beschouwen als eene onverpligle liberaliteit, als eene concessie aan <le r. k. bevolking, deed hij een beroep op hunne edelmoedigheid. De heer van Was- senacr Calwyck zeide niet ongenegen te zijn, wanneer zijne katholieke land- genooten behoefte hadden aan een agent bij hel pauselijk hof, hunnen wensch te bevredigen, maar dan moest de post op liet hoofdstuk eeredienst gebragt worden, als zijnde eene uitgaaf in het belang der eeredienst. De heer van Zinnicq Bergmann wees op de moeijelijkheden en botsingen, die het gevolg zouden zijn van de terugroeping van den gezant. Wanneer men, terwijl 2/3, neen 4/5, voor den eerwaarden gevangene te Rome sympathie gevoe len, wanneer men dan zegt: laten de Italianen hun pot koken zooals zij willenwat zal daarvan hel gevolg zijn De Paus zal als wereldlijk hoofd komen te vallen. Deinst men, vroeg hij, niet terug voor den weêrslag, dien de gebeurtenis op de katholieke Iandgcnooten uitoefenen zal? 11e terug roeping van den gezant te Rome is dan ook niet het complement van de scheiding tusschcn kerk en slaat, maar strekt tot scheiding van de katho lieken van den Paus. liet belang van Nederland vordert, dal er een gezant zijom de belangen en eischen der katholieken voor te staan. Men bedenke toch, dal onze beste soldaten zijn Noordbrabanders en Limburgers! Dit heb ik van een militair bevelhebber vernomen. En men beboeft slechts Zondags morgens eene der kerken te 's Hage te bezoekenom zich te overtuigen dat de vroomste kerkgangers in militaire kleeding zijn gehuld. Zij zullen de beste soldaten blijven, mits gij de regten der roomschen niet aanrandt. En waarom is er wel staatsbelang bij het gezantschap in China Daarbij hebben slechts enkele handelshuizen belang. Hier geldt het een onderwerp, waarbij 2/5 onzer landgenooten belang hebben. De opheffing zou slechts nultelooze krenking van het geloof ten gevolge hebben. Denkt aan de han deling uwer koningin! Zij. eene der intelligentste vorstinnen van Europa, heef1, den eerbiedwaardigen gevangene een bezoek gebragt. liet huis van Oranje heeft daardoor aan de gemoedsbezwaren der katholieke landgenooten steun verleend. Hare handeling moge niet worden beschaamd. De heer Heydcnrijck beschouwde mede de zaak uit een internationaal oogpunt. De quaestie van het pausschap was het criterium van den grooten strijd op internationaal, sociaal en politiek gebied. De Paus mogt feitelijk en tijde lijk de wereldlijke magt verloren hebbenmaar dc strijd op sociaal gebied duurde voort en is niet beslist. Dwing ons niet, zeide hij, door eene demon stratie te midden van dien strijd, ons voor de eene of andere partij te verklaren De heer van Voortlmysea meende dat hier van beleeldheid of edelmoedigheid jegens kerkgenootschappen geen sprake kan zijn. Het gold hier alleen de regeling onzer vertegenwoordiging in het buitenland. De nu voorgestelde regeling kwam hem onaannemelijk voor. Gaarne zou hij van den minister vernemenniet wat andere mogendheden hebben gedaanmaar wat de Ne- derlandsche regering bad gedaan. Het cenige wat de minister kon doen was zich eene nadere regeling bij de volgende begroeting voor ,te behouden. Hij zou inlichtingen afwachten. De heer van Wassenaer Catwijck meende te moeten protesteren tegen het gezegde van den heer Bergmann, die tot hel bezoeken der r. k. kerken had uitgenoodigd om zich te overtuigen van de godsdienstigheid der soldaten, dat hij, meende hij, had aangevoerd als een bewijs van hunne trouw en vaderlandsliefde, leder Nederlandsch mili tair zwoer trouw aan koning en grondwet, en de koning was het hoofd des legers, dat uit allerlei godsdienstige gezindheden was zamengesteld. De heer Bergmann antwoordde hierop dat hij alleen gezegd had dat de Noord- brabantsche en Limbnrgsche soldaten de beste waren. Het deed hem leed dit gezegd te hebben, zich dit te hebben laten ontvallen, maar hij was zijn gansche leven raadsheer geweest, hij had bedoeld dat zij ook tot de beste onzer soldaten behooren. De heer Saaymans Vader meende dat daar de grondwet aan den koning het regt gaf gezanten aan te stellen, het niet geoorloofd was door dit amendement de regten der kroon aan te tasten. Het zou een gevaarlijk antecedent zijn. De heer van Kuyk achtte het niet in het staatsbelang ons voorop te stellen door het intrekken der missie, waarin zoovele zonen van hetzelfde vaderland levendig belang stellen. De heer van Zuylcn trachtte aan te toonen dat de quaestie van den toestand te Rome nog niet is uitgemaakt en dat in die omstandigheden een bedrag van ƒ8000 voor de missie uit te trekken, niet kan worden beschouwd te zijn in strijd met het staatsbelang. De heer Jonckbloet verklaarde zich voor de opheffing der missie. De argumenten voor het behoud bijgebragt, werden achtereenvolgens door hem bestreden. Slechts één ding zou hem kunnen terughouden van dc aanneming van het amendement, t. w. wanneer een termijn kon worden gesteld en bepaald dat, zoo de zaak binnen zekeren tijd niet is geregeld, door de regering een einde zal worden gemaakt aan de missie. Zoo die verklaring door den minister kon worden afgelegd, dan zou hij tegen het amendement kunnen stemmen. De heer Pijls bestreed het amendement. De opheffing der missie zou de katholieken versteken van de onbelemmerde aanraking met het hoold hunner kerk. De aanneming van het amendement zou niet leiden tot aankweeking van verdraagzaamheid, maar de klove verwijden. De heer C. van Nispen betoogde dat het ware standpunt in deze zaak bel constitutionele was, en uit dat oogpunt was hij ten sterkste tegen het amendement. De quaestie had met de scheiding van kerk en staat niets te maken en onze neutraliteit werd door het behoud der missie niet benadeeld, liet Ncdcrlandsche staatsbelang was betrokken |j hij dc zaak omdat de Paus het opperhoofd is van 2/5 der Nederlandsche bevolking. De Paus was nog regtens Ie beschouwen als souverein en alle staten, die katholieke onderdanen hebben, moeten daarom belangstellen in het ongeschonden behoud dier souvereinitcit cn de onbelemmerde gemeen schap met dc leden van hel r. k. kerkgenootschap. Ia de zitting van heden zijn dc beraadslagingen voortgezet. Dc heer Ver- lieyen sprak voor het behoud der missie. Als staatsburger zou bij het be treuren dat Nederland andere handelde dan andere mogendheden. Daarna voerde de minister van buitenl. zaken, de heer Gericke, het woord. Hoewel er reeds veel lot verdediging van den post was bijgebragt, achtte hij hel nood- zakeljjk nogmaals uiteen te zetten het standpunt, waarop hij zich in deze zaak had geplaatst. Dat was de zaak uitsluitend uit een politiek oogpij te beschouwen. In de omstandighedendie de opheffing der missie minder raadzaam doen voorkomen, was geene verandering gekomen men moest de be slissing afwachten van hen die, meer dan wijgeroepen zijn voor te gaan ende impulsie le geven. Voorts beantwoordde hij eenige vragenwaarvan de oplos, sing tot voorlichting of geruststelling zou kunnen strekken, llij besloot mei te verklaren dat er niet de minste toeleg bestond den toestand onnoodig te rekken of le bestendigen. (/'er telegraaf). De discussie over de missie te Rome is afgeloopen. pe| amendement van den lieer Dumbar, lot opheffing der missie, is aangeno men met 39 tegen 33 stemmen. Daarna is het hoofdstuk buiteiilandsche zaken met algemeene stemmen aangenomen. Morgen is het hoofdstuk jus. titie aan de orde. De heer Lenling heeft op het IV,le hoofdstuk (dep. van justitie) voor gesteld bet volgende amendement art. 12 (boog militair geregtshof) te ver. minderen met de helft en dus te brengen op ƒ17450. Art. 13 (militaire auditeurs in dc militaire afdeelingen) te verminderen met de liellt en dus te brengen op ƒ6500. ~~BL7ÏTI:INLAM)SC ÜK M<;I;IGTën7 ENGELAND, LONDEN, 16 November. De commissie, die alhier voor de belangen der houders van Spaansche staatsschuldbrieven werkzaam is. heeft de voornaamste beurzen van Europa gevraagd en verkregen, en stelt alles in liet werk om liet Spaansche bewind van liet belasten der biiilenlandsche schuld te doen afzien. Zij heeft de be- sluiten der dezer dagen te Londen gehouden vergadering van houders vao Spaansche schuld aan den minister van financiën te Madrid toegezonden mei een schrijven, waarin zij zegt: «De hiiitenlandsche schuld van Spanje is uit haren aard en ten gevolge van onderscheiden bepalingen en bedingen, vrij van Spaansche belastingen. Voor het hellen van acht percent van dt houders dier schuld als bijdrage tot hel vormen van een amortisatiefonds be staat geen regt noch redenimmers Spanje heeft zich verbonden in dt aflossing der schuld te voorzien en heeft bepaalde geldmiddelen daarvoor aangewezen. De schuldenaar, niet de schuldeischermoet geld lol het kwij ten van liet kapitaal der schuld leveren." -- Naar men uit Parijs aan de Times meldt schijnt het zeker te zijn, dat de Eransche regering, na het ontvangen der jongste nota van het Rritsclte ministerie van builenlandsche zaken betrekkelijk het handels verdrag tussclien de twee landen, tot bet besluit is gekomen het op le zeggen. Evenwel zal hel protokoi van hetgeen er aangaande die aange legenheid tusschen bet Fransclie en liet Engelsche gouvernement voorvalt open worden gebonden tot 12 Febr. I87:i. dat is liet tijdstip waarop de werking van het handelsverdrag een einde zal moeten nemen De gelegej- heid tot nadere onderhandelingen blijft daardoor nog bestaan. De vrijspraak van Kelly heeft te Cork, Limerick, Dündalk, Wat er fort en in de meeste andere Ierscbe stedenaanleiding gegeven tot allerlei de monstration. Vreugdevuren werden op de toppen der heuvelen ontstoken, muziekcorpsen doortrokken de stralen, en bet volk toonde overal zijn uit bundige blijdschap. Te Dundalk werden in de straten feniansche liederen gezongen Te Limerick is weder een moordaanslag gepleegd tegen een agent van policie. Het schol werd op hem gelost terwijl hij in zijne kamer zat: it kogel gleed langs zijn slaap, en drong in den muur. De dader van de zen aanslag heet insgelijks Kelly. FSIAN KR IJ H. De beer Picard, die lid van liet bewind der nationale verdediging en sedert minister van bimieiilaiidsche zaken is geweest, is tol Fransch gezant in België benoemd ter vervanging van den lieer Baude, die bij deze gele genheid naai eenen anderen gezantsehapspost verplaatst is. De heer Picard heeft vele vijandeninzonderheid onder dc Bonaparlislen en onder de con- servaliven, die lieni niet kunnen vergeven dat hij op 4 September 1870 de republiek bij wijze van overrompeling heeft helpen opriglen. Aan die zijde worden dan ook vele aanmerkingen op zijne benoeming tot gezant ge maakt, en de gevolgtrekking uit een en ander is dal liet voor België on aangenaam, ja krenkend is zulk eenen persoon als gezant te moeten ont vangen. Daarentegen wordt in berigtenbij dc Ind. Beige ontvangen, verzekerd dat de Belgische regering, vooraf van de benoeming onderrigt zijnde, daarmede ten volle genoegen beeft genomen, en dat zij hem met meer gerustheid in Brussel zal zien dan zulke diplomaten als vroeger, onder de regering van keizer Napoleon III, in België zeil deel aan zamenzwerin- gen tegen België's onafhankelijkheid namen. Dal Frankrijk -groote hulpbronnen heeft is gebleken; of echter de maatregelen, die men dadelijk na de vrcdesverklaring heeft getroffen, lot onmiddellijke afdoening der 2 a 3 haive milliards, hun doel zullen treffen, is zeer te betwijfelen. Wanneer Frankrijk de financiële crisis, waarin hel zich nu bevindt, zonder grootere opofferingen te doen te boven komt. zijn de voordeden, die men met die spoedige afdoening op het oog had, behaald. Indien echter, wat meer te vreezen is, de crisis aanhoudt en handel en industrie uil gebrek cn verlies van kapitaal worden verlamdzuilen de ver liezen onberekenbaar zijn en zal het blijken da! een induslriëtl volk zwaar der getroffen wordt door het verlies van een deel van zijn maatschappelijk kapitaal, dan door den afstand van een groot deel van zijn grondgebied. Volgens een bij "liet departement der Seine ingekomen memorif over bet schoolwezen in dat departement, is er in de scholen van de 71 gemeen ten ruimte voor 3G925 kinderen, liet aantal kinderen, in de schooljaren iallef.de, bedraagt echter 46520, zocdat er ruim 15000 kinderen van (indtTwys versteken blijven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1871 | | pagina 2