LEIDSCHE ('01 RAW. «875. ZATURDAG 24 MEI. N\ 121. BINNENLANDSCIIE BERÏGTEN. Ut Courant verschijnt dagelijks, Zon- en feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. f 3.50 met het Verslag der handelingen van den Gemeenteraad ƒ3.35, franco p. p. f3.85. tiet versing afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50 t jaars, buiten da expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar roor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 14 regels 1.iedere regel meer 2-5 cents. Advertentiën voor Dnitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door IIAASENSTEIN VOGLER Expeditie-Kantoor van Advertentiën te Hamburg Lubeckfrankfort a. M.Berlijn Leipzig, Dresden Breslau, Keulen, Stuttgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Genève en Lausanne LEIDEN, 23 Mei. Men verneemt dat, in afwachting der koninklijke approbatie, zich te Leiden tot het houden eener loterij ten behoeve van het standbeeld van P. A. van der Werf, vereenigd hebben de dames de Vries Gockinga, Schotel- de Leeuw, du Buisson de Jonge Michel, Dozy van Goor den Oosterlingh, Boursse Wils, llenrielle Bdhler, Helena Goudsmit en Barbara Brouwer. De 44' gewone algemeene vergadering van de maatschappij lol bevor dering der toonkunst zal, zooals men weet, dit jaar worden gehouden te Dordrecht en wel Donderdag 5 Junij e. k., des morgens ten 10% ure. Bij deze gelegenheid zal een tweedaagsch muziekfeest plaats hebben, te houden Vrijdag 6 en Zaturdag 7 Junij, in de zaal der vereeniging: «Kunstmin", en Zondag 8 Juni, des morgens, een kunstenaars-concert. Het feest zal geleid worden door den heer F. Böhme, honorair lid der maatschappij, dirccleur van de zaugvereeniging der afdeeling, terwijl als solisten zich zullen doen hooren mejufvr. Willi. Gips (sopraan) uit Dordrecht; mej. Nanitz (alt) uit Dresden, de heeren Fr. Diener (tenor) uit Keulen en de bas Carl llill uit Schwerin. Bij de Woensdag 11, voortgezette examens ter verkrijging eener acie voor het middelbaar onderwijs, is toegelaten mejufvrouw J. C. Langer- veldt, van DelD, voor geschiedenis. Afgewezen eene candidaat voor Nel. taal en letterkunde en 2 candidaten voor Hoogduitsche taal en letterkunde. Den 4d<" der volgende maand zal van het koloniaal werfdepot te Har derwijk naar het Nieuwcdicp vertrekken een detachement suppletie-troepen, sterk 300 man (waaronder 30 onderofficieren)om dien dag over te gaan aan boord van het aldaar via Suez naar Batavia bestemde stoomschip Tromp. Het bevel over dat detachement is opgedragen aan den kapitein der infan terie van het 0. I. leger H. Demmeni. Van het reg. grenadiers en jagers is aan de volgende officieren het ver zoek. om voor twee jaren naar Indië gedetacheerd te worden, toegestaan: aan de kapts. La Force. Le Bron de Vexela en aan de 1« lnitt. Schelms, de Bock, Johat. Sloet van Zwanenburg, van Orsoy Veercn, Vinkhuizen, Roëll en Egler. De heer W. Zegcrs, pred. le Gorinchem. heeft cene uitnodiging ont vangen om eeltige malen in de Hollandschc kerk te Londen te prediken. Te Amsterdam is Oingsdag nacht een stoute diefstal gepleegd door inbraak in het commissarishuisje van de «llaarlemsche Bnitenvaarder" (Kaar senlade) op de Heerenmarkt. De deur van de schutting, om het gebouwtje heen opgetrokken, was door nalatigheid opengelaten. De dieven hebben daar gebruik van gemaakt, zijn dè omheining binnengekomen, hebben met eene boor eene opening in den wand weten le maken en op die wijze eene som van ƒ1100 a 1200 ontvreemd. Te Almelo is gevankelijk binnengebragt de persoon, die den commies- Tcrificalcur van der Veen te Haaksbergenonlangs zoo gewelddadig heeft gesneden en verwond, en dienzelfden nacht uit de gevangenis te Haaksber gen is ontvlugt; aan de ijverige nasporing van de policie te Haaksbergen, als mede van genoemden commies-verificateur is het mogen gelukken dezen persoon, genaamd Hilhorsl, le Eibergen gevangen te nemen, waar bij •als boerenknecht werkzaam was. Uit Groningen meldt men dat Z. M. Dingsdag een rijtoer heeft gemaakt 'over Harkstede, Sloehteren, Schildwolde, Appingadam naar Delfzijl. Ook ••dit stadje was feestelijk versierd, en bij 'skonings aankomst werden saluut schoten van de vesting gelost. Overal ontmoette Z. M. eene juichende •bevolking. Woensdag werd te Groningen de aangekondigde harddraverij gebonden. Eene talrijke menscbenmassa uit alle standen was op de been. De koning woonde het feest bij. Z. K. 11. prins Fredcrik kwam omstreeks 4 ure op het terrein. De winner van den eersten prijs, ƒ300 gulden, was J. van der Linde, uit Maasdam, met liet paard Gravin; de winner van de premie was Krol, te Noordwolde, met het paaTd IJ'ilhelmina. Bij de tweede kamer is ingekomen een wets ontwerp tol verhooging van hoofdstuk V der begrooling van staatsuitgaven voor 1873, de arlt. 116 en 117 van afd. 7 mei ƒ11000, en art. 117 van afd. 7 met ƒ281,000. In de j memorie van toelichting wordt daaromtrent door den minister het volgende gezegd: Op de begrooling van het dep. van binnenlandsche zaken voor 1873 werd bij art. 117 eene som van ƒ20000 toegestaan voor aankoop van I het in de nabijheid van het akademiegebouw op het Rapenburg te Leiden gelegen huis van wijlen mr. Bodel Nijenhuis. Blijkens de toelichting der aanvrage van die som was het de bedoeling door het afbreken van dat huis en van het daarnaast staande, reeds aan het rijk t< ebehoorende, ruimte te winnen voor het stichten van een nieuw akademiegebouw met uitbreiding van liet tegenwoordige. In de zitting van 30 November 1672, waarin dit onderwerp bij de tweede kamer in behandeling kwam en warmen bijval vond, werd door onderscheidene leden verlangd, dal het nieuwe gebouw op het terrein der groote Ruïne zou worden geplaatst. Verbouwing van het tegenwoordige locaal zou, vreesde men, ook met het oog op de beschikbare ruimte, niet voldoen; een der hoogeschool waardig gebouw kon alleen op het aangewezen ruime, open liggende terrein verrijzen. Ook curatoren, van wie het denkbeeld om het nieuwe gebouw ter plaatse van het oude le zel- i ten. was uitgegaan, kwamen hiervan terug, toen zij op het einde van 1872 vernamen, dat de gemeenteraad van Leiden voornemens was eerlang aan het terrein der Ruïne eene beslemming te geven Op dat terrein loch had den zij steeds het oog gevestigd lot stichting aldaar van een nieuw gebouw voor 's rijks museum van natuurlijke historiewaaraan sinds lang grootebehoelt-e was, maar die eerst scheen te kunnen worden bevredigd na voltooijing van hel nog noodigcr geachte akademiegebouw. Nu evenwel was uitstel niet langer mogelijk, wilde men liet eenige voor het doel geschikte terrein niet zien verloren gaan. Daarbij kwam dat het zoölomisch laboratorium, waar voor mede bij de begrooting voor 1873 gelden zijn toegestaan, op bel be doelde terrein zou worden gesticht. Deze inrigting behoort van wege haar naauw verband met het museum van natuurlijke historie zooveel mogelijk i in zijne onmiddellijke nabijheid te zijn; hoe eer dus dat museum ter aange wezen plaatse tot stand kwam, des te heter zon hel zoölomisch laboraLo- ruim aan zijne bestemming kunnen beantwoorden. Deze beschouwingen gaven den ondergeleekende aanleiding curatoren uit i te noodigen twee plannen, het eene tot uitbreiding van het bestaande, het i andere tot stichting van een nieuwe akademiegebouw op de Ruïne te doen ontwerpen, met bijvoeging eener globale raming der kosten. Het laatste plan zou dan tevens het zoötomisch laboratorium en liet museum van na tuurlijke historie behooren te bevatten. Die plannen zijn dezer dagen bij den ondergeleekende ontvangen. Ilct eerste zou eene uitgaaf van ongeveer 650,000 vorderen; het tweede, voor zooveel betreft het nieuw academiegebouw en hel zoötomisch laboratorium te zamen, ruim ƒ600.000; de kosten van een nieuw gebouw voor het mu seum van natuurlijke historie werden op zeven tonnen gouds geschat. Dat een nieuw akademiegebouw ter plaatse van het onde, welks behoud met bjjhouwing niet mogelijk bleek, meer zou kosten dan een op de RuïHe. is daaraan toe te schrijven, dat het oude gebouw en de twee belendende huizen zouden moeten worden afgebroken en het meer beperkt terrein ingewikkel der zamenstelling hij den houw noodzakelijk maakt Volgens het denkbeeld van curatoren zou men zich aanvankelijk hebben le bepalen tot het stichten van een nieuw akademiegebouw op de Ruïne ea van het zoölomisch laboratorium. Na vollooijing dier, over twee of drie jaren te verdeelen werkzaamheden, kon lol het slichten van het gebouw voor de natuurlijke historie, over een zestal jaren te verdeelen. worden overgegaan. Ten einde evenwel nu reeds uit te maken, dat zoodanig mu seum op de Ruïne zou worden gebouwd, welke zekrrheid alleen den ge meenteraad zou kunnen bewegen het geheele terrein der Ruïne beschikbaar te stellenzoureeds gelijktijdig met het leggen der fundamenten voor de twee eerslgemelde gebouwen, het overige terrein der Ruïne behcid wordeu. Indien er alleen sprake was van het stichten van een nieuw akademie gebouw, zou dit. naar het den ondergeleekende voorkomt, zeer goed over eenkomstig het eerste plan het tegenwoordige kunnen vervangen. Maar er is ook in den bouw van het zoötomisch laboratorium te voorzien en hiervoor is geen andere plaats dan op de Ruïne te vinden. Daar zou het echter op grooten afstand wezen van het museum van natuurlijke historie, waaruil hel gevoed moet worden, en le midden van andere van gemeentewege of door parlieuliercn te houwen huizen eeuigzins misplaatst zijn. In zooverre schijnt het verkieslijk ook liet akademiegebouw op de Ruïne te plaatsen, waardoor een beier geheel zal worden verkregen, en dan tevens te trachten van de niet weder terug koerende gelegenheid gebruik te maken om ook het overige gedeelte van de Ruïne te verkrijgen lot hel vestigen van een nieuw museum van natuurlijke historie. Niet alleen is, zoo als hierboven reeds werd opgemerkt en ook in de zitting van 30 November 1872 door een der leden in de bijzonderheden werd uiteengezet, aan nieuwe localen voor die overrijke en eenige verzameling dringende behoefte, maar dan kunnen de ruime vrijvallende zalen levens gebezigd worden tot hel behoorlijk plaatsen der coilectien, die hei rijks museum van oudheden en het rijks ethuogra- phisch museum uitmaken, en die onmogelijk langer in de tegenwoordige u u eeuen male ongeschikte localen, welke reeds sedert lang lot de meest gegronde klagten aanlviding hebben gegeven, kunnen blijven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 1