te brengen. De regering zou niet ongenegen zijn, de kosten «ter reslattralie
van liet stuk op zich te nemen.
Uit Vroomshoop meldt men aan de Zw. C.\ Den 5JeD dezer vertrok
ken van hier drie arbeiders, J. L., K. F. en W. S.om te werken aan het
kanaal in Pruissen. Van Ootmarsum vonden zij gelegenheid bij een boer op
den wagen te komen tot Wietmarsum, onder beding ieder drie grosschen
te geven. Twee betaalden het geld, doch de derde niet, waarom de boer
liern vasthield. J. L. keerde daarop terug en sloeg met eene kanlschop den
boer op het hoofd, zoodat deze bewusteloos nederzeeg en voor dood werd
weggedragen.
Men meldt uit Leeuwarden, van gisteren: Heden wordt den staten
dezer provincie door den heer jhr. mr. F. J. J. van Eysinga, benoemd lid
van de eerste kamer der slaten-generaal, een diner aangeboden.
In de staten-vergadering is nog altijd het voor dit gewest zoo belangrijke
punt omtrent de verbetering van den waterstaat aan de orde, waaromtrent
morgen de beraadslagingen zullen worden voortgezet.
Bij de aankomst te Tilburg van een trein van den Grand Central
Beige, op Maandag avond, stond een der wagens, met verschillende goederen
beladen, in brand. Er werden onmiddellijk maatregelen tot blussching ge
nomen, waarin men vrij spoedig slaagde, doch de schade schijnt vrij aan
zienlijk te zijn.
Maandag avond zijn twee goederen-treinen tusschen Simpelveld en
Aken in botsing gekomen. De schok was hevig. Verscheiden wagens zjjn
verbrijzeld. De schade aan materieel is aanzienlijk, doch gelukkig hebben
geen persoonlijke ongevallen plaats gehad.
De minister van justitie heelt geantwoord op het afdelingsverslag
nopens zijne begrooting. Omtrent den aandrang van sommigen nopens eene
nieuwe poging tot regterlijke organisatie, zegt de minister: dat 1111 de
laatste poging op nieuw is mislukt, en het ontwerp, 11a aanneming van alle
zijne hoofdbeginselenbij de eindstemming is verworpenmen tot het
besluit mag komen, dat eene nieuwe regterlijke inrigling, hoe gewenscht
ook, op dit oogenblrk nog niet kan tot stand komen, en dat de ware weg
ter verbetering vooreerst geene andere kan zijn dan partiële herziening.
Voorts deelt de minister mede: dat een ontwerp van wet lot wijziging der
wettelijke bepalingen omtrent de regterlijke tucht reeds aan den raad van
state is verzonden, dat met erkenning der wenschelijkhcid lot verhooging
der bezoldiging van de regterlijke magt het de vraag is ol zij wel be
hoort te worden voorgedragen zonder gelijktijdige vermindering van perso
neel; in hoever dit bij partiële wijziging kan plaats hebben wordt overwo
gen; dat de verandering aan het bestaande omtrent de regtspraak van den
Imogen raad ten principale in den gegeven stand van zaken niet urgent
schijnt; dat het ook den minister als eerste wijziging in de procesorde niet
ongepast voorkomt eene verandering voor te bereiden omtrent de vertegen
woordiging in rcglen; dat het nieuwe Wetboek van Strafregt bijna gereed
is en in den volgenden zomer geheel voltooid zal zijn en alsdan openbaar
gemaakt worden dal de minister zich onledig houdt met het onderzoek
noodig tot het voordragen van nieuwe wettelijke bepalingen op den eigen-
doms-overgang van onroerende goederen en het hypotheekstelsel. Omtrent
velerlei bijzondere wetten, in het voorloopig verslag gevraagd, geeft de mi
nister geene bepaalde toezeggingen. Sommige zijn in bearbeiding, van andere
is onderzoek of overleg noodig; nog andere worden op dit oogenblik,
en met het oog op de gevraagde ol toegezegde wijzigingen in onze alge-
meene wetgeving, niet noodzakelijk geacht. Omtrent de gevraagde policie-
wet zegt de minister dat de tegenwoordige inrigling der policie niet
ongunstig werkt, ofschoon ook hier verbeteringen noodig zijn. De over
brenging der militaire strafregtspleging bij den burgerlijken strafregter,
met toevoeging van militaire leden, is in den legenwoordigen toestand
onzer strafregtspleging niet wel voor verwezenlijking vatbaar.
's GRAVEN11AGE 13 November.
Tol burgemeester der gemeente Bcdum is benoemd de beer W. J. Rek
ker, onder toekenning van eervol ontslag als burgemeester der gemeente
Winsum.
Tot regler in de arrond.-reglbank te Leeuwarden is benoemd de heer
mr. J. A. Willinge Prins, thans regter in de arrond.-reglbank te Sneek.
De minister van binnenlandsche zaken zal Zaturdag aanst. geen gehoor
verleeneii.
De afdcelingen van de tweede kamer hebben lieden onderzocht de vol
gende wetsontwerpen: 1°. Definitive vaststelling der koloniale huishoude
lijke begrooting van Suriname voor het dienstjaar 1874. 2°. Wijziging der
koloniale huishoudelijke begrooting van Curacao voor 1872. 3». Begrooting
der algemeene landsdrukkerij, dienst 1874. 4". Begrooting van uitgaven voor
de rijksgestichlen Ommerschans en Veenhuizen, dienst 1874. 5". Wijziging
van hoofdstuk IV der staatsbegrooting voor 1872.
lieden middag wordt in het hotel Paulez door den voorzitter van de
tweede kamer, den heer Duller!, aan een derde deel van de leden dier ver
gadering een diner aangeboden. De overige leden zullen op volgende dagen
genoodigd worden, waartoe heden over acht dagen een tweede diner
plaats heeft.
Advocaat-generaal nir. Römer heeft in de heden gehouden zitting van
d u Imogen raad, regtdoende in revisie, zijne conclusie voorgedragen in de
bekende torpedo-zaak, betredende de toewijzing aan J. M. Boogaard, vroe
ger weduwe van A. Goedhart, van hare vordering tegen den slaat tot ver
goeding van schaden, ontstaan uit hel overlijden van haren echtgenoot,
tijdens deze aan 's rijks werf te Amsterdam werkzaam was. Even als
vroeger was de ambtenaar van het openbaar ministerie van oordeel dat de
vordering in reglen ongegrond en in facto niet bewezen was. Hij vol
hardde bij zijne genomen conclusie, voorafgegaan aan 's raads arrest van
12 Januarij 1871strekkende tot afwijzing van de vordering. De uitspraak
is bepaald op 9 Januarij 1874.
Voor het prov. gercglshof stond heden teregt de stuurman van de En-
gelsche brik Mary and Emily, den llden September dezes jaars liggende in
de Westerhaven te Rotterdam, met eene lading Newcastle steenkolen, be
stemd voor de heeren Hoos en Zn. te Leiden, welke lading met ligtersche-
pen naar elders moest worden verzonden. Naast bedoelde brik lag een ander
Engelsch vaartuig, welks bemanning herhaaldelijk den wensch te kennen
gaf een gedeelte van de lading van de brik over te nemen, welk verlacgen
verschillende malen door den besch. met eene weigering beantwoord werd.
Eindelijk gaf hij toe en liet in den avond van 11 Sept. 47 manden steen
kolen uit de brik in den bark overstorlen, waarvoor de stuurman beschul
digde later ƒ12 ontving. Beschuldigde, bijgestaan door een tolk, bekende,
ten laatste te hebben toegestemd in het wegnemen van enkele stukken
steenkool, maar ontkende geweten te hebben, dat het ontvangen geld daar
voor bestemd was. Met het oog op de geringe waarde van het gestolene
eischte adv.-gen. Terpstra eene veroordeeling lot gevangenisstraf van 3
maanden tot 5 jaren. De verdediger van den besch.mr. Cort van der Linden, liet
zpn belangrijk pleidooi voorafgaan door het opwerpen eener exceptie van on
bevoegdheid van den Nederlandschen regler om van deze zaak kennis te nemen.
Tndien echter de exceptie niet mogt opgaan, gelooide pleiter dat het bewijs
van diefstal ontbrak, daar er niet was geconstateerd dat besch. aandeel
heeft gehad in den diefstal, vermits hij het gestolene nimmer heeft bezeten.
Ilij concludeerde tol ontslag van regtsvervolging van den beschuldigde. De
uitspraak is bepaald op Donderdag aanst.
uurrimANDsciiE KEMG'I KM.
BELGIE.
Z. M. heeft Dingsdag II. de kamer in persoon geopend, hetgeen in jaren
niet had plaats gehad. De uitvoerige troonrede geeft eene gnnstige schets
van den toestand des lands. Voorts worden daarin nog verscheidene wets
ontwerpen toegezegd, voor de volksontwikkeling noodig geacht.
Si IV O E L, AIV SS.
LONDEN. 12 November.
Wederom wordt een drietal spoorwegongelukken door de dagbladen ver
meld. Zij bestonden in eene botsing met een passagierstrein, het breken
van een as eener locomotief en het ontsporen van een locomotief. De reizi
gers zijn met eenige schuddingen en kneuzingen vrij gekomen, doch ont
snapten wat het laatste geval betrof aan een groote ramp, daar de waggons
op het spoor bleven. Waren deze de locomotief gevolgd, dan zouden de
gevolgen onberekenbaar geweest zijn, dewijl de weg over valleijen en hoog
ten liep.
Te Portsmouth had in de vorige week eene bokspartij plaats tusschen
een liefhebber en een bokser van beroep. Een hunner is den volgenden
dag aan de bekomen wonden overleden. Een talrijk publiek wasttgen
entrée-geld, bij het gevecht tegenwoordig.
FRANHS IJ K.
Het door de republikeinsche unie aangenomen tegenvoorstel, hetwelk
in den vorm van een amendement op het voorslel-Changarnier zal worden
ingediend, is van den volgenden inhoud:
Art. 1. Frankrijk wordt lol eene republiek verklaard.
Art. 2. De zamenslelling, de bevoegdheid en de duur der wetgevende
magt, de wijze van verkiezing, de bevoegdheid en de tijd van duur van hel
uitvoerende gezag zullen in de constilionele wel worden geregeld.
Art. 3. Tot aan de afkondiging dier wet blijft het gezag des presidents
beheerscht door de wetten van 31 Augustus 1871 en 13 Maart 1873.
Volgens het Journ. des Déb. is door de administratie der in- en uit
gaande regten tol regel aangenomen, dat de uit het buitenland komende
kisten en andere emballages met koopgoederen niet meer, ter verificatie der
verschuldigde reglen, aan de grenzen geopend zullen worden, maar enkel
op de plaats harer bestemming en in het bijzijn van den persoon, aan wien
zij zijn geadresseerd.
De inwoners van San Francisco hebben den heer Thiers een prachtig
album aangeboden. Op een zilveren plaat zijn al de groote gebeurtenissen
gegraveerd, waaraan de vroegere president van de republiek deel nam. In
antwoord op de korte aanspraakbij de aanbieding door den heer Weil ge
houden, antwoordde de heer Thiers met zijn dank te beluigen, verklarende,
dat hij alles gedaan had wat in zijn magt was, om de rampen te herstellen
veroorzaakt door een al te ligtvaardig ondernomen oorlog. De heer Thiers
zeide ten slotte: "De toekomst van de conservative republiek is voortaan
verzekerd en ik zal al mijn krachten aanwenden, om dezen in Frankrijk
ccnig mogelijkcn regeringsvorm te verdedigen."
Door een Fransch officier van hooger rang wordt betreffende het
regtsgeding van maarschalk Bazaine in den Counter de Paris het vol
gende geschreven: "Indien het proces Bazaine aan de drukpers een voor
treffelijk middel oplevert om hare bladzijden te vullen en de nieuwsgierig
heid van hare lezers te prikkelen, dan heeft het tevens het treurige resultaat
aan onze vijanden de gelegenheid aan te bicden, om zich over onze
inconsequentien vroljjk te maken. Wat zullen onze overwinnaars van ons
leger denken, zij die in zoo hooge mate gewoon zijn het gezag te eerbie
digen? Wat moeten zij denken, wanneer zij zien hoe generaals van
middelmatigen of twijfelachtigen naam hunnen maarschalk aanklagen, hem
met beschuldigingen overladen, en in de scherpste uitdrukkingen zijne
bevelen critiseren, zonder de gedachte te kennen welke die heeft ingegeven,
en zonder de noodige bekwaamheid te hebben gehad om de bevelen uit te
voeren? Wat moeten zij denken over de getuigenis van den voormaligen
majoor der genie, die wel is waar heden generaal is, maar nooit een
bataillon gecommandeerd heeft, en desniettemin uit de hoogte met groote