BUITENUNDSCHE BISIUGTGN.-
aan liet Roode Kruis gedurende zijn verblytals elief van de Nederlandsche
ambulance, te Metz.
Men verzekert, dat de heer Motké, die zich eerlang, belast met eene
bijzondere zending, naar Java zal begeven, in de vervulling van zijne taak zal
worden bijgestaan door de hh. J. P. Sprenger van Eyk, inspecteur van de
registratie en domeinen, en van Schuylenburgh en Motké (broeder), adjunct
controleurs in Noordbrabant.
De minister van tinancien en van oorlog zullen Donderdag aanst. geen
gehoor verleenen.
H. M. de koningin en Z. K. 11. Prins Frederik hebben zich dezen
morgen naar Amsterdam begeven en worden heden middag alhier terug
verwacht.
In de zitting van de tweede kami-r van heden zijn van den minister
van oorlog'ingekomen nadere inlichtingen en bescheiden betreffende de beide
adressen van den gewezen kapitein Janssen. Deze zijn in handen gesteld
van eon missiën.
Aan de orde was de behandeling van hooldst. IV (dep. van marine) der
staatsbegrooling. De heer Beyma drong aan op wettelijke regeling, ook
wat de marine betreft. De heer de lloo van Aldcrvverelt drong er op aan
dat nieuw gebouwde schepen niet dadelijk in conservatie, maar eerst in dienst
zouden gesteld worden en op meerdere uitbreiding van hel stelsel van tor
pedo's en versperringen. De heer Nierslrasz was niet voor eene wettelijke
regeling, en stelde ook minder vertrouwen in de torpedo's enz. als de heer de
Roo. Ook de minister van marine achtte eene wettelijke regeling wel mogelijk
wat betreft het materieel, maar niet mogelijk voor het personeel. De lorpedo'senz.
waren zijns inziens wel een krachtig hulpmiddel ter verdediging, maar men kon
er zich niet te veel op verlaten. Het nut van het onmiddellijk in dienst
stellen van nieuwe schepen achtte hij twijfelachtig. Goed zou het echter
werken voor schepen volgens een nieuw stelsel gebouwd. Na hel bespreken
van verschillende punten werden de artikelen der begrooting achtereenvol
gens behandeld en daarna het geheele hoofdstuk aangenomen met 50 legen
4 stemmen. Morgen is het hoofdstuk Nat. schuld aan de orde.
Te Scheveningen zijn sinds den 18d,D der verleden maand tot en met
den 2'1'" dezer niet minder dan 119 overloopers aangezet, die, behalve de
10 pCt. toegift, hebben aaugcbragl het aanzienlijke cijfer van 15,420,000
stuks steurharing en 1349 ton pekelharing. Nog nimmer is zooveel haring
gevangen als gedurende den laalsten tijd. Ondanks die ruime bezendingen
blijft de markt nog stijf. De visscherij heeft echter ook hare schaduwzijde;
aangezien het vischwant door de menigte haring, die de netten bevatten,
veel te lijden heeft. De netten zijn zoo overvloedig gevuld met haring, dat
ze niet meer op de gewone wijze kunnen worden opgehaald, maar dat de
visschers daartoe takels moeten bezigen.
BELGIE.
Naar men verneemt zou het ministerie volgenderwijze zijn zamenge-
steld: de Theux, lid der kamer, president van den ministerraad, zonder
portefeuille; 't Kindt Denayer, lid van den senaat, buitenl. zaken; Malou,
lid van den senaat, financiën; Thonissen, lid der kamer, justitie; Schollaert,
lid der kamer, binnenlandsche zaken; generaal Eenens, oorlog; van Hoorde,
lid der kamer, openbare werken; Dumortier, minister zonder portefeuille.
Of al die heeren zich de benoeming zullen laten welgevallen, is nog hoogst
onzeker.
Nadat de aftreding van het ministerie bekend is geworden, hebben de
demonstratiën op de stralen der hoofdstad opgehouden.
K NI K A A
LONDEN, 3 December.
De torenschepen der Britsche marine schijnen niet bestand te zijn tegen
ruw weder; zij zijn dan genoodzaakt zoo spoedig mogelijk eene veilige haven
op te zoeken. Weinig had het dezer dagen gescheeld of de Hotspur was in
liet kanaal gezonken. Er stak een storm op; en de golven, die een ander
schip doen rijzen en dalenkonden het geweldig zware gevaarte niet oplig-
ten en braken er dus voortdurend overheen. Zoo gevaarlijk was de toestand
dat de kommandanl en de officieren zich reeds reddingstoestellen om het
lijf hadden gebonden, ten einde, indien het vaartuig zinken mogt, met
zwemmen hun leven te kunnen redden. Gelukkig heeft het vaartuig Ports
mouth kunnen bereiken.
Woensdag 11. stond voor den lord mayor te Londen tcregt een Neder
lander J. ll.O., wegens bet, als passagier op de stoomboot Batavier, smok
kelen van circa 8 ponden sigarendie hij in een geheim compartement van
zijn koffer verborgen had. De beschuldigde verklaarde dat de koffer aan
zijn zwager toebehoorde, die hem binnen weinige dagen volgen zon, en dat
hij niet wist dat er sigaren in waren. Hij werd echter veroordeeld tot een
boete van 10 of twee maanden gevangenisstraf. De veroordeelde gaf de
voorkeur aan de betaling der boete.
FRAHKRIJ K.
Volgens le Soir heelt de heer Rouhcr van de regering een paspoort
gevraagd, om zich naar Chislehnrst te begeven, daar hij den ex-keizer ver
antwoording wil doen van de liquidatie der civiele lijst. De regering heeft
onmiddellijk aan zijn verlangen voldaan.
De Univers toont zich zeer verbolgen op den Franschen zaakgelastigde
te Rome, 'die de opening van het Italiaansche parlement beeft bijgewoond.
Het blad vertrouwt dat de heer Thiers daaromtrent in de nationale verga
dering tot verantwoording zal worden geroepen.
Den 30uo November is voor den zesden krijgsraad te Versailles een
aanvang gemaakt met hel proces tegen 16 personen, beschuldigd van den
heer Chatidordey, een der redacteuren van den Siècle, en drie gendarmes,
die ouder de Commune als gijzelaars in Sainte-Pélagie opgesloten waren,
vermoord te hebben.
Het hof van assises te Versailles heeft 18 pachters uit het arrondisse
ment Rambouillet, die beschuldigd waren van gedurende den oorlog levens
middelen aan Duilsche troepen verkocht te hebben, vrijgesproken.
Omtrent de executie van Gaston Cre'mieux, die den 30"en November te
Marseille plaats bad, worden de volgende bijzonderheden medegedeeld. Toen
men hem in de gevangenis beriglle dat hij ter dood zou worden gebragt,
antwoordde hij zeer gelalen: //Ik zal toonen, hoe men sterft." Hij maakte
zijne papieren in orde en vroeg eenige oogenblikken tijd. om een gedicht,
dat hij begonnen had, le voltooijen. Doch hij steeg weldra in den wagen,
die hem naar het fort Nicolas, de plaats der executie, zou brengen. Daar
aangekomen, verzocht hij den rabbijn, die hem vergezelde (Cre'mieux was
Israëliet), den heer Esquiros uit zijn naam le verzoeken, een door hem be
gonnen drama te voleindigen. Nadat hij zich nog eenige oogenblikken met
den rabbijn, dien hij omhelsde, had onderhouden, trok hij zijn jas en vest
uit, knoopte zijn das los, scheurde zijn hemd open, en riep, terwijl hij
met geopend oog overeind stond, hij wilde niet geblinddoekt zijn, //Vuur!
leve de republiek!" Het woord //republiek" bestierf op zijn lippen; want op
hetzelfde oogenblik dat bij het zou uitsprekenviel hijals van den bliksem
getroffen, dood. De rabbijn weende van aandoening. Door de familie werd
het lijk naar de Israëlitische begraafplaats gebragt. Cre'mieux was ter dood
veroordeeld wegens hel uitroepen der Commune te Marseille, waarbij echter
geen bloed had gevloeid. Zijne misdaad was dus slechts van staatkundi
gen aard.
Te Champigny, nabij Parijs, is Zaturdag eene lijkdienst gehouden,
gewijd aan de nagedachtenis der militairen, die in de gevechten van 30 No
vember tot 2 December 1870, bij de uitvallen tegen de Duitschers, aldaar
gesneuveld zijn. By die gelegenheid is een gedenkteeken te hunner eer opge-
rigt. De aartsbisschop van Parijs las de mis, en de generaal Ducrot heeft
eene rede gehouden, waarin hij hulde bragt aan den moed der dapperen,
die aan de bloedige uitvallen deel hadden genomen, en aan de onverschrok
kenheid, die het ambulance-personeel aan den dag had gelegd. //Elkeen,"
zeide hij, //heeft in die dagen zijn pligt gedaan."
ITALIË.
Gelijktijdig met de opening van liet Italiaansche parlement te Rome,
werden den Paus vele adressen van sympathie overhandigd. De Paus gaf
als zijne overtuiging te kennen dat de kerk, hoe ook vervolgd, telkens
roemrijk had gezegevierd. Voorts maande hij de aanwezigen aan, zich
trouw om den 11. Stoel te scharen en wees op het verblijdend verschijnsel,
dat zich overal de godsdienstige beweging openbaarde. Vervolgens zeide hij:
//Men spreekt van verzoening en men gaat zclls zoover, dat men platen
uitstalt, waarop die verzoening (tusschen den Paus en koning Victor Ema
nuel) voorgesteld wordt. //De verzoening tusschen Jezus en Belial, tusschen
het licht en de duisternis, tusschen de waarheid en de leugen, is niet
mogelijk. Moge de almagtige God aan zijn stedehouder de noodige krach
ten schenken, om weerstand te bieden, zelfs ten koste van zijn leven,
om de waarheid, waarvan hij devertegenwoordiger is, ten einde toe te
handhaven."
DVIT§CHLAND.
De minister Delbriick heelt zich in den rijksdag, bij de verdediging
der wet houdende vaststelling der uitgaven voor het leger gedurende de drie
eerstvolgende jaren, o. a. aldus uitgelaten;
De verbondene regeringen- gaan geenszins uit van het denkbeeld, dat er
thans onmiddellijk een dreigend oorlogsgevaar zou bestaan. Maar zij kunnen
even min het hier door sommigen geuite gevoelen beamen, dat thans, na
den gelukkig geëindigden oorlog en den voordeelig gesloten vrede, de vredt
voor langen tijd gewaarborgd is. Zij kunnen dat daarom niet, omdat de
vrede wel gesloten, maar het verdrag, wat een zeer gevvigtig punt betreft
nog niet uitgevoerd is. Dit beboeft eerst in 1874 te geschieden. Ik geloof
dat het aan niemand uwer onbekend zal zijn, in welke mate in Frankrijk
eene stemming heerscht, welke het volk aanzet lol hetgeen men //revanche"
noemt, en wel met eenen bepaald aangewezen termijn, namelijk voor of op
den dag der betaling van de drie laatste milliarden. De tegenwoordige Fran-
sche regering deelt volstrekt niet in dal gevoel. Wij hebben altijd van haar
met vertrouwen verwacht dat zij de door haar aangegane verdragen eerlijk
en volledig wil uitvoerenen er is niets voorgevallenwaardoor dat ver
trouwen verzwakt is. Intusschen kent gij allen den toestand van Frankrijk
met een van nature beweeglijk en door reglmatig gevoel van eigenwaard!
bezield volkhetwelk na hevige schokken zijn zwaartepunt tracht weder tt
vinden. Of hel dat zwaartepunt thans reeds gevonden heeften wat er ill
gebeuren eer bel zoo ver gekomen is, weet niemand. Onze laak is te doei
wat wij vermogen, opdat het juiste zwaartepunt weldra en zonder verderf
schokken gevonden worde. Ik verecnig mij ten volle met het gevoelen der
genen, die meenen dat eene poging tot //revanche'' niet gelukkiger zou uil
vallen dan de poging, die verleden jaar tegen Duitschlandsonafhankelijkheid
ondernomen werd. Maar dit is niet het eenige waarop het hier aankomt
Wij moeten vóór alles zorgen dat de //revanche" niet beproefd worde,
dat niet door deze poging onberekenbare ellende aan ons berokkend worde
zelfs onder de gunstigste omstandigheden. Welnu, mijne heeren, gelooll
mij dal tot bereiking van dit doel niets krachtiger zal bijdragen dan
overtuiging, dat tol en met het jaar 1874 geene kans op vermindering van
de sterkte van het Duitsche leger beslaat.
De Heser Zeilung verneemt, dat de nieuwe muntwet zeer spoedig
werking zal treden en men ziet de uitvaardiging daarvan onverwijld te ge-
moet. Zcodra dit is geschiedzal een begin worden gemaakt met hel aan-
munten van goud geld, dat weldra in omloop zal worden gebragt.
-■ Te Koningsbergen zijn dezer dagen de laatste 59 manschappen aange-
komen, die door de Franschen krijgsgevangen waren gemaakt. Het dagblai
van Oost-Pruissen deelt omtrent het wedervaren dezer lieden eenige belang
wekkende bijzonderheden mede. Een der redacteurs van dat blad trof w