BUITENLANDSCHE BER1GTEN. erelaris den lf" luit. M. H. J. Plantenga. van het 7' reg. infanterie, gede tacheerd hij de kon. militaire akademie. De luit. ter zee 2' kl. P. II. Prager en de officier van administratie 3' kl. p. K. S. Meiman, uit 0. I. teruggekeerd, zijn op non-activiteit gesteld. Door Z. M. den koning van Pruissen zijn benoemd tot ridders der kon. Kroonorde 3» kl.met het roode kruis op het witte veldte dragen aan den herinneringsband, de hh. C. J. G. baron van llardenbroek van Bergam bacht, L. E. graaf van Bylandt en d'. F. A. Dumontier te 'sGravenhage, allen ter zake van bewezen diensten tijdens den jongsten oorlog bij de am bulancen van het roode kruis. Z. M. de koning heeft Zaturdag in een bijzonder gehoor ontvangen ridder von Haymerle, buitengewoon gezant en gevolmagtigd minister van Z. M. den keizer van Oostenrijk— Hongarije bij het Nederlandsche hof. Aanstaanden Vrijdag wordt in de residentie verwacht eene deputatie uit de Luxemburgsche volksvertegenwoordigingmet den president dier kamer aan het hoofdten einde de begralenisplegligheid van II. K. H. prinses Hendrik bij te wonen. De ministers van financiën en van oorlog zullen Donderdag aanst. geen gehoor verleenen. Bij besluit van den minister van staat en van binnenlandsche zaken van 7 dezer hebben onder het staats-spoorwegpersoneel weder eenige bevor deringen in rang, bezoldiging en toelage plaats gehad. Tevens worden binnen kort onderscheidene verplaatsingen, zoowel uit het buitenland als van elders in ons land, naar de groole werken van Amsterdam en Rotterdam verwacht. i De arrond.-regtbank alhier heeft heden 0. v. d.S wonende te Monster, en M. d. R.wonende te 's Gravesande, schuldig verklaard aan het opzettelijk verbreken van afsluiting en ieder tol acht dagen gevangenisstraf veroordeeld, omdat zij, op 1° April jl. te Monster het feest van den dag op hunne wijze vierende, de eerste de deur van een herberg intrapte en de tweede veroor deelde vier glasruiten insloeg. Heden is de tentoonstelling van kunstwerkenin het gebouw der tee kenacademie alhiergeopend. De vereeniging tot bescherming van dieren, onder bescherming van Z. M. den koning, hield Zaturdag avond, in het gebouw der loge alhier, hare algemeene vergadering. Bij de opening van die vergadering, heette de president, de heer 11. I). de Potter, alle aanwezigen hartelijk welkom en noemde het een verblijdend verschijnsel dat de talrijk opgekomenen meer en meer algemeen belangstellen in het onderwerp der vereeniging. Hij wees vervolgens op eenige belangrijke punten, in het verslag der vereeniging voorkomende, en toonde daarbij bovenal aan, dat zij nog op hetzelfde standpunt is als in het vorige jaar ten aanzien van.de strafwetgeving tegen het mishandelen van dieren. Zedelessen en zedepreeken vonden juist z. i. daar den minsten ingang, waar het ctne liefderijke behandeling van dieren gold, maar hij hoopte dat de ijver der vereeniging niet zon verflaauwen eene poging aan te w enden hier te landc|iets voor de dieren te doen, waarop de vereeniging roem zou kunnen dragen. Vervolgens bragt de president hulde aan H. M. de koningin, die de vereeniging met eene som van ƒ100 had vereerd en daardoor een bewijs gaf, dat H. M. niet alleen over de lijdende menscliheid, maar ook over de lijdende dieren hare milde haud uitstrekt. Uit de opneming van de rekening en verantwoording van den penning meester bleek, dat het financieel beheer sloot met een batig saldo van ƒ1392.71. Aan de leden werd ter bezigtiging aangeboden een cadeau van het bestuur aan den Toorzittei. bestaande in een sierlijken hamer met zilver ingelegd, benevens het model van eene medaille, die door de vereeniging bij de aan staande tentoonstelling van landbouw zal worden uitgeloofd. Aan een aantal policieagcntcn werden belooningen voor bekeuringen uit gereikt daarbij moet worden vermelddat aan een weesjongenJ. v. d. B. uit het Ned. herv. diaconie-weeshuis, een boekgeschenk en een kermisgift werd aangeboden, omdat hij van het weinige, dal hij bezat, iets heeft afge zonderd om een hond in het leven te behouden. Zoowel de policieagenten als de weesjongen werden door den president krachtig toegesprokendie den wensch uitdrukte, dat zij steeds mogten voortgaan tot bescherming van dieren werkzaam te zijn. De discussiën over de wenschelijkheid van alge meene slagthuizen (abattoirs), in te leiden door een der bestuursleden, wer den, hoezeer mr. Jacohson zich bereid verklaarde als bestuurslid daartoe over te gaan, tot eene latere vergadering uitgesteld. ENGELAND. LONDEN, 12 Mei. Het bij het hoogerhuis aanhangige wets-ontwerp op den verkoop van geestrijke dranken geeft aanleiding tot levendig beklag van vele belangheb benden. Vooral de strafbepaling, dat bij recidive van overtreding het huis, waarin eene tapperij gehouden wordtgedurende zeker getal jaren kan ver stoken worden van het regt om daarin dat bedrijf uit te oefenen, vindt veel tegenstand, en telkens melden deputaliën van lappers zich bij de leden der regering aan om althans op dat stuk wijziging der wet te vragen. Eene deputatie van verschillende Iersche genootschappenwelke kwam verzoeken dat in de wet de bepaling zou worden opgenomen dat het tapperspatent moest worden vervallen verklaard, wanneer de meerderheid der belastingbe talende ingezetenen het vorderde, ontving van den minister een afwijzend antwoord. De Observer zegt dat men in vele kringen vertrouwt dat de Ameri- kaansche regering en senaat wel toestemming zouden geven tot wijziging van het tractaat v;ui Washington in eert. voor Engeland bevredigenden zin. indien hun daartoe een gunstige gelegenheid werd aangeboden. De houding der Engelsche regering in de parlements-zitting zal'afhangen van de mede- deelingen, die eik oogenblik uit Washington kunnen ontvangen worden. Eene verklaring van de regering aan hel parlement, dat enkel eene formele intrekking der eischen wegens de indirecte schade Engeland kan bevredigen, zou de moeijeiijkheid van het Amerikaansch gouvernement, om de verlangde concessiën te doen vergrooten. - De laatste //smid van Grelna-grcen," Simon Lang, is dezer dagen over leden. Hij zal vermoedelijk geen opvolger hebben, want de huwelijken, die hij en zijn voorgargers slotenzijn sedert eenige jaren in onbruik geraakt. FKASIHKIJK. Het gerucht betreffende de aftreding van generaal Cissey als minister van oorlog blijft aanhouden. Hel ongunstig oordeel geveld over de wijze, waarop hij den maarschalk Bazaine voor den krijgsraad brengt, geeft hem daartoe aanleiding. Hij doet het voorkomen alsof dit geschiedt op verzoek van den maarschalk, zonder acht te slaan op de conclusie van het rapport der commissie voor de capitulatiën. Volgens le Soir is de conclusie van het verslag der commissie van onderzoek omtrent de capitulatie van Metz door den Courrier de France niet juist wedergegeven. Het slot van het rapport zou aldus luiden: //De commissie is van oordeel dat de maarschalk de oorzaak is geweest van het verlies van 150.000 man en van de vesting Metz; dat de verantwoordelijk heid daarvoor uitsluitend op hem nederkomt, en dat hij als opperbevelheb ber heeft verzuimd wat zijn pligt als krijgsman hem voorschreef te doen. Zij veroordeelt den maarschalk omdat hij met den vijand betrekkingen heelt onderhouden, wier eenig gevolg was eene capitulatie, waarvan de weder gade in de geschiedenis te vergeefs gezocht wordt. Zij veroordeelt hem nog meer omdat Inj het oorlogsmaleriecl gaaf heelt overgeleverd. Zij veroordeelt den maarschalk omdat hij bij de capitulatie niet zoo veel mogelijk gezorgd beeft voor eene goede behandeling der soldaten, en voor de gekwetsten en zieken niet alle gunstige uilzonderingen heeft bedongen, welke te verkrijgen waren geweest. Zij veroordeelt den maarschalk dewijl hjj aan den vijand de vaandels heeft overgegeven, welke hij had belmoren te vernielenen aldus de vernedering heeft vermeerderd van dappere soldaten wier eer hij had be lmoren te handhaven. De maarschalk Bazaine heeft eene aanklagt ingediend tegen den Court, de France wegens het te zijnen nadeele mededeelen van een vervalscht stuk. Blijkens de mededeeling van de commissie voor de capitulatiën in het Journ. des Déb. was in de vesting Petit-Pierre, door toevallige omstandig heden, geen officier, zoodat het opperbevel toevertrouwd was aan een ser geant-majoor. De Duitschers hadden de vesting opgeëischt. hetgeen door den sergeant-majoor met eene weigering was beantwoord. Daarna maakte hij de ammunitie onbruikbaar, verliet aan het hoofd der bezetting, in strijd met de krijgswet, de vesting, en wist met de zijnen ongedeerd te ontkomen. Daar nu de krijgswet niet gedoogt, dat een militair beneden den rang van officier voor een raad van onderzoek geroepen wordt, zoo kan ten aanzien van Petit-Pierre de gewone weg niet gevolgd worden. Intusschen wil de commissie wel erkennen, dat de sergeant-majoor, die volstrekt niet over voldoende middelen van verdediging kon beschikken, bewijs van beleid heeft gegevenzoowel door het ver>.ielen der ammunitie als door het redden van de kleine bezetting. De beschuldiging, door den raad voor de capitulatiën omtrent de over gave van Vitry-Ie-Francais legen de burgerlijke overheid dier plaats gerigt, heeft een protest van de zijde van den gemeenteraad uitgelokt, waarin deze met verontwaardiging legen de bedoelde aanklagt opkomt en het ver langen te kennen geeft, dat zonder verwijl eene contra-enquête zal worden ingesteld naar de oorzakendie tot de overgave der sterkte hebben geleid. SPAlfJE. De nederlaag, door de Carlisten in Navarra geleden, was van meer be- teekenis dan men eerst onderstelde, maar Don Carlos is niet gevangen ge maakt. De troepen maakten meer dan eens een charge met de bajonet op de opstandelingenzij dreven hen van dorp tot dorp en bestormden de huizen, waarin dc Carlisten een schuilplaats hadden gezocht, en die zij getracht hadden te barricaderen Na liet gevecht vertrok Don Carlos mei een escorte, men weet niet waarheen. Men verneemt dat de Spaansche schatkist in treurige omstandigheden ver keert. De minister heeft onlangs geld geleend van de bank tegen eene rente van 23 pCt. Hij trekt wissels op dc schatkist op zes maanden en ncgo- cieert die a 19 pCt. ITALIË. Prof. Palmieri heeft op den Vesuvius zelven een voordragt gehouden over vulkanen. Ojnstreeks 400 personen vormden zijn gehoor. De openbare inschrijving, ten bate van hen, die bij de uitbarsting schade leden, bedraagt reeds een zeer aanzienlijk cijfer. DCITICULAND. De gewestelijke en plaatselijke besturen in Pruissen zjn door den minister van koophandel uitgenoodigd, een naauwkeurig onderzoek in te stellen omtrent den arbeid van vrouwen in de fabrieken, om te welen in hoe verre ten aanzien van dien arbeid ongelegenheden en misbruiken be slaan, welke eene wettelijke voorziening noodzakelijk maken; en inde tweede plaats hun gevoelen mede te declen omtrent die maatregelen, waar van de wenschelijkheid gebleken is, mei name over de vraag of er werke lijk behoefte bestaat aan algemeene voorschriften tol bepaling van den tijd, gedurende welken de vrouwen dagelijks in dc fabrieken aan het werk mogen gesteld worden. Eindelijk moeten zij onderzoeken of tegen het maken van zulke bepalingen ook gewigtige bedenkingen bestaan met het oog op den toestand der industrie en op de stoffelijke belangen van den werkenden stand

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 2