LËIDSCÜE
■iKS— -
OII Bi KT.
<873.
ZATÜRÜAG 8 MAART.
IS". 57.
STADS-BERIGIÏTElN.
BINNE.NLANRSCHE BKHIGTEM.
ISe Courant verschijnt dagelijksZon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Cour en' is per vierendeel jaars f 2.franco p.p. f 3.50
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad ƒ3.35, franco p. p. 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.30
'i jaars, buiten de eipeditiekosten. Afzonderlijke notnmers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Adrertentiën is van 14 regels 1.iedere regel meer 25 cents.
Adverteatiën voor DoitschlandOostenrijk en Z^-itserlaud worden nitslaitend aangenomen door HAASENSTEIN VOGLER Expeditie-Kantoor van Advertentiën te
Hamburg LubcckFrankfort a. Al., Berlijn Leipzig, Dresden Breslau, Keulen, Stuttgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 11, 2C alinea, der Verordening van 4 Mei 1872, op de open
bare scholen voor gewoon lager onderwijs voor on- en minvermogenden
Gemeenteblad 11°. 10);
Doen te weten, dat de inschrijving van nieuwe leerlingen op de openbare
scholen voor on- en minvermogenden zal plaats hebben van den 3lcn tot en
met den 15den Maart e. k.in de schoollokalen in de Rijnstraat, in de
Brandewijnsteegop de Binnenvestgracht aan het plantsoen eu op de Oude
Vest, des voormiddags van hal/negen tot negen uren en des namiddags van
half twee tot twee uren, behalve des Zaterdags namiddags en des Zondags.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden, 26 Februari 1873. E. KIST, Secretaris.
LEIDEN, 7 Maart.
De minister van binnenl. zaken beeft onder dagteekening van 26 Fe
bruary jl. de volgende circulaire aan de commissarissen des konings in de
provinciën gerigt:
De uitvoering van mijne circulaire van den 6d'° December 1872, n°. 174,
waaraan ik mij blijf gedragen, geeft mg aanleiding u te verzoeken het na
volgende omtrent de opvatting der wet van den 25,l£n January 1817, rege
lende het kopijregt van letter- en kunstwerken, aan de gemeentebesturen
in uw gewest te willen mcdedeelen.
Die wet vestigt een exceptioneel regt ten behoeve van schrijvers, uitge
vers en drukkers van letter- en kunstwerken. Zij beschermt letterkundigen
en kurtsteigendom onder uitdrukkelijke voorwaarden dat belanghebbenden de
daartoe voorgeschreven formaliteitenwelke geenerlei afwijking noch uit
breiding toelaten en dus letterlijk zijn op te volgenin hun belang naauw-
keurig vervullen. Dit geldt zoowel voor vertalingen van builenlandsche
letter- en kunstwerken, als voor die van Nederlandschen oorsprong zijn.
De inzenders hebben vooral te zorgen dat al wat uitgedrukt en geschre
ven mo?t worden op den titel van een der drie exemplarenwelke zij aan
bieden aan het gemeentebestuur hunner woonplaats, voor of gelijktijdig met
de uitgave, met zorg behandeld worde. Ook de tijd der inlevering mag
met worden verontachtzaamd. Verzuimen belanghebbenden de stipte inacht
neming van de wet, zij zullen de gevolgen aan zich zeiven te wijlen hebben.
Opdat zg niet door afgifte van door burgemeester en wethouders onder-
teekende regus. waarop vermeld wordt dat zij aan de wet voldaan hebben,
in dwaling worden gebragtzullen ook deze moeten toezien of aan alle eiscben
der wet door de inzenders van boek- en kunstwerken in allen dcele vol
daan is, en die regus eerst mogen afgeven nadat zij zich overtuigd hebben
van zorgvuldige inachtneming van al hare voorschriften.
De minister van oorlog, willende bepalingen vaststellen betredende liet
bezoeken van kranken in de militaire ziekeninriglingen door godsdienst
leeraars, en zulks zoowel ter bevordering van de goede orde en de gere
gelde verpleging als ter voorkoming dat ten gevolge van het vereenigd ver
plegen van zieken lot verschillende godsdienstige gezindheden behoorende
aan het eerbiedigen der meeningen van andersdenkenden zou kunnen wor
den te kort gedaan, en gelet op de artikelen 246 en 299 van het reglement
op de administratie der hospitalen en ziekenzalen van 25 October 1819,
waarbij bepaald is, dat alleen met voorkennis van den eerstaanwezenden
officier van gezondheid en met schriftelijke toestemming van den loezienden
«hef over de inrigting een vreemdeling bij een zieke kan worden toegelaten;
beeft bepaald: 1°. Een verpleegde in eene militaire ziekeninrigling, die
geestelijke toespraak of hulp verlangt, geelt daarvan kennis aan hen, die
met zgnc verpleging belast zijn, zoo noodig, met opgave van de godsdien
stige gezindheid waartoe de leeraar moet bchooren of met aanwijzing van
den persoon, wiens geestelijke hulp verlangd wordt. 2". Van dat verlangen
wordt onverwijld kennis gegeven aan den directeur of administrateur der
inrigting en door dezen aan den eerstaanwezenden officier van gezondheid,
die, zoo daartegen, uit een geneeskundig oogpunt, gcene bedenking beslaat,
de gevraagde toestemming verleent. 3". Is een verpleegde, die in levensge
vaar verkeert, des niet bewust, dan berigl de officier van gezondheid deze
omstandigheid aan den directeur of administrateur, die, zonder dal de lijder
daartoe het verlangen te kennen geeft, voor het inroepen van geeslelgke
hulp zorg draagt. 4". Den godsdienstleeraar, wiens geestelijke hulp is inge
roepen, wordt daarvan door den toezienden chef over de ziekeninrigling
schriftelijk kennis gegeven. 5". Bij hel bezoeken der ziekeninrigling is de
godsdienstleeraar gehouden zijne herderlijke zorg eenig en alleen aan te
wenden ten behoeve van den kranke, hem lot het bezoek aangewezen.
Hij, die in strijd met dit voorschrift handelt, wordt uitgenoodigd terstond
de inrigting te verlaten.
Wij vernemenmeldt de Amst. C.dat jonkvr. H. D. van der Burch
van Spieringshoek, 21 Februarij II. te Velp overleden, aan de inrigting voor
havelooze kinderen te Amsterdam, Bloemstraat, hoek Baangracht, ƒ2000,
vrij van successieregt, en aan de vereeuiging voor christelijk nationaal
schoolonderwijs ƒ2000, vrij van successieregt, heeft gelegateerd.
Te Amsterdam is tot predikant bij de Christ, geref. gemeente beroepen
d\ J. II. Donner, pred. te Leiden.
Te Gorinchem heeft dezer dagen de heer J. Visser, koopman, zgn
1004te» jaardag gevierd.
Men meldt uit Zwolle: De chef van het goederen-vervoer op den cen-
traal-spoorweg is naar Londen vertrokken, ten einde te trachten met de
aldaar gevestigde stoombootmaatschappijen eene overeenkomst te sluiten tot
het direct vervoer van vee, boter enz. van Zwolle over Utrecht en Rotter
dam en wel tegen een verminderd tarief. Mogt die overeenkomst tot stand
komen, dan zouden het vee, de boter enz., die des Vrijdags-avonds na den
afloop der markten alhier geladen worden, des Maandags op de Londensche
markt aanwezig kunnen zijn.
Men meldt uit LeeuwardenUit Dokkum wordt gemelddat als zeker
kan worden medegedeelddat Z. M. de koning in den loop der maand
Mei aan Groningen en Friesland een bezoek zal brengen. Ook hier ver
spreiden zich wel zoodanige geruchten, doch officiëcl schijnt van het be
zoek des konings nog niets bekend te zijn.
De longziekte onder het rundvee blijft in Wijmbrilseradeel. naar gemeld
wordt, steeds nog hare offers kiezen. Binnen weinige dagen toch zijn in
die gemeente bij onderscheidene veehouders een 90-tal runderen afgemaakt,
en steeds zijn er nieuwe beslagen vee aan de beurt om gelgk lot te"
ondergaan.
Voor de betrekking van binnenvader en moeder in het gesticht voor
krankzinnigen te F ra nek er hadden zich 87 paren als sollicitanten aange
meld. Door den gemeenteraad aldaar is benoemd P. Leeuwrik en echtgenoot,
wonende te Sneck.
Volgens de Grnn. C. is eenige dagen geleden op korten afstand van
Leer in Oöstfriesland eene afschuwelijke misdaad gepleegd. Aan zekere
dienstmeid, sedert ongeveer 7 jaren woonachtig ten huize van een brood
bakker in die gemeente, viel als prijs eener loterij 300 th. ten deel. Voor
nemens zijnde hare niet bemiddelde ouders, een paar uren van daar woon
achtig, in haar fortuin te doen deelenvroeg zij op zekeren -dag verlof van
haren patroon om des middags hare ouders te mogen bezoeken. De baas
gaf haar echter verschillende zaken te doen. waardoor haar vertrek werd
vertraagd en eerst tegen den avond de voorgenomene reis een aanvang
nam. De dienstmeid, bevreesd dat haar iets kwaads zoude bejegenen, ver
zocht een gendarme, dien zij op den weg ontmoette, haar een eind te
geleiden, hem tevens de redenen en het doel barer reis incdcdeelende. De
policie-beambte voldeed bereidwillig aan haar verzoek en eerst toen het
licht uit de ramen der ouderlijke woning hun in de verte reeds toescheen,
verliet hij de dienstmeid, die verklaarde nu den weg zeer goed alleen te
kunnen vervolgen en van zijn vriendelijk aanbod om haar tot aan de plaats
harer bestemming te vergezellen geen gebruik te zullen maken. Naauwe-
lijks was de gendarme een goed eind teruggekeerdof hij hoort een hevig
gegil; op zijne schreden terugkeerendontmoet hij weldra een onbekende,
die op zijne vraag, of bij dien gil ook bail gehoord, ontkennend antwoordde.
Daardoor argwaan krijgende, dwingt de dienaar der wel den onbekende
hem te volgen naar de woning van de ouders der dienstmaagd. Daar geko
men vraagt hij aan de bewoners, of deze zijn arrestant ook kennen, welke
daarop verklaren-, dat het de bakker is, bij wien hunne dochter diende.
De man werd nu door zijn geleider een eind weegs teruggevoerd, waar
men na eenig zoeken aan den berm des wegs het Ifjk van de vermoorde