BIJVOEGSEL, behoorende tot de Léidsehe Courant
van Maandag 22 September 3373, ft0. 223.
BINNENLANDSCHE BERIGTER
LEIDEN, 20 September.
Heden, den 20,l!D September, is het voor een der knechts van den Leid-
scben akademietuin, met name J. Valk. een feestdag. Een halve eeuw is
hij thans in die inrigting werkzaam. -Veel zag hij in alien tijd veranderen;
izijner makkers zag hij naar Indië vertrekken (den tegenwoordigen Itor-
tulaiuis van 'slands plantentuin te Buitenzorg, den heer J. Binnendijk). De
lioogleeraar de 'Vriese volgde den «goeden" Reinwardt als directeur op; ook
deze ging naar Indië en'overleed niet lang na zijne terugkomst. Hij werd
op'lijn beurt opgevolgd door den tegenwoordigen directeur, den hoogleeraar
Snringar. De jonge Schuurmans Stekhoven volgde zijn vader als hortulanus
op. Ook deze betaalde reeds vóór jaren den tol aan de natuur. Waarlijk
aan herinneringeu ontbreekt het onzen jubilaris op een dag als dezen niet.
Moge hij nog lang kracht en lust behouden, om nuttig voor den hortus
werkzaam te zijn.
Twee jaren geleden viel een der andere knechts, J. van Leeuwen, het
zelfde voorregt ten deel. Ook deze ds thans nog imdeze inrigting werkzaam. j
t-empervirens).
Niet onaardig is liet dat genoemd blad heden een artikel beval van den
jubilaris, getiteld: rflëts over >de 'bevruchting der Vanielje."
Omtrent 'deze 'feestviering vernemen wij nog dat de jubilaris heden morgen j
door ambtgenooten en het verder werkend personeel in de feestelijk getooide
plaats hunner bijeenkomst werd binnengeleidalwaar zij 'hem hunne geluk-
wenschen'bragten'en een aandenken aan dezen dag aanboden. De jubilaris
antwoordde hierop met eene hartelijke dankbetuiging. Hij sloeg daarbij ook
een blik op het verledeneom hulde te brengen aan de bh. H. en J. Schuur
mans Stekhoven., onder wier opzigt hjj in 1823 zijnen werkkring intrad en
die hem eene voorliefde voor de practische wetenschap hadden doen opvat
ten; ook de .verdere leiding van den heer II, Witte werd door hem dank
baar erkend. Door den laatste werd vervolgens een gepast woord gesproken,
en de wensch uitgedrukt dat de jubilaris nog vele jaren tot bevordering
van den bloei van den akademietuin zou mogen werkzaam zijn. Deze toe
spraak werd mede gevolgd door de aanbieding van een keurig geschenk.
Ook daarvoor betuigde de jubilaris in gepaste woorden zijne erkentelijkheid.
Van de hh. curatoren der hoogeschool mogt de jubilaris vele en hartelijke
blijken van belangstelling ondervinden door een rjjk geschenk in geld,
alsmede van den hoogleeraar-directeur van den tuin, prof. W. F. R. Suringar,
door een geschenk in zilver. Heden avond zal deze dag door het personeel
van den tuin op eene feestelijke wijze worden besloten.
Wij vestigen nogmaals de aandacht op de kerkelijke muziekuitvoering,
die Maandag aanst. zal plaats hebben in de Evang. Luth. kerk alhier, op
uitnoodiging van het hoofdbestuur der Ned. Gustaaf-Adolf-Vereeniging. Bjj
inzage van het programma en lettende op de zoo gunstig bekende musici,
die de uitvoering op zich hebben genomen, kan men zich van een wezentlijk
muzikaal genot verzekerd houden. Wanneer men daarbij nog let op het
loffelijke doel, aan de 'uitvoering verbonden, het voorzien in de geestelijke
behoeften van noodlijdende protestanten over alle gewesten der aarde, dan
mag men met vertrouwen eene groote opkomst van het publiek te gerooet
zien.
Bjj 'het lc reg. huzaren is tot instructeur benoemd de ritmeester B. J.
Oouvëe, van het corps.
Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dageljjks van 74 tot 103 volwassen personen en 25 tot 41 kinderen.
Het heeft H. M. de koningin behaagd aan de diakonie der Ned. herv.
gemeente te Oegstgeest te doen toekomen een prachtige dames-fauteuil om
te dienen als prijs in de eerlang voor de armen dier gemeente te houden
verloting van voorwerpen van kunst en smaak.
Zaturdag 11., meldt het Ubl.., werd op de rcede van Sunderland een
proeftogt gehouden met het Ned. stoomschip Borneo, aldaar voor rekening
van de stoombootreederjj «Java", te Amsterdam, aangekocht. Naar men ons
meldt, voldeed die logt volkomen aan de verwachting. Bjj het collation,
dat aan boord gegeven werd, bragt de Nederl. consul, de heer P. R. Los,
hulde aan den heer Schol, die, als directeur der reederij, in den tijd van
5 dagen het schip aangekocht, betaald, uitgerust en beladen had en bemand
met Nederlandsche officieren en Ènge'lsche schepelingen. Ook aan onzen
minisier van financiën werd hulde gebragt voer den spoed, waarmede op
de aanvrage tot het voeren van de Nederl. vlag was beschikt. Reeds den
derden dag na het verzoek kwam de vergunning.
De behoeften aan rijks-veeartsen is vooral in de noordelijke provinciën
zeer groot. Vele gemeenten bieden den veeartsen van ƒ400 tot ƒ800 sub
sidie 'sjaars uit de gemeentekas aan en nog doen zich weinig lief hebbers op.
Wijlen de heer M. Wijnaendts, ambachtsheer van Stein en Willens, J
den 25steD Julij 11. te Maarsseveen overleden, heeft gelegateerd aan het Cen- 1
[traal Israëlietisch weeshuis in Nederland, gevestigd te Utrecht, de som
van ƒ1000.
Woensdag 11. heeft te Sassenheim de heer J. E. Koning zijne 40jarige
dienst als hoofdonderwjjzer herdacht. Bij die gelegenheid werden hem door
de gemeente, de leerlingen en oud-leerlingen geschenken aangeboden. Door
liet muziekgezelschap «Vlijt en volharding" werd den jubilaris eene serenade
bjj fakkellicht gebragt.
Te Rotterdam is door de kiesvereeniging «Orde" mede de heer R. P.
Mees Az. als candidaat voor het lidmaatschap der tweede kamer gesteld.
Naar men met zekerheid meldt zal de opening van liet Geuzengesticlit
«Wilhelmus van Nassauen", te Bnelle plaats hebben den 2<e" October aanst.,
'smorgens ten 11 ure. De (eestrede, bij deze gelegenheid uit te spreken,
zal gehouden worden door den heer Verhoelf, pred. te Charlois, waarna
als tweede spreker zal optreden de lieer Schaafsuia, van Utrecht. Bij ge
noegzame deelneming zal een expresse stoomboot 's morgens ten half tien ure
van Rotterdam naar den Briel vertrekken.
Door den gemeenteraad van Amsterdam is besloten, ter aanvulling van j
de reorganisatie der brandweer, tot het aanleggen van een telegraafnet,
dat de onderscheiden wachtposten zal verbinden. Een uitgaaf van ruim
ƒ93000 is daarvoor toegestaan. Voorts is besloten lot vermeerdering van
het poiicicpersoneel met 50 agentenovereenkomstig een door burg. en weth.
gedaan voorstel.
Zekere B.. van Utrecht, die zich voor de koloniale dienst verbonden
had, heeft zich door het overmatig gebruik van sterken drank, 3% liter,
zoo te buiten gegaandat hjj eenige uren daarna overleed.
De arr.-regtbank te Amersfoort heeft een boerenarbeider veroordeeld
tot twee maanden cellulaire gevangenisstraf, wegens het in dronkenschap,
op den openbaren weg, toebrengen van twee slagen aah een burgemeester.
De eisch van het 0. M. was 3 maanden cellulair en ƒ8 boete.
Te Groningen heeft gisteren de heer dr. H. A. Kooyker, benoemd tot
hoogleeraar in de geneeskunde aan de hoogeschool aldaarde betrekking
aanvaard met het houden eener redevoering «over de waarde eener juiste
toepassing der logica in de geneeskunde."
'sGRAVENHAGE, 20 September.
Z. M. heeft vergunning verleend aan den heer dr. P. Wellenbergh, te
Oisterwijk, tot het dragen der versierselen van ridder van de Kroon-orde
4e kl. met het Roode Kruis, te dragen aan het herinneringslint, hem door
den Duitschen keizerkoning van Pruissengeschonken.
Aan den wachtmeester-schrijver O. Dekker, van het reg. veld-artillerië.
is door Z. M., als blijk van goedkeuring en tevredenheid wegens de redding
van een drenkeling te Arnhem, toegekend de bronzen medaille, ingesteld
bij besluit van 22 Sept. 1855, alsmede een loffelijk getuigschrift.
Z. M. de koning heeft gisteren middag ten half zes ure ten gehoore
ontvangen de commissie van de eerste kamer, belast met de aanbieding van
het adre6 ter beantwoording van de troonrede-
In de zitting van de tweede kamer van heden is door dén minister van
financiën de staatsbegrooting van 1874 ingediend. Hjj voegde daarbij eenige
mededeelingen omtrent den toestand van 's lands financiën. Daaruit bleek
dat de tekorten over 1868 en 1870 bedroegen 5,124,841.95; in welke
tekorten echter bij de wet van 31 Dec. 1872 was voorzien. Men had der
halve alleen te letten op de diensten die op 1870 volgen. Het tekort over
1871 werd vroeger voorloopig opgegeven te zullen bedragen 2,841,158.863.
j Later is echter gebleken dat dit tekort slechts zal bedragen f 458,525.85.
Het tekort van de dienst van 1872 werd voorloopig berekend op ƒ3,473.169.513.
Later werd het gesteld op ƒ4,387,169.915. Thans kan daaromtrent het vol-
I gende worden medegedeeld. De uitgaven voor de dienst van 1872, gedaan
en nog te doen, worden bij de algemeene recapitulatie op de hoofdstukken
der thans voorgedragen begrooting gesteld op 109,231,662.41terwijl de
ontvangstenblijkens den overgelegden staatgevoegd bij de toelichting van
het ontwerp van wet op de middelen, berekend zijn op 107,238,849.323,
zoodat het tekort vermoedeljjk slechts zal bedragen 1,992,813.085 De
voorzigtigheid gebiedt evenwel dit tekort aanvankelijk op 2,200,000 te ra
men, omdat er nog onzekerheid bestaat ten aanzien der Uitgaven voor het
auxiliair eskader in Indië, die nog niet volledig bij het dep. van marine
bekend zijn. Deze aanzienlijke verbetering der uitkomst van de dienst 1872
is hieraan toe te schrijven, dat de middelen niet minder dan ƒ8,861,689.825
boven de raming opbraglen, welk verschil in December ji. slechts op
de ronde som van 7,000.000 werd geraamd, en dat de uitgaven thans
532,667.003 minder dan het daarvoor vroeger geraamde bedrag gesteld
kunnen worden. Voegt men.nu dit vermoedelijk tekort op de dienst van
1872, ten bedrage van 2,200,000.00, bij het boven aangegeven tekort van
1871, ten bedrage van 458,525,85, dan blijkt, dat die twee dienstja
ren een ongedekt nadeelig slot ter vereffening achterlaten van ƒ2,658,525.85.
De uitkomst mag, zeide de minister, inderdaad zeer gunstig worden genoemd,
als men nagaat, dat op die diensten bij de vaststelling der begrootingen
tekorten waren geraamd van ongeveer ƒ18,100,000, waarin zoo noodig door
eene uitgifte van schatkistbilletten tot gelijk bedrag had mogen voorzien
worden, Van dit credietmiddel isjechter volstrekt geen gebruik gemaakt,
niettegenstaande, ouder andere buitengewone uitgaven, in die twee jaren
voor den verderen aanleg der spoorwegen werd afgezonderd een bedrag van
ƒ16 millioen en ƒ4% millioen werd uitbetaald aan de Amsterdamsche kanaal
maatschappij wegens buitengewoon voorschot en leening. Maar het dienst-
jaar 1872 verdient dat wij er nog een oogenblik afzonderlijk onze oogen
op vestigenomdat we dan het heugelijke verschijnsel zullen waarnemen
dat we in dat jaar eindelijk het zoo lang gewenschte doel hebben bereikt,
dat de gewone kosten onzer staatshuishouding door de gewone inkomsten
hebben kunnen worden gedekt. Het is mij zeer aangenaam u deze tijding
te kunnen brengen, omdat wij thans niet langer de oogen behoeven neêrte
slaan voor de beschamende beschuldiging ik laat daarof ze geheel ge
grond was die de commissie van rapporteurs dezer kamer over het l8te
hoofdstuk der staatsbegrooting voor 1870 tot natie en regering rigtte in
deze woorden: »Er ligt een scherp verwijt in het vernederend feit, dat de
Nederlandsche staat, in weerwil van sterk toegenomen welvaart en bloei,
sedert 1814 nimmer ten volle uit eigen middelen in zijne gewone behoeften
heeft voorzien." De sedert 1866 gestaakte buitengewone amortisatie van
staatsschuld kon daarbij in 1872 weer krachtig opgenomen worden door de
beschikbaarstelling eener som van 10 millioen uit de Indische geldmiddelen.
De dienst van 1873 zal volgens de door den minister gedane ramingen een
tekort geven van slechts 2,497,557.28, dat zeker gering is als men in
aanmerking neemt dat in dit jaar 6 millioen is aangewezen voor de staats
spoorwegen en 3 millioen onder de uitgaven Voorkomt wegens het laatste
gedeelte der leening van 5y2 millioen aan de Amsterdamsche kanaalmaat
schappij.
Omtrent de begrooting van 1874 deelde de minister o. a. het volgende
mede:
Ik wensch een kort overzigt te geven van de begrooting voor hei volgende jaar.
De uitgaven worden aangevraagd tot èen gezamenlijk bedrag van ƒ99,859,488.905
en de middelen geraamd op ƒ93,757,814.85, zoodat er een geraamd tekort zou be-
staan van ƒ6,101,674.055. Daar echter ónder de uitgaven, wegens de voortzetting
j van den aanleg der staatsspoorwegen, begrepen is eene som van ƒ6,500,000.00
I waarin het billijk is door buitengewone middelen te voorzien voor zoover de ge
wone opbrengsten dnartoe bij de uitkomst ontoereikend zullen blijkenzoo kanals
1 de spoorwegaanleg buiten rekening wordt gelaten, de begrooting geacht worden een
overschot aan te bieden van J 398,325.945.
De eigenlijke belastingende inkomsten van domeinenposterijentelegraphen
en de loodsgelden zijn voor 1874 te zamen bijna ƒ2,700,000 hooger geraamd dan
voor 1873 is geschied.
Desniettemin blijft de nieuwe raming dier middelen nog ruim ƒ3,000,000 beneden
de opbrengst, welke deswego over 1872 is verkregen. Toch schijnt zij, wil men
de voorschriften eener wijze behoedzaamheid betrachtenniet hooger te moeten wor
den opgevoerd, daar de opbrengst over 1872 bijzonder gunstig was en verschillende
onzer middelen tamelijk wisselvallig zijn.
De bijdrage van Nederlandsch Indië wordt uitgetrokken tot een bedrag van
10,560,250 of 132,555 hooger dan in hot loopend jaar.
Nugelijk gebleken isde tekorten tot en met dat van de loopende dienst
hoogstens eene som van ongeveer 5,150.000 znlïen kunnen beloopenmet het
niet ongegronde vooruitzigt, dat dit bedrag bij het opmaken der rekening van de
dienst 1873 nog beduidend zal kunnen verminderen, zal het, vertrouw ik, geen
bedenking vinden, dat ook ditmaal, bij het ontwerp van wet op de middelen, mag-
tiging wordt gevraagd om, in afwachting van nadere voorziening, een eventueel
tekort voorloopig door uitgifte of beleening van schatkistbilletten te dekkenhoog
stens tot het bedrag van ƒ6,500.000, waarop de uitgaaf voor den verderen aanleg
der staatsspoorwegen in 1874 is geraamd.
Daartegen kan te minder bedenking bestaanomdat mendank zij inzonderheid
den hoogen prjjs der Indische producten en de aanwezigheid van niet onbelangrijke