Liihstin; COUKANÏ. f 870. N'. 301. DONDERDAG 22 DECEMBER. STA DS-BER1GTEN. BINNENLANDSCUE BERIGTEN. ter, i van en in Straatt 8500 150), 2025, 370, Nolan Wiel lecemt i ent i; W|| 'UIN t, Hj 1125, 75, 50. 'onè 1 plaat 'keljk tónt teja uitsla e??9, zorgj of dra ivikfe De Courant verschijnt dagelijks. Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. ƒ3.50; ,net het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. f 3.85. liet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor ƒ2.50 's jaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentie» is van 14 regels 1.- iedere regel meer 25 cents. Bij deze Courant wordt verzonden delingen van den Gemeenteraad. N". 22 blad 28 en 29) der Han- BURGEMEESTER es WETHOUDERS vas LEIDEN doen te welen, dat ingevolge art. 2 der Verordening, regelende de invordering der plaatseiijke belasting op de honden, ieder eigenaar of bezitter van een of meer honden, die aan de belasting onderhevig zijn. verpligl is daarvan jaarlijks vóór den 31»ien Januarij bij den Gemeente-Ontvanger aangifte te doen door inlevering Tan een behoorlijk ingevuld en door den aangever onderteekend billet; dat bedoelde invullingsbilleltcn voor het dienstjaar 1871 van heden af kosteloos ten kantore van den Ontvanger verkrijgbaar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. BRANDELER, Burgemeester. Leiden, 17 December 1870. v. PUTTKAMMER, Secretaris. !«t i LEIDEN, 21 December. Door de kamer van koophandel en fabrieken alhier is het volgende verzoek ingediend bij den heer commissaris des konings in Zuidholland: ïBij de kamer van koophandel en fabrieken alhier zijn ingekomen ldagten van industriëlen omtrent het niet naleven der wet van 7 April 1869 (Stbl. 57) betreffende de maten, gewigten en weegwerktuigen, en bepaaldelijk iimtrent het Riet naleven van het meten met de nieuwe lengtematen. Toen leze wel in werking trad hebben de industriëlen hunne magazijnen, volgens liet voorschrift van art. 3 der gemeentewet, ingerigt. Zij hebben echter ondervonden, dat velen hunner kalanten bij de aflevering der fabriekaten lot voorwaarde stellendat deze hun bij de oude maat berekend geleverd worden, of dat zij, wanneer dit niet geschiedt, de aanneming er van wei geren. Zij bevinden zich daardoor in den zeer moeijelijken toestand gebragt, dat zij te kiezen hebben tusschen ongehoorzaamheid aan de wet (door ge bruik te maken van de verboden maat) of een gevoelig verlies van debiet. Het heelt bij onze kamer een opzettelijk punt van overweging uitgemaakt, of zoodanig verzoek tot handhaving der wet wel tot den werkkring der kamers van koophandel en fabrieken behoort. Ilel is ons echter voorgeko men dat, vermits het niet naleven der wet van 7 April 1869 blijkt stoornis le brengen in de betrekkingen tusschen den producent die zich aan de wet houdl en den consument die er zich niet aan houdt, wij allezins bevoegd lijn ons dit onderwerp aan le trekken. Wanneer gehoorzaamheid aan de wet den industrieel schade berokkent en hem kalanten doet verliezen, zal liet zekerlijk aan de organen van handel en nijverheid wel vrijstaan daarop de aandacht van regering en bestuur le vestigen. De klagt over de groote moeite die het inheeft het publiek te verpligteh lot het gebruik der nieuwe lengtematen dagtcckent van oudsher, en wij be seffen ten volle al de bezwaren voor den neringdoenden stand om eene wet op te volgen die bij het publiek dat koopt zoo weinig ingang en zoo veel tegenstand vindt. Nu echter de oude wettelijke bepalingen vervangen zijn door de wet van 7 April 1869, wier uitdrukkelijke wil hel is het gebruik der oude maten enz. definitief af te schaffen, zien wij niet enkel tot handhaving der wetmaar inzonderheid ook tot bescherming der handelaars en producenten die zich de kosten en onaangenaamheden, aan het opvolgen der wet verbonden, willen getroosten geen ander middel, dan de strikte toepassing der strafbepalingen op het gebruiken, bezitten of voorhanden hebben van valschc (d. i. niet niet de wel overeenkomstige) maten, gewigten enz. Het is waar, dat hierdoor niet de meest schuldige (het koopend publiek, dat de overtreding uitlokt,) getroffen wordt, maar de minst schuldige (de verkoopcr, die lol deze overtreding als het ware genoodzaakt wordt). Doch cr bestaat, onzes inziens, geen ander middel. Wanneer alle Verkoopers ge dwongen worden niet anders dan volgens de nieuwe maat te verkoopen, zal het koopend publiek zich ten sloite moeten onderwerpen, omdat het nergens meer met de oude wijze van melen zal te regt kunnen. Wij verzoeken U. II. E. G. hierop de aandacht der regering te willen vestigen en maatregelen uit te lokken die de slipte handhaving der wette lijke voorschriften door de lot hunne handhaving gestelde rnaglen verzeke ren. Tevens komt het ons dienstig voor, dat in alle gemeenten des rijks de neringdoenden nog eens ernstig en uitdrukkelijk verwittigd worden, dat alle verkoop met afgeschafte malen ten strengste zal vervolgd en zonder ecnige oogluiking gestraft worden." Voor het Jan Michielsz.-hof, aan de Pielerskerkstraat alhier, was de dag van gisteren een feestdag. Vijf en twintig jaar was het geleden dat de regent-voorzitter, de heer dr. J. Baert, regent van dat gesticht werd. De ingelanden wilden deze gebeurtenis niet onopgemerkt laten voorbijgaan en verrasten aan den morgen van den dag hunnen regent met de toezending van een keurig geschenk, een bokaal op zilveren voel met toepasselijk op schrift. En toen de heer Baert des avonds, den ingelanden in de regenten kamer een eenvoudig onthaal hebbende doen bereiden, met zijne mede regenten eenige oogenblikken in hun midden doorbragt, droeg de portier in naam der feestvierenden een zegenvvensch voor, welke getuigenis gaf van achting voor den regent en van erkentelijkheid voor de gedurende het vierde eéner eeuw door hem aan deze stichting gewijde zorgen. Gok nederige en voor het oog der wereld onaanzienlijke gestichten hebben huunè geschied- bladen; in die van het Jan Michielsz.-hof zal de 20stc December 1870 zeker als een gelukkige en eene aangename herinnering achterlatende dag worden opgcleekend. De minister van binnenl. zaken heeft vastgesteld de herleidings-tafel van het medicinaal gewigt tot liet wettelijk gewigt en omgekeerd, en be paald dat die tafel door de zorg van zijn département gedrukt cn tegen nader vast te stellen prijs algemeen verkrijgbaar zal worden gesteld. Van de militaire studenten, die zich aan het literarisch gedeelte van het natuurkundig staats-examen te Utrecht hebben onderworpen, zijn de navolgende geslaagd: D. Nieubuur, W. van der Starp, J. 1'. F. von Solisten, J. A. Lodewijs, II. F. R. Snoek, J. A. W. Vermey, D. II. Zeeman, J. Key- zer, G. Poolman, A. G. H. van Genderen Stort, H. J. Hubert en D. Wa felbakker. Bij pauselijk rescript is de vicaris-generaal II. van Beek benoemd tot proost van het kathedraal kapittel le Haarlem; tot kanunnik de heer B. de Groot, deken en pastoor te Beverwijk; tot theologaal de kanunnik P. M. Snickers. De ontwérp-staluten van het Nederlandseh TooneelVerbond zijn in eene algemeene vergadering, te Amsterdam gehouden, met geringe wijziging aangenomen. Tot leden van het hoofdbcsluur zijn benoemd de heeren in*. II. J. Schimmel, dr. J. C. llacke Van Mijnden, W. J. Hofdijk, dr. J. N. Van HallMax Rooses, J. Vuylsteke en dr. Stokvis. Voor de arrond.-reglbank te Rotterdam werd gislerén de zaak behan deld van zekeren van dér Haar, orgeldraaier van beroep, aangeklaagd van zijn 4-jarig dochtertje met een rotting op verregaande wijze te hebben mis handeld. Hij woonde destijds in de Langelijnslraat, waar de buren dikwijls moesten hooren, hoe hij het meisje sloeg en dit op erbarmelijke wijze schreeuwde, hetgeen op 24 October II. zóó hevig was, dal daarvan aangifte bij de politie werd gedaan. De Chirurgijn, die liet kind destijds onderzocht, deelde mede dat het kind ontelbare striemen op liet lijf had, bijna zonder tnsschenruimte; over het geheelc lijf en aangezigt zag het blaauw, paarsch en rood, terwijl er op verschillende plaatsen bloeduitstorting onder de huid had plaats gehad. Ook meende hij uit het aanwezig zijn van onde én Ver- sche wonden te mogen opmaken, dat de mishandelingen meermalen plaats gegrepen hadden. Drie buurvrouwen, als getuigen gehoord, beschreven even eens, hoe zij oor- en ooggetuigen van de mishandelingen waren geweest, die veelal plaats hadden wanneer het meisje weigerde te bidden wat haaf door hare moeder met vloeken werd voorgezegd. Ook deze laatste moet aan tie mishandelingen ijverig deel hebben genomen. Een der vrouwen had de beklaagde hooren uitroepen: //als zij niet wil vragen, zal ik haar dood laten hongeren." Het kind was echter te zwak én te bevreesd om dc ouders zoodanig aan le spreken als dezen verlangden. Een dezer buur vrouwen was zoo verontwaardigd over liet gedrag der ouders, dat zij, hoe wel moeder van 10 kinderen en met het verkoopen van scliuurgoed in haaf onderhoud moetende voorzien, het kind tot zich heeft genomen. De be schuldigde had tot zijne verdediging alleen aan le vocfeii dat hij driftig was en dat de mishandelingen zoo erg niet waren geweest. De officier van justitie achtte liet wenschelijk dal hier de zwaarste straf werd toegepast en eischle eene gevangenisstraf van 2 jaren en eene boete van ƒ60. Te Nijmegen is tot leeraar in de wiskunde, natuurkunde, natuurlijke historie en cosmographie aan de hoogere burgerschool benoemd de heer dr. P. H. Schouten, te Leiden. Men meldt uit Leeuwarden: Naar men verneemt heeft dc beplanliii" met r.otenboomen langs de groote wegen in deze provincievoor een paar jaar begonnen, hier en daar reeds gunstige uitkomsten opgeleverd, zoodat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 1