courant.
leidscüe-
V. 98.
DONDERDAG 25 APRIL
STA DS-BER1GTEN.
Kohier der plaatselijke directe belasting, 1872.
BiMNEi\LAM!>SCIIL 8KB!GTLM
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f'i.franco p.p. i 3.60;
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voer '2.50
'ijaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Advertenticn is van 1—4 regels f 1.—, iedere regel meer 25 cents.
Advertenticn voor Dnitschlani, Oostenrijk en Zwitserland worden nitslnitend aangenomen door IIAASKNSTEIN VOGLER, Expeditie-Kantoor van Advertenticn te
HamburgLubeck, Frankfort a. M., Berlijn, Leipzig, Dresden, Bres/au, Keulen, Stuttgart, iVeenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne
burgemeester ex wethouders van leiden.
Gezien art. 264 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n». 85);
Doen te weten, dat bet kohier der plaatselijke directe belasting over 1872
op heden voorloopig is vastgesteld en van den 15,J""n tot en met den 29"'«»
April aanstaande ter Secretarie dezer gemeente (financiële afdeeling)van 12
tot 3 uren, voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
En wordt deze door plaatsing in de Lcidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Leiden, 13 April 1872. v. d. BRANDELEU, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris
LEIDEN, 24 April.
Bij de firma de Groot. Kolf! C".te Samarang, is in het licht ver
schenen de tweede aflevering van een periodiek verschijnend werkgetiteld:
«Stemmen uit Indie, vraagstukken van den dag, door C. E. van Resteren
en anderen." Twee onderwerpen worden daarin op hoogst verdienstelijke
wijze behandeld. Het eerste draagt tot opschrift: "De uitputting en sterfte
onder de Europesche soldalen van het Indische leger." Daarin wordt met
bewijzen aangetoond dat «het Europeesch gedeelte van het Indische leger
bijna geheel bestaat uit zwakke, uitgeputte individuen, zonder veerkracht"
en dat «een leger uit krachtvolle mannen bestaande, in den bloei huns
levens, na geneeskundig onderzoek, ten volle geschikt verklaard voor de
dienst in de koloniën, in 10 jaren uitsterft." ledereen, zelfs de meest onin
gewijde moet, na de lezing van de treurige feilen en cijfers, die daarin
worden opgesomd, erkennen, dat de conclusie, waartoe de schrijver komt,
niet overdreven mag worden geacht. De hoofdoorzaken van dezen toestand
«die Indie als lot een moordkuil maakt voor den Hollandschen soldaat,"
zoekt de schrijver hooldzakelijk in de slechte, onreine en onpraclische in-
rigling van kazernen en hospitalen, en in het misbruik van sterken drank,
waarin de meeslen vergetelheid zoeken voor de verveling, de teleurstellingen
en misères, die zij ondervinden in die droefgeestige ruimten, waarin de een
de lucht bederft voor den ander, waar schrijven of lezen hun wordt ver
hinderd, waar het loezigl nagenoeg geheel ontbreekt.
Het tweede artikel draagt tot opschrift: "de laatste regeling der suiker
cultuur". Niet minder belangrijk dan hel eerste, is ook dit volkomen ge
schikt om den oningewijde een juist begrip te geven van deze voor onze
Nederlandsche bezittingen zoo hoogst belangrijke cultuur en de fouten die
het thans in werking zijnde stelsel aankleven. Beide opstellen dragen den
stempel, dat het streven met deze uitgave beoogd: »in Nederland voor In
dische aangelegenheden meer belangstelling tc wekken, dan door een In
disch dagblad o( mail-editie daar mogelijk is", op verblijdende wijze vruch
ten kan dragen.
Wij vernemen dal den zoon van een onzer industriëlen, den beer K.,
héden morgen een treurig ongeluk is overkomen. Hij is in aanraking ge
komen met eene der machines in de fabriek, waarbij een zijner handen
zwaar werd verminkt.
De wis- en natuurkundige afdeeling der kon. akademie van weienschap
pen te Amsterdam zal Vrijdag aanst. aldaar eene gewone vergadering honden.
Het Hbl, meldt dat bet Z. M. den koning heeft behaagd aan mevrouw
Kleine de groole gouden medaille van verdiensten toe te kennen.
Naar men verneemt hebben in de meeste pannënfabrieken te Woerden
de werklieden den arbeid geheel of ten deele geslaakt.
In den gemeenteraad van Schiedam werd gisteren behandeld een voor
stel van burg. en weth.tot het aangaan eener leening van ƒ30000, ten
behoeve der gasfabriek. De heer Legner stelde voor dat bedrag uit te brei
den tot ƒ50000, tot herstel van kaden. Dat voorstel werd met 8 tegen 4
stemmen aangenomen en het plan tot het uitschrijven der geldlceningin
dien geest gewijzigd, vastgesteld.
Gisteren verschèen voor de arrond.-reglbank te Rotterdam een 12-tal
jongelieden uit de^gemeente Maasland, van 17 tot 29 jaren, die met blij
moedig gelaat de zaal binnentraden, getooid met oranje- en vaderlandscbe
Meuren, als gold het een feest. Deze leregtstelling was echter een gevolg
van eene verkeerde wijze van feestvieren op 1 April 11. Op dien dag waren
bij een bouwman dier gemeente de ruiten ingeworpen cn was het huisraad
stuk geslagen. Volmondig bekenden de beklaagden hunne schuld. Zij had
den zich des morgens naar de woning van bedoelden bouwman begeven en
hem toegeroepen dat hij moest vlaggen, doch zij bekwamen geen antwoord,
waarop zij de ruiten hadden ingeworpen. Daarop werd de Nederlandsche
driekleur met een oranjewimpel uitgestoken. Later op den dag bespeurden
zijdat men de kleuren der vlag had omgekeerdzoodat het blaauw vóór
en het rood achter hing cn dat de oranjewimpel was verdwenen; dit heeft
beklaagden aanleiding tot hun vernielingswerk gegeven. Ook bij een ande
ren bouwman zijn daarna ruilen ingeworpen cn is het huisraad vernield,
omdat deze niet vlagde. Het requisitoir strekte tot vcroordeeling van 10
bekl.ieder lot eene cellulaire gevangenisstraf van 10 dagen en eene boete
van ƒ5.50, wegens verbreking van afsluiting en het opzettelijk toebrengen
van schade aan eens anders roerende eigendommen, en tot vrijspraak van
2 beklaagden.
De daaropvolgende zaak was van denzelfden aard. Vier arbeiders hadden
te Waddinxveen om dezelfde reden de ruiten ingeworpen cn huisraad ver
nield bij iemand, die volstrekt niet wilde vlaggen, en een persoon geslagen,
die de oranjekleur niet droeg. Daar was het echter heviger toegegaan; een
der beklaagden was door een geweerschot aan het hoofd verwond gewor
den cn zwaar bloedende weggedragen. Tegen den l,le bekl. werd eene
maand en tegen de overige 10 dagen cellulaire gevangenisstraf en ƒ5.50
boete gerequireerd. (/V. R. f.)
Te Ptirmerende werd Zondag nacht een stoute diefstal gepleegd. De
heer S. B., vroeger landbouwer in de Wormer, thans in die gemeente wo
nende, kwam een uur na middernacht met zijne vrouw van een bruilofts
partij te huis. Te vergeefs beproefde hij de huisdeur met den sleutel te
openen cn liep daarom langs een omweg naar hel achterste gedeelte zijner
woning, ten einde daar binnen te gaan. Hoe ontstelden hij en zijne vrouw
evenwel, toen zij in eene achterkamer een helder licht zagen branden,
ofschoon er niemand in huis was gebleven. Zij snelden nu naar een hunner
vrienden in de nabijheid, die oogenblikkelijk de hulp der policie inriep.
Door vier nachtwachls vergezeld, traden zij thans het huis binnen. Daar
was alles het onderste boven gekeerd. Alle kasten en kabinetten waren
opengebroken en en eene menigte fraaije klcediugstukken lag in de grootste
wanorde over den vloer verspreid. De daders hadden alles vol inkt ge
smeerd en met boter, meel cn eijcren besmet. De quilautiën, die zich in
eene Iade der secretaire bevonden, waren in stukken gescheurd of geknipt.
Eene kast met kristal en zilverwerk was geheel ledig gestolen en na onder
zoek bleek hel dat de dieven ook eene portefeuille met eene waarde ia
bankpapier van ruim 1600 hadden medegenomen.
Blijkens het voorloopig verslag van de tweede kamer omtrent het wets
ontwerp tot definitive vaststelling van hoofdstuk VIII der staatsbegrooting
hebben hij de overweging in de afdcelingen eenige leden verklaard er be
zwaar in te zien aan den tcgenwoordigen minister van oorlog hel bljjk
van vertrouwen te geven, altijd in de aanneming eener begrooling gelegen.
Zij deden gaarne hulde aan zijne wetenschappelijke verdienstenmaar twij
felden. na heigeen zij reeds van hem gezien of gehoord hadden, of hjj voor
de zeer moeijelijke taak, die hij op zich genomen heeft, wel volkomen
berekend ware. De groole meerderheid der leden achtte hel verkeerd bjj
de behandeling dezer begrooting, die toeli eigenlijk als een vervolg op de
credietwet van 31 December 11. was te beschouwen, hei vraagstuk van ver
trouwen in het beleid des ministers op den voorgrond tc stellen. De bil
lijkheid en het staatsbelang vorderden daaromtrent eerst te beslissenals
men den minister meer bepaald aan het werk had gezien, waardoor men
dan vooral verstond, als men hem de gewigtige. van zijn departement af
komstige wellen had hooren verdedigen. Door thans reeds, op grond van
gezegden in de kamer, aan den minister vertrouwen te willen ontzeggen,
zou noodeloos verwarring gesticht en de zaak van 's lands defensie niet
bevorderd worden.
Verscheidene leden toonden zieli door liet hoogc eindcijfer dezer i egroo-
ting zeer te leur gesteld, en er waren er, die daarin alleen, even als vroe
ger, eene genoegzame reden zagen om eene afkeurende stem over die be
grooting uit te brengen. Waar moet het heen, indien voortdurend zulke
overgroote sommen aan 's lands defensie worden Ie koste gelegd? Zutiëii
die sommen niet op den duur onze finantiële kracht verre te boven gaan?
In het belang der defensie zelve was het niet voorzigtig daarvoor guljtp
hoogc eisehen te stellen. Het mag toch. volgens sommigen, niet onopge-