PMVORGSEL, behoorende tot de Leidsche (Jmtranf van Maandag ó3 Mei dS72y iV0. dd2. BINNEN L AN DSC f 1E BERIGTËN LEIDEN, II Mei. In de zitting van den gemeenteraad van heden was aan de orde het verzoek van de hh. P. C. Knijff en A. Kaptijnvoorloopige concessionaris sen van den Rijnstreekspoorweg, om de inschrijving van de gemeente Leiden ten behoeve van dien spoorweg, ten bedrage van ƒ200.000, te wil len verhoogen. Door burg. en weth.in vereeniging met de commissie van financiën, was omtrent dit verzoek rapport uitgebragt, waarvan de con- ctusie was: 1». dat de raad niet alleen bezwaar maakt om overeenkomstig hun ver zoek de bij raadsbesluit van 17 Januarij j. 1. genomen inschrijving te ver- hooien, maar dat hij zich tevens, op grond van de verandering, welke in fie voorwaarden van de opengestelde geldleening is tot stand gebragt, ge noodzaakt ziet bedoelde inschrijving niet te handhaven en derhalve terug te nemen 2». dat de raad termen heeft gevonden om aan de voorloopige conces sionarissen ten behoeve van hunne onderneming bovenbedoeld een subsidie aan te bieden van ƒ100,000, onder beding dat de uitbetaling eerst zal plaats hebben wanneer de spoorweg zal zijn opgeleverd en ter exploitatie gereed ligt, en dat de betrekkelijke raadsbesluiten de goedkeuring van 11H. Gede puteerde Staten van Zuidholland hebben verworven; en 3». dat concessionarissen worden verzocht zich vóór 15 Junij c. k. te verklaren of zij op de gestelde voorwaarde dit subsidie aanvaardenzullende anders de gemeente na verloop van dit tijdstip niet meer aan haar aanbod gebonden zijn. De voorzitter deelde mede dat er nog een schrijven was ingekomen van de hh. P. C. lvnijff en A. Kaptijn, waarbij zij mededeelden, dat, mogt het voorstel door burg. en weth. en de commissie van financiën in hun rapport van 7 Mei voorgedragen, door den gemeenteraad worden aangenomen, dit voor hen het teeken zoude zijn om alle bemoeijingen in deze zaak te staken en de onderneming op te geven. Mogt de raad echter kunnen goedvinden om zijn besluit in dien zin te wijzigen dat de inschrijving met nog 100,000 werd verhoogd en alzoo gebragt worden op 300,000met eene rentegarantie van 5 pCt.tot op het tijdstip dat de weg zoude worden in exploitatie ge bragt, dan was de uitvoering der zaak verzekerd. Ten slotte herhaalden zjj nog hunne verzekering dat de aanneming van dit voorstel van burg. en weth. en van de commissie van financiën de aanleiding zoude zijn dat ook dezen keer weder de voor Leiden en omstreken zoo hoogst nuttige en ge- wenschte weg niet zou komen. De heer Eigeman deed het gewigt uitkomen van het besluitdat thans door den raad zou genomen worden. Daarmede toch zou staan of vallen eene voor de stad en de "geheele Rijnstreek hoogst belangrijke zaak. De bezwaren in het rapport aangevoerd waren, zijns inziens, niet groot. De concessionarissen hadden het geld, dat zij hier niet hadden kunnen verkrij gen, buiten 'slands gezocht, en dat was ook wel het geval geweest met andere ondernemingen van dien aard. Dat hel eene dure zaak kon worden, was mogelijk, maar dat hing af van de omstandigheden. Hij achtte de zaak van te veel belang om zich daarvoor niet eenige opoffering te getroosten. Hij was er dus voor de vroeger gedane belofte, het nemen van 200 aan deelen, gestand te doen. Voor de eer van Leiden achtte hij het niet raad zaam terug te treden en de verzoekers met een subsidie af te schepen. De heer Dercksen verklaarde in den zelfden geest te moeten spreken als de heer Eigeman. Hij vroegwaarom men thans betreffende deze zaak zoo angstig was. Het was eene gewone ondernemingmet haar vóór en tegen. Den hh. Knijff en Kaptijn werd vroeger vertrouwen geschonken, en waarom zou men hen thans niet gelooven. Ofschoon zij hei kapitaal lot een lager bedrag hadden genegotieerdbleven zij aan de levensvatbaarheid van het plan gelooven. Het kwam hem daarom beter en wenschelijker voor kapi taal te geven voor een werkdat op eene eerlijke wijze zal wordén aan vaard, dan eene gift te schenken, als het ware een aalmoes. Hij zou er echter in geen geval voor zijn de vroeger bepaalde inschrijving van 2 ton te verhoogen. De heer Buys verdedigde de conclusie van hel rapport. Het was bekend dat de concessionarissen door de omstandigheden gedrongen waren geworden een anderen weg in te slaan, maar daarvan werd hun in het rapport van burg. en weth geen verwijt gemaakt. Zij deden wat zij moesten, maar voor den raad was het thans de vraag wat deze te doen had. Tegenover het non possumus van de concessionarissen stond over het non possumus van den raad. Voor het welgelukken van het plan mogt de gemeente niet eene kleine opoffering, maar wel eene groolc opoffering, maar niet elke opoffering over hebben. Men wilde niet toegeven dat de toestand veranderd was. Men had vroeger wel vertrouwen in de zaak, waarom gelooft men *n niet meer de concessionarissen, zegt men. Wij hebben, zeide spr.niet te zweren bij gezag. Men zegt wel: de toestand is niet veranderden eigen lijk is alles veranderd. Bij de vroegere behandeling der zaak had een der leden.de heer Lezwijn, gezegd, dat waarschijnlijk het geheele kapitaal niet noodig zou zijn, wanner men zich alleen bepaalde bij het leggen van den weg. Nu is het toch zeker dat een groote geldelijke last op de maatschappij zal worden gelegd door de eigen exploitatie en dat de kosten van aanleg duurder zullen wordendan wanneer men over specie kon beschikken. Op die wijze was de toestand geheel veranderden kon men niet meer er aan denken dat Leiden gebonden was. Wat de eer van Leiden betrof, die ging ook hem ter harte, maar de eer en het belang van Leiden vorderden niet blindelings een contract aan te gaan, waarvan de gevolgen niet dan nadeelig konden zijn. Maar daar de stad gaarne de zaak tot stand zag komen, was die haar wel eene opoffering van een ton waard. De hh. Dercksen en Eigeman verdedigden nader hun gevoelen tegen de aanmerkingen van den heer Buys. De, eerste had met genoegen kennis ge nomen van den brief van de hh. Knijff en Kaptijn, waaruit bleek dat zij niet gediend waren met, het cadeau van een ton. Zijns inziens was het beter voor 2 ton in te schrijven dan een ton weg te schenken. De heer Eigeman haalde onderscheidene voorbeelden aan ten bewijze dat in eene zoodanige zaak de beginselen moeijelijk zijn en dat zij eerst later rendeert. Zijns inziens was het nemen van 200 aandeelen te verkiezen boven subsidie. De heer Goudsmit verklaarde zich voor de conclusie van het rapport. Hij zag in het subsidie volstrekt geen aalmoes. Door ƒ100,000 te geven toonde leiden wel iets voor de zaak over te hebben. Zijns inziens moest de onder havige spoorweg er komen nu of later en zoo het de tegenwoordige onder nemers niet gelukte dan was het eene vingerwijzing voor anderen in hoe verre zij op de gemeente konden rekenen. Om zich nu te steken in eene onderneming die zoo weinig kans van slagen had, daarin zag hij bezwaar. I Het gebeurde met de kanaalmaatschappij was daar als een waarsclinwend voorbeeld, wat er van eene zaak wordt wanneer de aannemer betaald wordt met aandeelen. Men bouwt op die wijze zijne hoop op een zandgrond. Hij had echter nog niet zoozeer de overtuiging dat de zaak niet tot stand zou komen. De heer Hartevelt meende dat men in deze zaak vooral niet de financiën der gemeente uit het oog mogt verliezen. Nu het kapitaal een millioen meer werd, wat bleef er dan over van de 2ya pCt. rente waarop gerekend werd. De heer Dercksen zeide dat ook hij niet luchthartig over bet finan ciële was heengestapt, maar hij had eenig vertrouwen in deze zaak; het begin mogt een worstelstrijd zijn; maar alle lichtpunten waren, zijns inziens, nog niet weg. De heer de Fremery toonde mede met een enkel woord het verschil aan van het tegenwoordig standpunt der zaak bij vroe ger, uit een financiëel oogpunt, en de heer Goudsmit zeide nog dat men er niet tegen opzag ƒ100,000 te geven, omdat men wist dat dit het maximum was en men dan van alle aansprakelijkheid af was. Als aandeelhouder kwam men ligt in complication. Bij de kanaalmaatschappij was dit ook het geval, maar daar stond de staat achter, en hier kon men maar niet zoo putten uit de kas der burgerij. De voorzitter verklaarde dat hij met leedwezen had medegewerkt tot de conclusie van het rapportmaar de zaak was zoo veranderdo. a. wat be treft de exploitatiedat er onoverkomelijke bezwaren tegen waren gerezen. Hij moest echter alle hulde brengen aan de energie van de ondernemers, en drukte de hoop uit dal zij nog in staat mogten zijn het werk voort te zet ten ol dat anderen liet op nieuw mogten beproeven. De conclusie van het rapport in stemming gebragt zijnde, werden de drie punten achtereenvolgens aangenomen; de beide eersten met 13 stemmen tegen 3 (die van de hh. Eigeman, Dercksen en Veefkind); en het derde met 14 stemmen tegen 2 (die van de hh. Eigeman en Dercksen). Voorts had het onderzoek plaats der geloofsbrieven van de onlangs be noemde leden van den raad, de hh. jhr. J. N- van Pultkammer enJ,Seelig. Blijkens het rapport der daartoe benoemde commissie waren deze in orde, zoodat tot hunne toelating werd besloten. Op liet verzoek van A. van Driel en mr. P. Engels, dat de grond aan den Vestwal tusschen de Zijdgracht en St. Jacobsgracht. aan eerstgenoemde af gestaan aan beiden in gemeenschap mogt worden overgedragenwerd gunstig beschikt. Een staat van af- en overschrijving, dienst 1871, de re kening van de stads-bank van leening over 1871, en de rekening van het geref. minne- of arme oude mannen- en vrouwenhuis werden goedgekeurd. De rekening van de kamer van koophandel en labrieken moest ook nu we der worden aangehouden. Met genoegen vernemen wij dat het H. M. de koningin en Z. K. H. prins Fréderik der Nederlanden hehaagd heeft in te teekenen op een werkje, getiteld: Levenstypen, bewerkt door onzen stadgenoot Eberhard. Wij wenschen den schrijver van harte toe, dat velen het voorbeeld mogen volgen. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks 100 tot 111 volwassen personen en 39 tot 49 kinderen. De taal- en letterkundige afdeeling der kon. akademie van wetenschap pen te Amsterdam zal Maandag aanst. aldaar eene gewone vergadering houden. De hoofd-eommissie ter bevordering der belangen van Nederlandsche inzenders van voorwerpen op de in 1873 te houden tentoonstelling te Weenen heeft berigt ontvangendat de ruimtedoor de keizerlijke commissie aan Nederland toegestaan, zeer beperkt is; zoodat onmogelijk alles, dat aange boden wordt, zal kunnen geplaatst worden. De hoofdcommissie zal zich moeten voorbehouden eene keuze te doen van hetgeen aangeboden wordt, in verband met de waarde der voortbrengselen van onze nijverheid. De keizerlijke commissie verlangt vgn de jnzpnders 10 fl. per vierkanten meter plaatsruimte van het tentoongestelde. Daar door het gouvernement nog geene gelden voor de tentoonstelling zijn aangewezen, zullen de later vast te stellen conditiëndie met verzendings-assurantie- en opstellingskosten in betrekking staan, te gelegener tijd aan de inzenders medegedeeld worden. Het stoomschip Prins van Oranjekapt. Braatis den8ste"Mei van Ba tavia herwaarts vertrokken met volle lading, 42 passagiers, 33 kinderen, 94 militairen en 11 schepelingen. Naar men verneemt zullen de vrouwelijke gevangenen uit de gevange nis te Woerden met I Junij a. s. worden overgebragt naar de voor haar bestemde strafgevangenis te 's Boschwaarna het gebouw te Woerden ter beschikking van den minister van oorlog zal worden gesteld. De gemeenteraad van Delft heeft gisteren de door de hh. van der Leeuw en Sehagen van Leeuwen gedane voorstellen in behandeling genomen. Over dat tot oprigting eener gemeente-bewaarschool hebben zich 9 leden voor en 9 tegen verklaard, zoodat de stemmen staakten en eene beslissing is aangehouden tot eene volgende vergadering; dat tot verplaatsing der ge meente-begraafplaats is verworpen met 11 tegen 7 stemmenen dat tot pp- rigting eener openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes is mede verworpen met 11 tegen 7 stemmen. De burgemeester heeft bij de beraadslagingen zijn voornemen medegedeeld om in den loop van dezen zomer aan Z. M. zijn ontslag aan te vragen. De te Rotterdam gevestigde Nederl. zendingsvereeniging hield eergis teren hare gewone jaarsvergadering. Door prof. Valeton. uit Groningen, werd in de Groote Kerk de zendingsrede uitgesproken. Uit het verslag bleek dat de vereeniging 8 zendelingen werkzaam heeft, op 5 stations, in de Preanger regentschappen op Java. Het aantal afdeelingen is met ééne vermeerderd. Het totaal der uitgaven bedroeg ƒ30528.81en dat der ont vangsten ƒ28142.08. Te Hoogeveen woedde Donderdag morgen, omstreeks 10y2 uur, een hevig onweder. vergezeld van een zware hagelbui, die aan de veld vruchten belangrijke schade heeft toegebragt. De bliksem is geslagen in den oliemolen van B. van Zegerende brand is echter spoedig gestuit. Men schrijft uit Franeker. Op den huize Schatzenburg onder het nabij gelegen dorp Dronrijp hebben grasparkieten (euphema undalata), geplaatst in een vrij ruime volière, die meest altijd, zelfs in den winter, aan de open lucht is blootgesteldjongen gekregendie thans reeds bijna 4 weken oud zijn. Deze kleine papegaaisoort of parkiet behoort oorspronkelijk in Austraiië te huis en wordt daar in groote vlugten, gelijk hier te lande de spreeuwenaangetroffen. Op dezelfde plaats hebben ten vorigen jare zilver- faisanten hun eigen broedsel met de groote zorgvuldigheid grootgebragt. De jongen, thans genoegzaam volwassen, zullen thans bij de eerste rnijing voor zooveel de mannetjes betreft, hunne pluimage verkrijgen. Men meldt uit LeeuwardenMorgen is het voor de alhier bestaande werklieden-vereeniging /'Help n zeiven" een gewigtige dag. Alsdan zal de eerste steenlegging plaats hebben der 54 eerste woningentevens ter ge dachtenis aan, het tweejarig beslaan der afdeeling Leeuwarden van de, pro vinciale Friesche werklieden-vereeniging, waarvan de vereeniging "Help u zeiven" eene onder-afdeeling uitmaakt. Het leggen van den eersten steen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 5