LEIDSCHE Oil RAIT. wmmm (873. NATION ALE MILITIE. iU?J *-' Mm DINGS!) \G 11 AIAART. iN\ iO. Üe Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. Us prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. f 3.50i vet het f'erslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor /2.50 'ijaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke norr.mers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 14 regels 1.iedere regel meer 25 cents. Advertentiën voor DuitschlandOostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door IIAASENSTEIN VOGLER Expeditie-Kantoor van Advertentiën tt Hamburg laubeckFrankfort a. M.Berlijn Leipzig, Dresden Brestan, Keulen, Stuffpart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. GallenGenève en Lausanne Bij, deze Courant roordl verzonden IV'. 10 blad 10) der Handelingen van den Gemeenteraad. STADS-BE RICH TEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gelet op art. 150 der Wet op de Nationale Militie, van den 19Jen Augustus 1861 Staatsblad N°. 72); Noodigen de I.otelingen dezer Gemeente uil. die verlangen bij de Zee-Militie te dienen, rich daartoe aan te melden óór den l9len April aanstaande, opeen der werk dagen. tusscben des voormiddags tien en des namiddags drie uren, ter Secretarie dezer gemeente. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Letdsche Courant. Burgemeester en Weihouders voornoemd Leiden, 3 Maart 1873. y. d. BRANOELERBurgemeester. E. KIST, Secretaris. BiNNENLAiNI)SCiiE BK BIG TEN. LEIDEN, 10 Maart. Gaarne vesligen wij de aandacht onzer schouwburgbezoekers op de benefice-voorsletling van den heer Spoor op aanstaanden Woensdag. De heer Spoor heeft ongetwijfeld aanspraak op onze sympathie, terwijl het aangekondigd stuk «Üe oude korporaal" als een der besle Fransche drama's bekend slaat, in.hetwelk onze voornaamste looneelkunslenaars, zooals Peters, Tjasink enz., steeds hebben uitgemunt. Zaturdag 11. zijn, bij het wegruimen der machineriën in de gebouwen der Leidsche lakenfabriek, ten gevolge van het breken van den windas, eenige werklieden door een nedervallend sink ijzer getroffen; gelukkig zoo danig dat slechts een hunner ernstig aan de hand werd verwond. Heden moetnaar wij vernemenbjj die werkzaamheden nog een ander werkman eene ernstige verwonding aan de pink hebben bekomen. Dezer dagen werd ons toegezonden: //Grondslagen van de Nederland- sche maatschappij voor tuinbouw en plantkunde", zooals die zijn aangenomen in cene vergadering van belangstellenden op i7 Dec. 1872 te 'sGravenhage gehouden. Het doel dezer maatschappij is het vormen van een zedelijk ligchaam, bestemd om al, wat Ier eereen ten nutte van 'tuinbouw en plant kunde in Nederland strekken kante behartigen en te behandelen Zij eerbiedigt alle bestaande vereenigingendie reeds het hare aanwenden ter bevordering van tuinbouw en plantkundeen zal er naar moeten streven, de door dezen daarvoor in het werk gestelde pogingen le ondcrsleunen en, waar liet noodig mogt zijn, aan te vullen. Opdat de nieuwe maatschappij krachtig optrede, wordt vereischt, dal veler medewerking en goede wenken invloed uitoefenen op de vaststelling der definitieve statuten en op de keuze van het hoofdbestuur, waartoe in den loop van dit .jaar, vermoedelijk te Amsterdam, de gelegenheid zal worden aangeboden. Hiertoe is noodig liet toetreden van velen lot het lidmaatschap; het tol stand komen van plaat selijke afdeelingen en eindelijk het aansluiten van alle reeds bestaande ver eenigingen, op dit gebied werkzaam, opdat er één centraalpunt zij, waarin die allen de gelegenheid tot ontmoeting vinden kunnen. Zoo zal er een bond kunnen ontstaannaar welks vestiging reeds jaren lang gewensclil werd en waarvan goede vruchten verwacht mogen worden, ten voordeele van industrie, handel en wetenschap. De maatschappij zal haar doel téacliten le bereiken door de volgende middelen; het vestigen van vaste commissiën van raadgeving; het uitloven van premiën; het houden van tentoonstellingen; het honden van bijeen komsten of congressen; het bevorderen van voordragtcn; het ondersteunen van onderwijs; het uitgeven en verspreiden van geschriften; hel uitschrijven van prijsvragen; het ondersteunen van proeven; het erkennen van de ver diensten van werklieden en het verbeteren van hunnen toestand; het rig- ten van verzoeken en vertoogen tot de plaatselijke o( gewestelijke regering en besturen, of wel, tot de hooge regering en de volksvertegenwoordiging. Hel comité, voorloopig met de werkzaamheden heiast, bestaal uil de hh. L H. Krelage, te Haarlem; dr. D. J. Costerte Amsterdam; mr. D. A. Koe nen, te Amsterdam; C. Glijm, te Utrecht, K. J. W. Ottolander, te Boskoop; Joh. van Zoest, te Arnhem; F. C. B. VV. Michell, te 'sGravenhage. In eene te Utrecht gehouden vergadering van het Nederl. wcerbaar- heidshond is het centrale comité gemagtigd om bij dc nationale schietwed strijden, die het voornemen is zooveel mogelijk jaarlijks te houden, voor taan een paar vrije hanen te verbinden, t. w. een paar banen, waarop iedereen, tegen betaling, kan komen schieten. Voor het prov. gereglshof in Gelderland zal eerstdaags te regt slaan de landbouwer Beekman uil Hoorn bij lieerde, beschuldigd van moord, ge pleegd op zijne huisvrouw EIberlje van Olst, en van opzettelijke brandslieh- hng, in zijne, aan een ander toebeboorende woning, zonder dat het tc voorzien was, dat er mensclicnlevens in gevaar konden worden grhragt. Naar men uit Groningen aan de IV. ft. C. meldt is een der eerste Tleesehhouwers aldaar begonnen uitmuntend slagtvee (ossen en koeijen), met vergunning van den minister van binnculandsche zaken wat den invoer in ons land bctrelt, uit het buitenland, en wel uit Silezië, aan te voeren. Niet enkel de duurte van het slagtvee hier le lande, maar vooral het ge- brek aan zulk vee heelt aanleiding gegeven tot deze handeling. Naar men uil Maastricht meldt zijn, op bevel der arrond.-regtbank aldaar, de hh. V. T.A. T. en C. B., vennooten van de firma Tielens-Bruls (in bankzaken)aangehouden en in hechtenis genomen. Gemeld huis is door de regtbank verklaard in staat van faillissement en tot curators zijn benoemd de hh. Cb. Moors, J. A. Beekman en L. van Oppen. Het in de vorige week bij de tweede kamer ingediende wets-ontwerp tot wijziging der wetten van 19 Aug. 1861 en 22 April 1869 betrekkelijk de nationale militie, heeft de strekking om tot eene beslissing te komen omtrent het hoofdbeginsel der verpligte persoonlijke dienst, afschaffing dus van de bevoegdheid tot het stellen van plaatsvervangers en nommerwisse- laars, om later, wanneer dit stelsel door de wetgevende magt zal aangeno men zijn, onmiddellijk over te gaan tot verdere herziening der militiewet in haar geheel en, in verband daarmede, tot nadere wettelijke regeling der schutterijen. De afschaffing der plaatsvervanging en nommerverwisseliiig. zegt de me morie van toelichting, zal niet alleen het zedelijk en intellectueel gehalte van het leger verbeteren, maar evenzeer een heilzamen invloed uitoefenen op het physieke, morele en intellectuele gehalte der bevolking. Het rcglsge- voel des volks zal verhoogd en de eerbied voor de wet vermeerderd wor den, wanneer, ook met opzigt tot de militaire verpligtingenhet beginsel van gelijkheid voor de wet in toepassing wordt gebragt. Van de naauwere aanraking, waarin jongelieden uit de verschillende standen, gedurende eeni- gen tijd, met elkander znllen komen, is toenadering tusscben die standen te verwachten, hetgeen, vooral tegenwoordig, van hoog belang te achten is. Heeft menigeen de kennis van lezen en schrijven reeds nu alleen te danken aan dienst bij de militie, het dienen met beschaafde jongelieden, die meer naar den geest ontwikkeld zijn, zal voor nen, die in dit opzigt op lageren trap staan, eene uitnemende gelegenheid wezen tot vermeerdering van ken nis en beschaving, vermeerdering welke'hun later, in het burgerlijk leven, van onberekenbaar nut zal zijn. Men mag toch niet aannemen, dat, zooals sommigen vreezendoor de meer beschaafden op eene lijn te stellen met de minder ontwikkelden, genen dc gebreken of kwade neigingen van dezen zouden overnemen, en daardoor die verkeerdheden in wijderen kring wor den verspreid. Beschaving en kennis moeten, in den strijd met ruwheid en onkunde, de zege behalen. Ook meerdere physieke ontwikkeling zal door de verpligte persoonlijke dienst, vooral in een levenstijdperk, da! ligchaams- oefening en bewesing in de vrije lucht eene heilzame uitwerking hebben, niet achterwege blijven, inzonderheid bij hen, die anders, door hunne maat schappelijke opleiding of wegens hun beroep, aan een zittend leven gebon den zijn. Verder wordt gezegd: liet valt niet te ontkennen, dat de militiedienst voor den een zwaarder drukt dan voor den ander. Hij, die voor eenig vak van wetenschap of kunst wordt opgeleid, zal daardoor eene groolcre belem mering ondervinden dan de landbouwer of ambachtsman, die, bij het terug- keeren naar zijne haardstede, zijn vorig bedrijf kan hervatten. Om de na deden. die voor de eerste uit zijne militiedienst kunnen voortvioerjen, zooveel mogelijk weg te-nemen of te beperken, zal te zijnen opzigte voor ziening noodig zijn. Ook de vorige regering was hierop in haar ontwerp van 1871/72 bedacht, doch ten deele anders dan naar dit voorstel, waarbij de vcrligling van den militiepligl afhankelijk wordt gemaakt, niet enkel van gegoedheid, maar voornamelijk van kennis, en voorts van de verplig- ting, om zich vóór de loting tot vrijwillige dienst bij de militie te ver binden. Hierdoor wordt levens een krachtig middel verkregen om te voldoen aan den eisch der Grondwet, die de militie zooveel mogelijk uit vrijwilli gers wil hebben zamengesleld. Daartegenover zullen dan de voordeelen staan, welke aan hem, die aan de gestelde voorwaarden voldoel/worden toegekend. Vooral huil, die, gelijktijdig met het vervuilen van den mililie- pligt, hunne studiën of maatschappelijke opleiding wenschen te vervolgen, zal daardoor aanmerkelijk worden te gemoet gekomen. Volgens de arlt. 5, 18, 19 en 21 zullen zij: 1°. niet verpllgt zijn in de kazerne te wonen of deel te nemen aan de menage der onderofficieren of aan die der soldaten; 2°. de keuze hebben van het corps waarbij en het garnizoen waar zj) willen dienen, voor zoover dit met de belangen van de dienst is overeefi te brengen; 3°. uitstel kunnen erlangen van eerste oefening gedurende een of twee en, in bijzondere gevallen, zells drie jaren; 4'. niet worden begrepen in het een zevende deel der militie, dat, be halve de ligting, die voor het eerst dient, volgens art. 183 der Grondwet en art. 123 der wet van 19 Aiigustns 1861 in dienst kan worden gehouden of geroepen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 1