li li IT I-: mA NI SC I i K BEKIGTtëN. besteden gelden op de begrootiug van 1873 geheel of gedeeltelijk zullen worden aaugebragt. De kamer vesligt de aandacht op deze hoogst gewig- lige zaak en hoopt, zoo mogelijk, hierdoor te bevorderen dat eindelijk een begin van uitvoering worde gemaakt met eene verbinding, die reeds lang redenen van bestaan had, maar door de verbetering van de haven van llar- lingen nog veel dringender wordt gevorderd. Naar men uit Wouw, Noordbrabant, meldt, heeft aldaar een vreese- Ijjke misdaad plaats gehad. Zekere D.wonende aan het zoogenaamd Nieuwe- Dorp onder die gemeente, werd onder het huiswaarts keeren op het onver wachtst dcor eenige in het bosch verscholen mannen aangevallen en zoodanig met messteken verwond, dat hij meer dood dan levend op den weg bleef liggen. Twee der vermoedelijke daders zijn door de policie naar Breda overgebragt. liet geregtelijk onderzoek duurt voort. Een machinist van den Grand Central Beige, Dingsdag avond per trein van Aken naar Maastricht komende, naar aanleiding van een telegram zij ner vrouw, dat hem den dood van een hunner kinderen meldde, had.de onvoorzigtigheid aan het station Valkenburg lusschcn twee treinen Ic willen doorgaan en werd door den iocomotief omver geworpen, waarby het rad hem den schouder verbrijzelde en aan de zjjde en voeten kwetste, llij is den volgenden dag overleden. 'sGRAVENHAGE, 8 November. Door den Nederl. consul in Denemarken is de heer E. A. Bcndixsen aangestqlgi tot zyne vice-consul te Thisted. Heden heeft de hooge raad, burgerlijke kamer, uitspraak gedaan in de zaak van jonkvrouwe L. A. Vegelin van Claerbergen, eischeresse in cas satie, tegen haren echtgenoot mr. S. G. Wiersma, verweerder. De raad heeft zich verecnigd met de gronden, die het prov. geregtshof van Noordholland hebben geleid om het kind, grootvader van vaders zijde gebruik heeft gemaakt van niet aan een der beide ouders, maar aan den toe te vertrouwen en geoordeeld dal het hof eene hem bij de wet toegekende bevoegdheid. De raad heeft de voorziening in cassatie verworpen, met veroordeeling van de requirante in de kosten. Voor het prov. geregtshof in Zuidholland stonden gisteren teregt A. R., kantoorbediende bij de heeren Meyer, N'olet en C°.te Schiedam, en A. v. d. R. scheepsagent te Brielle, beschuldigd van: de lc valschheid te hebben ge pleegd in twee onderhandsche geschrillen en valschheid in een geschrift van koophandel, de 2e het des bewust gebruik maken van de voormelde valsche stukken. Ter toelichting van deze zaak, die zeer ingewikkeld is en waarin menige belangrijke regtsvraag voorkomt, strekke het volgende. In het laatst der maand November van het vorige jaar bevond zich te Schiedam een Noordsch vaartuig met eene lading tarwe en het verliet ook weder die plaats, nadat de kapitein met de cargadoors Meijer, N'olet en C°.had afge rekend. Op de terugreisin de nabijheid van Brielle gekomengeraakte het vaartuig in, het ys vast en kon alzoo zijne reis niet voortzetten. Dit werd te Brielle opgemerkt en de scheeps-agent v. d. R. begaf zich naar den kapitein, om met hem te onderhandelen over de werkzaamheden die ver- eischt werden otp het vaartuig weder vrij te krijgen. Na daaromtrent met den kapitein te zjjn overeengekomen, telegrafeerde de agent naar de carga doors, met wien hij louter als agent en zonder vast salaris handelde, om raagtiging te erlangen tot het voorschieten van gelden, die voor de werk zaamheden mogten noodig zjjn. Deze magtiging ontvangen hebbende, wer den er Brielsche slampampers of sloeperlieden aangenomen, die voor hupne diensten ƒ200 zouden ontvangen, maar zij mogten niet slagen het schip van het ys te bevryden. Toen werd er aangenomen een stoomboot van de Zuidhol- landsche stoombootmaatschappij, die het werk volbragt en daarvoor 100 ont ving. Tot zoover ging alles regelmatig, maar nu komen de daden, die het onder werp van behandeling bij het hof uitmaakten. De schipper van de sloepers, die dacht dat. toen zijn werk geen uitkomsten opleverde, hrj ook niet zou worden betaald, ontving op zekeren dag. toen het reeds duister was, ten huize van den agent in bijzijn van den Is1"1 besch. ƒ100 en teekende daar voor eene quitantie van ƒ200, maar maakte daarop geen aanmerking, omdat hij dacht dat de andere ƒ100 voor den kapitein van de stoomboot waren. Aan het bedrag van deze quitantie nu werd later door den l»»™ besch. eene nul toegevoegd, daar reeds in hel corps van de quitantie ƒ2000was gesteld. Van de sloombootkapitein werd in het geheel geen quitantie gevorderd en toch werd cr later een opgemaakt en geschreven door den lsle» besch. ten bedrage van ƒ1200 en onderteekend door een onbekend persoon. Het derde stiik. dal door den lstrD besch. valschelijk vervaardigd werd en doorv. d. R. ondertcekend waswas de generale onkostenrekeningwaarop de twee posten van 2000 en 1200 bovenaan voorkomen en die een toiaal bedrag van ƒ4000 in plaats van de werkelijke kosten, ƒ1320, aangeeft. Deze drie stukken 1111. de valsche quitantiën en de onkostenrekening. werden in het bezit gesteld van den kapitein van het Noordsche vaartuig, maar het is niet gebleken dat beiden of een der besch. eenige belooning of geldelijk voordeel voor hunne werkzaamheden hebben genoten. Alleen blijkt dat de kapitein, die waarschijnlijk in Noorwegen zijne geregte straf niet zal ontgaan, de besch. heeft gebruikt om stukken te bekomen, ten einde assuradeuren meer te doen betalen dan de werkelijke kosten waren geweest. Dat dit laatste het geval is blijkt uit de informatiën, welke de gemagtigde van de Esland- sche scheepsassurantie-maatschappij hier te lande, op haar verzoek, bekwam, daar deze mis uitkwamen. Beide besch., die hunne handelingen op elkan ders schouders trachtten te brengen en in hoofdzaak het hun ten laste ge legde erkenden, gaven op dat zij niets hoegenaamd als belooning hadden ge noten en dat zij steeds te goeder trouw voor den kapitein van het Noord sche vaartuig waren werkzaam geweest. Nog moet worden vermeid dat deze zaak door het hof werd behandeld ingevolge een arrest van den hoogen raad in raadkamer gewezen op hel beroep van den proc.-generaal bij het hof. omdat de raadkamer van het hof meende dat de besch. moesten buiten I vervolging worden gesteld, daar hier moest worden gedacht aan medeplig- ligheid van het gebruik maken van valsche stukken door een vreemdeling jegens een vreemdeling gepleegd. Adv.-generaal m'. van Maanen eischle voor beide besch. eene veroordee- ling tot tuchthuisstraf van 5 tot 15 jaren en bovendien voor den eersten besch. zes en voor den tweeden besch. drie geldboeten van /50. Als verdediger voor den lc" besch. trad op mr. A. W. Jacobson, die dezi strafzaak een eigenlijk gemaskeerd civiel proces noemde; het was eeot laakbare, ligtzinnige, af te keuren handeling, maar viel z. i. niet in de ter. men van de strafwet. Mr. van Gigeh, voor den 2cn besch. optredende, deelde mede dat zijn client, gepensioneerd landsambtenaar, gedurende 3i jaren trouw zijne betrekking van loods heeft waargenomen en er ook gedu rende al dien tijd niet op den man is aan te merken geweest; alleen deel hij dit opmerken, dat, indien er een standbeeld voor de domheid moest worden opgerigt, v. d. R. daarop moest worden geplaatst. Wat de valsche stukken betreftgeloofde pleiter dat de generale onkoslen-rekening gen geschrift van koophandel kon heeten. De uitspraak is bepaald op Woens dag aanst. ENGELA Nf 5S. LONDEN 7 November. Het stoffelijk overschot van het lersche parlementslid, Maguire, is Dublin naar Cork overgebragt. De lord-mayor, de lord-kanselier en andere hooggeplaatste mannen begeleidden den wagen naar het spoorweg-station, waarheen zich ook een groot aantal ingezetenen begeven had. Daar Ma guire een weduwe en 7 kinderen in niet schitterende omstandigheden ach terlaat werd onmiddellijk door verscheidene invloedrijke heeren en ambte naren een inschrijving voor de weduwe geopend. Bij gelegenheid van de laatst gehouden vergadering ter bestrijding vai den slavenhandel in de binnenlanden van Afrika, werden daaromtrent door den heer Stanley de volgende bijzonderheden medegedeeldTe Zanzibar wonen 17000 rijke Banians, met wier geld de slavenhandel gedreven wordt Zij schieten aan ondernemende Arabieren, die van Muscate komen, voor, waarop zij eene winst maken van 100 pCt. Een Arabier, die met eene karavaan uitgaat, neemt voor 3000 a 5000 dollars aan laken, kraln en ijzerdraad mede, en vertrekt naar Unyanycmte, maar daar zijn de slaves te duur; zij kosten er 10, 20 of 30 dollar per hoofd; hij gaat dus door tol Ujiji, waar zij per hoofd slechts 0 a 10 dollars kosten; maar ook dit nog te veel om zijne schraapzucht en die van den woekeraar, die hemgeM geleend heeft, te bevredigen, en de expeditie trekt dus het meer Ta» ganyika over, en naar Beneden-Manyemaalwaar 80 of 100 van geweres voorziene manschappen voldoende zijnom al de inlandsche stammen let onder te brengen. Men begeeft zich naar een dorp, alwaar men een voor raad kralenenz. ten toon spreidten terwijl de vrouwen de sieraden In- wonderen en de mannen de duurzaamheid der kleedingstukkcn onderos kengeeft de aanvoerder aan zijne in hinderlaag liggende mannen het bevel tot den aanval en er volgt een hartverscheurend moordtooneel, waarin de vrouwen en jongelingen worden medegevoerd. Uit -Calcutta wordt gemeld dat sedert het uitbreken van de cholera, op 25 October, zich 828 gevallen hebben voorgedaan onder de Eiiropeescbe soldaten en hunne gezinnen, waarvan 529 met doodelijken afloop. Deziekti heerscht nog steeds, maar heeft een minder kwaadaardig karakter je kregen. FRANKRIJK. Bij gelegenheid dat het hof van rekeningen of de rekenkamer Kaas dag 11. hare werkzaamheden hervatte, heeft de voorzitter van dat colligit medegedeeld, dat het, naar men aanvankelijk meende, onherstelbare en voor den goeden gang der administratie onoverkomelijk geachte verlies van alk bescheiden, die op de comptabilcit betrekking hadden en die, met het ver dere archief en de boekerij van het hof, bij de branden van Parijs van Mei 1871 eene prooi der vlammen zijn geworden, gelukkig, dank zij den ijver en de inspanning, die bij alle takken der staatsdienst is betoond, zoodaai.' hersteld is, dat het bestuur en de controle van 'slands financiën op gen- gelde wijze herval zijn kunnen worden, üp zeer enkele stukken na zjjs de verloren gegane stukken, op aangelegenheden betrekking hebbende, bij het hof nog aanhangig warendoor nieuwe kunnen worden vervang» In dit opzigt waren de sporen van het gruwelijke oproertegen alle ver- wachling, volledig uitgewischt. Op de door den prins Napoleon ingediende geregtelijke aanklagt, If zake van zijne uitzetting uit Frankrijk, is door den procureur-generaal I*- slist dat hij zich niet bevoegd achtte daaraan gevolg te gevendewijl M bevel tot uitzetting door den president van den ministerraad uitgevaardigf en dus als eene regeringsdaad te beschouwen was, waarover het oordd uitsluitend tot de bevoegdheid der nationale vergadering behoorde. Deprif heeft daarop een door de dagbladen openbaar gemaakt antwoord gegevti- waarin hij in eene uitvoerige wederlegging van het betoog van den procureur- generaal treedt en verklaart dat hij alle door de wet aan de hand gegeffl middelen zal uitputten, om tot eene geregtelijke beslissing der aangelegen- heid te geraken. De theorie van den procureur-generaal, zegt de prins buitensporig stout. Er zou nil volgen dat, indien de heer Thiers mij19 dood had veroordeeld, de prefect, van policie en zijn kabinetschef mij hadd» mogen ter dood brengen, zonder dal de magistratuur zich er mede hadh bemoeijen. Voorts zegt hij datzoo het hem vergund ware geweest zij' goed regt voor een rcgterlijk collegie te bepleiten, hij in herinnering gebragl hebben, dat hij in 1849 een voorstel in de wetgevende vergader»- heeft gedaan tot afschaffing van alle verbanningswetten tegen de Hourb® schc familie; ook heeft hij in 1849 voorgesteld de opstandelingen"1 Junij noch vergiffenis te schenken, noch te deporteeren; maar hen voor re? ters te brengen. Hij zal niet spreken over de stappen, die zijn vader"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 2