streken ontlastte, is in hel naburige Kekerdom de bliksem geslagen in de r. k. kerk. Een gedeelte van de kerk en den toren zijn verbrand. Zalnrdag avond 11. is de bliksem geslagen in eene hofstede, behoo- rende bij het buitenverblijf, genaamd hel Kraaijenvcldonder Sleenvvjjk. De bouwmanswoning en een gedeelte van het heerenhuis werden verwoest, terwijl van den inboedel van de bouwmanswoning slechts het allernoodigsle werd gered. De oogst van het voorgaande jaar, waaronder ongeveer 30 last tarwe, haver en rogge, werd een prooi der vlammen. Door den gemeenteraad van Kampen is besloten eene gemeente-gasfa briek op te rig ten. Zondag morgen is de pleiziertrein van Groningen naar Arnhem nabjj het station Koekange, door te late aankomst en, naar men zegt, verkeerd sein, tot op een afstand van ruim 1 !/2 meter, bijna op den gewonen trein naar Groningen gestooten; ware zulks niet gelukkig even van te voren opgemerkt en was de trein niet onmiddellijk gestoptde ramp had niet te voorziene gevolgen kunnen hebben, daar hel aantal reizigers in eerstge- noemden trein ruim 1000 bedroeg. Uit Bergen op Zoom wordt aan de Amh. C. gemeld dat in den nacht van 5 op 0 dezer brand is geslicht in de woning van L. F. L.. welke wo ning in weinige oogenblikken in de asch lag. Algemeen vermoedde men dal de bewoners, wier inboedel boven de waarde verzekerd was, dien brand opzettelijk zouden hebben gesticht. Een geregtelijk onderzoek werd inge steld en de vrouw, P. R.als verdacht gearresteerd. Deze vrouw was thans voor de derde maal gehuwd; haar vroegere man was Jan Korthout, met wien zij destijds te Oisterwijk woonde cn in den grootslen onmin leefde, waarvan het gevolg was, dat zij in den zomer van 1869, toen haar man slapende ie bed lag. na eerst de lakens van zijn bed te hebben getrokken, om die niet met bloed te bevlekken, hem met een hakbijl het aangezigt kloofde en sloeg, zoodat hij onder de slagen bezweek. De feitelijkheden, die zij aan den overleden man wist ten laste te leggen jegens haar voor- dochtertje, droegen er zeker toe bij dat zij wegens het onmensehelijk feit slechts 3 jaren in de gevangenis heeft doorgebragt en bovendien aldaar met huiselijke werkzaamheden werd begunstigd. Indien het haar thans ten laste gelegde feit van brandstichting wordt bewezen, zal hare vroegere misdaad zeker veel tot verzwaring van straf bijdragen. Berigten uit Paramaribo van 20 Junij bevatten o. a. het volgende- Bij gonvernements-resolutie van 30 Mei jl.is de commissaris te Paramaribo, G. Duyckink, tot dusver belast met het algemeen toezigt in de controle over de immigranten, die zich in de kolonie bevinden, met ingang van 15 Junij, voorloopig, in afwachting van de benoeming door den koning van een regent-generaal, tot de vervulling van de aan die betrekking verbonden iunctiën gequalificeerd en zulks onder den titel van waarnemend regent- generaal. Te Berbice hebben op de plantage Albion eenige ongeregeldheden plaats gehad die echter spoedig bedwongen zijn. Te St. Vincent beeft op het marktplein een zware brand gewoed ten ge volge waarvan al de zich daarop bevindende gebouwenbehalve hel telegraaf kantoor en het bureau van een dagblad, een prooi der vlammen zijn geworden. Het verlies wordt op 6000 geschat. Mcnschenleveus zijn daarbij niet tg betreuren. Blijkens het verslag van ged. staten van Zuidhollaud op 31 Dec. 1871, bestond de bevolking dezer provincie op 31 Dec. 1871 uil 346,132 inwoners van het mann. en 368,114 van het vrouw, geslacht, te zamen 714,246, zijnde 2809 meer dan een jaar te voren. Geboorten in 1871 14347 jongens en 13980 meisjes, te zamen 28327. Stcrlte 13317 mann. en 13451 vr. gcsl. 27263. Huwelijken 5589echtscheidingen 57. Wat de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven betreft, de rekening van 1870 geeft voor de eersten ƒ498,109, voor de laalsten ƒ483,755, zoodat dit jaar oplevert een voordeelig saldo van ƒ14354. De begrooling voor 1872 luidt in slotsom: inkomsten en uitgaven beiden ƒ50',! 69. Aantal kiezers voor leden van de gemeenteraden in de (193) gemeenten te zamen, volgens de in April 1871 afgesloten lijsten. 29890, dus 502 meer din in 1870. Het totaal der gemeenteontvangsten in 1870 beiiep 9,OU,749, dat der nitgaven ƒ7,801,278. De pokhea-e|idemie, in J870 begonnen, bleef het volgende jaar voort duren en veroorzaakte een buitengewone sterfte in Zuidholland. Er stierf 1 van 24.53 inwoners; in 1869 was de sterfte 1 van 36.15. Men had in deze provincie 239 mcd. doctoren11 artsen244 plaltelands- heclmceslers. 48 stedelijke heelmeesters, II officie: en van gezondheid, te zamen 533 geneeskundigen. Sterkte der schutterij in deze provincie: dienstdoende 11926 man, rus tende 9247, te zamen 21173. Algemeen totaal van den lec ban 18899. 's GRAVENHAGE, 16 Julij. Naar wij vernemen heeft Z. M. de koning-groothertog benoemd tot ridders der Luxeinburgsche orde van de Eikenkroon, de bh. J. M. Kemps, chef van het Rijnspoorslation den Haag, en B. Tweedy, inspecteur van de loopcitde dienst en de stations der Ned. Rijnspoorwegmaatschappij te Utrecht. De heer A. L. van den Rergh, vice-consul te Portsmouth, is bevorderd tot consul aldaar. Z. M. heelt goedgevonden den luit. ter zee 2' kl. jhr. S. E. T. de Vay- nes van Brakell. wegens ongeschiktheid voor de dienst, ten gevolge van in, niet dror de dienst ontstane ligchaamsgebrcken voor den tijd van twee ja- r<n op pensioen te stellen. H. M. de koningin is sedert gisteren ligt ongesteld. Ten gevolge daar van konden de markies de Tavistock en nog andere voorname personen, die de eer hadden gisteren bij 11. M. op het Huis ten Bosch ten diner te zijn geuoodigddaarvan geen gebruik maken en ouk de audiëntie bij li. M. van jhr. Paul Bnchastcl, Z' IIs gewezen gezant te Rome, kon geen voort gang hebben. Gisteren mogt de heer P. G. Rademaker den dag herdenken waarop hij voor 25 jaren bij de Iloll. ijzeren spoorweg-maatschappij in dienst trad. Het vertrek (boven de vestibule en het plaatsbureau) waar de heer Radema ker, thans chef de bureau van de le afdeeling, onder den ingenieur Mout- liaan, voor de veiligheid van den weg waakt, was toepasselijk en zeer smaakvol versierd met planten, vlaggen en groen, terwijl boven den feeste- lijken zetel een schild prijkte, waarop met zilveren letters op blaauw veld stond; «hulde aan den chef de bureau der le afdeeling P. C. Rademaker 1847— 14 Julij—1872 door zijn medeamblenarcn." Een blijvend bewijs van de achting, die allen hem toedragen, werd hem gegeven in den vorm van een prachtige pendule met twee coupes, geheel van zwart marmer met bier en daar een klein gulden rankje ingewerkt. De maatschappij en de talrijke vrienden van den jubilaris hebben in zilver en op andere wijzen van instem ming met de woorden en daden der medeamblenaren van den heer Rade maker bljjk gegeven. Den 22stcn dezer zal alhier een feest gevierd wordenzeldzaam in de jaarboeken van het Nederlandsche leger. Een vijftigtal officieren der genie zullen zich dien dag alhier bevinden, om den inspecteur-generaal van forti ficatiën hunne hulde te brengen ter gelegenheid zijner vijftigjarige dienst vervulling. De generaal-majoor W. S. van der Hart Beek werd in 1822 be noemd tot 2dcn luitenant bij het corps ingenieurs, mineurs en sappeurs. Bij het uitbreken van den Belgischen opstand te Bergen in garnizoen zijnde, zag hij zijn woning door de muitende benden plunderen. Na een jaar krijgs gevangenschap nam hij eerst deel aan hel in staat van verdediging stellen der citadel van Antwerpen en daarna van het fort Lillo. Achtereenvolgens zag hij zich daarop belast met belangrijke werken van verdediging en werd hij in 1864 als kolonel benoemd tot inspecteur in de l»lt inspectie der genie. Door den minister van oorlog Blanken in 1865 aan het hoofd gesteld van hel bureau der genie aan hel dep. van oorlog, werd hij reeds in 1866 dooi den minister van den Bosch benoemd tol inspecteur-generaal der genie, eene betrekking die na Kraijenhoff' niet meer vervuld was. Het is in die betrekking, dat de aanzienlijke verbeteringen aan ons inundaliestelsel voor namelijk door hem zijn voorgesteld, en dat hij deel nam aan de beraad slaging over de meest gewigtige aangelegenheden van deze dagen, o a. de droogmaking der Zuiderzee, de verdediging onzer zeegaten enz. Allen, die met den generaal van der Ilart Beek in aanraking komen, bewonderen bij zijne groote wetenschappelijke kennis eene zeldzame helderheid van geest, terwijl het krachtig gestel van den zevenligjarigen man nog tegen een inspectie te voet gedurende een geheclen dag bestand is. (iV. C.) Dezen ochtend ten half vijf ure werd in de gracht aan de Hooikade alhier drijvende gevonden het lijk van de 25-jarige modiste M. R., laatst woonachtig te 's Bosch. Uit de in haar hoed gevonden briefjes bleek, dat zij uit wanhoop tot den zelfmoord gekomen was, aangezien haar minnaar, die voor eenige weken wegens diefstal in het Politieblad onder de gesigna- lecrden voorkwam, de stad en haar verlaten had. Op hel drooge gebragt waren er nog sporen van leven te bemerken, doch de aangewende pogingen om de levensgeesten op te wekken bleven vruchteloos. De hoed der onge lukkige was aan den waterkant vastgehecht, men vond daar ook nog een toegevouwen briefje, waarop de woorden: «vischt hier en gij zult vinden." BUITENLANDSCIIE BEHIG'lKN. ËNtiELA KT Ï3. LONDEN, 15 Julij. II. M. de koningin heeft aan den keizerlijken prins van Frankrijk ver gunning verleend, den cursus op de kon. militaire school te Woolwich bij te wonen. Eene aan het parlement medegedeelde opgave aangaande den aanbouw van schepen in 1871 verspreidt een merkwaardig licht over de verandering in dien lak van nijverheid. Van 1022 schepen met eenen inhoud van 391,05'! tonnen, welke in 1871 gebouwd werden, waren er slechts 485, met 60260 tonnen, zeilschepen; daarentegen 537, me! 330,798 tonnen, stoomschepen. Hetzeltde geldt van de met het einde van 1871 nog op stapel staande sche pen ten getale van 710 met eenen inhoud van 427,658 tonnen; daarvan zijn 438 stoomschepen met 380,896 tonnen, en 272 zeilschepen met 46762 tonnen. Op 10 Juljj zijn de 76-jarige mejufvrouw Squires en hare 38-jarige dochter in hare woning in llyderoad in de Londensche wijk Hoxton, al waar zij een boek- en papierhandel dreven, vermoord gevonden. De moor denaar schijnt haar met een zwaar werktuig de hersenen ingeslagen te hebben, cn is, na verscheidene kasten en laden te hebben opengebroken, ontvlugt. Hij is nog niet ontdekt. In beiigten uit Indië wordt gesproken-van een plan om in het llima- laya-gcbergle een nederzetting voor Europeanen te slichten. In die heer lijke. gezonde bergstreek zouden dan Brilsch-Indische kolonisten, voor wie een langer verblijf in de heete gewesten onnoodig of onraadzaam is, en j wier omstandigheden het moeijelijk maken naar Engeland terug te kee- 1 ren, zich metterwoon kunnen vestigen. Indië zou daardoor voor zijne Brit- sche bewoners in werkelijkheid een tweede vaderland kunnen worden, ter- j wijl het nu voor de meeslen slechts een oord is, waar men zich heen be- 'i geeft met, hel doel om het zoo spoedig mogelijk weder vaarwel te zeggen. 1 In Britsch Indië is de maand Junij verschrikkelijk warm geweest. J Reeds des morgens teekende de thermometer 90" F, terwijl men door het i zwoel weder 's nachts niet slapen kon. Nu en dan viel er wel wat regen, l doch de moussonwaarnaar men reikhalzend uitzag, kwam niet door, en het bleef even warm. Vooral in de vallei der Ganges in Madras en in de omstreken van Bombay cn Bengalen was de hitte ondragelijk. Het vee be zweek bij honderden stuks en menigeen kwam door een zonnesteek of be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 2