eenige belangstellenden bevonden. De zwager van den overledene. dr. X. Beets, beeft bij het graf het woord gevoerd en op treffende wijze de vele uitnemendheden van den ijverigen, kundigen en braven man in herinnering, gebragt. Omtrent het gebeurde te Zoclmond deelt de l' C. nog het volgende mede: Den 2'1™ Febr. II.. na het eindigen van het godsdienstig onderwijs, bleven eenige jongelingen in de consistoriekamer achter. Deze geraakten aan liet spelend toewerpen van een stoelkussen, toen een van hen, T. v. S., geheel onverhoeds een messteek in het onderlijf ontving van een knaap II. A. v. M.nog geen 16 jaren oud. die evenwel sedert lang te kwader naam stond in de gemeente. De gewonde stortte weldra neer ten gevolge van bloedverlies. In zijne woning gebragt, gelukte bet door spoedig aan-, gebragle geneeskundige hulp de sterke bloeduitstorting te stuiten. Hoezeer men niet zonder vrees is. bestaat er hoop op behoud van zijn leven. Uit Leeuwarden wordt aan liet ,V. v. d. I). gemeld dat de regimenls- kommandant aan het corps officieren aldaar had medegedeeld dat de minister van oorlog ad interim den luit.-adjudaiil Kcyscr niet voor den raad van onderzoek wilde brengenomdat bij niet in de termen der wel viel. Het verzoek der officieren en van den reg. kommandant was dus geweigerd. Daarop heeft een officier te kennen gegeven, dat de positie dan onveran derd bleef, want dal de meeste officieren hem den rug zouden blijven toe- keeren. De kolonel moet toen gezegd hebben dat bij er niets aan kon doen. De officieren hebben zich toen eigener autoriteit vereenigd en te verslaan gegeven, dat zij in de afwijzende beschikking van den minister niet konden berusten. - De Frit-ache Cour. deelt liet volgende mede: Dezer dagen is, in de Stirlmistermieden. in een keldertje van een tamelijk ver van andere wonin gen staand lniis, onder cen beJ. een levend, doch bijna onkenbaar geheel naakt menschelijk wezen gevonden. Hel was bekend, dat de bewoners van dat huis eeue zuster van de vrouw hij zich hadden en dat die zuster sedert ongeveer 15 jaren "liet wat in 't hoofd" had, doch men wist daarvan niet meer. dan dat de armvoogden van Surliuizuni een daalder per week onder stand ten behoeve der onnoozele gaven. De verstandsverbijstering der onge lukkige was van geringen en onsehadelijken aard en de leden barer familie maakt en steeds door hunne kleeding den indruk van welvarende lieden. Se dert bijna twee jaren werd de toen 30 jarige lijdcres door haren zwager en hare zuster gedwongen altijd op bed te blijven, daar zij zeiden geen icleederen voor haar te hebben. Een gansehen winter lang moest zij in dit lot rieelen met een kleinen jongen (zoon van een broeder of zwager van den man des huizes); deze knaap had ook geen kleederen en moest daarom bjj "slechte Eentje maar op bed blijven." Een paar malen iu de week mogt hij ceu half uurtje bij deu haard komen, doch aan liet einde van den win ter werd hij uit zijn ellendigen kerker verlost. De krankzinnige was intus- schen: door .het voortdurend zitten op liet.bed geheel vergroeid en de on reinheid had hare gezondheid geheel geknakt. Zij werd met den zomer overgebragt naar hel achterhuis en bleef daar tol het begin van dezen win ter. Daar lag zij bijna geheel naakt en zong nu eens vrolijke en sloeg dan weer de jammerlijkste klaagtoonen aan. In het begin van den winter werd een gezelschap jagers door die geluiden getroffenmen ging er op af en zag hoe zij daar lag ais cen dier, zij, die men vroeger bad gekend als cen vlugge, vrolijke, vaardige meid, die over heg en sloot kon springen en arbeiden als de beste. Weldra echter werd liet in het achterhuis te koud en besloot men haar om de warmte in een keldertje onder het bed te hergen. Daarin is zij mi gevonden in zulk een toestand, dat de knieën bijna aan den mond zitten en men haar moet verleggen, daar zij zich zelve niet kan omkeereu. Zij was bedekt voor een gedeelte met wat oude lompen en had voor de borst een vuil oud lapje. Natuurlijk waren alie verstandelijke vermogens verdoubl. De memorie van beantwoording van het verslag der tweede kamer om trent liet wels-onlwcrp houdende voorziening tegen besmettelijke ziekten is thans verschenen. Uithoofde de regering heeft toegegeven aan cukeie bedenkingen der kamer, is deze memorie vergezeld van een gewijzigd ont werp van wet. Dat door deze wet de zorg voor de gezondheidsbelangen der bevolking »in aanmerkelijke mate" aan de gemeentebe turen zal worden ontnomen, kan de minister niet toestemmen. Voor een klein deel slechts van die zorgen wel betgeeij enkel voorziening tegen besmettelijke ziekten betreft, en nog slechts tegen sommige daarvan worden de maatregelen aan gewezen. die deels zullen moeten, deels zullen kunnen genomen worden. Voor liet overige blijft, gelijk te regt iu eene der afdeeiingen werd opge merkt, het gansche gebied der gczondhcidspolicic aan den provincialen en gemeentewetgevcr overgelaten, en deze bevoegd lot liet maken van alle be palingen, waarin niet door'deze wet voorzien is. Waren in deze voordragt al de onderwerpen opgenomen, waarvan in deze paragraaph regeling wordt gewenseht, men zou, naar de meening van den minister, met meer grond, dan thans, dit ontwerp als een sterken greep in de autonomie der gemeente besturen kunnen voorstellen. Deze wet wil geene alomvattende regeling wezen, zij voorziet enkel iu zekere bepaalde omstandighedenen is legen zekere bepaalde gevaren gcrigt. In bet denkbeeld, in eene afdeeling geuit, «om in de plaats van liet tegenwoordig ontwerp eene aigemeene wel op de gezomiheidspolicie te stellen", kan de minister niet treden. Zulk eene wet eisciit langdurige voorbereidingen za! denkelijk eerst ua meer dan c'e'ne partiële regeling lol sland ie brengen zijn. Thans is er dringend behoefte aan afdoende voorschriften ter wering van sommige besmettelijke ziekten, niet enkel van cholera. Daaraan is dit ontwerp bestemd te voldoen. Ver- der wenscht de minister voor liet oogenblik niet te gaan. Het ontwerp «grijpt in de persoonlijke vrijheid der ingezetenen en drnischt in menig opzigt aan tegen heerschende volksmecningcn in vele dcclen van het land". Ongetwijfeld: wanneer de «heerschende volksmeeningen" geheel in overeenstemming waren met de bepalingen van deze wetdan ware zij onnoodig. Zekér: «zij grijpt in de persoonlijke vrijheid der ingezetenen", zij grijpt iu de w ij hadwaarvan, blijkens de ervaring in de epidemiCn deinden laatste jaren, velen een zoo ruim gebruik maken dat zjj roekeloos besmet-jt aai ting op anderen overbrengen; zij grijpt in de vrijheid der gemeentebesturen«vinc om ziekten te laten voortwoeden zonder de hand tot stuiting uit te strek-jor v ken. Waarom? liet verslag zelf geeft het antwoord: «Waar het de bevor-Jiande dering der gezondheid of het waken legen besmetting betreft, is het groolc publiek zeer zorgeloos en onverschillig, zelfs roekeloos." Juist om die onverschilligheid en roekeloosheid is het pligl van den weigever tusscheii beide Ie komen; zijn pligt de gezondheid en liet leven der ingezetenen, zoo- Dcze' veel bet kan, tegen de roekeloozen te besehermen. escbo Onderscheidene geneeskundigen zijn van oordeel, dat kinkhoest en oog.n Sa ziekte van de lijst der in art. I opgenoemde ziekten zouden kunnen weg. temt gelaten worden; en de ministerniet meer dan wal noodzakelijk is ver-nog langende, wil luiii advies volgen, schoon in I8G9 1084. in 1870 1144 sterfgevallen aan kinkhoest voorkwamen. De leden, naar wier meening «de»?' typhus in bet ontwerp Ie weinig op den voorgrond trad" en die tegen|tëc'a deze ziekte bepalingen wenscliten als tegen de cholera, hebben vermoedelijkP^e uitsluitend aan cpidemiën van typhus gedacht. Ook buiten epidemische ver-i breiding zijn maatregelen tegen typhus nooriig, en daarin voorzien de ai gemeene bepalingen van liet ontwerp. Dij behoorlijke toepassing daarvan gy schijnt men te mogen verwachten, dat mcninmalen verbreiding van typhiii^g zal worden voorgekomen, en plaatselijke lyphus-cpidemien zeldzamer zullcnLjnyj zijn. Naar sommiger oordeel wordt «te grootc magt aan de gcneeskundigeLe ambtenaren" toegekend. Intussciien bestaat hetgeen men magt noemt enkelLu(je: in de Verpligting om den burgemeester kennis te geven, zoodra hun dehar epidemische verschijning vaii eene besmettelijke ziekte in eene gemeente bleek. VVien anders dan den geneeskundigen ambtenaar kan worden opge-, dragente bepalen of eene ziekte epidemische uitbreiding beeft verkregen?- Is jen rijdii in de bevoegdheid tot het binnentreden van gebouwen zooveel gevaar:^ A Is misbruik te vreezen? Dezelfde vrees werd geuit bij de behandeling vanL art. 5 der wet regelende het geneeskundig staalsloezigt; meer dan zesjareu^ is die wet nti in werking en nimmer is eenig nadeel gebleken. Verliezen zij, vraagt de minister, die iu de kosten, aan de uiivoeringj wet zij, vraagt verbondenzoo munster, groot bezwaar iu zien-. liet doel niet uit hel oos! jeleid n int us lie insch der Zal het niet altijd minder kostbaar zijn, ziekten te voorkomen en bare uitbreiding tegen te gaan, dan haar te lateij voortwoekeren Gaat het aanwaar hel behoud van leven en gezondheid van velen op liet spel staat, met angstvalligheid vooral de kosten te berekenen en uit te zuinigen? Meii®aar stelle zich de kosten ook niet overdreven voor. en vergete nietwaldikwpr thans de epidemiën kosten. Bij goede toapassing van deze wet zuilen uil-rei. gaven worden bespaard, die nu van epidemien en de grootc sterfte, daar door veroorzaaktliet gevolg zijn. 's GUAVENHAGE. C Eebroarij. gedi Z. M. heelt vergunning verleend aan deu heer dr. J. G. Mezger, arts te Amsterdam, lot liet dragen der versierselen van ridder der orde van d«| Poolster, hem door den koning van Zweden en Noorwegen geschonken. De lieer J. H. Grein is erkend en toegelaten als consul-generaal da republiek Paraguay te Amsterdam. -- Tot burgemeester der gemeente Ubbergen is benoemd de lieer C. lil van der Goes. Tot plaatsvervangend kantonregler te Grave is benoemd de lieer J. S liussem, ontvanger der registratie aldaar, en tot plaatsvervangend kaulon- reg Ier te Enschede de heer A. A. D. E. Hoogland!, notaris aldaar. De heer M. Bcnle, thans ontvanger der directe belastingen leRjjpc.a, is benoemd tot ontvanger derzelfde middelen te Krommenie c. a. Aan J. Spaan is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als sluii-' wachter-? waarnemend havenmeester aan het kanaal van Voorne; voorts zijl benoemd: tot sluiswachter, waarnemend havenmeester van liet kanaal vu Voorne aan de Nieuwe Sluis. II. Eeltjcs, thans sluismcester, waarnemend havenmeester bij hol kanaal van Ziiid-ltcveland: tot sluismecster. waar nemend havenmeester, bij het kanaal van Zuid-Beveland E. Spaan, Ihain dc adsistent-slniswachtcr bij het kanaal van Voorne. j z. M. heeft goedgevonden den voor de dienst iu Ned. indie bestemden 2rc luit. der artillerie II. F. L. Janssen o\er Ie plaatsen bij bet wapen de artillerie van hel leger hier te lande. De 2e luitt. hij het corps mariniers J. J. Ueeringh en 11. J. Bomenvt commanderende de detachementen mariniers, ingescheept op de wachtsche pen te Willemsoord en Hellevoetsluis, worden ter beschikking gesteld van den commandant van dat corps cn vervangen respectivelijk door den P1" luit. J. II. Zaal en den 2*'° luit. J. B. Vcrhey. Men verneemt dat de lieer nr. C Polis, nieuw benoemd advocaat-gene raal bij den hoogeiv raad der Nederlandenheden iu handen des koningf den eed heeft afgelegd en aanstaanden Zaturdag in eene pieglige aigemeene; vergadering van genoemd collcgie zal worden geïnstalleerd. Dc hooge raad (strafkamer) beeft lieden eene beslissing genomen op An het beroep in cassatie ingesteld door I). A du Mosehcommissionair te Ar Utrechttegen een arrest van hel hof aldaar, waarbij hij tot eene geld- boete van ƒ315 of twee maanden gevangenisstraf is veroordeeld, wegens <5r het collecteren iu buiten 's lands aangelegde loterijen. Dc hooge raad heeft Hi geoordeeld dal èn vonnis èn arrest zeer juist waren gewezen en derlialvede '6 voorgestelde middelen van cassatie ongegrond zijn. De raad heeft mitsdien F ra wa de li ee: liet beroep verworpen. u 1T KN LA M )S<11K tt KMIGTK.Y BELGIË. Bij de kamer van vertegenwoordigers is eene voordragt ontvangen, waarbij dc regering magtiging vraagt om op een door den koning te bepa len tijdstip al de provinciale raden cn de gemeenteraden van België Ie ont-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 2