LEIDSCIfE COURANT. N\ 268. iali'. 1871. MAANDAG 13 NOVEMBER. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 3.franco p.p. f 3.50y met het F'erslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor j 2.50 'ijaars, buiten de expcditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels f 1.- iedere regel meer 25 cents. Advertentiën voor DnitschlandOostenrijk en Zwitserland worden nitsluitend aangenomen door IIAASENSTËIN VOGLER, Expeditie-Kantoor van Advertentiën te Hamburg, LubeckFrankfort a. 11.Berlijn, Leipzig, Dresden, Breslau, Keulen, Stuttgart, Weenen, Praag, Bazel, ZurichSt. Gallen, Geneve en Lausanne. Bij deze Courant wordt verzonden IV". 31 blad 47) der Handelingen in tien Gemeenteraad. j. STA DS- BJ£ R 1 G TEN. BURGEMEESTER der Gemeente LEIDEN. Brengt ter kennis van belanghebbenden dat bij hem op lieden ontvangen ide navolgende aanschrijving: 's Gravenhage, 10 November 1871. De door mij verleende dispensaliën van art. 1 van het Koninklijk besluit, d. 8 December 1870 (Staatsblad N 194). houdende verbod van in- en door- oer van buitenslands van vee en goederenwelke kunnen doen vreezen ze erspreitling van den veetyphus bier te lande zouden ten gevolge hebben evatten vroeger steeds de bepaling, dat alvorens door belanghebbenden van t vergunning gebruik kon worden gemaakt, den lieer Ontvanger der inko- lendc- en uitgaande reglen voldoende moest blijken, dat de in- of door te «eren voorwerpen afkomstig waren uit een door veeziekte onbesmet land, voor zooveel de ontheffing betrof de artikelen //onbewerkte wolof tngebloote drooge schapenhuidendat den genoemden Ambtenaar voldoende loest blijken, dat ze niet slechts regtstreeks uit niet besmette streken wa tt aangevoerd, maar ook dat ze niet in besmette streken aanwezig waren eweest. lie Heer Minister van Slaat en van Binnenlandsche Zaken acht het echter oelmatigerdat de vcrciselite certificaten van herkomst aan mij worden erloond, ook op grond, dat de ambtenaren der belastingen in den regel liet voldoende bekend zjjn met de landen, veel minder met de landstreken. »w. op bet tijdstip van den invoer, veeziekte hecrscht. In uwe gemeente zijn eeuige firma s gevestigd, voor wie de wetenschap an het boveuslaandc wenschelijk is, ter voorkoming, dat hare belangen oor oponthoudvoortvloeiende uit onbekendheid met de nieuw in te voeren «paling, noodeloos worden geschaad. Dientengevolge helt ik de eer UEd. te verzoeken die firma's, naar uw oor deel liet meest betrokken bij de onderwerpelijke zaakmet den bedoelden maatregel in kennis te doen stellen op de wijze als aan UEd. meest raad- laam voorkomt, en liaar te doen welen, dat slechts dan gunstig kan wor den beschikt op de aan mij te riglcn verzoeken om dispensatie, wanneer f lie tevens vergezeld gaan van de vereischte bewijsstukken. De Commissaris des Konings in de Provincie ZuidHolland, piengers van Warmenhuyzen L. C. De Burgemeester voornoemd Leiden, 11 November 1871. v. d. BltANDELER. BINNENLAA'DSCIIIl bisrigten. LEIDEN, 11 November. Door de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier is het volgend adres 'j ingediend aan den minister van Financiën: «Door hare adhacsie aan het plan der regering tot afschaffing van de patentbelasting en bare vervanging door ecne belasting op de inkomsten, i onlangs in een adres aan de Tweede Kamer der Stalen-Gcneraal betuigd I beeft de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier het bewijs geleverd hoezeer zij bet krachtig initiatief door Uwe Excellentie genomen, om ons 1 li stelsel van belasten op beteren voet in te rigten, weet op prijs te stellen, j Wanneer wij ons thans tot u wenden om cene andere zeer wenschelijke en «elooven wij, zeer noodzakelijke hervorming in dit stelsel tot stand tebren- 1 gen, ligt dan ook aan ons verzoek geenerlei bedoeling tot wijziging der rege- iings-voordragt te gronde. Wat wij verlangen is, gelooven wij, geheel in den geest van het voorgedragen plan van hervorming, en kan daarmede ïeer wel zamengaan. Wal wij verlangen is, dat in dit plan ook de afschaffing van den accijns «p de zeep worde opgenomen. De nadeelen niet alleen van dezen accijns, maar de onmogelijkheid hem op den duur als eene vruchtbare bron van in komst voor de schatkist te behoudenzijn algemeen, en zekerlijk aan Uwe Excellentie in het bijzonder, bekend. Zij zijn tallooze malen ontwikkeld en in liet licht gesteld. Voor zoo veel onze Kamer aangaat; kunnen wij vol staan met te verwijzen naar ons adres van 18 Mei I860 fn". 307) aan den minister van Finanliën gerigt. De verklaring, trouwens, door Uwe Excel lentie afgelegd in dc Memorie van Toelichting op het ontwerp der inkomsten- belasting", dal de zeep-accijns eene belasting is, ////die dc verbeteringen in dien tak van nijverheid tegenhoudt, en de belasting die het eerst aan de beurt ligt om afgeschaft te worden" - ontslaat ons van de moeite het wen- sclielijke dezer afschaffing, en de redenen waarom, aan u te betoogen. De traag is dan ook alléén, of de toestand der schatkist gedoogt, thans reeds de afschaffing van den accijns op de zeep in liet aanhangig hervormingsplan der belastingen op te nemen 'Wij mcenen ja. Uit de ramingen van opbrengst dezer verbruiksbelasiing Wijkt sinds jaren, dat de zeep-accijns, ten beste genomen, ecne in haar cjjfcr van opbrengst stationnaire belasting is. De redenen van dit verschijn sel zijn bekend. Niet het verbruik van zeep neemt af, maar het verbruik der surrogaten, die buiten het bereik van den zeep-accijns vallen, neemt meer en meer toe, en het noodzakelijk gevolg is dat de accijns hoe langer zoo zwaarder op den voortbrenger gaat drukken, die het aantal der ver bruikers van zijn product gestadig ziet afnemen. Eene accijnsbelasting die stationnair blijft, is eene langzamerhand te niet gaande belasting en voor de schatkist eene zeer onzekere bron van inkomsten. De regering zelve rekende hel ook. blijkens de Memorie van Toelichting op het ontwerp van wet op de Middelen, vermits de opbrengst van dezen accijns in de eerste helft van 1871 ƒ9000 minder was dan die in hetzelfde tijdvak van 1870, f niet raadzaam y oor 1872 meer te ramen dan voor 1871."" Wij gelooven niet te veel te zeggen wanneer wij beweren dat eene verbruiksbelasting wier opbrengst zóó wisselvallig isecne aan de schatkist ontvallende belas ting is, en dat haar behoud voor deze van veel minder belang is, dan hare geheele afschaffing zal zijn voor hen die dit product voortbrengen en voor tien die het verbruiken. Dat een accijns zeer productief en een hoeksteen in een belastingstelsel is, kan een overwegend motief tegen de inwilliging van verzoeken lot afschaffing, door belanghebbende voortbrengers gedaan, wezen, want deze productiviteit zelve wijst aan, dat er veel verbruikt en dus ook reel voortgebragt wordt. Maar wanneer, zooals bij de zeep, door gelijke oorzaken, kwijning in de opbrengst der belasting met kwijning in de voortbrenging zamengaat, is het, gelooven wij, meer dan tijd, zulk eene belasting voor goed tc laten varen. Behoeven wij er nog hel motiet bij te voegenvan de groote hardheid die er voor het publiek in gelegen is, dat de accijns uitsluitend drukt op dit gedeelte van hel publiek dat de veraccijnsde zeep verbruikt, terwijl een ander, en zeer veel verbruikend, gedeelte, zich van de niet-veracejjnsde zecp-surrogaten bedient? "Kan echter de schatkist deze 13 tonnen opbrengst der veraccijnsde zeep missen? Kunnen die 13 tonnen teruggevonden worden in de opbrengst van de belasting op de inkomsten? of zal men ze door een nieuw aequivalent, door eene nieuwe belasting of de verhooging van eene bestaande, moeten vervangen »De gegevens om deze vragen te beantwoorden heeft de minister vanFinan- tiënwij hebben ze niet. Wij kunnen alleen als onze meening te kennen geven, dat eene belasting van 2 püt. op de inkomsten genoeg zal opbren gen om ook het verlies van de opbrengsten van den zeep-accijns te dekken. En kan zij dit niet doen, dan zon, dunkt ons, het middel in aanmerking moeten genomen worden, dat ook door Uwe Excellentie is aangewezen in de reeds boven aangehaalde Memorie van Toelichtingwaar wij lezen, dat verhooging eener bestaande verbruiksbelasting dan te verdedigen is. ////wan neer daardoor eene verplaatsing kan worden verkregen die verligting of opheffing te weeg brengt van den meest bezwarende» accijns." //Wij kennen er geen die, op dit oogenblik, meer bezwarend is dan dc accijns op dc zeep, en geen die, van wege zijne voortdurende kwijmng, minder waard is voor de schatkist. En het is daaromdal wij niet schro men de onmiddellijke afschaffing van dezen accijns aan Uwe Excellentie te verzoeken." Naar wij vernemen, heeft de algemcene proef van liet Liernurslelsel alhier nog niet kunnen plaats hebben, uithoofde er eene verandering in de locomobile moet worden aangebragt. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomencn bedroeg gedurende deze week dagelijks van J 21 lot 136 volwassen personen en 46 tot 57 kinderen. Naar wij vernemen, zal bij den uitgever D. B. Centen, te Amsterdam, tegen het einde dezer maand verschijnen het eerste nommer van Semper- virensweekblad voor den tuinbouw in Nederland, tevens orgaan van de Koninklijke Nederlandsche Tuinbouw-Maatscjiappjj Linnaeuswaarvan de redactie is opgedragen aan den lieer II. Witte, liortulanus aan den akade- misehen kruidtuin alhier. De taal- en letterkundige afdeeling der kon. akademie van weten schappen Ie Amsierdam zal Maandag aanst. aldaar eene gewone vergadering houden. Bij de NTcd. herv. gemeente te Doetincbem is tot predikant beroepen d*. Muller ,lr.pred. te Yordcnbij die te Haltem ds. WolfT, pred. Ie üalf- sen; bij die te St. Annaland ds. van Dis. pred. te Hoornaar; bij die te Eem- nes-builen d\ Piper, pred. te Muideu; bij die te Schiedam ds. Gooszcn, pred. te Vcendam; bij die le IJsselslein d'. Rrnsse, pred. te 's Heer Abls e» Sinoulskerkc: bij die tc Waspik d". Lazonder, pred. te Berkcl; bij die ie Wavcrveen de cand. J. A. Barbas. Het algemeen beurs-comité voor publieke fondsen le Amsterdam heeft besloten tot bet indienen van een adr.es aan den senaat en de cortes van Spanje, houdende bezwaren tegen de voorgenomen heffing van eene belasting van 18 püt. op de rente ook der buüenlandsche staatsschuld. - Eergisteren morgen is op «le rivier voor Dordrecht cene roeiboot, waarin de timmerman eener sleepboot en de bakenmeester Kunst zich bevonden, door een schroefboor overvaren. De timmerman is daarbij verdronken. Dc man laat vrouw cn kinderen na. Als eene bijzonderheid meldt men uit Amsterdam, dal dc heermr. J. G. Itijlevelddiena 20 jaren de betrekking van subst.-officier bij de arrond.- regtbank aldaar te hebben vervuld, onlangs op zijn verzoek eervol daaruit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1871 | | pagina 1