LLIILSCiilv C 0 0 RANT. 1873. DONDERDAG 1 MEI. 3 TADS -li ERICH TE iV. It!NKNLANI>SCHE DKMGTEN N\ 403. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. f 3.50 met het Verslag der Mandelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. f 3.85. liet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.W 's jaars, buiten de expeditiekotten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentie» is van 1—4 regels 1.—, iedere regel meer 25 cents. Advertentiën voor DnitschlandOostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door HAASENSTEIN A VOGLER Expeditie-Kantoor van Adverten'.ién t* Hamburg Lubeck, Frankfort a. M.Berlijn Leipzig, Dresden Breslau, Keulen, Stuttgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Genève en Lausanne Beschrijving van het patentrecht en de psrsonecle belasting voor het dienstjaar 1873 ca 1874. BURGEMEESTER en WETHOUDERS vin LEIDEN doen te welen, naar aan leiding van een ontvangen besluit tan den Commissaris des Konings in de provincie Zuidholland van den 8"™ Maart jl., Provinciaalblad n°. 27, houdende eenige hcpalingen len aanzien der beschrijving van het patentrecht voor het dienstjaar 1873 en 1874, alsmede naar aanleiding van een gelijk besluit van dezelfde dagteckening Provinciaalblad I1'\ 26betrekkelijk de beschrijving der personeele belasting voor het dienstjaar 1873 en 1874; dat op den 1"™ Mei eerstkomende een aanvang zal worden gemaakt met de be schrijving der patentplichtigenbedoeld bij n°. 37 43 van tabel n°. 14 zijnde de slijters, tappers, kroeg- en kolïiehuishouders, waarvoor de dcclaratoiren aan de huizen znllen worden rondgebracht en na verloop van drie dagen, van wege den ontvanger der directe belastingentegen rctju worden afgehaalden wordt dien patentplichtigen herinnerd de bepaling van art. 2 der wet van den 24"™ April 1843 Staatsblad n°. 16), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft van hunnen aanslag over het Jiensljaar 1873 en 1874 hebhen voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten .blijken, alvorens de akten van patent aan ben kunnen worden afgegeven; dat zooilra mogelijk hunne aanslagbiljetten zul len worden bezorgd, de palcntbladcn in gereedheid gebracht, en die dadelijk moe ien worden afgehaald dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel n". 16 der wet van den 22"™ April 1852 [Staatsblad n®. 61), houdende wijzigingen en uitbieidingen van de ordonnancie op liet recht van patent, van den 21"™ Mei 1819 Staatsblad n°. 34), de tijd der uitgifte van de door de patentplichtigen in le vullen veiklarin- gen van aangifte, voorden jure 1873/74, wordt vastgesteld op den 6d™ Mei Ranst-, en dat de wederiniameliiig legen regit, door den ontvanger of zijn gemachtigde geteekendop den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden; dat de registers der patentplichtigen uiterlijk op den 31"™ Mei aanstaande zullen worden gesloten, en er na dien tijd volstrekt geene verklaringen zullen wor den aangenomen wordende ieder patentplichtigc bij deze herinnerd art. 18 der wet op het recht van patent, van den 21"™ Mei 1819, inhoudende: »dal zij, die bij het aanbaden sof bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook hij liet terughalen van die, amogten zijn voorbijgegaan, zich niet mogen beroepen dp een of ander begaan verzuim «inaar integendeel gehouden zijn om zorg le dragen, dat de bij de wet gevorderde «aangiften, verklaringen en aanvragen, welke Ier invulling aan het kantoor van den «ontvanger der directe belastingen" (op de Breèstraat binnen deze gemeente) »ver- ïkrijghaar zijn, door lien in persoon of door hunne gemachtigdenbehoorlijk ingevuld, «op den daarbij bepaalden tijd,'ter zeiver plaatse moeten worden ingediend;" alsmede alt. 37 der gemelde wet, houdende: »de aan het recht van patent «onderhevige personen, welke, na den afloop van deri tijd, tot het doen der aangifte «bepaald, bevonden zullen worden zich niet, of door valsehe, onnauwkeurige of «onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verplichtingen ten aanzien dier aan spillen te hebben gekweten, zullen telken reize, wanneer hun verzuim of over- «treding wordt ontdekt, vervallen in een' boete van niet minder dan 25, cn niet «meerder dan 400 gulden;" dat, met betrekking tot de schippers, schuitenvoerders, enz-, in de tabel n«. 16 der wet van den 22"™ April 1852 Staatsblad n°. 151) voorkomende, de eige naars, va-te huurders cn andere vaste gelnuikers van binnenvaartuigen, gehouden zijn om zich van behoorlijk patent te voorzien; dat, lot de door hen daailoe te doenc schriftelijke aangiften, zal worden gevaceerd in een der vertrekken van liet Raadhuisvan 1 Mei eerstkomende tot uiterlijk den 16d™ Mei daaraanvolgende, des middags van 12 lot 2 uur, de zondagen uitgezonderd, voor zoo verre dat beroep met in den loop des jaars wordt aangevangen; zij worden levens uilgenoodigd, om de meetbrieven hunner vaartuigen, mits niet ouder zijnde dan vijf jaren, mede le brengen, en al die inlichtingen te'gevendie van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na den 16J™ Mei voormeld, geene verklaringen meer worden aangenomen, en de.gebrekigenbij ontdekking, zullen incurreeren de boete, bepaald bij artikel 37 dor wet van den 21"™ Mei 1819. hiervoren omschreven; dat voorts alle patentplichtigenbij tabel n®. 7 der wel van den 16"1™ Juni 1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen, stallen, tafels enz-, hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op openbare markten en ker missen uitstallen, mitsgaders de dchilanlen in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende cn als kooplieden te belasten personen, welke hunne waren ten verkoop, hetzij in '(klein, hetzij in 'l groot. Ie water of te lande met zich vim-renal-me ie de onder nemers van openbare vermakelijkheden, in tabel n°. 15 genoemd, vnor zoo verre al die patentplichtigen in de algeineene beschrijving voor 1873 en 1874 moeten worden begrepen, gebonden zijn, zieli gedurende de maand Mei, ter bekoming van hun patent, aan te melden in een der vertrekken van bet Raadhuis, des middags van 12 tot 2 uur, de zon- en feestdagen uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aanvragen meer warden aangenomen, behalve van de zoodanigen, die hun beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen, en alzoo in de bijzondere beschrijvingen worden begrepen, welke gehouden zijn, zieh dadelijk bij dien aanvang van patent te voorzien; dat ook op den C™ Mei aanstaande, een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der belasting np bet personeel voor het dienstjaar 1373 cn 1874. bezorgen der biljetten, of ook bij het terugbalen daarvan, mogen zichin geen gevalberoepen op zoodanig ver- Zij die bij liet zijn overgeslagenmogen zicliin zuim, maar zijn integendeel gehouden om dc vereisclite en behoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen ten kantore des ontvangers, alwaar de biljetten ter invul ling steeds verkrijgbaar zijn Een ieder is gehouden zie te doene aangiften met zijne handteekening te bekrachtigen. Ingeval iemand verklaart niet te kunnen schrijvenzal de ontvanger of zijn ge machtigde. desgevraagd, de invulling in zijnen naam, cn zonder daarvoor eenige betaling te kunnen eischenverrichten, met vermelding der redenen waarom, en zal de aangifte door den ontvanger of zijn gemachtigde, in tegenwoordigheid van ccn' derden persoon en met en benevens dezeworden geteekendna voorafgaande voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking lot de belasting op liet personeel te dneuc aangiftenin bet algemeenbehooren in te leveren in die ge meenten, alwaar de belasting is verschuldigd. Hnn echter, wier belasting-voorwerpen naar de vier eerste grondslagen, alle of gedeeltelijk, gelegen zijn of zieh bevinden in eene andere gemeente dan die, waarin zij hun verblijf hebben.zal liet vrijstaan de aangifte voor allen, nuts alsdan voor elke gemeente afzonderlijk, ter plaatste hunner woning of van hun-verblijf te bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door dcnzelfden belastingschuldige in verschillende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van deze het aldaar ge houden wordende aantal behooren aan te geven. Eindelijk worden de ingezetenen verwittigd, dat lot tegenschatler» voor meerge noemde belasting zijn benoemd tie navolgende personen, als: HENDRIK Fil.lPPO, Pt ETER GEORGE HOUTHUYSEN, JAN VAN LITH, JOHANNES CORNELIS RIJK, GERARDUS RIETBERGEN, ADRIANUS VERHOOG. En wordt deze door aanplakking en door plaatsing in de LeidscXe Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd Leiden, 30 April 1873. v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 30 April. Bij kon. besluit van 28 April jl., is dc commissaris des konings in de provincie Zuidholland gemagiigd, de provinciale staten in dit gewest in buitengewone vergadering bijeen le roepen, op Dingsdag den 6d™ Mei e. k., des voormiddags ten II ure, ten einde te besluiten: a. lot het nemen van voorzieningen ter buitengewone herstelling van den Oudelandschen Zeedijk, en b. tot wijziging der provinciale huishoudelijke begrooling voor 1873. Dc Oudelandschc Zeedijk, in beheer en onderhoud der provincie, heeft reeds aanzienlijke ofl'ers van de provincie gecischt, ten gevolge van de zich aldaar meermalen herhaald hebbende dijkvallen, welke vallen in dit Jaar mei één zijn vermeerderd. Om dus verder verval van den dijk te beletten, is het dringend noodig, dat de aangevallen plaats zoo spoedig mogelijk op deugdzame wijze worde hersteld. Dit zal een kostbaar werk zjjn. Voor de uitvoering van eene om- dijking en andere daarmede in verband staande werken is het gedep. staten raadzaam voorgekomen het cijfer der gczamentlijke kosten op 80000 te stellen. Met het oog op den spoed en met het oog op den buitengewonen aard dier uitgavèn hebben gedep. staten voor het oogenhlik het meest wen- sc hel ijk geoordeeld, die uit de opbrengst ecner geldleening te bekostigen; van daar dan OQk dat het aangeboden voorstel strekt tot wijziging in dien zin der provinciale huishoudelijke begrooting voor dit jaar. Het besluit tot nadere regeling dier geldleening zal aan de slaten in de aanstaande zomer vergadering worden aangeboden. Te Amsterdam heeft de burgemeester ter kennis van de ingezetenen gebragt, dat Z. M. de koning hem opgedragen heeft, aan dc burgerjj 11D. dank over te brengen voor de bewijzen van gehechtheid aan zjjnen persoon, gedurende het verblijf in de hoofdstad ondervonden. Hij berigt verder, dat hem namens Z. M. twee duizend gulden zijn ter hand gesteld ten behoeve der algemeene armen der stad. -- Van het Nieuwe Diep meldt men dat twee visschers van Colborn, die hun gevangen geep aldaar hadden verkochtnaar huis terugkeerende, in den Anna Paulowna polder in hel water geraakt en verdronken zjjn. M.ert vreest dat zij zich aan sterken drank zjjn te buiten gegaan; althans, v/air- dat zij vertrokken, verkeerden zjj in opgewonden toestand. De gevangene, (he dezer dagen uit de gettangenis le Hnorn Ontsnajite.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 1