een behoeftig man, was in liet bezit van een zestal kinderen, waarvan er twee, van 10 tot 12 jaren oud, maar niet deugen wilden, van armen- cn diaconiescholen weggezonden werden en hel hun vader heel lastig maak ten; ook waren zij op weg een jonger broertje in den grond te bederven. De vader, ten einde raadbeslootop aanraden van den secretaris der maat schappij van weldadigheid, alle drie naar een der afdeelingen van die maat schappij te zenden, hopende dal zij daar tol degelijke, werkzame mannen moglcn gevormd worden. Door de arrond.-reglbank tc Utrecht zijn vier personen, uit Ysselstein, veroordeeld, wegens het moedwillig toebrengen van slagen en het inslaan van glasruiten op 31 Maart en 1 April jl.twee hunner lot cellulaire ge vangenisstraf van eene maand, twee tot cellulaire gevangenisstraf van vijf tien dagen. Te Oolmarsum zag men Zaturdag avond 11. in de rigling van Ulzen een zwaren brand; men veronderstelde dat Ulzen het slagtoffer zou zijn, des morgens vernam men dat een groole dennenkamp, toebehoorende aan den vorst van Steinfurlgeheel vernield is. De schade is groot, liet ont slaan des ongeluks is geheel onbekend. Men meldt uit Leeuwarden: Naar men verneemt is hier het berigt ontvangen, dat het voorgenomen bezoek van Z. M. den koning aan de noordelijke provinciën, wegens het afsterven van 11. K. H. prinses Hendrik, nu is uitgesteld tot een volgend jaar. Dit berigt is, zoowel als dat van het treurig verlies, hetwelk den geliefden prins en met hem het gehceie koninklijke huis heeft getroffen, hier, zooals wel te denken is, niet groot leedwezen vernomen. De tijding, dat Z. M. de koning IID. bezoek aan de noordelijke provinciën uitstelt lot op hetzelfde tijdstip des volgenden jaars. is door een van 1' M» ordonnans-officieren overgebiagt. liet prov. geregtshof van Groningen heeft twee personen, beschuldigd van moedwillige mishandeling gewapenderhand tegen een veldwachter ge pleegd. die op zijn post was om het smokkelen testen te gaan. en wel eene mishandeling die kwetsuren ten gevolge had. veroordeeld tot eene gevange nisstraf, ieder van 5 jaren, en in de kosten. De werkzaamheden aan den spoorweg Boxtel-Wesel worden op het Hollandsch en I'ruissisch gedeelte met ijver voortgezet. De onderbouw der brug over de Maas bij Gennep vordert met rassche schredenzoodat met het stellen van den bovenbouw weldra een aanvang zal worden gemaakt. De bouw der draaibrug over de Ziiidwillcrasvaart bij Veghel gaal gere geld voort, en wat de aardebaan en de kleine kunstwerken betreft, hieraan wordt met alle kracht gewerkt. Naar men uit Maastricht meldt kwam Vrijdag 11. een Duitscher in het dorp St. Dieter. Hij vroeg in eene herberg of er geene landlieden van hem aldaar woonden. Na bekomen inlichtingen begaf hij zich bij den heer M. waar hij voorgaf wegens een tweegevecht, dat hij. te Luijv zoude gehad hebben, die stad overhaast te hebben moeten verlaten, zoodal hem zelfs de noodige kleeren ontbraken. Nadat hij door een ander ingezetene behoor lijk was uitgedost, gaf genoemde heer M. zijn landgenoot aan den veld wachter over, die van hem nog eene fooi ontving, om denman te Maastricht op het spoor te bezorgen. Eenige uren later ontving men berigt uit Luik, dat zekere Blemp, veroordeeld wegens diefstal, door overklimming uit de gevangenis aldaar was on*lusrt. Volgens het signalement was deze dezelfde persoondie door den veldwachter op liet spoor was bezorgd. De minister van oorlog heeft geantwoord op het seclie-verslag der tweede kamer omtrent het wets-ontvverp lol vaststelling van het V11Ie hoofdstuk der staalsbegrooting voor 1872. Hij zegt daarin o. a. het volgende: Slechts eene vraag omtrent hetgeen van hel kabinet gezegd wordt, dat het zich, van zijne optreding af. hervorming van ons defensiewezen tol hoofddoel heeft gesteld, doch tot nu toe, dat doel geene enkele schrede nader is gekomen. Acht men de aangeboden ontwerpen van wettelijke organisatie geene schrede? Hel is de hoofdschrede; kon de regering tot dus verre eene tweede doen? Wal het door sommige leden geopperd denkbeeld betreft, om hel tegen woordig w ets-ontwerp eerst dan in beraadslaging te nemen, wanneer de regeringsantwoorden ten aanzien van het veslingslelsel en de militie waren ingekomen, hiertegen bestaan gewiglige bezwaren. Hoeveel gewigt de rege ring cok hecht aan de vaststelling der genoemde wetten en hoe gaarne de minister zich zal beijveren om de verslagen der kamer over die wets-ont- werpen, voor zooverre zij ontvangen zijn, spoedig te beantwoorden, zal men toch dienen in te zien, dat een zoodanig uitstel verhinderen zou in lijds maatregelen te nemen, contracten te sluiten, enz., ten einde de oefeningen der troeptn op ruimer schaal in de verschillende kampen te doen plaats hebben en te kunnen doen voortgaan met den aanmaak van zwaar geschut, draagbare vuurwapenen enz., hetgeen ïiiet kan geschieden vóór en aleer de ge den, daarvoor op de definitive begroolingswel uitgetrokken, zijn toegestaan. Het valt niet tc ontkennen, dal de uilgaven voor het depart van oorlog aanzienlijker zfjn dan eenige jaren geleden. De uitkomst heeft inlusschen geleerd, dat die tc laag berekende begroolingen tot vele teleur stellingen hebben geleid. De verhoogiug der hierbedoelde kosten is een onvermijdelijk gevolg van de noodzakelijkheidom de oefeningen der troe pen uit te breiden en te verhoogende oorlogsbehoeften in de magazijnen meer voltallig en in goeden toestand te houden, hel geschut en de draag bare vuurwapenen te verbeteren en onze voornaamste verdedigingsmiddelen in eenen beieren toestand te brengen. Dat hel weder in behoorlijken toe stand bren en van materieel en wapenen, dat bij de mobilisatie in 1870 ge diend-he ft, kosten veroorzaakte, zal wel geen betoog behoeven. Wil men de middelen niet verwaarloozen die kunnen strekken om onze onafhanke lijkheid te handhaven, dan moet men niet aarzelen daartoe de noodige gel den toe te staan, en al mogen er dan stemmen opgaan tegen de hooge uit gaven van oorlog, de regering houdt zich overtuigd dal de natie bereid is de gelden toe te staan, welke vereischt worden om hel defensiewezen op een goeden voet te brengen en te houden. Wordt hierbjj spaarzaamheid in acht genomen, dan vreest zij voor geene reactie. De minister vermeent zich hier te mogen onthouden van een antwoord op de vraagwelk gevolg zal worden gegeven aan het votum der kamer van 27 Februarij jl., omtrent de zaak van den voormaligen kapitein Janssen. Hij deelt daaromtrent in de meening van die leden, welke van oordeel zijn, dat dit onderwerp niet bij de behandeling der tegenwoordige begrootings- wet te huis behoort, hetwelk ook, volgens het gevoelen van den minister, van toepassing dient te zijn ten aanzien der vragen, welke in deze para- graaph vooikomen over de majoors Gisser en Tergau, benevens den luite nant Keyser. Aankweeking van waren godsdienstzin bij de militairen is ook de wensch van den minister; de door hem in der lijd uitgevaardigde en reeds hier te veel besproken circulaire zal daarvoor geen beletsel zijn. Integendeel. Het woord «gedwongen kerkgang", draagt reeds de veroordeeling in zich. l)ie dwang om ter kerke te gaan met vgedwongenenstrekt juist om gods dienstzin en stichting tegen te werken. De klagt over verslapping der krijgstucht bij het leger, onder bijvoeging dat dit kwaad zich niet slechts onder de soldaten, maar ook onder de offi cieren openbaart, komt den minister ongegrond voor. De feiten, die dit zouden moeten bewijzen, wenscht hij gaarne te kennen, om ze alsdan met al de hem ten dienste staande middelen te bestrijden. De minister beaamt ten volle, hetgeen door eenige leden wordt te kennen gegeven, namelijk dat het moejjelijk is, nu reeds aan hel verlangen te voldoen om zijne denkbeelden mede te deelcn, omtrent de verwacht wordende legerorganisalic bij de wet, al wordt dit slechts in groote trek ken verlangd. 's GRAVENHAGE, 3 Mei. De opper-ceremoniemeester heeft bekend gemaakt, dat, ingevolge de bevelen des konings, het hof den rouw zal aannemen, wegens liet over lijden van II. K. H. mevrouw de prinses Hendrik der Nederlanden, geboren prinses van Saksen-Weimar-Eisenach, voor den tijd van achttien weken, te welen: 6 weken gehceie rouw; G weken middelbare rouw; 6 weken ligten rouw; ingaande den 3,i,n dezer maand. De minister van financiën, de heer mr. P. Blussé van Oud-Alblas, heeft zfjn ontslag aan den koning verzocht. De hh. J. C. Deking Dura, S. J. Zoetmulder, J. E. Gallas, J. de Kater en W. C. de Crane, zijn erkend en toegelaten als consulaire agente;, van het Duilsche rijk, respectivelijk te Dordrecht, Schiedam, llellevoetsluis. Brouwershaven en Zierikzee, onuer de gewone bepalingen van onder- hoerigheid. De luit. ter zee 2® kl. J. C. Sprenger. dienende aan boord van de monitor Ileiligerleeis op non activiteit gesteld, en vervangen door den Juit. ter zee 2e kl. M. A. Medenbach. Bij de in de zitting van de tweede kamer van gisteren gehouden stem mingen over art. 1 der inkomsten-belasting en de daarop voorgestelde amen dementen werd: liet amendement van den heer Tak verworpen met 50 tegen 28 stemmen. Voor hebben gestemd: de hh. Tak, Bombach, de Bruyn Kops, Weslcrhofi', Mirandolle, Blom, de Jong, Cremers, van Beyma thoe Kingma. Gevers Deynoot. de Ruiter Zyiker. Dam, van Delden, Wybenga, Viruly Verbrugge, van Eek, Fransen van de Putte, Sniidt, de Lange, van der Linden, Moens, Dumbar. Heemskerk Bz., Stieltjes, Bredius, Gldenhnis Gratama, Idzcrda en de voorzitter; het amendement van den heer van Delden verworpen met 64 tegen 14 stemmen. Voor hebben gestemd: de heeren Wybenga, van Eek, Dumbar, Oldenhuis Gratama, Idzerria, Rutgers van Rozenburg, de Bruyn Kops, Wcs- lerhofT, van Beyma thoe Kingma, de Ruiter Zyiker, Dam, van Kerkwijk, van Delden en Lcnling; bet amendement van den heer Smidt verworpen met 41 tegen 37 stem men. Voor hebben gestemd: de heeren Viruly Verbrugge, van Eek, Fran sen van de 'Putte, Wintgens, Bergsma, Smidt, de Lange, van der Linden, Moens, Dumbar, Heemskerk Bz.Bredius, Oldenhuis Gratama. ldzerda, Hingst, Tak, Rombach, van Houten, Rutgers van Rozenburg, de Bruyn Kops, Weslerhoft, Mirandolle. de Jong, van Reenen, Cremers, de Roo van Alderwerelt, Gevers Deynoot. Sandberg, Kien, de Ruiter Zyiker. Dam, van Kerkwijk, van Delden, Lenting, Godefroi, Wybenga en de voorzitter. Art. 1 van het wets-ontwerp werd verworpen met 51 tegen 27 stemmen. Voor hebben gestemd: de heeren Bredius, Oldenhuis Gratama, ldzerda, Hingst, van Houten, Mirandolle, Blom. de Jong, Cremers, de Roo van Alderwerelt, Bergsma, Gevers Deynoot, de Ruiter Zyiker, Dam, van hel den, du Marchie van VoorlhuysenLenting, Wybenga, Fransen van de Putte, van Beyma thoe Kingma, Smidt, de Lange, van der Linden, Moens, Heemskerk Bz.Stieltjes en de voorzitter. De orde van werkzaamheden werd verder vastgesteld en o. a. besloten op Maandag 6 Mei te behandelen de wets-ontwerpen tot: vaststelling van liet slot der rekening van de koloniale uitgaven en ontvangsten voor Suriname over 1867: goedkeuring van credieten ten behoeve van tot het dienstjaar I8C7 behooivnde onverevende vorderingen ten laste der begrooting Ned.- Indië: vaststelling der tariven van in-, uit- en doorvoer in Ncd.-lndië. Thans zijn andermaal aan de tweede kamer der slaten-generaal rond gedeeld eenige bijlagen lot het algemeen verslag der uitkomsten van het onderzoek betreflende de koffij-culluur op Java. Het zijn thans de aantee- keniugen nopens die cultuur in de residentiën Madioen, Patjilan en Kediri. De afdeelingen van de tweede kamer der slaten-generaal houden zich lieden bezig met het onderzoek van verschillende wetsontwerpen. Het personeel der equipage enz. van de koninklijke hofhouding is heden morgen van het Loo in de residentie teruggekeerd. Eerst weinige dagen geleden derwaarts vertrokken, met hel doel om aldaar eenigen tijd Ie ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 2