d PER TELEGRAAF. Lodewijk." uDliische dienst in Ned.-Indie, tot lelegraphisten 18 kl.de telegraphisten I' kl H. J- Scholten, A. H. Holdert, L. R. Priester, H. J. G. Aars, H. mon en D. W. Vermeer; tot telegraphisten 2e kl. de telegraphisten 38 kl. p Zeydel, J. H. Buyten, D. N. Tcengs, V. J. H. van Welij, W. M. rijder en A. Schneider; ter alg. secretarie, tot 1' commies de 2e commies 11. de Dieu Stierling; lot 2' commiezen de 3' commiezen E. de Lange j g. C. van der Linden, laatst 2' commies bij de alg. rekenk.; tot 3e com- jes de klerk 1. J. J. Snellebrand; lot letterzetter, tevens machinedr. hij lands drukkerij te Batavia, de letterzetter le kl. bij die inrigting P. Titl es. Verleend: een tweejarig verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den jofdonderwijzer aan de openb. lag. school te Poerworedjo (Bagelen) J. E. j in der Wijk. Ontslagen: op verzoek, eervol, de notaris te Soerabaija r T. A. Klinkhamer, thans met verlof in Nederland; eervol, de ambt. op aclilï. F- F- E. Petermann laatstelijk lf commies bij het» postkantoor le 1 eltevreden (Batavia). Aangewezen: als secret, van den raad van Ned.-Indië, [benoemde gouv.-secr. J. de Blaauw. Toegevoegd: aan den seeff van den ad van Ned.-Indie, de le en 3e commiezen ter alg. secretarie G. W. H. de j jeu Stierling en P. N. Veenstra. Goedgekeurd: dat door den dir. van bin- jnl. bestuur, gedurende de maand Sept. 1870, bij de land. inkomsten en 1 lltures op Java en Madura, is gejdaatst: in Bagelen, de contr. 2C kl. J. W. van der Palm; dat door den dir. van onderwijs, eered. en nijverh., afd. iropeesch onderwijs, zijn benoemd: lot hulponderw. aan de openb. lag. iliool te Bandjermassinde 2l' hulponderw. aan de openb. eerste lag. school I SoerabaijaS. C. van der Bent; tot 2e hulponderw. aan de openb. tweede i». school te Soerakarta, W. G. Brans, laatstelijk hulponderw. aan de openb. iërde lag. school te Batavia, onlangs met verlof uit Nederland teruggekeerd. Departement van oorlog. Bevorderd: tot officier van gcz. 2e kl.de ofifi- jer van gcz. 3e kl. N. Bonthuis; lot milit. apoth. '2' kl.de milit. apoth. kl. F, A. C. Valkenhoff. Ontslagen: eervol, uit de milit. dienst, wegens 'chanielijke ongeschiktheid, de I8 luit. der inf. K. A. Lignian. Op verzoek, ttrvol, de officier van gez. 3e kl. J. A. N. Bechlinger. r iAan de Soer. Cour. meldt men uit Poutianak van 4 Oct.: Zij, die lermeenen, dat de handel in menschen behoort lot het verledene, verkeeren n eene schromelijke dwaling: onlangs verscheen hier ter builenreede een ïhoenerbevracht met 800 slaven en slavinnen van Boegineeschen landaard aarschijuhjk afkomstig van de kust van Celebes, van een dier zoogenaamde j «afhankelijke rijkjes, welke lieden door den vorst schijnen verkocht te I forden evenals zooveel stuks vee. Ben ik wel ingelichtdan figureert in lezen handel als tusschenpersoon een hadjie dezer plaats, door wiens iuvloed- ijke tusschenkomst die menschen van de hand worden gezet, onder welke «naming is mij een raadsel. Werden zij tcch als slaven hier ingevoerd. 1 lan zou Pontianak's bestuur zich daartegen verzetten. Wie weet of Kil die menschen niet doel doorgaan onder den naam van landverhuizers lan wel van pandelingen. Het vreeselijkste echter der zaak isdat onder i lie liedenals haringen opeengepakt in den schoenerde pokziekte was jtgebroken en wel in een zeer hevigen graad. Be Kapoeas, hier ter reede, reeg het bevel dien schoener zoo spoedig doenlijk van de buitenreede te erwijderendaar men natuurlijk beducht was, dat die zoo gevreesde ziekte k ich ter plaatse zou nestelen. Die maatregel echter kwam reeds te laat, rant uit de verklaring van den gezagvoerder des schoeners zou gebleken ijlt, dat circa tweehonderd dier lieden aan wal gegaan waren ter bedevaart e aar Batoe-Layang. eene kleine kampong, aan den oever der kapoeas-rivier elegen, omstreeks een half uur stoomens van Poutianak verwijderd, waar Ene begraafplaats is der Maleijers, welke in zekeren reuk van heiligheid ;aat bij het Boegineesche ras. zoodat zoowel mannen als vrouwen derwaarts lij lan, om op de graven der afgestorvenen te otteren en te bidden. Die lieden ei inden voorzeker de verblijfplaats aldaar vrij wat aangenamer dan op den l, erpesten schoener, ten minste men verwachtte hen te vergeefs terug, oodal de Kapoeas, zonder hen, met den schoener op sleeptouw, koers nam %aar het onbewoonde eiland Poeloe Kebong, schuins tegenover Siugakawang [elegen en 8 a 9 uren stoomens van de builenreede van Pontianak. Wat lier van die menschen moet worden, zonder geneesheerenzonder cenige a rerpleging hoegenaamdmet die besmettelijke ziekte aan boord is niet ,1 wijfelaehtig. Zij zullen successievelijk der vraatzuchtige haaijen tol voedsel «trekken, indien de voorzienigheid niet beter voor hen zorgt dan hel ilaatselijk bestuur alhier. v 8 In het laatst van Augustus werd door het stoomschip Timor in de N Tomini-bogt een kruistogt tegen de zeeroovers gedaanwaarbij verscheidene I*roovers-praauwengeroofde iulandsche handelsvaartuigen, goederen en wa- penen in de handen der onzen vielen. In een der praauwen vond men vier kinderen, die aan hunne ouders ontroofd waren. De genomen roovers-praauwen werden verbrand, en de vaartuigen, goederen en kinderen aan de regtheb- J benden teruggegeven. 01 j„ STUTTGART, 6 December. De generaal von Obernitz heeft aan den minister van oorlog het volgende getelegrafeerd: De Wurtemberger divisie heeft in de gevechten van 30 November en 2 en 3 December verloren aan I dooden: 13 officieren en 208 onderofficieren en manschappen; aan gevvon- den47 officieren en 1345 onderofficieren en manschappen; aan vermisten: I,, I officier en 345 onderofficieren en manschappen. Voorts hebben wij ver kloten 148 paarden. Wij maakten 1400 Franschen krijgsgevangen, waaronder iai 34 officieren. 0jl BERLIJN, 6 December. De geruchten, dat de lieer von Bismarck niet Ml ongaarne zou zien. dat de rijksdag de voorgestelde veranderingen in de c[: bondsconstitutie amendeerde, worden ten stelligste tegengesproken. Inlegen- te( deel beschouwt hij elke vertraging van het werk, dat thans bij den rijksdag aanhangig is, als schadelijk. Dd WIESBADEN, 0 December. Nog is door Prins Frederik Karei aan zijne s; gemalin het volgende getelegrafeerd over zijne overwinning bij Orleans: 77 i e kanonneneen aantal militaire wagens en vier gewapende stoombooten zijn [1 door de onzen op den vijand veroverd, terwijl 10000 krijgsgevangenen in onze handen vielen. Het Loire-leger is in alle rigtingen verdreven, a WASHINGTON, 5 December. Volgens hel rapport van den minister van financiën bedroegen de inkomsten der Unie in het financiële jaar, eindigendein Jung jl., 411 millioen en de uitgaven 310 millioen. Men verwacht dat het overschot van 101. millioen geheel gebruikt zal worden tot delging van schuld. De inkomsten gedurende dit jaar worden op 60 millioen minder geschal en 'kl de uitgaven op 18 millioen minder. jsl l LONDEN7 December. De Times meldt dat Frankrijk aarzelt aan de jl Conferentie deel te nemen, tel TOURS, 6 December. De treinen op den spoorweg tusschen Blois en Or leans loopen tot Beangency. De aftogt van het Loire-leger is bewerkstelligd zonder andere opoflering dan het verlies van cenige zware stukken geschut die vernageld waren. De Gazette de France zegt dat het plan der Pruissen is geweest, de Franschen zoo ver mogelijk van Orleans le lokken. In hetzelfde blad leest men dat prins Frederik Karei den 3'en December met het !5Jt' en het 20ste corps bij Pilhiviers een aanval deed waarvan de uilslag is geweest dat de F/ansche linkervleugel lot Chilleurs werd teruggedreven. De Pruissen maakten zich daarna meester van het boseh van Orleans. Het Fransche 18de corps trok gisteren naar Jolly, den 20,lc" naar Jurgeau en bet I5'le naar Orleans,, en daarna werd de Loire overgetrokken. De andere corpsen namen ver schillende rigtingen. Een algemeen gevecht werd niet geleverdde Pruissen deden afzonderlijke aanvallen. De gunstige tijdingen uit Parijs gaven nieuwe kracht tot verzet, en ver sterkten de begeerte den vijand van de Loire te verdrijven, liet berigt dat Pruissische verkenners te Blois zijn verschenen is ongegrond. Gambetta heeft aan de prefecten eene dépêche gezondenwaarin hij de onrustbarende geruchten over den toestand van het Loire-leger weèrspreekt. en o. a. zegt: «Gij blijft slipt bij de waarheid, wanneer gij verklaart dat hel leger op dezen oogenblik in de voortreffelijkste positiën verkeert, dat zijn materieel ongeschonden of versterkt is. en dat het zich gereed maakt den strijd te hervatten." MUNC11EN, 6 December. De brief, die de koning van Beijeren aan den koning van Saksen heelt geschreven, betreffende het vcrleenen van den titel van keizer aan koning Willemluidt als volgt "Allerdoorluchtigsle en allermagligste vorst, dierbare broeder en neef! De door den Pruissischen heldenkoning zegevierend aangevoerde Duitsche stammen, gedurende eeuwen zaam verbonden door taal en zeden, door we tenschap en kunst, mogen zich thans ook in een wapenverbroedering ver heugen, die schitterend doel zien. hoe groot de magt van het vereenigde Duilschland is. Geleid door het verlangen, om naar mate mijner krachten mede te werken tot een nieuwen vorm van Duilsehlands eenheid, ben ik. met het oog hierop, oogenblikkelijk met de kanselarij van den Noord- Duitschen Bond in onderhandeling getreden, die dezer dagen te Versailles ten einde is gebragt. Ik wend mij derhalve lot de Duitsche vorsten, en in het bijzonder lot .uwe majesteit, om gezamenlijk den koning van Pruissen voor le stellen, dat aan hel bondspresidium de titel van Duilsch keizer verbonden zal worden. liet is mij eene verhevene gedachte, dat ik door mijne positie in Duilsch land en door de geschiedenis mijns lands, mij geroepen kan voelen, den eersten slap le doen tot krooning van het gebouw der Duitsche eenheid, en ik koester de hoop, dat uwe kon. majesteit mijn voorstel vriendschappelijk zal ondersteunen. Uwe kon majesteit verzoekende, even als de overige verbonden vorsten en vrije steden, mij welwillend hunne meening nopens deze zaak kenbaar te maken, ben ik, met betuiging mijner hoogachting en vriendschap. Van uwe kon. majesteit de vriendschappelijke broeder en neef, INGEZONOEN. Aequivalont, Gemeente Leiden. In uw blad van 7 December 1870 komt voor een stuk over de ge meente-belasting geleekend M., welke bemerking maakt op mijn ingezonden stuk van 3 December jl. M. maakt bemerking over de onjuiste berekening, omdat in het kadastrale inkomen van 485.978 zijn begrepen de huurwaarden van de pakhuizen fabrieken,, molens, schouwburgen enz., en dat die nu nog eens 40 pCt. zouden moeten betalen. Daar is niets van aan. Ik begrijp niet hoe M. hieraan komt; die perceelen zijn allen vrij, hetgeen le lezen slaat, dat er stellig 40< 0 of meer perceelen in de categorie van vrijdom vallen, ais fabrieksgebouwen, pakhuizen, gestichten en kleinere woningen. Het bedrag van 485.978 wordt verhoogd door al de woningendie verbeterd en vernieuwd zijn, zooals de woningen aan de voormalige Witte en Koepoort en honderde andere perceelenvallende in de termen van art. 7 der wet van 26 Mei 1870 Staatsblad n°. 82, waarvan eene dezer dagen ver schenen uitgave is aanbevolen in een der dagbladen. De aanbeveling luidde als volgt: //Als eene belangrijke bijdrage tot de kennis onzer belastingen begroeten wij de uitgave der wet van 26 Mei 1870 (Staatsblad n". 82). betrekkelijk de grondbelasting, met aanteekeningen door W. van Konijnenburg, contro leur der directe belastingen en van het kadaster te 's Hage. Men vindt in dit werk niet alleen den tekst der wet. waarbij de vroegere in allerlei ver ordeningen verspreide bepalingen omtrent de grondbelasting zijn vereenigd en, voor zooveel zij verouderd waren, afgeschaft, niet alleen een aantal nuttige aanteekeningen en ophelderingen bij de meeste artikels; maar de waarde wordt vooral verhoogd door de inleiding bevattende een vrij uitvoe rig en nauwkeurig overzigt van vroegere verordeningen over dit onderwerp door een alphabetisch register en labellen. Zoowel aan belastingschuldigen als aan beoefenaars van ons belastingwezen is het boekje zeer aan te bevelen." Den 25sle" November 1856 hebben drie leden van den gemeenteraad reeds hun opinie geuit in een ingezonden stuk aan den gemeenteraad van Leiden, over hel kadaster, denkende dit te ongelijk zoude werken en voor den kleinhandel te hoog zoude zijn. Is dit het geval, dan kan men de opgege- vene remissie van 1/3 nog steeds vermeerderen en den hoofdelijken omslag van die gebreken grootendeels zuiveren; het is nu een ander geval door de nieuwe wet der grondbelasting als in 1856. Zeker een derde gedeelte van de perceelen, zooals kamers, die verhuurd worden, hoven- en benedenwo ningen, vernieuwingen, vallen in die termen. Nu zeide mij een lid van den raad dat er velen zouden zijn die ruim 20 minder zouden betalen. Dit is waar, maar die personen hebben ook ruim 40 pCt. in 1870 meerder betaald dan in 1869; ergo komen zij weder in hun normalen toestand en men heeft toen geen klachten zoo algemeen gehoord. Volmaakte belastingzaken te bereiken, schreven die hecren leden van den raad van 1856, zal wel immer tot de onmogelijkheden belmoren. T. j ianrqcrli jkc 9!a»u. Van 1 tof en met 7 Beeember 18JO. BEVALLEN: H. van Dam, geb. Vergunst, D. W. C. de Gunst, geb. liane- veld, Z. D. Colpa geb. Geben Z. - 11. van Tongeren geb. SclierD. J. W,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 3