IUJITENLANI)SCHli KEIMGTKN. engeland. fkanhr ijk. p K s; a s» 9 e x. overgebragt. de andere hem nog te wachten staande wederwaardigheden waren van veel erger aard. De grond van beschuldigingwaarop zijne aan houding gegrond was. luidde niet minder dan: «spion". Wegens gebrek aan een behoorlijk paspoortbleven al zijne betuigingen van onschuld onver hoord. en werd hij. benevens zijne drie reisgenooten. die eveneens aange houden en van hetzelfde feit beschuldigd waren, ter dood veroordeeld. Zijne laatste pogingen om zijne onschuld te bewijzen, waren zijn standvastig be roep op zijne afkomst als Nederlander en het dringend verzoek om zijn portret naar 'L. op te zenden, ten einde inlichtingen over zijn persoon te nemen. Aan dit laatste werd gehoor gegeven, en dank zij de spoedige tus- scheukomst van het gemeentebestuur van Z.. die zijn beroep bevestigde, werd hij vrijgelaten, echter niet eerder dan nadat hij het voltrekken van het doodvonnis zijner reisgenooten. wier schuld bewezen was. had bijge woond, geschiedende dit laatste als een voorbeeld voor hem, om zich niet te ligtzinnig met vreemd gezelschap in te latefi. - Aan de tweede kamer is ingediend een wets-ontwerp tot uitbreiding der oefening van den eersten ban der dienstd. schutterijen. Tot toelichting strekt het volgende: Volgens art. 77 der wet van 11 April 1827 (Stbl. 11". I 17) zijn de schutterijen slechts tot het houden van buitengewone oefeningen j te vcrpligten. wanneer in geval van oorlog of andere buitengewone omstan digheden de militie te land, krachtens art 184 der grondwet, buitengewoon is bijeengeroepen. Dij het onvoldoende der gewone oefeningendoor art. 42 der wel van 11 April 1827 voorgeschrevenis het tot verhooging der natio nale weerbaarheid noodzakelijk, ook buiten de gevallen in art. 77 van die wet voorzien, de oefening uit te breiden van ben. welke art. 78 in de eerste plaats tot verdediging des vaderlands bestemtdat is van den eersten ban der dienstdoende schutterijende reserve daaronder begrepen. Worden versterkte oefeningen, gelijk het wets-ontwerp wil. (gedurende de maanden April. Mei en Junij drie malen elke week. 2 uren) slechts ge vorderd van de ongehuwde leden der schutterij, als bij art. 78 der wet van 1827, nevens de vrijwilligers, in de eerste plaats tot verdediging des vader lands bestemd, dan zal de last voor de ingezetenen niet bezwarend zijn. Inlusschen komt het billijk voor. de leden der schutterijen, beneden den rang van officier, voor het verlies van tijd en arbeidsverdiensle schadeloos te stellen. Volgens de meening der ministers van binnenl. zaken en van oorlog zou de vergoeding, voor elke oefening, waaraan behoorlijk wordt deelgenomen, te bepalen zijn: voor een onderofficier op zeventig cents, voor een korporaal op zestig cents, voor een schutter, tamboer of hoornblazer op vijftig cents. Het bedrag der toe te kennen vergoeding bij algcmeenen maatregel van inwendig bestuur Ie regelen komt verkieslijk voor. liet daartoe te nemen besluit kan dan tevens de voorschriften bevatten, volgens welke de vergoe- ding genoten, of bij niet behoorlijke deelneming aan de oefening of onbe- boorlijk gedrag onthouden wordt. De toe te kennen vergoeding, naar genoemden maatstaf berekend, zal cene uitgaat vorderen van plus minus ƒ8800 voor elke oefening, of plus minus ƒ325,000 in het geheel. 'sGRAVENHAGE, 1 Maart. Z. M. de koning-groothertog heeft den heer J. H. Fergusongezagheb ber van het eiland Aruba, benoemd tot ridder der orde van de Eikenkroon. Bij het wapen der artillerie van de Iandmagt in West-Indife zijn be noemd: tot kapitein de le luit. F. F. G. Diehard, en tot le luit. de 2e luit. W. C. Willemscn, van dat wapen. Aan den scheepsklerk 11. I!. Poel. dienende bij bet eskader in O.'I. is op zijn vehzoek eervol ontslag uil de zeedienst verleend Door den minister van binnenl. zaken is aan den opzigtcr van den waterstaat 1» kl. W. G. Bloem, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend; voorts zijn bij den waterstaat, bevorderd: tot opzigter lc kl C. F. van Tey- j lingen. thans opzigter 2C kl.; tot opzigter 2' kl. H. Raammaker, thans opzigter 3e kl.tot opzigter 3° kl. 11. .1. Weehuizen, thans opzigter 4e kl.; tot opzigter 4C kl. J. Bouwens. De rede door den minister van binnenl. zaken, den heer Thorbecke, in de zitting der tweede kamer van gisteren gehouden, luidde in haar ge heel als volgt: Mijnheer de voorzitter, een woord van inleiding; niet om het ministerie in te leiden; het nieuwe ministerie bestaat grootendecls uit oude kennissen der kamer; zij weet wat zij aan ons heeft. Wij hebben ook gcenc nieuwe politiek in te wijden. Wij hebben cene bekende politiek voort te zetten. Een woord over hetgeen wij ons eerste' werk achten. Met de kamer staan wij, in een mceijclijken lijd. voor eenc groote taak, die niet op eenmaal te volvoeren is. Wij denken die. met den beschikbaren tijd en onze krachten te rade gaande, over deze en de aanstaande zitting naar eene zekere volgorde te verdeelen. I11 den tijd. die na de vaststelling van de begrootingen ten behoeve van de dienst hier te lande in Oost- en West-lndiC, zal overblijven, zullen wjj 11. noch met den census, noch met het hooger onderwijs bezig houdeneene andere zorg beeft voor bel oogen- blik den voorrang: de pligt. dien de gebeurtenissen van de jongste jaren ons opleggen, de pligt om de middelen onzer verdedigbaarheid meer en meer te verzekeren; bet ministerie legt zich toe om de ontwerpen van inrigting onzer defensie, van herziening der militiewet, van nieuwe regeling der schutterijen, van de in vele opzigten daarmede zamenhangende herziening van ons belastingwezen, tegen de aanstaande zitting door het overleg met de staten-generaal rijp te maken. In de tegenwoordige zitting zijn wets-ontwerpen betreffende eenigegewig- tige tractalen. de tienden, de regterlijkc organisatie en liet Indisch tarief te voorzien, de twee laatste evenwel waarschijnlijk niet zoo tijdig, dat zij nog in behandeling zullen kunnen komen. Men stelt zich gemeenlijk meer voor dan men volbrengt; mogen wij, gouvernement en kamer, zoo gelukkig zijn, 1111 eens het omgekeerde te zien gebeuren. Ten slotte ontvange de kamer eene persoonlijke betuiging van twee oud- 1 soldaten van uw kamp. De minister van finantiën en ik hebben in de ver- wisseling van onze zetels in uw midden met moeite toegegevende kamer verguntie 011s de hoop te voeden dat de welwillendheid, die wij op de ban ken ondervonden, ons ook hier aan de tafel bijblijve. Blijkens de rondgedeelde wets-ontwerpen tot definitieve vaststelling van de siaatshegrooting voor 1871 en tot aanvulling der wet op de midde len voor dat dienstjaar, wordt hoofdstuk 11 (hoogc collegifin) voorgesteld op 51I3.G03zijnde 4400 minder dan hel oorspronkelijk bedrag; hoofdst. 111 (buitenl. zaken) J 495,365, zijnde 21400 minder (het gezantschap in China is niet in de raming opgenomen); hoofst. IV (justitie) 3,245,472 hoofdst. V (binnenl. zaken) 19.288,803.23, zijnde ƒ929,551 meer dan voor 1870; hoofdst. VI (marine) 8.903,535.90nagenoeg geheel overeenkomende met liet vroegere ingediende ontwerp: hoofdst. VII B (financiën) ƒ18.273.498.48, zijnde 52001 honger dan de voorloopig vastgestelde begrooting; hoofdst Viil (oorlou) 14.898,115, nagenoeg overeenkomende met liet vroeger inge diende wets-ontwerp. (De minister vertrouwt, .dat wanneer hij van zijne zijde niet schroomt den waren toestand bloot te leggen, het hem bij de voorstellen, welke hij zal vermeenen in het belang des lands te moeten doen. aan den steun der vertegenwoordiging niet zal ontbreken); hoofdst. IX (koloniën) wordt voorgesteld op 1.726,015, nagenoeg gelijk met de voorloopig vastgestelde begrooting. Door de regering wordt voorgesteld, om ter aanvulling van de middelen voor 1871, in afwachting van latere wette lijke bepalingen, te voorzien door uitgifte of beleening van schatkistbilletten tot een bedrag van hoogstens ƒ9,500,000. {Per Telegraph). De tweede kamer heeft heden ten half vier ure eene zitting gehouden. De geloofsbrieven van den heer Smidt waren in orde bevonden, zoodat die heer, 11a eedsaflegging, kan toegelaten worden. Op voorstel van den voorzitter werd besloten het ontwerp van het nieuw reglement van orde naar de afdeelingen le verzenden. Aan den lieer van Houten werd verlof verleend, op een nader te bepalen dagden minister van justitie te interpelleeren over wijziging van de intrekking van artikel 415 Code Penal, nopens arbeidersverenigingen. LONDEN28 Februarij. De Times heeft, wal de vredesvoorwaarden betreft, het grootste be zwaar in de geldelijke schadeloosstelling, en vraagt: zal Frankrijk die som kunnen betalen? Als tot geheele kwijting een termijn van 3 of 5 jaren gesteld wordt, en Frankrijk in dien tijd het geld al heeft kunnen opnemen, dan blijft het toch een feit, dat het ongelukkige land zich be zwaard zal gevoelen met een jaarlijksclie renteschuld van vermoedelijk niet minder dan 15,000,000 Die last zal verpletterend drukken op een bevol king, welke hel gebouw barer welvaart van nieuw af aan zal moeten op bouwen. Treurig is hel echter te zien dat de Times de gevoelens van wraak, die bij liet Fransche volk reeds zoo diepen wortel hebben geschoten, aanvuurt, li. v. door uitdrukkingen als deze: Is er thans geen jong soldaat in Frankrijk met hersenen, ijzeren wil en helderen blik? Zoo ja. dat hij zijn tijd afwachte: den lijd, waarop bij een radeloos volk zal kunnen aan voeren legen een vijand, die dan misschieu geen von Mollke en von Bis marck tegenover hem zal kunnen stellen. Volgens berigten uit de Vereenitrde Staten vaii 10 Febr. werden aldaar door de particuliere liefdadigheid groote hoeveelheden levensmiddelen bijeen gebragt ten dienste der door den oorlog gebrek lijdende Franschen en Duit- scliers, en waren er door de regering, op uitnoodiging van hel congres, schepen van 's lands marine beschikbaar gesteld om die liefdegiften naar bare beslemming te brengen. De acht comniissiendoor de nationale vergadering bij het schorsen harer openbare zittingen uit haar midden benoemd om Frankrijks gesteld heid iu alle opzigten le onderzoeken, zijn aanhoudend werkzaam geweest, zoodat zij in slaat zullen zijn de uitkomst, althans cenige voorloopige en algemeene uitkomsten, van haar onderzoek aan de vergadering mede te deelen. wanneer deze het vredesverdrag ter goedkeuring ontvangt. Vrijdag 24 Februarijden verjaardag van de vestiging der tweede Fransche republiek, hebben te Parijs verscheidene manifestation op de Place de Bastille plaats gehad. Van elf ure 's ochtends tol diep in den nacht kwamen uit alle deelen der hoofdstad lieden, om bloemenkransen op het voetstuk van het aldaar opgerigte gedenkteekeu neer te leggen. De menigte op den Boulevard Beaumarcbais w as zóó grootdat de omnibussen er niet konden passeeren. Vele bataillons der nationale garde, met muziek aan het hoofd, doch zonder wapens, en een groot aantal arbeiders-vereenigingen verschenen op bet plein. Er werden bloemenkransen aan den voet der Julij- kolom neergelgd. waaraan strooken papier waren gehecht met liet opschrift: «De republiek of de dood!" Een tweehonderdtal afgevaardigden der vrijniel- selaars-loges bragtcn een bloemenkrans met bet opschrift: »de vrijmetselaars der republiek." Een zwarte vlag werd door een bataillon der nationale garde aan den voet der kolom geplant, 's Avonds werd bet gedenkteekeu geïllumineerd. Ongeregeldheden hadden niet plaats. Alleen werden aan ecnige personendie berkend werden als vroegere agenten van den prefect van policie Piétri, slagen toegediend. Door den heer Sarcey, van den Gaulois, is, onder den titel van «le siège de Paris", een dagboek uitgegeven omtrent de belegering der hoofd- stad. Dat geschrift wordt zeer geroemd. Volgens dien schrijver waren de Parijsche forten ellendig gewapend, toen de Duitsche troepen daarvoor ver- t schenen; niets was gereed van al de nieuwe verdedigingswerken; vele waren nog niet eens aangevangen, en indien men er niet de voorkeur aan gegeven had om «de l'arijzenaars in hun eigen sop te laten gaar koken", gelijk graaf von Bismarck zich moet hebben uitgedrukt, dan had men de forten zoowel, als den ringmuur, reeds in September met onbeteekenende verliezen kunnen innemen. -Volgens liet Journal Official zijn lot den 20",c" Februarij te Parijs aangevoerd: 16,723 ossen, 16.130 schapen, 1920 koeijen, 4956 varkens, 24J millioen kilogr. granen, 41 j niilliocn kilogr. meel, 10| millioen kilogr. beschuit, 3; millioen kilogr. gezouten vleeseh. 314.000 kilogr. zout, 3j mil lioen kilogr. ingelegde eetwaren. 6; millioen kilogr. spek, 3 millioen kilogr. visch, 4200 heet. alcohol. 252,000 beet. wijn en bier, ruim I millioen kilogr. boter, nagenoeg 700.000 kilogr. kaas, 182,000 beet. olie, 1 millioen kilogr. groenten, 2£ millioen kilogr. fourrages. 468.000 kilogr. vruchten, nagenoeg 23 millioen kilogr. steenkolen en 2, millioen kilogr. andere brandstoffen. -- Paris-Journal beweert dat de linkerzijde der nationale vergadering liet plan zoude hebben oui, na bet onderleekcnen van het vredesverdrag, liet voorstel te doen om van den keizer van Dnitschland de uitlevering van den /'overwoimeling van Sedan" te eisclien: ten einde Frankrijk rekenschap van hem zou kunnen vorderen wegens 'zijn gedrag als generalissimus van bet Rijnleger. De daartoe strekkende motie zou door Louis Blanc. Victor Hugo en Rochefort worden gedaan, en zou door 150 leden ondersteund worden. BERLIJN. 28 Februarij. De Nordd. A lig. Zeil. zegt omtrent de vredesvoorwaarden: Aan een volk als het Fransche, hetwelk zoo lange jaren gedroomd beeft van zijne roeping 0111 aan alle volken der aarde de wet te stellen, mogen die voor waarden hard genoeg voorkomen, maar alleen verblinde dweepers zullen kunnen beweren, dat zij de grenzen der billijkheid te builen gaan of aan de ware eer van Frankrijk op eenigerhande wijze te kort doen. Integen deel wordt aan het nationale gevoel van eer eene aanzienlijke concessie gedaan door de teruggave van Belfort. Dnitschland beeft met betrekking tot de vraag van den afstand van gebied slechts die landstreken gevorderd,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1871 | | pagina 2