LEID8CDE
COURANT.
1871.
AT. 50.
DirVGSDAG 28 FEBRUARIJ.
STA DS-BERIGTEN.
HI NNEN LA N DSCllE HE 15IGTEN.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. 13.50
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35franco p. p. 3.85. Uet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50
's jaars, buiten de cxpeditiekostcn. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.]
De prijs der Advertentiën is van 14 regels f 1.- iedere regel meer 25 cents.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gehoord Slads-Geneeskundigen
Brengen ter kennis der ingezetenen dat de gelegenheid lot de vaccinatie
en revaccinatle voor de onvermogendenaan de Stads-Waag, kosteloos
zal worden opengesteld, op
Donderdag 23 Februari],
Zaturdag 25 Februarij,
Vrijdag 3 Maart,
Maandag 6 Maart
Zaturdag 11 Maart
te één uur voor de vaccinatie, te twee uren voor de rcvaccinalie.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BIIANDELER, Burgemeester.
Leiden, 21 February 1871. v. PUTTKAMMER, Secretaris.
LEIDEN, 27 Februarij.
Sedert de vorige opgave, Zaturdag 11., zijn alhier aangetast door pokken
4 personen, door gewijzigde pokken 8, als hersteld opgegeven 6, overleden
4, zoodat nu in behandeling zijn 95.
De Staatscourant bevat het verslag over den slaat van 's rijks herba
rium te Leiden en de aldaar verrigtc werkzaamheden gedurende het jaar
1870, nog van de hand van wijlen den directeur, prof. Miquel. De werk
zaamheden hadden in het afgeloopen jaar haren gewonen gang. Terwijl
de rampen en belemmeringen in wetenschappelijk verkeer, door den oorlog
tusschen Pruissen en Frankrijk veroorzaakt, in de laatste helft des jaars de
correspondentie met die landen deden ophouden, kon met musea van andere
in dit onheil niet betrokken staten de beslaande relatie worden onderhen-
den, en kon over het geheel van het geëindigde jaar een gunstig berigt ge
geven worden. Aanzienlijk en belangrijk waren de aanwinsten, die de ver
zameling deed.
De regtsgeleerdc faculteit der Utrechlsche hoogeschool heeft den gouden
cereprijs toegekend aan den heer M. T. Goudsmit, doctorandus in de regts-
geleerdheid aan de hoogeschool te Leiden, voor zijn antwoord op de vraag
over de Kansovereenkomsten; voorts heeft de faculteit besloten aan den
schrijver eener bij haar, onder het motto Alea jacta est, ingekomen beant
woording dier vraag, eene eervolle vermelding toe te kennen, en verzoekt
zij mitsdien den schrijver verlof Ie geven tot het openen van het naambriefje.
Men schrijft onsGisteren namiddag en avond was de lucht in het
zuiden met donder bezetten gevolge waarvan onbestendig weer wordt ver
wacht. Donder is in het vroege voorjaar geen gunstig teckcn. De tempe
ratuur was den geheelen winter aan plotselinge verandering onderhevig en
strenge koude werd even spoedig door dragelijker weerals hel laatste door
het eerste opgevolgd. Met veel verschil rees en daalde soms de thermo
meter; ook gisteren stond hjj 's avonds 10 gr. liooger dan 's morgens. Deze
winter heeft zich door sterk afwisselende luchlstroomen van andere winters
onderscheiden.
Overlast van water zal nu wel niet meer zijn te wachten. Rijnlands
boezem is voldoende gedaald en nog vallende, terwijl genoegzaam al de pol
ders het overvloedige water hebben geloosd. Wakkere zuide- of westcwind
bevorderde het spuijen naar de sluizengaf gelegenheid aan de molens om
krachtig te malen en dreef, gedurende den dooi, de met regen dreigende
lucht gelukkig telkens uiteen. Dit laatste heeft er niet weinig toe bijgedra
gen om welhaast van overtollig water verlost te geraken. In gelijke mate
heeft Delfland zich van het water kunnen ontdoen. Ernstig genoeg zijn
aldaar eenige weken lang de boezem hoog, de polders overstroomd geweest.
De officier van justitie te Leiden heeft nader medegedeeld dat het
voortgezet onderzoek heeft doen blijken, dat de aan J. Verwey ontvreemde
obligatiën moeten hebben gedragen de nommers 121903, 121904 en 121905.
In den nacht van 30 op 31 Januarij jl. is in den winkel van den
goudsmid Emil lveller te Carlsruhe een diefstal gepleegd van gouden en
zilveren voorwerpen en edelgesteenten tot een hoogst aanzienlijk bedrag.
In het Politieblad komt een inventaris, meer dan 500 nummers tellende, van
al het gestolenc voor. Verdacht van dezen diefstal worden een klein ineen
gedrongen man met vol gelaatdonkeren baardhoogen hoed en langen
overjas, en een grooter man, waarschijnlijk blond. De opsporing van het
gestolene en verdachte wordt verzocht en bij ontdekking berigt aan het
dep. van justitie ingewacht.
Wegens het thans hij het koloniaal werfdepot voor betrekkelijk gerui-
men tijd voorhanden aantal onderofficieren, bestemd voor de dienst in
lndië, heeft het ministerie van oorlog bepaald, dat voorshands geen onder
officieren van hel leger hier te lande bij de koloniale troepen zullen worden
overgeplaatst.
De waarde van den oogst der voornaamste granen en handelsgewassen
in Nederland wordt gerekend te hebben bedragen, in: 1861 ƒ156,421,009,
1862 161,348.000. 18G3 164,108,0001864 ƒ164.025,000.1865 ƒ158,362,000,
1866 ƒ163,125,000, 1867 ƒ177,605,0001868 ƒ196.989,600,1869 ƒ189,325,809
en gemiddeld in die jaren ƒ170,145,500.
Naar men uit Katwijk aan Zee meldt zijn aldaar in de vorige week
16- schuiten met verschen visch aangeweest, welke besomden van ƒ165 tot
ƒ70. Bestede prijs voor groote tarbot ƒ6 8 ƒ8.50 per stuk; kleine idem
ƒ3 a ƒ5 per stuk; groote tong ƒ0.15 a ƒ0.25 per stuk; bunschol 0.25
a ƒ0.40 per stuk; idem 4 a ƒ5.50 per mand; scharren ƒ3.50 a ƒ4 per
mand.
Te Rotterdam is gisteren morgen brand ontstaan in een pand aan de
Warmoeziersstraat en wel in een gedeelte, ingerigt tot bakkerij van de
broodfabriek Ceres. Behalve de vele schade in de bakkerij, is van de acht
in dat zeilde pand wonende huisgezinnen en waarvan enkelen niet geassu
reerd waren, alles verbrand, zoodal van hun inboedel niets is overgebleven.
Eergisteren waren twee visschers aan het IJselmondsche Veer bezig op
den IJssel de netten in te halen, toen de boot, waarin zij zich bevonden,
overvaren werd door een zeilend schip, met het gevolg dat een dier mannen
verdronk en de andere met veel moeite gered werd. De verdronkene laat
eene vrouw met zes kinderen achter.
Door de kamer van koophandel en fabrieken te Dordrecht is besloten
aan den minister van koloniën op de gestelde vragen omtrent de wijziging
van het Oost-Indisch tarief van in- en uitgaande regten, te adviseeren: dat
de kamer is tegen de plotselinge afschaffing van het differentieel regt, met
instandhouding van het hooge regt dat thans geheven wordt van met cer
tificaat van Nederlandschen oorsprong ingevoerde goederen; omdat de Ne-
derlandsche industrieel alsdan plotseling zal staan, zonder eenige verminde
ring van regt, tegenovèr de concurrentie van den vreemde, met eene ont
lasting van circa 40 pCt. Zij is van oordeel dat de opheffing der differen
tiële, en de verlaging der gewone regten trapsgewijze en gelijktijdig geschie
den moeten, in dien zin dat de eerste geheel zullen zijn opgeheven op
het tijdstip als de laatste tot een maximum van 5 pCt. zullen zijn terug-
gebragt.
Van de Friesche zeekust wordt gemeld dat het ijs in de Zuiderzee nog
torenshoogte zit opeengehoopt. Voor de Lemmer en Hindeloopen o. a. is
de opschuiving zóó groot dat de scheepvaart nog onmogelijk kan hervat
worden. Een aantal schepen is van Meppel naar Zwartsluis vertrokken,
meest met turf beladen, om zoo spoedig doenlijk naar Holland te kunnen
oversteken. Zij moeten echter geduld oefenen.
Te Zicrikzee werd Vrijdag 11. gevankelijk binnengebragt zekere J. D.,
oud 24 jaren, boerenknecht te St. Annaland, verdacht van moord, gepleegd
op de 24 jarige dienstbode van den landbouwer L. D.te Tholenbij wien
hij eenigen tijd geleden te gelijk met bedoelde dienstbode had gewoond.
Het gerucht liep, dat hij met dat meisje verboden omgang had gehad, waar
van de gevolgen zich openbaarden. Intusschen een liefdesbetrekking met
een ander gefortuneerd meisje aangeknoopt hebbende, was hem dit eene
groote ergernis. Bovengenoemde landbouwer had hem reeds bij herhaling
voor een paar dagen ten zijnent genoodigd, waaraan hij eindelijk voldeed
en naar het schijnt, had hij toen tevens het plan opgevat zijne gruweldaad
te bedrijven. Althans den l8Je" dezer vervoegde hij zich reeds des morgens
vroeg, terwijl de landbouwer en zijne vrouw zich nog te bed bevonden,
in de keet bij het meisje en trachtte hij haar daar te verwurgendit mogt
hem echter niet gelukken, en hij zag zich door hare angstkreten genood
zaakt zich te verwijderen. Hij liet echter zijn snood ontwerp niet varen,
maar hield op haar een waakzaam oog, totdat zij een emmer water uit
den zoogenaamden paardenpot moest halen. Toen wist hij haar ongemerkt
te volgen en in genoemden put te stoolen. Op haar noodgeschrei heeft hij
haar bij het hoofd gegrepen en haar, daar die put zeer ondiep was. zoo
lang onder water gehouden totdat zij geen teeken van leven meer gaf;
Een arbeider, een half onnoozelc, die op het geschreeuw kwam loeloopen,