E.KIBSdüK
II (I li A T.
1 872.
ZATURDAG 28 DECEMBER
N\ 306.
ST ADS-BERICHT EN.
NATIONALE MILITIE.
BI NN EN LAN IISC1IE BK BIGT EN.
J 1
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. 3.&0
met het Ferslag der Handelingen van den Gemeenteraad ƒ3.35, franco p. f 3.85. Hei verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50
jaars, huiten de expediiiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels f 1.—iedere regel meer 25 cents.
Advertentiën voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door IIAASENSTEIN VOGLEIl Expeditie-Kantoor van Advertentiën te
Hamburg Lubeclc, Frankfort a. M.Berlijn Leipzig, Dresden Breslau, Keulen, Stuttgart, WtenenPraag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gelet op artikel 19 der wet van den 19JeQ Augustus 1861 (Staatsblad n°. 72)
betrekkelijk de nalionaic militie;
Herinneren hen, die op tien lstPn Januari 1873 hun 19',e jaar zullen zijn
ingetreden, en alzoo de geborenen in liet jaar £851, alsmede hen, die eerst
na bet inlreden van bun 19111: jaar, doelt vóór bet volbrengen van bun 20slc,
ingezetenen zijn geworden de verplichting tot het doen van dc aangifte voor de nationale
militie, in dc maand Jannari 1873.
/.ij geven daarbij kennis:
dat, wie moet worden ingeschreven en wie voor ingezeten wordt gehouden, om
schreven is bij de artikelen 15 en 20 van genoemde wet, dus luidende:
Art. 15.
Jaarlijks worden voor de militie ingeschreven alle mannelijke ingezetenen, die op
den tstcn Januari van liet jaar hun 1 tl1'1' jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden
1°. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overle
den, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28stca Juli 1850
(Staatsblad n°. 44)
2». hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste, aan het in de
eerste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maan
den itt Nederland verblijf hield
3". bij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen
ingezetenmits hij binnen liet Rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, bchoorende tot eenen Staat,
waar de Nederlander niet aan de verplichte krijgsdienst is onderworpenof waar
ten aanzien der dienstplichtigheid hel beginsel van wederkeerigheid is aangenomen.
Art. 20.
Hij, die eerst na het intreden van zijn 1jaar, doelt vóór het volbrengen van
zijn 20,le, ingezeten wordt, is verplicht, ziclt, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving
aan te geven hij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar de inschrijving,
volgens art. 16, moet geschieden.
dat, wie niet wordt ingeschreven, is bepaald bij art. 17, van den volgenden inhoud
Voor de militie wordt niet ingeschreven:
1». de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Neder
lander is
2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling,
al is zijn voogd ingezeten.
3°. de zoon van den Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in 's Rijks
overzcesche bezittingen of koloniën woont,
dat, in welke gemeenlr men moet worden ingeschreven, te vinden is in art. 16
der wet, waarbij is verordend:
De inschrijving geschiedt:
1". van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de
moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont;
2°. van een gehuwde cn van een weduwenaar in de gemeente waar hij woont;
8°. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergela
ten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente waar hij woont;
4". van den huiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van
's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of
voogd het laatst in Nederland gewoond heeft,
voorts, dat, door wie de aangifte moet worden gedaan, te vinden is in art. 18,
houdende het voorschrift
Elk, die volgens alt. 15 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe
bij burgemeester en Wethouders aan te geven tusschen den lslen en den 31!tcD Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of, is deze overleden,
zijne moederof, zijn heiden overledenzijn voogd tol liet doen van die aangifte verpligt.
Nog doen Burgemeester en Wethouders Ie welen:
dat lot deze inschrijving zitting wordt gehouden op het Raadhuis, van des voor
middags 10 tot des namiddags 3 uren,
op Maandag den 13 Januari, voor de bewoners van de wijken 1 2 en 3,
Dinsdag »14 4 en 5
Woensdag 15 »6,
Donderdag 16 7
Vrijdag 17 8 cn 9 of de
buitenwijk
Eindelijk, dat de gehoorte-aclendie de belanghebbenden hij de inschrijving,
onder opgave der woonplaats van den ingeschrevene, behooren over te leggen, dage
lijks, de Zon- cn Feestdagen uitgezonderd, zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer
gemeente (afdeeling Burgerlijke Stand), van des voormiddags 10 tot des namiddags
3 uren, wanneer tevens voor hen, die hier niet zijn geboren, aanvrage ter verkrij
ging dier acten kan worden gedaan.
En wordt deze door plaatsing in dc Leidsche Courant van den 14lcn, den
2t*lcn en den 28stcn dezer maand afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Leiden, 13 December 1872. v. d. BRANDELERBurgemeester.
F. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat
door hen, naar aanleiding van art. 1 der Verordening op het brandwezen,
van den 15 Juni/24 Augustus 1871 Gemeenteblad n°. 14). op voordracht
van den Wethouder, Voorzitter der Commissie van Fabricage, zijn benoemd
tol brandmeester aan de stads-spuit n°. 3, de heer JOHANNES IZAK PLANJER,
en tot adjunct-brandmeester aan de stads-spuit n°. 1', de heer JOHANNES
PETRUS DE KONING.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden, 27 December 1872. E. KIST, Secretaris
LEIDEN, 27 December.
In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad deelde dc voorzitter
mede dar door het dagclijksch bestuur in den loop des jaars, overeenkomstig
het voorschrift der gemeentewet, de verschillende instellingen van weldadig
heid waren bezocht en dat de toestand van die inrigtingen allezins voldoende
was bevonden.
Tot hulponderwijzer aan de openbare lagere school n". 2 voor minver
mogenden werd benoemd C. van der Waals. Tot kassier van de stads-bank
van leening werd met 17 stemmen benoemd J. van der Togt, thans eerste
schatter bij die instelling, zijnde 1 stem uitgebragt op den heer B. VV.
Wttewaall. en 1 briefje in blanco gelaten. Tot commissaris der stads-bank
van leening werd op nieuw benoemd de heer P. L. C. Driessen, die als zoo
danig moest aftreden. Tot lecraar in de wiskunde en cosmographie aan de
gemeente-instellingen voor hooger- en middelbaar onderwijs werd benoemd
dr. J. Campert. en tot leeraar in de natuurlijke geschiedenis aan genoemde
instellingen dr. II. W. Waalewijn. Tot leden van de commissie voor de
oudheden enz. werden op nieuw benoemd de hh. B. W. Wttewaall en mr.
S. C Snellen van Vollenhoven, die dit jaar moesten aftreden. Tot amb
tenaar belast met het toezigt op de honden, ter rigtige invordering der
honden-belasting, werd benoemd de onbezoldigde inspecteur van policie D.
dc Bruyn.
Aan de orde was verder eene voordrag! betreffende de verbouwing der
Ruïne. Burg. en weth. vroegen daarbij, met het oog op de plannen der
regering tot het slichten van een akademiegebotiw op de Ruïne, waarvan
zij door eene missive van hh. curatoren kennis hadden gekregenverlenging
van hun mandaat tot het doen van nadere voorstellen betrekkelijk bedoelde
bebouwing, ten einde in staat te worden gesteld hij nader in te dienen
voorstellen dc betrekkelijke plannen der regering behoorlijk in aanmerking
te nemen. Deze zaak gaf tot eene uitvoerige discussie aanleiding. De heer
Buys vroeg, met het oog op het vervallen der Ruïne als exercitie-veldof de
aandacht van hh. curatoren er niet op gevestigd moest worden dat aan den
afstand van het plein voorwaarden zouden verbonden worden, en of het
niet mogelijk zou zijn, nu de regering er behalve het akademiegebouw, ook
het zoötomisch kabinet wilde plaatsen, er ook de tusschenschool le bouwen,
waaraan zoozeer behoefte was. Wal hel eerste betreft, zeide de voorzitter
dat die zaak vroeger reeds was besproken met de militaire autoriteiten.
Wat het tweede betreft, liet houwen van die tusschenschool bragt burg. en
weth. wel in eenige moeijelijklteid. In den laatslen tijd hadden zich
omstandigheden voorgedaan, die aanleiding gaven te vermoeden dat het
doel, daarmede beoogd, ook nog op eene andere wijze zou kunnen
bereikt worden. De school van den heer Japikse zou waarschijnlijk spoedig
mede te klein zijnen dan deed zich de vraag voor of het niet beter was
de tusschenschool daar te vestigenwaardoor zij meer onder hel bereik zou
zijn van den directeur en de directrice. De heer Buys meende dat men bfl
eventuele overdragt van grond aan het rijk de zorg voor eene nieuwe exer-
cielieplaals als voorwaarde moest verbinden, aangezien men anders gevaar
liep dat het garnizoen wierd weggenomen. Wat hel bouwen der tusschen
school betreftbleef hij bij zijne opinie dat daartoe wel degelijk grond aan
eene der zijden van de Ruïne kon aangewezen wordenhad men andere
plannen met die school, dan moesten die worden opgegeven, want de tegen
woordige toestand cischte dringend voorziening. Daar het rijk toch op de
Ruïne een afzonderlijk gebouw wilde zetten, kon er, zijiïs' inziens, ook wel
eene school eene plaats vinden. Hij stelde daai'om vodr aan hh. curatoren
kennis te geven dat men bij den afstand der Ruïne zich voorbehield een ge
deelte te reserveren voor het houwen ccncr school De heer Eigeman was
er voor daaraan ook een zekeren termijn te verbindenhetgeen de voorzitter
niet wcnschelijk voorkwam. De heer Hartevelt was mede voor eene tijdsbepaling,
t. w. voor 1 April, w nt bijaldien men dit niet deed dan liep men gevaar bij het
einde van 1873 nog even ver te wezen als nu. De heer van (tuieren stolde voor
de zaak voorloopig nog geheel te laten zooals zij thans was. Nadat dc ver
schillende sprekers nog nader littnne zienswijze hadden uiteengezet, werd
het voorstel Ilartevclt met 14 tegen 8 stemmen aangenomen. Het voorstel
Buys werd door burg. en weth. overgenomen. Op verlangen van den hoer
Buys werd daarbij nog gevoegd «indien curatoren daartegen geen bezwaar
hebben". Op die wijze, meende dc voorsteller, zou men spoedig zien of