LEIBSCHE COURANT. 1873. N\ 202. DONDERDAG 6 NOVEMBER. STADS-BER 1C1ITEN. Stempeling van de Weegweiktuigen. SL ab -J?x De Courant verschijnt dagelijks. Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. f 3.50_; met het f'erslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35franco p. p. ƒ3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50 's jaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Centsfranco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.iedere regel meer 25 cents. Advertentiën voor DuitschlandOostenrijk en Zwitserland worden nitslnitend aangenomen door HAASENSTEIN 4 VOGLER Expeditie-Kantoor van Advertentiën te Hamburg Lubeck frankfort a. M. Berlijn, lApzig, Dresden BreelauKeulenStuttgart, Weenen, PraagBazelZurich, SU GallenG er, ire en Lautanne Bij deze Courant wordt verzonden N". 49 [blad 60) der Handelingen van den Gemeenteraad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, gezien alinea 2 van art. 1 der Wet van 31 December 1872 Staatsblad n\ 160), bepalende dat de weegvverktuigen. tot op 31 December 1873 in gebruik, van den ijk zijn vrijgesteld tot 1 Jan narij* 1880; berinneren bij deze den ingezetenen dezer gemeente hunne verplichting om. overeenkomstig art. 9 van het Koninklijk besluit van 4 September 1873 Staatsblad n°. 127), die weegwerktuigen van een bijzonder merk te doen voorzien, onder mededeeling dat daartoe door den IJker, chef van dienst, zitting wordt gehouden in het lokaal van den ijk, op de Aalmarkt, naast de Gemeente-Apotheek, en wel: voor de tafel-balansen en de weegwerktuigen voor fijne weging, in ge bruik bij medicijnbereiders, goud- en zilversmeden, speciehandelaars, beleen- bankhouders en verdere in goud en zilver handelende personen voor wijk 1, II, III, IV en V, op den 6,le° November, VI, VII, VIII en de buitenwijk, op den 7Jtn November, van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren. Tevens worden de belanghebbenden indachtig gemaakt op de schade en moeielijkhedcnwaaraan zij zich zouden blootstellen door hunne weegwerk tuigen niet in tijds van het voorgeschreven merk te doen voorzien. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. Leiden, 26 September 1873. E. KIST, Secretaris. RiNNKINLANS<HE RKÜHVTE LEIDEN, 5 November. In de maand October zijn binnen de gemeente Leiden geboren 126 kin deren, als: 60 zoons en 66 dochters, waaronder is begrepen 1 tweeling- geboorte. Overleden 81 personen, als: 8 mannen, 8 vrouwen, 32 zoons en 33 dochters; daarenboven als levenloos aangegeven 6. Gehuwd: 31 paren --De senaat der Leidsche hoogeschool heeft zich bij adres tot de tweede kamer der stalcn-gencraal gewend, waarin onder de aandacht van de kamer wordt gebragl het treurig feit, dat, door de sedert 1815 zoo veranderde omstandigheden, de toestand van velen der academische docenten op den duur onhoudbaar is, vermits de vaste jaarwedde thans een veel geringere waarde dan in vroegere jaren voorstelt en liet met de emolumenten nog treuriger is gesteld. Ter verbetering van den financiëlen toestand, dringt dc senaat cr op aan dat door de kamer op de begrooting een som zal worden gebragt, voldoende om de regering in staat te stellen, telken jare, de inkomsten van hoog leeraren die beneden een vast te stellen bedrag gebleven zijntot dat be drag op te voeren. Werd daarbij eene regeliug aangenomen, die voor de betrokken personen dezelfde uitkomsten opleverde, als de bepalingen, welke in het laatste wets ontwerp omtrent het hooger onderwijs voorkwamener zou in al'e behoef ten zijn voorzien. Daar dit gedeelte van het wets-ontwerp bij de gioote meerderheid der kamer in beginsel geen bezwaar had ontmoet, is de senaat lot de indiening tan dit adres overgegaan. Op een door de Staatscourant medegedeelden staat van nalatenschap pen, afkomstig van onderofficieren en manschappen, behoord hebbende tot" de landmagt in Nederl. Indië, waarvan de saldo's door dc regthebbenden bij liet dep. van koloniën in Nederland behooren te worden gereclameerd, komen voor die van de volgende personendie te Leiden geboren zijn of laatste lijk gewoond hebben: P. F. J. M. W. Bacrt ƒ4.85%, J. W, L. Deldik 2.73, J. Dreef ƒ4.95, J. van Kampen ƒ2.14, A. de Klerk ƒ4.89, G Langezaal ƒ4.80, J. C. Mulder ƒ3.30. M. A. Olivier ƒ2.44, W. J. van Tol ƒ3.02, P. tan der Waals 1.65. Voorts nog die van: J. T. Jurgens, geb. te Oegst- geest, ƒ0.45, G. Los. geb. te Boskoop, ƒ3.15. H. van Nassouw, geb. te Voor- kout, 3.65, J. Vink, geb. te Ncordwijk, ƒ4.07, en C. van der Zwaan, 8eb. te Zoelerwoude, ƒ4.92. Omstreeks de helft van Augustus 11. hebben twee leden der commissie van uitvoering in Nederland voor den bouw van den Willemstoren te Dillen burg die plaats bezocht, en zich met eigen oogen overtuigd, dat de bouw voorspoedig voortgaat. De toren is tot meer dan een derde van zijne hoogte opgetrokken, en geeft reeds nu een heerlijk vergezigt. Ook trekt hij nu reeds als van zelf de aandacht van ieder, die met den trein het voor elk Ilollandsch hart zoo merkwaardig stedeke nadert. Het uitzigt bestaat, dat de bouw in 1874 zal voltooid zijn. Hiertoe werkt mede de nabijheid der steengroeve opzettelijk voor den bouw aangekocht en in bewerking gebragt. In den gevel zal prijken het wapen van prins Wil lem den Eersten, en het aan de Christelijke oudheid ontleende, op hem toe gepast symbool van den pelikaan, die met eigen bloed zijne jongen voedt. Of nu alle financiële bezwaren overwonnen zijn? De aanzienlijke giften van aanzienlijke gevers en geefsters hebben die bezwaren aanmerkelijk ver minderd: en het is eene betrekkelijk kleine som van eenigc duizend guldens, die nog vereischt wordt. Maar er is immers alle gegronde hoop, dat Neèr- lands hoofdstad, die tot nog toe, ten gevolge van verschillende omstandig heden, niet ernstig werd aangesproken, die voer haar kleine som zal bijeenbrengen In het einde van 1871 is het allereerst op het plan van den Willemstoren te Dillenburg gewezen, vóórdat nog, van al de feesten, die gevolgd zijn, en nog moeten volgen, in het openbaar was gesproken. Zou het niet een schoon slot van die allen zijn, indien in het najaar van 1874, of in het voorjaar van 1875, die feesten besloten werden met de toren-inwijding te Dillenburg? -- Door de provinciale stalen van Friesland is lot lid van de eerste kamer der staten-generaal op nieuw gekozen de heer jhr. mr. F. J. J. van Eysinga, met algemcene (43) stemmen. liet stoomschip Koning der Nederlanden, kapitein Braatis 2 November te Padang aangekomen, na een reis van 36 dagen, waarvan slechts 32 onder stoom; alles wel aan boord. Maandag morgen bij de feestviering in het Park te Amsterdam waren 503 personen tegenwoordig; aan het diner in bet Paleis voor Volksvlijt namen 196 personen uil Amsterdam, 183 uit andere plaatsen en geïnvitecr- deu deel. Het IJ. D. meldt: Op zijn collcgie van staalsregt herdacht Maandag de hoogleeraar Vreede het gewigt van den dag, door over de grondwets herziening in eenige beschouwingen te treden. De hoogleeraar bragt vooral hulde aan den geachten staatsman mr. L. C. Luzac, aan wiens onvermoeiden arbeid en helder inzigt het constitutionele leven in Nederland zooveel ver- pligt is en die kracht leerde vinden in de grondwet. Weinigen, zeide hij, hebben met zooveel zelfopoffering den conslitutionelen weg gevolgd als Luzac. Te Schiedam is tot predikant bij de herv. gemeente beroepen ds. H. W. Creutzberg, te Vlissingcn. Te Delft zijn gisteren namiddagin de nieuw aan Ie leggen straat in het Oosleindc, van een blok van acht in aanbouw zijnde huizen met boven woningen vijf ingestort. Van vijf werkliedendie in mindere of meerdere mate gekwetst werden, is slechts e'én schijnbaar ernstig in de borst ge wond, ofschoon met zekerheid daaromlreut nog niets te zeggen is. Men moest een bind doorzagen alvorens hem uit zijn benarden toestand te kun nen bevrijden. Een paar timmerliedendie op de bovenverdieping van een der huizen aan het werk waren, hadden, op het hooren van gekraak, nog juist den tijd om uit een raam te springen en kwamen er ongedeerd af. De oorzaak van hel onheil moet gezocht worden in de omstandigheid, dat de scheidingmuren der verschillende huizen slecjits een halven steen dik waren en dus te weinig vermogen bezaten om den daarop rustenden last te dragen; waarbij nog komt, dat de specie, waarmede die muren waren opge metseld, niet genoegzaam had kunnen droogen, hetwelk gedeeltelijk ook is te wijten aan het vochtige jaargetijde. Vermoedelijk zal cr tegen den bouw meester proces-verbaal worden opgemaakt. Uil 'sGravesande schrijft men aan de Delftsche CDonderdag mor gen werd aan den Hoek van Holland een der polderwerkers plotseling ongesteld, hetgeen zoo spoedig toenam dat men besloot hem naar zijne fa milie te Leidschendam te brengen. Toen hij met een wagen en in het bijzijn van een makker hier in het dorp was gekomenwas zijn toestand zoo ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 1