LEIDSCHE COURANT. f871 .V. 193. OPROEPING saw VRIJDAG 16 AUGUSTUS. ST ADS-BERICHT EN. in werkelijken dienstvan miliciens-verlofgangers der lichtingen van 1868 en 1869. P ATEN TB 1. ABEI. BINNEN LA N DSC HE BKRIGTEN. De Courant verschijnt dagelijks. Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 3.franco p.p. f 3.&0 met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor /2.5Ö 's jaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.—. iedere regel meer 25 cents. Advertentiën voor Dnitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door HAASENSTEIN VOGLER, Expeditie-Kantoor van Advertentiën te Hamburg, LubeckFrankfort a. Al.Berlijn, Leipzig, Dresden, BreslauKeulen, Stuttgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne DE BURGEMEESTER VAN LEIDEN™ Gezien de Circulaire van den Heer Commissaris des Rollings in de pro vincie Zuid-Holland, van den 17den Juli 11., A, N°. 5240/1 (2e afd.), Pro- vincianlblad N". 54; Brengt ter kennis van de belanghebbenden dat, bij Zr. M5. besluit van den 29!leD Mei jl.N°. 2, de Heer Minister van Oorlog is gemachtigd om, tot het houden van practische oefeningen in de legerplaatsen te Zeist en te Milligen en van najaarsoefeningen in het algemeen, te dezen jare in wer kelijken dienst op te roepen de hierna vermelde miliciens-verlofgangers, onder bepaling dat de opgekomen infanteristen vóór ol op den 17den Sep tember, en de opgekomen artilleristen, zoodra zij uit het kamp terugkeeren of gedurende 30 dagen in activiteit zijn geweest, in het genot van groot verlof zullen worden hersteld; dat ten gevolge daarvan genoemde Minister de vereischte bevelen heeft uitgevaardigd tot het oproepen in werkelijken dienst: tegen den 27sten Juli e. k. van al de miliciens-verlofgangers der lichting van 1863 van het korps Pon tonniers en van het 2' en de helft van die van het le regiment Vesting artillerie tegen den 13'1"1 Augustus e. k. van al de miliciens-verlofgangers der lichtingen van 1868 en 1869 van het regiment Grenadiers en Jagers en van de overige regimenten Infanterieen legen den 22sl'° Augustus daaraanvolgende van de overige miliciens-verlofgangers der lichting van 1868, van liet lc, en van allen van dezelfde lichting van het 3e regiment A'esting-artillerie met bepaling dat de manschappen der lichting van 1868, zoo van de infanterie als van de artillerie, die vóór den l,len Augustus dezes jaars gehuwd zijn, ditmaal buiten oproeping worden gelaten: dat mitsdien bedoelde miliciens verplicht zijn zich, voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrustingdoor hen b'j huil vertrek met groot verlof medegenomen, alsmede van hunne verlofpassen en zakboekjes, op het bepaalde tijdstip bij hunne korpsen te bevinden: dat aan die miliciens, welke, hetzij daartoe verpligt of op hun verlangen, zich rechtstreeks naar hunne korpsen begeven, nadrukkelijk wordt aanbe volen om te zorgen, dat zij op den 27»'™ Juli, of op den 13de" of 22stl'° Augustus aanstaande, naar gelang der categorie waartoe zij beliooren, des namiddags vóór vier uren. bij hunne korpsen zijn aangekomen; dat den overigen in detachement te vereenigen miliciens van het 2le regiment vesting-artillerie en van het korps Pontonniers wordt gelast, op Zaterdag den 27 Juli aanstaandedes voormiddags te half twaalf, tegen woordig te zijn aan het lokaal van hel Provinciaal Bestuur te 's Gra- tenhage dat de miliciens, die meer dan dertig kilometers moeten afleggen, van het gewone reisgeld tot aan de plaats van heslemming zullen worden voor zien, ,tot de uitbetaling waarvan ter Secretarie wordt gevaceerd gedurende twee of drie dagen vóór den tijd lot de opkomst bepaald, van 's voormid dags 10 tot 's namiddags 2 uren; en eindelijk, dat, bijaldien ziekte of andere wettige redenen hen mochten verhinderen aan deze oproeping te voldoen, zij daarvan tijdig ter plaatselijke Secretarie behooren kennis te gevenin het eerste geval onder overlegging eener geneeskundige verklaring. En ten einde niemand hieromtrent onwetendheid zoude kunnen voorwen den, geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Caurant. De Burgemeester voornoemd; Leiden, 25 Juli 1872. v. d. BRANDELER. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te weten, dat de ingevulde patentbladen, over het dienstjaar 1872 en 1373, voor de wijken I. 2, 3 en 4, bij het Collcgie van Zetters, in eene der vertrekken van hel Raadhuis dezer gemeente, verkrijgbaar zijn dagelijks, met uitzondering van den Zondag, van des middags twaalf lot twee uren cn wel lot en met den 17den Augustus eerstkomende, terwijl na liet verstrijken van dien tijd dc onafgehaalde patenlbladen van die wijken aan de deurwaarders der directe belastingen alhier, ter uitreiking, moeten wor den afgegeven, die, voor hunne moeile, mogen eischen tien cents zon der meer. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. De Burgemeester voornoemd. Leides, 7 Augustus 1872. STOFFELS, Weth. 1 B. I LEIDEN, 15 Augustus. In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad is benoemd tot hulponderwijzer aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onder wijs 1» kl.voor jongens, G. J. van der Poll, en tot hulponderwijzer aan de openbare lagere school n°. 1 voor minvermogenden, P. Molenaar. Tot leden, uit den gemeenteraad, van de commissie voor het akademisch zieken huis werden benoemd de hh. Bijleveld en Eigeman, welke heeren zich die benoeming lieten welgevallen. Bedoelde commissie bestaat uit vjjf leden een der curatoren van de hoogeschooltwee hoogleeraren uit de geneeskun dige faculteit en twee leden van den gemeenteraadgeen hoogleeraren zijnde. Tol leden voor het collegie van zetters van 's rijks directe belastingen wer den op nieuw benoemd de hh. J. I. van WensenA. II. Eigeman en J. Pi Rietbergen. Aan de orde was verder een verzoek vail J. van Lilh ter bekoming van gemeentegrond huilen dc voormalige Witlepoort, aan de brug, ter grootte van 26 arcs, 28 cenliares, ten einde daarop vier woonhuizen te bouwen. Burg. en weth. hadden gemeend eene afwijzende beschikking op dit verzoek te moeten aanraden; de commissie van fabricage (hare meerderheid) en de commissie van financiën waren vóór de inwilliging van het verzoek. De .heer van Gilleren verklaarde dat hij de minderheid uitmaakte van de com missie van fabricage, en dat hij het jammer zou vinden wanneer door de stad liet bedoelde terrein werd afgestaan. De heer Stoffels had met genoegen gezien dat dit verzoek was ingekomen, uithoofde alhier gebrek aan woonhuizen was. Nog heden had hij eene aanvrage gekregen of hier ter stede ge legenheid was een goed huis voor ƒ600 le huren. Het fraaije gezigt, waarvan gesproken was kon niet opwegen tegen het belang dat men had bij woonhuizen. Het wasin het belang der gemeente iels tot hare welvaart toe le brengen en het getal te vermeerderen van hen die in de belastingen doelen. Daarom mogt men zich wel verheugen in de aan winst van 4 huizen, die voor ƒ500 a ƒ600 zouden verhuurd worden. De voorzitter verklaarde het gevoelen van den heer Stoffels niet te kunnen deelen. Wel was het liern niet onverschillig of zich hier familiën vestigden, maar er waren nog wel andere plaatsen in de slad ter bebouwing geschikt, zoodat men niet een der fraaiste punten behoefde in te nemen, en als een plan, dat aan den raad eerstdaags zou worden voorgelegd, mogt worden aan genomen dan zou er nog wel gelegenheid zijn om 40 woonhuizen te plaatsen. De heer Goudsmit was van meening dat het hier niet gold eigendom der stad, maar eigendom van ingezetenen af te staan aan ingezetenen. Men sprak van een mooi gezigt; maar len einde aan enkelen gelegenheid te geven te zien, zou men anderen de gelegenheid ontnemen le wonen; dit was, zijns inziens, eene absurditeit. Wat het bouwen op eene andere nog daar toe te verkrijgen plaats betrof, het was te bezien of dc menschen zich wel zouden laten brengen naar het Plantsoen. Overal werd liet bouwen van huizen aangemoedigden hier zou men zijn best doen de menschen weg te j igen. Hij zou de laatste zijn, in het belang der gemeente om van menschen die hier willen wonen het verzoek daartoe af te wijzen. De heer Stoffels voerde nog aan dat er gezegd was dal aan de overzijde gelegenheid was, maar dit ging niet aan; men kon toch hier moeijelijk zeggen: gaat naar Zoeiervvoude. De heer Krantz zag er slechts eene quaeslie van smaak in. Het voordeel, dat hier, door het bouwen van die vier huizen, zou verkregen worden, was zeer gering, in de onmiddellijke nabijheid was nog grond ge noeg le verkrijgen. De heer van Heukelom was legen het verzoekalleen uit het oogpunt der beginselloosheid waarmede men hier met het bouwen tewerk ging. Hij zou verlangen een vast plan, en niet het volstoppen hier en daar van ledige, plekken. De heer Goudsmit merkte hierop aan dal dit zou opgaan wanneer er sprake was van een planwaarnaar dc stad zou bouwenmen kon toch moeijelijk aan particulieren de exceptie toewerpen: gij vraagt grond om le bouwen, dc slad heeft geen plan, dus kunt gij den grond niet krijgen. Dit zou een onverdiende straf zijn. De heer Harlevelt verklaarde zich voor het verzoek, want er was gebrek aan woningen, voor menschen die zich hier wilden vestigen, uitgelokt door het zoo goed georganiseerde onderwijs, waarvan de roep lot in Indië was doorgedrongen; zelfs was onlangs nog aan boord van de Conrad het plan besprokenom zich hier le vestigen wanneer men grond zon kunnen krijgen om huizen le houwen. Voort*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 1