe inkomsten, den
minister van oorlog uitgenoodigd haar een volledig en zooveel mogelijk juist
overzigt te geven van de kosten, welke de nieuwe legerorganisatie aan de
schatkist zal opleggen, ten einde de commissie in staat zou zijn met eenige
zekerheid te beoordeelenin hoe verre er noodzakelijkheid bestaat de
natie, zoowel in 1874 als voor het vervolg, met nieuwe lasten te bezwaren.
De commissie van vijftienen is, na de toelichting der verschillende
amendementen aangehoord te hebben, uiteengegaan tot Zaturdag. Alsdan
zal het rapport worden voorgelezen, hetwelk waarschijnlijk denzelfden dag
op Zondag bij de nationale vergadering zal worden ingediend.
Als belooning voor de diensten, die de Frausche administratie heeft
bewezen bij de organisatie van de Wecner-tentoonslellingheeft de minister
van landbouw en koophandel, van de Duitsche regering het kruis lc kl. der
orde van de IJzeren Kroon ontvangen. Deze decoratie verleent den titel
van baron van het keizerrijk Oostenrijk.
Kolonel Stoffel heeft reeds teregt gestaan vcor de correctionele regt-
bank te Versailles, onder beschuldiging dat hij voor den krijgsraad een
generaal, die van dien raad deel uitmaakte, zou hebben gehoond en belee-
digd. Op de vraag van den president, wat hij te zijner verdediging bad
aan te voeren, zeide kolonel Stoffel, dat hij zich zeer gegriefd gevoelde
door hel rapport van generaal de Rivière, waarin zijne eer en waardigheid
werden aangetast; hij was daardoor opgewonden en beluigde zijn leedwezen,
dat hij zich de beleedigcnde woorden had laten ontvallen. Het openbaar
ministerie nam deze verontschuldiging niet aan. daar de bcleediging voor-
bedachtelijk was geschied, aangezien de beschuldigde de woorden voor den
krijgsraad niet had willen intrekken. Onder aanneming van verzachtende
omstandigheden is kolonel Stoffel veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf.
DIHTSCHLAA».
Sommige bladen in Pruissen betreuren het dat in de troonrede niet de
belofte is afgelegd van het invoeren van registers van den burgerlijken stand
en het verpligt burgerlijk huwelijk. De Köln. Zeil. zegt dat de rigting,
waarin de regering voortgaat, voldoende is aangewezen en derhalve kan zij
zich tevreden stellen met de verzekering, dat de 'noodige wêts-ofiilwerpen
"intijds" zullen worden ingediend. Het algemeene karakter der koninklijke
boodschap is van dien aard, dat men over deze onbestemdheid van uitdruk
king gaarne heenstapt.
De Scliach van Perzië had bij zijn bezoek van het etablissement Krupp,
te Essen, 60 kanonnen besteld; thans heeft hij verzocht, hem niet meer dan
20 stuks te leveren.
PESTH. 14 November. De overeenkomst met de firma Rothschild c. s.
betreffende de leening, werd heden in den ministerraad behandeld en zal
morgen bij het huis van afgevaardigden worden ingediend. De leening
bedraagt 75 millioen, waarvan voorloopig slechts een gedeelte zal worden
uitgegeven, a 6 pCt., in 5 jaren terug te betalen in goud; de prijs van
uitgifte is 83 a 84.
VERSAILLES, 14 November. In de nationale vergadering diende de heer
Philippoteaux een wetsontwerp in, houdende dat voortaan, zoolang de wet
op het militair wezen niet tot stand is gebragt, geen persoon, behoorende
tot het leger of de marine, tot afgevaardigde zal kunnen gekozen worden.
Deze mededeeling veroorzaakte sterke beweging. De heer Jaubert verzocht
onmiddelijk over de urgentie tc stemmen. Philippoteaux verzocht die stem
ming Maandag te doen plaats hebben. De heer Christophle zeide, dat het
land zou zien, uit de ingenomenheid, waarmede het ontwerp door de reg-
terzijde was begroet, welke strekking het ontwerp heeft. Hij vreesde dat
dit een nadeeligen invloed zou kunnen hebben op den uitslag der verkie
zingen, die morgen plaats hebben, en dringt op het terugnemen van het
voorstel aan. De heer Pothuan zegt, dat de krijgstucht zal zijn gewaar
borgd, wanneer de militairen, die tot afgevaardigden worden gekozen,
zullen moeten kiezen tusschen de active dienst en het mandaat van afge
vaardigde: met het oog op dezen waarborg is hij tegen het voorstel. Dc
heer Jaubert verdedigt het en zegt dat het aantal officieren in de vergadering
groot genoeg is. Bij stemming wordt het voorstel urgent verklaard.
De heer Lenoel diende een wetsontwerp in, waarbij niet-verkiesbaar als
afgevaardigden worden verklaard alle ambtenaren van de administratie, alle j
regterlijke ambtenaren, alle geestelijken en allen, die bij de diplomatie
behooren. Bij stemming wordt het voorstel verklaard mei-urgent lc zijn.
LONDEN, 15 November. De Times meldt uit Berlijn, dat ten gevolge
van bet bevel tot den bouw van versterkte kampen bij Besancon, Belfort en
Verdun, Duitschland waarschijnlijk zal voortgaan met het organiseren van
meer reservecorpsen.
PARIJS, 15 November. Het is zeker dat de regering, in overeenstemming
met de minderheid der commissie-van-vijftien, besloten heeft Ie handhaven
hel voorstel tot verlenging met tien jaren van den duur der aan Mac Mahon
verleende volmagt, en niet aanneemt een voorwaardelijke verlenging, en
zonder aanwijzing van een tijdstip van begin. Naar inen verneemt zal dc j
commissie-van-vijftien, alvorens de voorlezing van het rapporl-Laboulaye aan
te hoorende hh. Turquet en Echassëriaux in de gelegenheid stellen in haren
boezem hun amendement betreffende een beroep op het volk toe te lichten.
SAINT-JEAN-DE-LUZ12 November. lndDe kolonnc van generaal
Lorna is jl. Zondag Tolosa binnengerukt, na een gevecht van drie uren te
hebben doorstaan. Gisteren (Dingsdag) werd op verschillende plaatsen weder
gevochten. De Carlisten, uit hunne positiën verdreven, hebben 13 dooden
en 100 gekwetsten. De cabecilla Aizpurna werd gekwetst, een ander cabe-
cilla is krijgsgevangen. De regeringstroepen hebben 11 officieren en 50
soldaten verloren.
WASHINGTON, 14 November. De ministerraad heeft besloten krachtige
maatregelen te nemen om de waardigheid des lands op te houden. Men
verzekert dat Amerika van Spanje zal eischen het straffen der autoriteiten,
verantwoordelijk voor het ten uitvoer leggen der doodvonnissen te Santiago.
Het noorder-eskader van de Atlantische zee gaat Maandag naar Havana.
Men gelooft dat in geval eener vredebreuk de Amerikanen onmiddelijk op
Cuba zullen landen.
NEW-YORK 15 November. Op den 10de° dezer zijn weder 57 gevange
nen van de Virginius gefusilleerd. Slechts 18 hunner zullen het leven
behouden.
Indlë.
De warmte in dit land is dikwijls onuitstaanbaar, het Eau d'Anvers wordt
daarom door vele menschen medegenomen, lot verfrissching en het is hier
toe bizonder geschikt. Het Eau d'Anvers neemt als het ware de warmte
weg en verscheiden personen welke naar Indië gaan nemen een paar dozijn
flacons Eau d'Anvers mede, ten eerste voor de warmte en ten tweede voor
ziekten die in dit land zeer gevaarlijk zijn.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Vergun mij een enkel woordje. Ik wensch namelijk iets bij te dragen tot
«lotsverbetering" onzer officieren. U verwacht nu al een betoog over: kleine
tractementen, dure lijden, ophouden van stand, kostbare garnizoensverwis
selingen, enz. enz. Daarover is evenwel al zooveel geschreven, dat men wel
mag aannemen, dat ieder die argumenten kent, ook zonder er door een
ander op tc worden gewezen. Zijdie dan ook die tractementsverbetering
verlangen, kunnen, geloof ik, volstaan met evenals Cato's «Carthaginem
esse delendam" uit te roepen "de tractementen der officieren vereischen ver
betering", zonder meer.
Maar de «lotsverbetering" die ik bedoel, betreft alleen deze stad. In
andere plaatsen is het de gewoonte, om bij publieke vermakelijkheden offi
cieren voor minder entree toe tc laten. En met het oog op hun geringe
inkomsten keurt ons medelijdend hart die gewoonte goed. Waarom gebeurt
dit hier ter stede ook niet? Leiden ligt toch in Nederland. En Nederland
betaalt nu eenmaal zijn officieren slecht. Zij mogen blijde zijn als zij rond
komen. Te genieten van dure uitspanningen of ook maar goedkoope is hun
onmogelijk. Ieder nu heeft op zijn tijd behoefte aan uil- d. i. ontspanning.
Dc officieren even goed als ieder ander. Wij zouden haast durven beweren,
nog meer dan ieder ander. Daarbij maken zij in de oogen van het groote
publiek een noodzakelijk bestanddeel van vermakelijkheden uit.
Door hierop te wijzen, hoop ik, dat de commissie van den schouwburg
enz. aanleiding zal vinden, om het goede voorbeeld van andere steden te
volgen en zoo zal meewerken, om op indirecte wijze het lot te verbeteren
van hen, die door hun «arm" land te karig worden beloond.
ED. P°.
IETS OVER DE VICTORIA REGIA.
In Sempervirens heeft de heer W. verhaald, dat de Victoria liegia, in
den hortus alhier, terwijl hij afwezig was, ondanks de vele zorgen aan
haar besteed, is gaan sukkelen. Waaraan dit lag kon hij alben gissen; en
daarop volgt er eenc beschouwing over de capricieuse schoone, die soms
geen zin heeft, op haar jonkvrouwelijken leeftijd als op haar wenken moet
bediend worden, uit haar humeur raakt, weken lang achtereen kan «mop
peren," enz. Daarop verneemt men dat de plant echter zoodanig is hersteld
V dat zij weldra zal gaan bloeijen.
Hel geheele artikel van Sempervirens komt voor in deze Courant van
Woensdag 8 October.
De heer W. zegt: «terwijl ik afwezig was." Zou dan de plant, zoo bij
niet afwezig was geweest, niet of minder zijn gaan sukkelen? «Waaraan
dit lag kon ik alleen gissen," dat sukkelen nl. Gissen? De heer W. is als
hortulanus ongetwijfeld een te praktisch man om zich, naar onze bescheidcne
meening, aan eene gissing te wagen. Op ieder gebied, zoo ook hier, zal
hij hel met ons eens zijn, dat er oorzaak te vinden is die kan worden aan
gewezen. Zoo het ons geoorloofd was, in onze volslagen theoretische en
praktische onkunde van tuinbouw, eene oorzaak te noemen, wij zouden
vragen of hel der plant niet aan geschikten grond kan ontbroken hebben,
of dat zij onder eene te hooge temperatuur kon bezweken zijn. Want wat
wij toen door Sempervirens niet vernamen werd ons door een eenvoudig
berigt in deze Courant van 1 November in eens kenbaar. Uitgenoodigd
wordende de geopende bloem der Victoria te komen bezigtigen (aan welke
nitnoodiging wij de eer hadden te voldoen), werd er, in even weinige als
duidelijke woorden, in dat berigt het volgende gezegd. Gelijk men weet,
is de eerste plant, die in het voorjaar in het bassin geplaatst werd, gestor
ven, en in Junij vervangen door eene tweede plant. Het is deze zooveel
later, maar overigens gezond uitgegroeide plant, die thans hare bloeiperiode
heeft bereikt."
Deze schoone moet dus noch capricieus geweest zijn, humeur gehad, noch
«gemopperd" hebben, om ons ook eens van beeldspraak te bedienen, tenzij
men haar van caprice wil beschuldigen, dat zij is gaan bloeijen juist terwijl
de heer W. nu weder afwezig, zelfs uillandig is. Doch: Du sublime au
ridicule il n'y a qu'un pas.
Tc Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.