PER TELEGRAAF. A I> V KJK T E T1 ii .1. Augustus het in Honduras aan de Golf van Mexico gelegen handelsplaatsje Omoa gebombardeerd heeft, ter zake van eene botsing, die tusschen de in- boorlingen en de Engelsche onderdanen aldaar had plaats gehad, waarbij je woningen van den Britschen consul en van de Britsche kooplieden ge plunderd en drie hunner, die weêrsland boden, gevangen gezel waren. De zaak was na een bombardement van verscheidene uren, waarbij aan de zijde i van den vijand verscheidene dooden en gekwetsten vielen, geëindigd met de bevrijding der gevangenen en de betaling eener schadeloosstelling van 30000 e. FRANKRIJK. Naar men zegt zou de lieer Thiers zijne levendige voldoening hebben doen bljjken over de verkiezing van den heer de Rémusatdie volgens hem i van de meest ernstige beteekenis was. In de departementenwaar nog aanvullingsvcrkiczingen moeten plaats hebben, worden thans adressen aan de regering geleekend, met verzoek om de kiezers ten spoedigste bijeen te roepen. liet reeds vermelde artikel van den heer Lemoinne in het Jourti. des Dèb, is eene pleitrede voor het herstel der monarchie, maar ook van eene zuiver constitutionele monarchie. De natie wil, zegt hij, dat er een eind home aan den legenwoordigen toestand. Wat er ook gezegd worde van de voortgaande ontwikkeling van het verstand en de wijsbegeerte, ontkend han bet niet worden, dat het begrip van orde, van duurzaamheid en veilig heid bij een aanzienlijk deel der natie vereenzelvigd is met de traditionele en historische begrippen van de monarchie. Door de verzoening der beide koninklijke familiën is de monarchale quaeslie vereenvoudigd. Een groote hinderpaal is uit den weg geruimd; de natie staat thans slechts voor één koningschap. Maar dit koningschap moet nu op zijne beurt zeggen, wal het wil, wat het beteckent. Zijn naam alleen is niet voldoende. De tijd dringt, en wanneer de natie in het onzekere wordt gelaten, zal het elders licht zoeken. DVIThCHL A X De Deutsche Rcichs-Anz. deelt de vertaling mede van de- brieven, welke onlangs tusschen den Paus en den keizer en koning gewisseld zijn. Het schrijven van den Paus luidt aldus: «Majesteit! Al de maatregelen, welke sedert eenigen tijd door uwer Ma- jesteits regiring genomen zijn, hebben meer en meer de vernietiging van liet katholicismus ten doel. Wanneer ik mij zeiven afvraag welke oorzaken tot deze zeer harde maatregelen aanleiding hebben gegeven, dan beken ik dat ik niet in staat ben gronden daarvoor te vinden. Aan den anderen kant wordt mij medegedeeld dat uwe Maj. de handelingen uwer regering cn de hardheid der maatregelen tegen de katholieke godsdienst niet goed keurt. Maar zoo dit waar is, en de brieven, welke uwe Maj. vroeger tot mij gerigt heeft, kunnen als voldoende bewijzen aangemerkt worden, dat gij, hetgeen tegenwoordig geschiedt, niet kunt goedkeuren, wanneer, zeg ik, uwe Maj. niet goedkeurt dal uwe regering op de ingeslagen wegen voort gaat met de gestrenge maatregelen tegen de godsdienst van Jezus Christus steeds verder uit te strekken cn die godsdienst daardoor in zoo groote mate benadeelt, zal uwe Maj. dan niet de overtuiging erlangen, dat deze maat regelen geene andere uilwerking hebben dan den eigen troon van uwe Maj. te ondermijnen Ik spreek met vrijmoedigheid, want mijne banier is de waarheid, cn ik spreek om ceuen van mijne pligten te vervullen, welke daarin bestaat, aan allen de waarheid te zeggen, ook aan hen, welke geene katholieken zijn; want een iegelijk, die den doop ontvangen heeft, behoort in eenig opzigt of op eenigerhande wijze, welke het hier niet de plaats is nader te om schrijven, behoort, zeg ik, aan den Paus toe. Ik houd mij overtuigd dat uwe Maj. mijne beschouwingen met de ge wone welwillendheid aannemen en de in liet onderhavige geval vcreischte maatregelen verordenen zal. Terwijl ik aan uwe Maj. de uitdrukking van mijne verknochtheid en vereering aanbied, bid ik God dat IIjj uwe Maj. en mij met eene gelijke barmhartigheid moge zegenen." In hel antwoord des keizers komt o. a. hel volgende voor: «Het verblijdt mij dat Uwe Heiligheid mij, gelijk in vroegere dagen, de j eer bewijst van mij te schrijven. Dit verblijdt mij te meer. vermits mij daardoor de gelegenheid wordt gegeven dwalingen weg te nemen, welke, naar den inhoud van het schrijven Uwer Heil. van 7 Aug., in de bij u ontvangen mededeelingen omtrent de Duitsche aangelegenheden moeten zijn voorgekomen. Indien de rapportenwelke aan Uwe Heil. met betrekking tot Duitsche aangelegenheden toegezonden wordenalleen waarheid vermelddendan zou bel niet mogelijk wezen dat Uwe Heil. kon vermoeden dat mijne regering wegen insloeg, welke ik niet goedkeurde. Naar de constitutie van mijne stalen kan zulk een geval niet plaats hebben, vermits de wetten cn rege ringsmaatregelen in Pruissen mijne koninklijke toeslemming behoeven. Tot mijn diep leedwezen heeft een deel mijner katholieke onderdanen sedert twee jaren eene politieke partij georganiseerd, welke den in Pruissen sedert eeuwen beslaanden confessionelen vrede door tegen den staat gerigte woelingen tracht te storen, lloogerc katholieke geestelijken hebben, helaas! deze agitatie niet alleen goedgekeurd, maar zich daaraan aangesloten, waarbij zij zoo ver gegaan zijn van zelfs geen openbaar verzet tegen de bestaande wetten des lands te schuwen. Het zal aan de aandacht van Uwe Heil. niet ontgaan zijn, dat soortgelijke verschijnselen zich thans in de meeste Europesche en in cenige overzeesche staten herhalen. Het is niet mijne taak de oorzaken te onderzoeken, waardoor priesters cn gcloovigen van eene der christelijke gezindheden bewogen kunnen worden, om de vijanden van alle orde in den slaat in het bestrijden daarvan behulpzaam te zjjn. Maar wel is het mijne taak, in de staten, wier regering mij door God is toevertrouwd, den inwendigen vrede te beschermen en den eerbied voor de wetten te handhaven. Ik ben mij bewust, dat ik wegens de vervulling van dozen mijnen koninklijken pligt rekenschap aan God schuldig ben, en ik i zal orde en wet in mijne stalen legen elke aanranding handhaven, zoo lang God mij de magt daartoe verleent. Gaarne vlei ik mij met de hoop, dat Uwe Ileil.omtrent den waren staat van zaken onderrigt, Haar gezag zal willen aanwenden, om aan de met bedroevende verdraaijing der waarheid^en met misbruik van den priesterlij- ken invloed bevorderde agitatie een einde te maken. De godsdienst van Jezus Christus heeft, gelijk ik aan Uwe Heil. voor God bcluige, met deze woelingen niets te doen, even min als de waarheid, onder wier door Uwe Heil. ingeroepen banier ik mij onvoorwaardelijk rangschik. Nog eene uitdrukking in het schrijven van Uwe Heil. kan ik niet zonder tegenspraak latenal berust zij niet op onjuiste mededeelingen, maar op het geloof van Uwe Ileil.; de uitdrukking namelijk, dat een iegelijk, die den doop ontvangen heeft, aan den Paus zou loebehooren. Het evangelische ge loof, hetwelk ik, gelijk aan Uwe Ileil. bekend moet zijn, even als mijne voorvaderen en met de meerderheid mijner onderdanen belijd, veroorlooft ons niet, in de betrekking tot God eencn anderen middelaar dan onzen Heer Jezus Christus aan te nemen. Dit verschil van geloof belet mij niet met degenen, welke in het onze niet deelen, in vrede te leven en aan Uwe Heil. de uitdrukking van mijne persoonlijke verknochtheid en vereering aan te bieden." Naar men aan de Nat. Zeit meldt zijn de verkiezingen voor den dis- trielsraad te Straatsburg thans in Duitschen geest uitgevallen. Het getal der kiezers, dat zich van stemming had onthouden, was niet groot. Te Leipzig, de hoofdzetel van het Duitsche boekbindersvak, eischen de binders eene verhooging van hun loon met een derde gedeelte; zij dreigen met werkstaking, bijaldien aan hun verzoek niet wordt voldaan. VERSAILLES, 15 October. In de zitting van den krijgsraad van heden verklaarde Bazaine, dat hij door den kommandant Samuel kennis had ge kregen van de verandering der regering op 4 September. Hij dacht er toen aan zijn ontslag te nemen. Volgens hein was de gebeurtenis van 4 Sep tember eene bedreiging tegen de orde, gelijk hij in zijne proclamatie niet onduidelijk te kennen gaf. Ten opzigte van het incideiit-Rcgnier erkende Bazaine dat hij dien persoon dadelijk bij zich had toegelaten en dat hij twee bijeenkomsten met hem heeft gehad. Hij zeide hem niet, dat hij verscheidene brieven met prins Frederik Karei had gewisseld. Hij hechtte Volstrekt geen gewigt aan de handleekening die Regnier hem liet zienen hij dacht niet aan het gebruik dat hiervan kon gemaakt worden. Bazaine ontkende voorts eenige inlichtingen aan Regnier gegeven te hebben emtrent den staat zjjner levensmiddelen. Verder antwoordende op de zaak betreflende de reis van generaal Bourbaki, gaf Bazaine te kennen, dat hij het in het belang van het leger achtte, om, kon het geschieden, een napenschorsing te verkrijgen. Hij stelde zich met dat doel in betrek king met de keizerin-regentes. Hij geloofde dat er in dat opzigt overeen stemming bestond tusschen haar en de Duitsche regering, if PARIJS, 10 October. De Union répulil. heeft besloten collectief te ant woorden op den brief van eenige Parijsche gemeenteraadsleden met betrek king tot het herstel der monarchie. BERLIJN, 15 October. De Prov. Corresp. bevestigt dat de keizer mor gen naar Weenen vertrekt en overmorgen te Schönbrunn zal aankomen, j MADRID, 5 October, Ilet eskader van admiraal Lobo heeft Carthagcna Verlaten, om naar Gibraltar te stevenen, ten einde kolen in te nemen. BERN, 15 October. De afgezette pastoors in de Jura hebben geen gevolg gegeven aan de hun gedane dagvaarding ten sladhuize te verschijnen, om aan te hooren de voorlezing ven het in hooger beroep over hen uitgespro ken vonnis. PETERSBURG, 15 October. Volgens berigten uit Turkestan van 4/iG September is het op den regteroever der Amudarja gelegen gebied, benevens ,de delta van het meer Aral lot den uitersten westelijken lak der Amudarja, bij het Russische rijk ingelijfd. Tot chef van het gebied is de kolonèl der artillerie Ivanow benoemd, aan wien tevens de regten van gouverneur zyu toegekend. PARIJS, 16 October. De terugkeer van de onderhandelaars te Salzburg wordt heden avond of morgen ochtend te gemoet gezien. Men weet nog niets omtrent het antwoord van den graal de Chambord. AI de berigten, die de dagbladen tot nu toe daaromtrent hebben gegeven, zijn voorbarig, maar in parlementaire kringen verwacht men algemeen het niet slagen der onderhandelingen. Ondertrouwd: ROELAND DE WILDE Rzn. en Leiden, 16 October 1873. LOUISE I1AZAL1NA TOM, Receptie 19 October, Nieuwen Rijn N°. 40. van 's Gravenhaga. Bevallen van een Zoon ANNA P. LE POOLE MULDER, Leiden, 14 October 1873. Voor de bewijzen van deelneming, ontvangen bij het overljjden van onzen geliefden Vader en Behuwd-vader den Heer A. VERMEULEN te Alphen beluigen wij onzen opreglen dank. C. J. VERMEULEN. E. M. VERMEULEN, v. d. Min. Leiden, 16 October 1873. J. FICIIET. M. FICHET, Vernemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 3