PER TELEGRAAF. Heinlaye het begin van hel geweervuur hooren. De bende van den pastoor Santa Cruz, 1000 a 1200 man sterk, had 37 gewapende douane-beambten overrompeld, aan welke de bewaking der brug van Endarlaza toevertrouwd was. Deze brug ligt over de Bidassoater plaatse waar die rivier langs eene korte uitgestrektheid de grens tusschen de provinciën Guipuzcoa en Navarra vormt, niet ver van de Fransche grenzen. De Carlisten hadden een klein stuk veldgeschut, waarmede zij de driehuizen beschoten, in welke de kleine troep verdedigers hardnekktgen tegenstand bood. Nadat de muren ingestort waren, moesten de 37 grenssoldaten voor de overmagt wijken, en trachtten den lerugtogt te aanvaardendie hun echter afgesneden werd. Volgens een der beriglcn zijn vijf hunner ontsnapt en de overigen gevangen genomen en op bevel van den pastoor doodgeschoten; volgens een ander be- rigt werden twee officieren en de overige grenswachters, met uitzondering van vijf die over de grenzen kwamen, en van twee die in de rivier ver dronken, bij de vervolging gedood, en dus niet als gevangenen. Dat uil Irun gecne hulp aan den aangevallen post gezonden werd, 'schijnen de Car listen door ccné krijgslist belet te hebben. Eene afdecling der hunnen ver toonde zich op de hoogte, welke door het lort San Marcial beheerscht wordt, en lokte de republikeinsche bezetting van Irun, welke op niet meer dan 150 man geschat wordt, derwaarts. Volgens latere beriglen bevestigt het zich dat de bij Endarlaza krijgs gevangen gemaakte grenswachters op last van Santa-Cruz gefusilleerd zijn; zij laten 25 weduwen en 62 weezen na. Voorts wordt gemeld dat Sanla- Cruz te Etchalar de katholieke republiek geproclameerd heeft, met Cabrera als president, en dat hij de Carlisten van Martinez en Dorronsoro te Pena de la Plata heeft gesommeerd om dit nieuwe bestuur te erkennen. Dl'ITSCHLAKD. De kapitein-luit. ter zee llohenholtz is door het Duitsch marincbcstuur belast met de leiding der peilingen en opnemingen ter vervaardiging, eener officiële Duilsche kaart van de Noordzee. De schach van Terzië heeft, tijdens zijn verblijf le Berlijn, de zitting van den Duilschen rijksdag gedurende eene poos bijgewoond en bij zijn ver trek als een bewijs van erkenning van hel hooge aanzien van dit ligchaam, aan den president dr. Siinson het besluit doen overhandigen, waarbij aan dezen het grootkruis der orde van den Leeuw en de Zon verleend wordt. Betreffende den schach van Perzië bij de wapenschouwingte Berlijn gehouden, wordt hel volgende gemeld. De schach, in een gewaad dat ge plaveid is met paarlen en diamanten, en dat robijnen zoo groot als aard appelen voor knoopen heeft, ging langzaam de troepen voorbij, die te zijner eere exerceren moesten. Hij had een sabel aan zijne zijde, welke geheel nul paarlen en diamanten bedekt is, en sprak slechts over zijn schouder tot zijn gevolg, dat hem nooit mag aankijken als hij spreekt, en steeds op tien schreden afstands van hem moet blijven. Drie Perzen in prachtige ge waden liepen achter hem. De een droeg een Persischc shawl, om den schach om te doenwanneer hij het koud mogt krijgen. De tweede droeg een tschibuk, de derde een gouden, kunstig gebeeldhouwde kan, uit welker luit de schach thee drinkt. Twee andere Perzen volgden met zilveren houts koolbekkens, welke zij aan zilveren kettingen zwaaiden om de houtskool gloeijend te houdenopdat de thee steeds warm gehouden mogt worden. Daarna kwam het overige gevolg, eveneens met barbaarsche pracht opgeschikt. Volgens de Deutsche lieichscorr. moeten de vertrekken, die door den schach van Perzië en zijn gevolg zijn bewoond, terstond eene gehecle ver nieuwing ondergaanwaarmede onmiddellijk een aanvang zal worden gemaakt. VERSAILLES, 9 Junij. Ingevolge ophelderingen, door den lieer Ernoul in de vergadering gegeven, heeft het tweede bureau den lieer Baragnon.be- last over de verkiezing van Ranc verslag uit te brengen, strekkende.tot geldigverklaring van die verkiezing. VERSAILLES, 9 Junij. De nationale vergadering heeft het debat over de conventie met de oostelijke spoorweg-maatschappij voortgezet. De heer Gam- bclla heeft met ecnigc andere leden der uiterste linkerzijde een interpellatie ingediend over de opheffing van het blad le Corsaire. Op verzeek van den lieer Bculé is het debat hierover bepaald op morgen. BERLIJN, 9 Junij. In den rijksdag heeft von Bismarck medegedeeld, dal j de onderhandelingen over een handelstractaat tusschen Duitschland en Rus land langzaam vorderen, doordien Rusland een verdrag wcnscht te sluiten, j waarin van geene tolquaesliën sprake is. Voorts heeft von Bismarck verklaard, dat het bezetten van den Duilschen gezanlschapspost bij den II. Stoel onafhankelijk is van de quaestie der wereldlijke magt van den Paus. Een Duitsch gezant voor dien post le be noemen, is echter voor het oogenblik onmogelijk, omdat een Duitsch gezant gecne taal mag aanhooren, welke het rijk niet kan dulden. Evenwel, de laatste band, waardoor de betrekkingen weder kunnen worden aangeknoopt, behoeft daarom nog niet verscheurd te worden. Voorts sprekende over de verkiezing van een Paus, verklaarde von Bismarck dat de Duitsche regering zich van alle inmenging le dier zake zal onthouden, maar dat zij zal onder zoeken, of die verkiezing op wettige wijze is geschied en of de gekozen Paus in staal is de regïen uit le oefenen, die hij uit te oefenen heeft. De grootvizier van den schach van Perzië is begiftigd met de orde van den Zwarten Adelaar. PARIJS, 9 Junij. Officieuse bladen verklaren voor onwaar het berigt dat tusschen Mac Mahon en de ministers oneenigheden zijn ontstaan; toch is hel volkomen waar dal de maarschalk in veel punten van gevoelen met hen verschilt. Volgens Bonaparlislische organen zal Fournier, Fransche gezant bij den koning van Italië, door Laguéronnière vervangen worden. Heden namiddag bevond zich eene ontzaggelijke volksmenigte op Long- champs, ter bijwoning van de wedrennen om den prijs van 100,000 frs. Ten 3 ure verscheen Mae Macon. liet volk uitte geen kreet en ook op de tribunes bleef alles kalm. De groote prijs werd behaald door het Fransche paard Bayard. Het gejubel der Franschen over deze overwinning was zeer groot. BAYONNE, 9 Junij. Volgens geruchten heeft de pastoor Santa Cruz ge dreigd Irun te bombarderen, indien de stad hem niet binnen acht dagen vijf duizend rantsoenen levensmiddelen voor zijne bende levert. Bij voortduring trekken zeer veel bewoners der Spaansche grensdorpen naar Frankrijk. INGEZONDEN. DE SIGARENMAKERS-KWESTIE. Mijnheer de Redacteur! Als men in het Vaderland leest de beoordeeling der sigarenmakers-kwestie, dan vraagt men onwillekeurig: Wie en wat is de schrijver; en wat is zijn doel? Het is hoogst moeijelijk die vragen te beantwoorden. Gemakkelijker valt het te zeggen, wie en wal hij niet is: hij is namelijk geen man van zakengeen mensch die in de verste verte weet welke verhouding er tus schen patroons en werklieden kan en moet bestaan, om voor beiden gunstig te kunnen werkengeen mensch die maar een flauw denkbeeld heeft van de moeiten, zorgen, onaangenaamheden en teleurstellingen, waaraan de patroons zijn onderworpen. En wat zijn nu de grieven tegen de patroons? Waarover hebben de sigarenmakers zich te beklagen? En wat denken zij dat het einde er van.zal wezen? De grief tegen de patroons is N. B dat de loontrekkende knecht aan den loonbetalenden patroon betwist het recht van vcreeniging, waarvan hij zelf reeds lang gebruik heeft gemaakt; zij willen de wet voorschrijven en de patroon moet zich onderwerpen (juist de omgekeerde wereld). En omdat de patroons, van hun goed recht door- drongen, zeer terecht niet langer verkiezen naar hunne pijpen te dansen, worden zij op den index geplaatst en het anathema wordt over hen uitge sproken; en, aangehitst en opgestookt door visschers in troebel water, sta ken die slachtoffers van misleiding den arbeid, lot groote schade en veel tijds gehcclen ondergang van de welvaart hunner huisgezinnen, want al die leden van internationale sigarenmakers-, meubelmakers- of andere bonden kaii men gereedclijk verdeden in twee categoriën, namelijk in misleiders en misleiden; de eersten doen hun voordeel en leven dikwijls van de vruch ten hunner misleiding, waarvan de tweeden le goeder trouw de slacht offers zijn. Waarover zij zich hebben te beklagen? De een verdient te weinig loon, de ander verlangt minder werkuren, de derde wil geheel vrij zijn en wer ken als het hem goed dunkt, maar vooral 's Maandags een dag van uitspan ning hebben, en de rest sluit zich aan en zoo maken zij een ontevreden geheel, dat, om zijn doel te bereiken, een bond heeft gevormd om de patroons te dwingen. En wat is dan toch die zoo zeer besproken arbeid, waarvoor zij zoo veel loon verlangen en zoo veel ontspanning noodig heb ben, iu vergelijking van andere lakken van industrie, zoo als landbouwers, schippers, timmerlieden, metselaars, smeden, loodgieters enz., te veel om op le noemen, die des winters aan koud, guur en nat weer, aan d: buiten lucht zijn blootgesteld, en dikwijls des zomers door brandende zonnestralen beschenen in het zweet huns aanschijns veelal zwaren arbeid moeten ver richten, terwijl de sigarenmaker, altijd onder dak, des winters werkt ineen verwarmd vertrek, noch van weer of wind heeft le lijden, en des zomers in een luchtig vertrek zijnen ziltenden arbeid op zijn gemak, al spelende, verricht. Verdient zoo'n man te weinig, als bij 8, 9, 10, 12 a 14 gulden per week kan verdienen voor die weinig of geen krachtinspannenden arbeid? En wal denken zij dat het einde er van zal wezen? Misschien denken zij dat de patroons zich zullen onderwerpen, en velen hopen op den 15dt» dezer, als wanneer de boete-bepaling wegens hel niet nakomen van de over eenkomst der patroons niet meer van kracht zal zijn; maar die arme mis leide menschen zullen zich schromelijk vergissen. Geen patroon, die ecnige individualiteit bezit, zal afwijken van zijne eenmaal aangegane overeen komst; en zóó er al zijn die dal doen, toonen zij meer geschikt le zijn be velen te ontvangen dan te geven, doordien zij zich de wet laten voor schrijven ^van hunne loonbedienden. Maar bepaald zal het gevolg zijn dat de groote patroons zullen volharden, dat er langzamerhand een ander (ook vrouwelijk) personeel in het sigarenmakersvak zal ontstaan, en de. tegen woordige bondslieden, met opoffering van de welvaart hunner huisgezinnen, genoodzaakt zullen worden hunnen gemakkelijkcn en geen kracht verci- schenden arbeid door een anderen te moeten verwisselen, nl. als zij daartoe geschikt zijn, wat van de meesten valt te betwijfelen. Inzender dezes staat in gecne de minste betrekking lot de besproken zaak, maar heeft langer dan veertig jaren werklieden onder zijn beheer gehad; de ondervinding heeft hem geleerd, dat in den regel de meeste huiselijke welvaart heerschte en de meeste geschiktheid werd waargenomen bij die werklieden, die een matig inkomen hadden; bijna altijd kwamen er sporen van onverschilligheid voor den dag, als hunne inkomsten werden verhoogd; 't is treurig, maar niet te min waarheid. Mochten deze weinige regelen medewerken om cenige misleide naluurge- nooten tot andere gedachten te brengen, ten einde de welvaart hunner buisgezinnen voor ondergang te behoeden, dan zal het doel zijn bereikt van UVVEd. Dw. Dienaar, Leidex, Juni 1873. P. rKOGRAMMA VAN MUZIEKUITVOERINGEN. Musis Sacrum. Donderdag 12 Junij 1873, door het Stafmuziek corps van hel Regiment Grenadiers en Jagers, te 'sHagc, directeur de heer F. Dunkier. lc Afd. 1. //De Eendracht", Feestmarsch, Dunkier; 2. 8e Sym phonic (in F), L. van Beethoven, a. Allegro vivace e con brio, b. Allegretto scherzando, c. Menuclto, d. Finale', Allegro vivace; 3. Lied: Gute Nacht, du rncin herziges Kind, Fr. Abt; 4. Fantalsie over motieven uit de opera van Mejjcrbecr: //Les Huguenots", Dunkier. 2C Afd. 5. «Friedcnsfeier", Feestonverturc, Carl Reinecke, met het Thema: //Seht. er'komml!" van Handel, en hel koraal: //Nun danket Alle Goll": 6. //Réveil dn lion". Ca price, de lvonlzki; 7. a. Einleitung zu der Opcr: //Loreley", b. Air compose par le Roi Louis XIII, Max Bruch; 8. «Le Carnaval de Ycnise", Grande Fantaisic burlesque, Dunkier, Introduction, a. Jeu de masque et badinage, Allegretto, b. Rêvcries de Harlequin, Andantino, c. Agaceries de Pierrot, Allegro Caprice. 'fhème, Allegretto. Aanvang half acht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 3