LE198CHË COUBANT. lit'»1 •MAANDAG 5 MEI. N\ 105. S T A.D S - BE RICIÏT EN. Ui N IN EN LA N DSCU E li EB IGTEN 1873» J Ar0'i r X>« Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. f 3.50/ met het Ferslag der handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. 3.85. Hel verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voer 12.50 'e jaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar roor 5 Centsfranco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentifn is van I4 regels 1.iedere regel meer 25 cents. Adverteritiën voor DuitsclilandOostenrijk en Zwitserland worden uitfluitend aangenomen door IIAASENSTEIN VOGLEll Expeditie-Kantoor van Adverteuttën te hamburg LubeclcFrankfort a. M.Berlijn Leipzig, Dresden Brestau, Keulen, StuttgartWtenenPraag, BazelZürich, St. (lallen, Geneve en Lautanm .V3"jnrrxffTWtitMTsn 5sïj£ke3.x3eüw: i— ztrdzsTzrzzê«rr Bij deze Courant behoort een B IJ F HEG SEL BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te welen, dat de Gemeenteraad, ingevolge art. 2f>5 der wet van 29 Jnni 1851 {Staatsblad N'. 85). in zijne vergadering van lieden, liet kohier van de plaatselijke directe belasting voor het jaar 1873 heeft vaslgesleld en dat kohier alsnog ter Secretarie dezer gemeente, gedurende acht dagen, voor een ieder ter lezing is nedergelegd; terwijl binnen dien lijd elke op liet kohier aangesla gene. krachtens de 5e zinsnede van bovengenoemd wetsartikel, zijne bezwa ren tegen den aanslag, bij verzoekschrift op ongezegeld papier, bij Gedepu teerde Staten dezer provincie kan inbrengen. En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de Leidf.che Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, 1 Mei 1873. v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien de adressen van: a. Ludovicus Henhicds Vervocht, fabrikant, wo nende alhier, waarbij hij aan de Gedeputeerde Staten dezer provincie ver gunning vraagt tot het doen plaatsen van een stoomwerktuig in het pand aan het Rapenburg, n". 107; b. Willem Bergers, en c. Corxelis Gijsbertits Klamer, kleedei'bleekerswonende alhier, beide houdende verzoek om in een gemeisclden put op een open erf achter hunne huizen aan den Heeren- weg buiten de voormalige Rijnsburgsche poort paardenmeat te mogen bewaren; Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit van 31 Januari 1824 (Staatsblad n°. 19); Doen te weten, dat tot hel hooren der eigenaars en bewoners van de naast bijgelegene en belendende panden ten opzichte der information de commodo et incommodo, door Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer gemeente, op Donderdag den 8 tc° Mei aanst. 'svoormiddags te elf uren; zullende de belanghebbenden verplicht zijn hunne bezwaren tegen die verzoeken op dien lijd in te brengen, terwijl, bij ver zuim daarvanzij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging niet te hebben verzet. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. n. BRANDELER, Burgemeester, Leiden, 3 Mei 1873. E. KIST, Secretaris. De BURGEMEESTER van LEIDEN vestigt de bijzondere aandacht der inge zetenen op de navolgende bepalingen der op den l8ltD dezer maand in werking getreden wet van 4 December 1872 (Staatsblad ir. 134), tol voorziening tegen besmettelijke ziekten als: Art. De besmettelijke ziekten, waarop deze wet van toepassing is_, zijn: a. Aziatische cholera; 6."typhus en febris typhoïdca; c. pokken (variolae en varioloïdes)d. roodvonk; e. diphtheritis; mazelen. Een algemeene maatregel van inwendig bestuur kan deze wet geheel of gedeeltelijk ook op andere ziekten voor een bepaalden lijd in aan te wijzen gemeenten, in deelen van liet rijk of bel geheele rijk van toepassing icr- klaren. Die maatregel is niet langer verbindbaar dan gedurende een jaar na zijne afkondiging, tenzij hij binnen dat tijdperk door de wet bekrach tigd zij. Art. 8. Het is verboden lijders aan eene besmettelijke ziekte te vervoe ren of te doen vervoeren, behalve in de gevallen in deze wet aangewezen; zich, daaraan lijdende, naar eene andere plaats te begeven; voorwerpen, die in aanraking waren met lijders of overledenen aan ee.ne besmettelijke ziekte of daarvan afkomstig, te vervoeren, te doen vervoeren, ten gesehenke of in gebruik te geven of te doen geven, Ie nemen of Ie doen nemen, tenzij na ontsmetting volgens art. 25; door onvoorzigtigheid of achteloosheid gevaar van besmetting, dat voorzien kon worden, voor anderen te doen ontslaan. Art. 10. Onverminderd de wettelijke verordeningen beiredende de quaran taine, zijn schippers van vaartuigen, waarin zich een lijder aan een der ingevolge art. 1 dezer wet als besmettelijk aangeduide ziekten bevindt, of waarin iemand in de laatste 14 dagen aan een dier ziekten geleden heeft of gestorven is, gehouden, vóór het binnenvaren van eene gcmeenie, waar zij willen vertoeven of aanleggen, daarvan kehnis te geven aan den burge meester. Zij zijn verpligl met hun vaartuig de door hem aan te wijzen ligplaats in te nctnen, en aldaar zonder gemeenschap met den vasten wal te verblijven, totdat ontsmetting overeenkomstig art. 25 heeft plaats gehad. Art. 14 Bewoners van huizen of vaartuigen, waarin eene besmettelijke ziekte voorkwam, mogen geen scholen bezoeken, dan na verloop van 8 dagen nadat de ziekte, volgens schriftelijke verklaring van eenen geneeskun dige, uit die huizen of vaartuigen geweken is. Het verbod wordt opgeheven, zoodra ontsmetting overeenkomstig art. 25 dezer wet heeft plaats gehad. Op scholen, uitsluitend bezocht door leerlingen boven de twaalf jaar, is, bij liet voorkomen van mazelen en diphtheritis, liet bepaalde in de eerste zinsnede van dit artikel niet van toepassing. Art. 15. Hoofden of bestuurders van de in liet vorig artikel genoemde inriglingen mogen de daarbij vermelde personenzoolang het verbod duurt, niet lot die inrigtiagen toelaten. Art. 19. Het hoofd van een gezin, de houder of houderes van eene slaapstede of een logement, de schipper van een in eene gemeente vertoe vend vaartuig, de bestuurders van gestichten van weldadigheid, in artt. 1 en 2 der wet van 28 Junij 1854 {Staatsblad n°. ICO) vermeld, van gevan genissen, van bedelaars- en krankzinnigengestichten geven, wanneer daarin eene besmettelijke ziekte voorkomt, hiervan binnen 24 uren, nadat han het feit ter kennis is gekomen, mededeeling aan den burgemeester. Gelijk voorschrift gddl voor de kommandanten van legercorpsen of oor logsschepen in havens, voor de onder hun toezigt staande kazernen, schepen of andere lokalen. Art. 20. Huizen en vaartuigen, waarin eene besmettelijke ziekte voor komt, worden onmiddellijk en uiterlijk binnen 24 uren na de aangifte door de zorg van den burgemeester, ten koste der gemeente, voorzien van een van buiten duidelijk zigtbaar kenmerk, zoo noodig van meer dan één, de woorden //besmettelijke ziekte" en den naam der ziekte vermeldende. Het kenmerk moet aldaar verblijven, totdat door eene verklaring van eenen geneeskundige is geblekendat het gevaar van besmetting geweken is. Art. 28. De burgemeester, alleen of vergezeld van de door hem daartoe noodig gekeurde en aangewezen personen, is bevoegd de woningen der inge zetenen huns ondanks tusschen zonsop- en ondergang binnen te treden, ter uitvoering van de bepalingen dezer wet of van de krachlens deze wet uit gevaardigde besluiten. Volgens artt. 30 en 3! wordt de overtreding van de arlt. 8, 14 en 15 gestraft met eene boete van 5 tot 25 en mei gevangenis van een tot drie dagen, te zamen of afzonderlijk, en de overtreding van de arlt.'10 en 19, benevens het wegnemenverplaatsenonleesbaar of onzichtbaar maken van het kenmerk in art. 20 vermeld, met eene boeie van ƒ10 tol 100 en met gevangenis van drie dagen tot eene maand, te zamen of afzonderlijk; terwijl weigering van toelating, in het geval van art. 28 omschrevenwordt gestraft met eene boete van 25 lot ƒ75. De Burgemeester voornoemd, Leiden, 3 Mei 1873. v. n. BRANDELER. Ter Gemeente-Secretarie zijn, tegen betaling van 25 cents het stuk, ver krijgbaar gedrukte exemplaren van het Advies van Commissarissen der Slads-Rank van leening op het rapport door de Raads-commissie ad hoe om trent die instelling uitgebracht. LEIDEN, 3 Mei. Dezer dagen is verschenen bet verslag omtrent den toestand en de handelingen van de Leidsche vereeniging tot bevordering van geregeld school bezoek, door den secretaris uitgebragl in de jaarlijksche algemeene vergade ring op den 4en -Maart jl. gehouden. Uit de verslagen der afdeeiings-sccre- tarissen bleek dat men iu sommige afdeelingen met ijver voortgaat op den ingeslagen weg om het schoolverzuim na te gaan en te bestrijden, en dat andere in de belangstelling en ijver verflaauwt. Ofschoon de ver slagen over het algemeen niet ongunstig zijnblijkt het toch dat in eene afdeeüng op 264 kinderen van 6—12 jaren 57 de school niet bezoeken, waarvan voor 33 als reden wordt opgegeven dat zij reeds werkzaam zijn; in eene andere afdeeling, op 328 kinderen, gingen 29 niet ter school, waarvan 6 reeds werkzaam zijn. Reden genoeg om, met een der secreta rissen, er bij fabrikanten of andere industriëlen ernstig op aan le dringen geen kind.eren beneden den 12-jarigen teeltijd in dienst te nemen, aangezien

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 1