handel le Leiden maakte eene gunstige uitzondering. Deze had zichvóór
zich te beklagen, eerst lot den directeur-generaal gewend om inlichtingen.
Deze had hij zich gehaast te geven, en daarop de groole voldoening mogen
smaken, dat de kamer zich geheel met zijne redenering had kunnen ver
eenigen, zich niet had aangesloten aan de beweging legen de maatschappij
en zelfs verzocht had haar schrijven aan den directeur-generaal en zijn ant
woord te mogen publiceren. Hiertegen had de directeur-generaal echter be
zwaar gehad, alvorens hij in de gelegenheid geweest was. zich ook tegen
over zijne committenten, de aandeelhouders, te kunnen verdedigen.
Tc Amsterdam is eergisteren avond ook de 30sle algemeene vergadering
gehouden van de maatschappij tot bevordering der bouwkunst. De toestand
dier maatschappij is allezins bevredigend. Er had geen uitreiking plaats
van eereprijzen aan bekroonde inzenders van door de maatschappij uitge
schreven prijsvragen: wegens onvoldoende mededinging konden die prijzen
dit jaar niet worden toegestaan; wel werd loflelijke melding gemaakt
van twee ontwerpen van een gasthuis, waarvan de eene ontwerper de heer
Boerbooms en de andere onbekend was.
Nabij Gildehaus is een boer, die voor vier weken zijne woning zag
afbranden, en wiens gewas dezer dagen door hagelslag werd vernield, tot
eene zoodanige zwaarmoedigheid vervallendat hij zich van het leven heelt
beroofd.
Te Breda werd Maandag II. een feestgevierd, dat, wegens zijne schoone
strekking, algemeen bekend verdient te worden. De verceniging voor han
del en nijverheid, met de kamers van koophandel en fabrieken le Dordrecht
en Bréda, zoomede vele vereerders der overbrugging van bet Hollandse!)
Diep, vereenigden zich met de ingenieurs, de aannemers, bouwmeesters, enz.
aan een souper in de groole zaal van het hof van Holland, tot herdenking
en waardering van het groole werk, dat Holland met Brabant heeft veree-
nigd. Bij die gelegenheid werd door den president, den heer J. A. van der
Burgh, namens handel en nijverheid, een even toepasselijk als prachtig ge
denkstuk aan den eerstaanwezenden ingenieur J. G. van den Bergh aange
boden. om te dienen als blijk van hulde aan allen, die den aanleg hebben
bevorderd van dit groote kunstwerk.
De uitvoering van het gedenkstuk was toevertrouwd aan den bekwamen
beeldhouwer, den heer J. Graven, le 's Bosch, die op eene uitnemende wijze
het opgevatte denkbeeld heeft verzinnelijkt; Mercurius en de Nederlandsche
maagd, in de eene hand eene openhangende papierrol houdende, waarop de
brug is afgebeeld, in de andere hand een lauwerkrans, ter bekrooning van
bet werk; terwijl aan hunne voeten, onder den krans en omgeven door de
zinnebeelden van handel, nijverheid en techniek, het borstbeeld van den
eerstaanwezenden ingenieur J. G. van den Bergh, en-medaillon, op den
voorgrond ligt. De groep staat op een voetstukdat aan bet voorfront ver
sierd is met een relief, voorstellende Neptunus zijn watervat uitstortende,
herinnerende aan den St. Elisabeth's vloed Hl/19 November 1421de'andere
zijvlakken vertoonen toepasselijke afbeeldingen, of dragen de namen van dei
regeringspersonen, ingenieurs en aannemers, die tot de voltooijing zamen- j
werkten.
I)e zaal was toepasselijk versierd, en niet minder dan 120 personen namen
aan het feest deel. Aan Z. M. den koning werd per telegram hulde gebragt;
het antwoord van Z. M. kwam kort daarna en was in de meest ver-
eerende bewoordingen vervat.
Binnenkort zal de regtbank te Maastricht in eene hoogst belangrijke
zaak te beslissen hebben. Bij kon. besluit van 5 Maart 1869 heeft de heer
E. de Beaumont, wapenfabriekant te Maastricht, een octrooi verkregen voor
den tijd van 5 jaren op de uitvinding van eene aangebragte verbetering van
het bekende achterladingsgeweer Chassepot, met bevoegdheid om bij uitslui
ting door het geheele rijk gedurende dien tijd de geoctroijeerde voorwerpen
alleen te mogen vervaardigen en verkoopen. Desniettemin heeft de Ned.
regering, na besloten le hebben dat het leger zal worden voorzien met
Beaumont geweren, met de firma P. Stevens te Maastricht verschillende con
tracten aangegaan om Beauniont-geweren te leveren. Zoo heeft o. a. de
firma Stevens zich in .lunij 1870 verbonden om aan den minister van oorlog
ten behoeve van den Ned. staat legen 1 Febr. 1870 voor ƒ48225 1500 Bcau-
mont-gewcren te leveren, in October 1870 om aan liet ministerie van marine
voor Nov. 1871 voor ƒ78200 2000 geweren van hetzellde kaliber te leveren,
en eindelijk in dezelfde maand om aan het ministerie van koloniën voor
1 Jan. 1871 voor 199.500 6000 geweren van hetzelfde stelsel te leveren.
Volgens bewering van den heer de Beaumont zijn deze leveringen werkelijk
geschied en is de koopprijs reeds betaald. De lieer de Beaumont is van
meening dat hij door die leveringen in zijne realen is verkort, en heeft
daarom dc firma Stevens gedagvaard ten einde verbeurdverklaring van den
koopprijs der bedoelde geweren te hooren uitspreken, en veroordeeld te
worden om aan den heer de Beaumont de som van 323.925 uit te betalen,
alsmede de vergoeding van schade, winstderving en interesseu enz. Naar
men verneemt zijn de ministers van oorlog, marine en koloniën tot vrij
waring opgeroepen. Voor den lieer de Beaumont zal als advocaat optreden
de heer mr. D. van Eek.
magt in Indië. zoo als die bij hel regeringsreglement is gewaarborgd, vor-
deren, dat inderdaad de door den minister toegezegde voordragt lot een ge
wijzigd besluit moge leiden.
Aan dat gedeelte van het verzoek, om mededeelingen aan de kamer van
hetgeen door den minister in zake van den heer van Angelbeek is of zal
worden gedaan, is door den minister niet voldaan. Blijkbaar moet hier aan
een misverstand gedacht worden. Met het oog toch op de discussie in de
kamer gehouden op den 18J"> Maart 1871 en op de voorafgaande overwe
ging, omtrent de wenschelijkheid, dat de zaak van den heer van Angelbeek op
eene billijke wijze werd beëindigd, kan het verzoek der kamergeeneandere
beleekenis hebben, dan de wensch om van de regering te vernemen, of
deze termen vindt tot eenige schadeloosstelling aan den heer van Angel
beek ter zake van de toepassing van het besluif van 28 Mei 1864.
Dc minister heeft echter, in plaats van de kamer hierop le antwoorden,
gemeend een antwoord le moeten geven op de verschillende verzoeken van
den heer van Angelbeek, waarmede de kamer zich in geenen deele had
vereenigd.
Met het oog op het besluit der kamer van 18 Maart 1871, waarbij het
voorstel sub 3". der commissie is afgestemdvindt de tegenwoordige com
missie geene termen eene conclusie voor le stellen aangaande de wijze,
waarop eene schadeloosstelling aan den heer van Angelbeek zou kunnen
worden geregeld.
Op grond van het vorenstaande heeft uwe commissie de eer aan de kamer
voor le stellenaan den minister van koloniën haren dank te betuigen voor
de toezegging der wijziging van het besluit van 28 Mei 1863, in de ver
wachting, dat die toegezegde wijziging zonder verder verwjjl zal plaats
hebbenen dat de zaak van den heer van Angelbeek op eene billijke wrjze
zal worden beëindigd.1'
's GRAVENHAGE. 31 Mei.
Men verneemt dat het Z. M. den] koning-groothertog behaagd heeft te
benoemen tot officier der orde van de Eikenkroon den heer F. A. D. Dumor-
tier, med. doctor alhier.
Tot regter in de arrond.-regtbank te Haarlem is benoemd de heer ni',
T. L. L. Prins, thans regler-plaatsvervanger in die regtbank.
Door den Nederl. consul in Noorwegen zijn tot zijne vice-consuls, res-
pectivelijk te Bergen en Drontheim, aangesteld de hh. J. Blaauw Kramer en
O. Lysholm.
Men verneemt dat Z. M. de koning tot hofgraveur heeft benoemd
den heer S. dc Vries, kunstgraveur te dezer slede, niet vergunning om als
zoodanig het koninklijk wapen te mogen voeren.
De commissaris des konings in dc provincie Zuidholland, de heer mr. C.
Fockheeft heden zijne inspectiereis voortgezet en dc gemeenten 11 illegom
Lisse, Sassenheim en Oegstgeest bezocht.
Door de commissie uit het prov. gereglshof in Zuidholland zijn nog,
na afgelegd examen, toegelaten als candidaat-notarissen, de hccren; mr. A.
J. C. Jongejan te Rotterdam en J. Kloppenburg te Papendreeht.
Door de commissie voor het middelbaar onderwijs waren tegen gisteren
voor het examen in het regtlijnig teekenen 4 candidaten opgeroepen; 1
daarvan is niet opgekomen; 2 zijn afgewezen en 1 toegelaten, nam. de heer
R. Lamminge Mz.van Harlingen.
Een vermoedelijk dolle hond hield heden morgen ongeveer vijf uren de
policie bezig. Ten 5 ure werd hij in een der tuinen achter de cavalerie-
kazerne ontdekt, waar hij een varken twee beeten aan den kop toebragt,
en toen men daar trachtte hem af te maken, vlngtte hij en beet een
eind verder een geit den geheelen kop af. Ook van daar verdreven,
sprong hij tegen een cavalerist op, die te paard zat, doch die hem
door spoedig door te rijden, ontkwam, zoodat de hond hem alleen een gat
in de broek beet. Hierna liep hij de kazerne in, waarna nog vier honden
door hem werden gebeten, en eerst ten ongeveer 10 ure gelukte het zijne
vervolgers hem met een geweerschot te doodeu. De vier gebeten honden
werden door den in de kazerne aanwezigen paardenarts in een ledige stal
opgesloten, om na te gaan of die beeten ook gevaarlijk kunnen zijn.
llti'l'lvM.AMISCIIU UKIIIGTUN.
In het rapport der commissie van de tweede kamer op de inlichtingen
van den minister van koloniën op de adressen van den heer mr. J. J. van
Angelbeek, over zijn ontslag uit 'stands dienst, waarvan dc conclusie giste
ren door dc kamer is aangenomen, komt het volgende voor:
«Uwe commissie vermeent dat, hoewel na het besluit der kamer van 18
Maart 1871, sub 2"., luidende: «te verklaren, dat naar hare meening het
besluit van 23 Mei 1863 aanleiding kan geven, dat in strijd met den geest
en de bedoeling van art. 95 van het regeringsreglement wordt gehandeld en j
dus behoort te worden gewijzigd", eene herhaling van soortgelijke hande
lingen. als omtrent den beer van Angelbeek door den laatst vorigen minis
ter van koloniën heeft plaats gehad, niet te vreezen is, evenwel het alge
meen belang, en in het bijzonder de onafhankelijkheid van de regterlijke
BELGIË
Op 28 en 29 Mei heeft de koninklijke Belgische akademie het eeuwge
tijde barer stichting gevierd. Z. M. de koning heeft de openings zitting bij
gewoond en in hartelijke bewoordingen zijne wensehen voor den bloei der
akademie geuit. Nederland wordt op dit feest vertegenwoordigd door de
hh. Donders, von Baumhauer, Leemans en Vrede.
ENGELAlVn.
LONDEN. 30 Mei.
Men wil welen dat de toebereidselen tot het aanleggen van eene spoor
wegverbinding tussehen Engeland en Frankrijk, over of onder het Kanaal,
eerlang zullen worden hervat.
FBANKBIJ R.
In de nationale vergadering is door den rapporteur der daartoe be
noemde commissie een ongunstig advies uitgebragt over het voorstel van den
heer llaenljes, waarvan de strekking is de commissie van onderzoek naar
dc capitulatiën alsnog te magtigen om haar oordeel over de capitulatie van
Parijs uit te spreken, waaromtrent zij zich onbevoegd had verklaard, op
grond dat de overgave van Parjjs was geschied bij een diplomatiek tractaat.
door den minister van buitenlandsche zaken gesloten, en welks militaire be
palingen het haar niet voegde te beoordeelen.
j Bij de behandeling van de legerwet in de nationale vergadering heeft,
gelijk reeds gemeld is, ook de bisschop van Orleans het woord gevoerd.
Hij verontschuldigde zich wegens zijne deelneming aan het debat over een
onderwerp, waarin hij eigenlijk zoo weinig te huis was. Maar als bisschop