PER TELEGRAAF. - LONDEN, 14 Febniarij. In het lagerhuis heeft de heer Ayrton gevraagd, waarom Engeland nog steeds een vertegenwoordiger bij den Paus heeft, flij beschouwde dit als eene beleedjging jegens den koning van Italië en zijn volk. Hij verzocht, dat indien daarover stukken waren gewisseld, deze aan het parlement zouden worden medegedeeld. Lord Enfield heeft hierop geantwoord, dat de bedoelde vertegenwoordiger, de heer Jervoise, alleen tot laak beeft, aan de Britsche regering inlichtingen te verschaffen omtrent de betrekkingen tusschen het Pauselijk gouvernement en de vreemde mo gendheden. De heer Newdegate beschouwde de handhaving _van een gezant schap bij den Paus als eene anomalie, daar toch Eng'land het tegenwoordig llaliaansch gouvernement heeft erkend. Na verder debat is een voorstel van den heer Ayrton, tot het indienen der in die zaak gewisselde stukken, met 116 tegen 63 stemmen verworpen. MADRID, 14 Februarij. Nottvilas is benoemd tot kapitein-generaal der hoofdstad. Te Barcelona is de republiek geproclameerd. Aldaar heerseht eene gewenschte orde. De troepen zijn er verbroederd met de bevolking. liet antwoord der cortes op de koninklijke boodschap is thans bekend. Het slot van dal stuk bevat de verklaring: dat wanneer alle gevaren alge- wend en alle hinderpalen uit den weg geruimd zijn, het Spaansche volk den gewezen koning, in plaats van eene kroon, de waardigheid van burger eener vrije en onafhankelijke natie zal aanbieden. De Imparcial verzekert, dat het besluit des konings tot het nederleggen der kroon eene geheel vrijwillige handeling was en dat zijn vader heeft ge tracht hem van dat besluit terug te brengen. Men gelooft dat de kleuren van de vaan der republiek zullen zijn: violet, wit en rood. Moriones heeft per telegraaf medegedeelddat Vittoria de republiek erkent. BRUSSEL, 14 Februarjj. De Ind. Beige deelt het volgend telegram mede uit Lissabon: "De gebeurtenissen in Spanje houden hier aller aandacfit bezig. In de zitting der kamer van algevaardigden op II dezer heeft de heer Silva. lid der oppositie, gezegd dat, naar het hem toescheen, uit die gebeurtenissen een toestand kan ontstaan, waarin Portugal de grootste voorzigligheid zal moeten in acht nemen. Hij hoopte dat alsdan allen zich rondom de geconstitueerde magten zouden vereenigenom met terzijdestel ling van allen partijgeest te toonen, dat allen vóór alles Portugezen zijn. De voorzitter antwoordde, dat hij niet geloofde, dat de rust en onafhanke lijkheid des lands in gevaar verkeerden. Overigens meende hij den heer Silva wegens zijne vaderlandsche taal hulde te moeten brengen. In de ka mer der Pairs zijn dezelfde gevoelens aan den dag gelegd." BERLIJN, 14 Februarij. In de zitting van de kamer van afgevaardigden is eene koninklijke boodschap voorgelezen, waarin, naar aanleiding van een voorstel van den heer Lasker tot het instellen van een onderzoek in de zaak der spoorwegconcessiënwordt bepaald, dat er zal benoemd wor den eene bijzondere commissie, belast met het onderzoek van plaats gehad hebbende misbruiken en andere afkeurenswaardige handelingen met zooda nige concessiën. Deze commissie zal, onder voorzitterschap van den heer Gunter, directeur der Seehandlung, bestaan uit twee hooge staatsambtena ren; zullende de beide huizen van den landdag worden uitgenoodigd, daar aan ieder twee leden toe te voegen. Voorts wordt in de boodschap ge zegd, dat alle feiten naauwkeurig moeten worden onderzocht en onpariy- dig, zonder aanziens des persoons, moeten worden beoordeeld, alsook dat de resultaten van het onderzoek aan de vertegenwoordiging des lands moe ten worden medegedeeld. ROME, 14 Februarij. De senaat heeft met groote meerderheid van stem men een votum aangenomen, door den heer Charles Pepoli voorgesteld, luidende: "De senaat, getroffen door het berigt der abdicatie van koning Amadeus, meent de tolk der natie te zijn, met hulde te brengen aan zijne waardige, loyale, constitutionele gedragslijn en de verzekering Ie moeten geven, dat hij bij zijne terugkomst in liet vaderland, hetwelk hem met leedwezen heeft zien vertrekken, met dezelfde genegenheid en toewijding zal worden ontvangen, die hij tot nu toe altoos heeft ondervonden. LISSABON, 13 Februarij. Beriglen uit Madrid. Waarschijnlijk zullen tot gezanten benoemd worden: Orense, te Parijs; Abarzuca, te Londen; Fiol, te Brussel. De Spaansche gezant te Berlijn heeft een onderhoud met von Bismarck gehad. Men gelooft dat Dnitschland de Spaansche republiek erkennen zal, en men verwacht een decreet waarbij de adellijke titels en de burgerlijke decoratiën afgeschaft worden. In verscheidene provinciën hebben revolutionnaire junta's zich gevormd, doch op bevel van de regering zich dadelijk ontbonden. NEW-YORK, 14 Februarij. De eerste trein van den Ohio-Chesapeakc- spoorweg heeft den weg naar Toronto afgelegd. Pagner, landverhuizing-agent van Kanada, is door de Duilschers, Elzas- sers en Lotharingers aangehouden en naar Kanada tergggezonden. LONDEN, 15 Februarij. De Times deelt, volgens de Standardvan Buenos-Ayres van 10 Januarijmede dat er eene zamenzwering is ontdekt in Peru. Brandstichters hadden het regerings gebouw in de lucht doen springen. President Pardo was gedood. Al de voornaamste zamenzweer- ders waren gevlugt, maar belangrijke ontdekkingen waren gedaan door personen in -de zaak betrokken. MADRID, 14 Februarij. De minister van justitie zal heden bij de ver tegenwoordiging indienen een wets-ontwerp strekkende tot afschaffing der doodstraf, en tevens om aan eene commissie op te dragen binnen twee maanden een ontwerp van een penitentiair stelsel zamen te stellen. WEENEN, 15 Februarij. In het huis van afgevaardigden heeft de minis ter-president een wets-ontwerp ingediend tol invoering der regtstreeksche verkiezingen voor den rijksraad en vermeerdering van het getal der afge vaardigden. Dit ontwerp werd met levigen bijval ontvangen. INCEZONDEN. TOEKOMST. Het is een verblijdend teeken des tijds dal zichhoe langzaam ook, toch meer beweging onder ons begint te vertoonen, legen de hardheid des ge; moeds, die zich in het martelen van dieren kenmerkt, "Deze toch, zegt Bcrnardin de Saint-Pierrc. is de oefenschool van liefdeloosheid jegens menschen." We vernemen met blijdschap dat de wordende vereeniging ter bescherming van dieren. Ie dezer slede, bij gelegenheid eener bestuursvergadering, ook de onderwijzers heeft uitgenoodigd om door hunne sympathie een nuttigen invloed op de hun toevertrouwde jeugd uit te oefenen. We vernamen verder dat ook eene belooning werd uitgereikt aan een' policie-agentdie een wreedaard heeft aangehouden en proces-verbaal tegen hem opgemaakt, om de onbarmhartige wijze waarop hij zich jegens zijn arm trekdier gedroeg, zijn gewond paard afbeulde. We hebben eindelijk te vermelden dat een drietal jongelingen zich aan elkander sluiten om. zooveel in ben is, zich zeiven en anderentol het aan- kweeken van liefde j gens al wat teelt, aan te sporen. Deze jongelieden, ziende dat zeer weinigen hunne gevoelens deelenen begrijpende dal zij nog geene werkende leden der groote vereeniging kunnen zijn; en tevens (zoo als het der voortvarende jeugd meermalen gaat) oordeelende dat er nog geene zichtbare bewijzen van hetlzamen invloed der dieren-bescherming te bemer ken vallen, vermeet zich. een klein zellslaudig gezelschapje uil te maken, dat voor de toekomst arbeidt. Boor de toekomstzeggen ze, zoo hun invloed nog niet voor het oogenblik mag handelen, de vooroordeelen der volwassenen niet vermag te overwinnen; de wetten en policie-verordenin- gen niet kan helpen in aanzijn roepen. Let op wat het zegtlezers, (en wacht u de kleine dingen te versmaden) drie jongelingen die naauw de kinderschoenen zijn ontwassen (12 a 16 j. oud) gelooven aan eene eeuwige toekomst, en getroosten zich de onvruchtbaarheid van hunnen arbeid in dit leven, door het bewustzijn dat, wat hier wordt gezaaid en gekweekt, daar vrucht draagt en opgroeit! Ziet hier hunne denkbeelden, hunne grondslagen, die, in de plaats van stututcn en wetten, het uitgangspunt van hunne veerliendaagsche samen komsten, van hunne oefeningen en werkzaamheden uitmaken: Het heelal is één geheel, alzoo maken menschen, dieren, planten, ja steenen, deelen uit van denzclfden keten. Al het stoffelijke wordt bezield door denzelfden Goddelijken, scheppenden Geest. Het werk van dat Geheel is: het al voort te scheppen, om te scheppen, en zoo. Aerscheppende, vooruit te brengen. Dat werk, die /terschepping gaat overal vergezeld van lijden. Die hel hoogst staat lij/tt vaak het meest; hij voelt het diepst en het best vóór en met zijne medelijders. Onmogelijk is het dat lijden weg te nemenmaar het onnoodige lijden te voorkomen, de wreedheid tegen te gaan, het onvermijdelijke te verzachten, ziedaar de roeping van elk mensch. Het is dus onze plicht, jegens allen en alles liefderijk en harmhartig te zijn; voor al wat leelt (lijdt) medegevoel te hebben. Hel kind heeft nog geen denkbeeld van wreedheid, van lijden, het speelt zonder te vermoeden dat het doet lijden; maar de mensch moet het opmerkzaam maken op het gevoel zijner mede-schepselen; doet hij dat nietdan loopt het kind gevaar een wreedaaad te wordenen hij die in zijne jeugd wreed leert zijn jegens dieren (de geschiedenis getuigt het) Wowlt een booswicht, een moordenaar vaak! onder zijne medemenschen. Daarom is hel onze roeping, al hel goede te doen dat onze hand vindt om te doen en zóó. goed doende, het land, de stad, het dorp onzer inwo ning te doorwandelen. Dat goede bestaat niet zoozeer in dit of in dat, niet juist in hel navol- gen van schitterende voorbeelden, in het letterlijk opvolgen van wetten en geboden, het gehoorzamen van allerlei hevelen! neen, het eigenlijke goed doen is: handelen naar de goddelijke slem die in ons spreekt (het geweten), naar de inwendige overtuiging die elk waarlijk ontwikkeld mensch kan bezitten. Die slam, dien geest in ons aan te kweeken en wakker te houden, die overtuiging te veredelen, te versterken, ziel daar het groote werk waartoe huiselijke opvoedingschool-wetenschap en kerkelijke onderwijzingen moetea samenwerkenwaarnaar zij allen éénparig moeten streven. Want de mensch is geen drievoudig wezen. De mensch, één met zijn' God, moet, met zijne duizende verscheidenheden, een heerlijk, veelzijdig geheel trachten te vormen; niet een ander in huis, een ander in de maat schappij, een derde in de kerk. Liefhebbende, goeddoende, vredestichtende wezens moeten we worden! Daarom het lijden gevoeld, "weenende met den weenende" het lijden verzacht, als de barmhartige Samaritaan overal waar we het vinden, bij mensch en dier, bij waardigen en onwaardigen (dit laatste mogen we wel bedenken, want we weten niet wie en wat waardig of onwaardig is, we zijn zelf vaak onwaardig). Niet alleen mensch en dier, ook plant en steen heeft recht op het ver vullen hunner behoefte, op het onderhoud dat hun bestaan vordert, zelfs lot aard en water, tot metalen tot alles moeten zich onze volmakingszin, onze het goede bedoelende werkzaamheden uitstrekken. Het algemeene Excelsior geldt elk onderdeel van het Geheel. De heer Witte beweert (en anderen met hem) dat de plant, de bloem, (zij het dan in mindere mate) evenzeer voelt en lijdt als het dier. En wit t onzer durft verzekeren dat hij dwaalt Wie zal bepalen waar het gevoel van smart begint of eindigt? Heeft de schrijver van den brief aan de Romeinen ook al niet uilgi roepen: liet gansche schepsel zuchtonder den arbeid, onder den strijd, onder het lijden! Trachten de Spirilualisten ons niet te bewijzen dat de Geesten hel Heelal, in al deszelfs rangendoor- loopende, ook in steenen wonen? Daarom, door het bewustzijn dat -lijden eene voorwaarde van het lent is, de zieke'ijkheid in de dieren bescherming vermeden, maar ook door datzelfde bewustzijn (trots Descartes. Malebranche en anderen) troosten leniging verstrekt, en mishandeling voorgekomen. Deze en dergelijke denkbeelden worden besproken en uitgewerkt door mijne jonge vrienden, 'l'hekla, Thérèsc en Beatrix voegen zich gaarne bij lien, in het vertrouwen dal uit deze kleine kiem eenmaal een schoone boom moge ontspruiten, als uit het mosterdzaad de zich wijd uitstrekkende tak ken, welker schaduw den mensch verkwikt, en die het voglenheir tot schuilplaats verstrekken. Tot dezen gezelligen kring roepen wij alle jongelieden op die eenstemmij met hen denken, jonge meisjes en kinderen niet uitgesloten, de een verricht wat den ander niet wel afgaat. En mogten ze eenige bespaarde penning toebrengen, dan zouden ze wellicht spoedig in slaat worden gesteld ook praktisch en zichtbaar werkzaam te zijn, en daardoor het rein genoegen smakenaan de zedelijke verbetering hunner natuurgenooten mede te ver beiden, niet alléén voor de toekomst, maar zelfs voor het heden. BEATRIX. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 6