BUITEN LAN DSCHE BEUIGTEN.
I"
gevroren. Den volgenden dag is het na veel inspanning gelukt aan de equi
page van 9 man het noodige proviand le doen toekomen. Treuriger is het
afgeloopen met een man. werkzaam aan een der moddermolens van de ka-
naahverkendie legen den namiddag met zijn sloep naar wal zoude gaan
om het volk voor de nachldicnst te halen, doch den wal niet kou berei
ken, maar ingevroren raakte. Door de invallende duisternis heeft niemand
hem kunnen bespeuren en is bij in zijn bootje levensloos gevondendoor
de scherpe koude doodgevroren. De ongelukkige woonde te halfweg Haar
lem en laat eeue vrouw met kinderen na.
Te Westzaan hadden in de vorige week een paar hoogst treurige voor
vallen plaats. De 20-jarige zoon van een moslerdfabrikant is in het rader
werk van den molen geraakt. Vreeselijk verminkt, was hij spoedig een
lijk. Tijdens den sneeuwstorm ging een arbeider de zeilen van een hout
zaagmolen inhalen. De molen stond stil. doch een der zeilen was losge
raakt en om de as geslagen. De 23-jarige jongeling, kostwinner zijner moe
der, ging naar boven, toen plotseling een rukwind de wieken een paar
slagen deed draaijen, waardoor de jongeling naar beneden viel. Zijn toe
stand was zorgelijk.
Aan den Helder is in dc vorige weck in de duinen het lijk gevonden
eener oude vrouw, die waarschijnlijk door de koude getroffen is geworden.
Te Deventer heeft Zalurdag 11 de lieer .1. I'. zijnen 100"''" verjaardag
mogen vieren, in het genot van zijn volle geest vermogens.
Te Hengelo is dezer dagen in de ijzergieterij een slijpsteen, die door
stoom werd gedreven, in twee stukken gesprongen. Door een der stukken
werd een arbeider, die in de onmiddellijke nabijheid' werkte, verpletterd.
Te Middelburg is Zalurdag morgen de regler-coinmissaris, vergezeld
van den subsi.-griffier bij de arrond.-reglhank aldaar en twee deskundigen,
naar Itreskens vertrokken, om onderzoek te doen naar een moord, die
aldaar den vorigen dag bij eene vechtpartij zoude hebben plaats gehad.
'sGRAVENHAGE. II December.
Z. M. heeft het grootkruis der orde van den Ned. Leeuw verleend aan
don Eduardo Asquerino, gewezen gezant van den koning van Spanje bij het
Ned. hof.
Z. M. de koning heeft op voordragt van den minister van binnenland-
sche zaken goedgevonden aan P. G. Lulters, rijksveldwachter te Amsterdam
als blijk van goedkeuring en tevredenheid wegens de redding eener vrouw
uit bet water aldaar, in den avond van 23 Sept. j!.. toe te kennen de
bronzen medaille, ingesteld bij besluit van 22 Sept. 1855, alsmede een loffe
lijk getuigschrift.
Als consul van Belgie te Harlingen is erkend en toegelaten de heer
P. Dodenhuis IJz.
-- Door Z. M. is aan den heer mr. S. Schmolck, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend als president van het prov. geregtshof in Zuidholland, onder
dankbetuiging voor de vele diensten door hem in verschillende reglerlijke
betrekkingen aan den lande bewezen. Voorts zijn benoemd: tot kantonreg-
ter le Doxtel de heer mr. B. 11. A. A. de Roy, thans kantonregter te Waal
wijk; lot notaris te Meerkerk de heer B. J. Boddecand.-notaris aldaar, in
de plaats van den heer G. Bodde, op zijn verzoek als zoodanig eervol ont
slagen.
De luit. ter zee 2e kl. P. II. Ledeboer is op zijn verzoek eervol uit de
zeedienst ontslagen.
Door den minister van financiën is bepaald dat teZierikzee. met ingang
van 1 Jan. 1872, tot de vereeniging van de aldaar gevestigde post- en tele-
graaphkanloren onder beheer van één ambtenaar, hoofd van het vereenigd
kantoor, zal worden overgedaan, en dat de directeur van het rijks-tele-
graaphkantoor, de heer J. G. Pilaar, als directeur van het vereenigd kantoor
zal optreden.
Bij de algemeene beraadslagingen over bet hoofdstuk Koloniën der
staatsbegrooting. in de zitting der tweede kamer van Zalurdag, hebben het
woord gevoerd de hh. Tak. Fransen van de Putte, Oldenhnis Gratama en
Gevers Oeynoot. De eerste drukte den wensch uit. dat de minister van
koloniën zijnen invloed zoude aanwenden om van de handelmaatschappij le
verkrijgen, dal, bij den overvoer van koloniale producten, aan de gezagheb
bers van door dal ligchaam bevrachte schepen de vrijheid zou gelalen worden
onder hunne verantwoordelijkheid de lading naar de plaats van bestemming
te voeren langs den weg en op de wijze die hun liet voordeeligsle zou voor
komen. De tweede vroeg van den minister van koloniën inlichtingen om
trent de opbrengst en den aanvoer van sommige koloniale producten den
aanleg van den spoorweg Batavia-Buitenzorg, en de redenen die deze ver
traagden de zienswijze der regering aangaande de vermindering der heere
diensten; en ontwikkelde daarbij zijne bezwaren tegen het laatst genomen
besluit omtrent de examens door voor Indië bestemde ambtenaren af te leg
gen. Voorts trad hij in een uitvoerig vertoog tegen de reeds geleverde be
schouwingen, strekkende tot afkeuring der tegenwoordige koloniale politiek,
en vond aanleiding om hare voorstanders aan le sporen en niet overmoedig
maar ook niet zorgeloos te werk te gaan. De beide laatste sprekers behan
delden meer bepaaldelijk de Snrinaamsche aangelegenheden; de eerste bragt
zijne bezwaren in het midden ten aanzien van de aanmerkingen voorkomende
in de memorie van beantwoording op de beschouwingen medegedeeld in het
voorloopig verslag aangaande de handelwijze der koloniale staten; de tweede
kwam op tegen het denkbeeld van eenen afstand van Suriname of Curasao,
zoo daaromtrent eenige neiging mogt beslaan; schetste den toestand der
West-Indische bezittingen als betreurenswaardig; maar meende dat, hoe
moeijelijk dit ook mogt wezen, eene hervorming ten goede, bij aanwending
van gepaste maatregelen, allezins bereikbaar was. De minister van koloniën
beantwoordde in de eerste plaats de tot hem gerigle vragen; gaf de ver
langde inlichtingen; trad i.i eene nadere beoordeeling der handelwijze van
de koloniale staten in Suriname; schetste den toestand dier kolonie, en gaf
de middelen aandie zijns inziens konden strekken om dien te verbeteren.
Daarna trad hij in eene ontwikkeling van zijne beginselen omtrent koloniale
politiek in hel algemeen, en wedersprak de bewering als zonde de tegm-
woordig omtrent onze overzeesehe bezittingen, voornamelijk de in Oost-Indië
gevolgde staatkunde, geleid hebben en voortdurend strekken tot verminderiii»
van den bloei en de welvaart dier streken Tot staving dezer gevoelens trad
hij in een aantal bijzonderheden omtrent den staat, in welken zich de over
zeesehe bezittingen bevinden, waaruit zijns inziens het tegengestelde moest
worden afgeleid van hetgeen door anderen was beweerd. De heer Nierstrasz
verklaarde niet voldaan te zijn over de door den minister gegeven inlichtin-
gen. Hij meende dat in de rede van den minister groote verwarring en ge
brek aan kennis van koloniale toestanden doorstraalde en gaf hem in beden
king in het belang van vaderland en koloniën den nu vacanten zetel van
oorlog in te nemen, want hij wist ligt meer van oorlog dan van koloniën.
De minister verklaarde geneigd te zijn het bevrct van onkunde aan te nemen
als het hem door eene bevoegde hand ware uitgereikt.
In de zitting der kamer van heden heeft na de lezing der notulen de
heer Wintgens de aandacht gevestigd op de wijze, waarop sommige dagbla
den meenen verslag te moeten geven van het verhandelde in de kamer. Hij
had daarbij het oog op het verslag der N. R. Cour. Ieder onpartijdige kon
oordeelen of hij de zotteklap gebezigd had, die hem bij haar verslag van
de jongste vergadering in den mond was gelegd. De Haarl. Cour. had liet
nog erger gemaakt en eenvoudig weggelaten wat haar niet behaagde, be
hoogst ongunstige plaats den verslaggevers aangewezenscheen bij den
spreker niet in aanmerking te komen.
De voorzitter deelde mede dat de minister van binnenl. zaken door ver
koudheid heden en waarschijnlijk ook morgen belet werd uit te gaan, zoo
dal er eene verandering in de regeling der werkzaamheden moest plaats
hebben.
Aan de orde was voorts de verdere behandeling van het hoofdstuk kolo
niën. Na langdurige discussiën over verschillende ouderdeelen zijn eerst de
begrootingeu voor Suriname en Curagao met bijna algemeene stemmen,'en
daarna het hoofdstuk koloniën met 45 tegen 22 stemmen aangenomen.
Morgen is aan de orde de wel op de middelen,
De ministers van koloniën, van oorlog en van financiën zullen in deze
week geen gehoor verleenen.
Ook hh. burgemeester en wethouders van Leiden hebben Vrijdag hunne
opwachting gemaakt bij den commissaris des konings mr. C. Fock.
Naar wij vernemen, zegt de Stoompost, heeft de hoofdingenieur Wal
dorp. die door den gemeenteraad van 's Gravenhage benoemd is tol het
maken der waterleiding, onbepaald verlof uit rijks dienst gevraagd.
De directie van den Kon. Frauscheu schouwburg alhier heeft hel publiek
berigt, dat, ten einde de uitvoering van de groote opera gemakkelijker te
maken, zij te rekenen van de maand Januarij tot het einde van het tooneel-
jaar nog aan den schouwburg heeft verbonden mevr. Nivet Grenier, eerste
zangeres conlr' alto der schouwburgen van Straatsburg en Lyon.
Van een jongentje, dat Donderdag avond alhier in de felle koude op een
stoep was blijven zittenzijn de handen zoodanig bevrorendat zij waar
schijnlijk afgezet zullen moeten worden.
BELGIE.
De leden van het nieuwe ministerie hebben den 7fn in handen des ko
nings den eed afgelegd. L'Echo zegt dat de heer Malou de ziel van liet
bewind is en eigenlijk het geheele bewind uitmaakt: dat de hem toegevoegde
ambtgenoolen personen van weinig politieke beteekenis zijn; dat liet nieuwe
bewind louter en onbewm*peId clericaai en reactionair is, terwijl het minis
terie d'Anethan bij zijne optreding den schijn aannam al» of het steunde op
eene hervormingsgezinde en voorwaarts slrevende fractie der conservative
partij.
ENSELA V 1».
LONDEN. 12 December.
De geneeskundige bladen melden den uilslag van de onderzoekingen
naar de oorzaak der ziekte van den prins van Wales. Hel British Medi
aal Journ. en de Lancet komen beide lot de conclusie, dat de lucht in en
rondom Loudesborough Lodge, alwaar de prins gelogeerd heeft, ontegen
zeggelijk besmet was. Een privaat in de kamer waar de prins sliep, is
gebleken direct in gemeenschap te staan uict een grooten beerput, slechts
tien voet beneden den grond, en die in zes jaren niet geopend was. Et'
was dus een ophooping van miasmen, die zich ongemerkt door het gansche
huis eu in dc eerste plaats door de slaapkamer van den prins hebben
moeten verspreiden.
Te Boiton is een persoon overleden ten gevolge van een steenworp,
dien hij ontving gedurende het oproer bij gelegenheid van het optreden van
den republikein Sir Charles Dilke aldaar.
-- Drie Engelsche zeelieden, George Turner, William Murphy en Edward
Howard, de overgeblevenen der bemanning van 25 man en 2 passagiers van
het Engelsche barkschip Nonpareil, zijn dezer dagen in hunne woonplaats.
North Shields, aangekomen, llun verhaal van hel vergaan van het schip,
van hel omkomen der opvarenden en van de door henzelvcn doorleefde ge
varen, is treffend. Het schip was op reis van Bombay naar New-York,
toen het in den Atlantische!) Oceaan door een storm werd bcloopen, waar
door het vaartuig omsloeg. De drie genoemde personen hebben, na de
overige schepelingen te hebben zien verdrinken, zeven dagen lang op een
stuk van het achterdek rondgezwalkt zonder ander voedsel dan twee kleine
vischjes. Na verloop van dien tijd zijn zij door den Amerikaanschen schoe
ner tie Belmont opgemerkt en aan boord genomen, eu vervolgens te Mar
tinique aan land gezet.
Te Los Angeles, in Californië, moeten, volgens de New-l'or/e Trib.,
op 24 October gruwelijke looneelcn hebben plaats gehad, liet gerucht was
verspreid geworden dat eenige huizenbewoond door Chinezenmet goud
waren opgevuld. Het volk, voornamelijk Ieren en Mexicanen, liep te hoop,
met hel doel die gebouwen te plunderen. De Chinezen barricadeerden hunne
de
ie
mi
nii
Ee
on
CE
lm?
int
tinl
Gr
Iron
har
,tcu
itidi
laas
ptte
tree
lliri
Mr.
ner