le1dsc1ie courant. 1870. N". MAANDAG 3 OCTOBER. STAD S-BER1G TEN. m N hN LA N DSC 1E BEI 1 !G TKN PER TELEGRAAF. i belali ®i in e-fabrifj de znit i 'r lie ci tog ven >coladen uivere I VOIIL. stei SW] De Courant verschijnt dagelijksZon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. 3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 12.50 'sjaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels f 1.- iedere regel meer 25 cents. BURGEMEESTER es WETHOUDERS vas .LEIDEN doen te weten, dat door hen, naar aanleiding van art. I der Verordening op liet Brandwezcn, van den 9dtn Maart 18G5 (Gemeenteblad n». 4), op voordragt van den Wet houder, Voorzitter der Commissie van Fabricage, is benoemd tot opper- brandmeester aan de stnds-spuit n". 4: de lieer ADRIANUS VERHOOG, iJians brandmeester aan de stads-spuit n°. 7. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. o. BRANDELER, Burgemeester. Leides. 1 October 1870. v. PUTTKAMMER, Secretaris. s. Medi canw ■n. iten.i de, i dt lie «i ne m n h cc Ct.' .11 idJ it, :t» l! - I I 6» 1. lli[ L - I. l-i lil J ii LEIDEN. 1 October. lieden is door prof. Goudsmit. als rector magnificus, ter senaatskamer Z. K. 11. prins Alexander der Nederlanden als student dezer hoogescliool in liet album ingeschreven. Door de kamer van koophandel en fabrieken alhier is aan Z. E. den minister van binnenl. zaken het volgende adres ingediend: »Bc kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden heelt de eer zich tot l'we Excellentie te wendennaar aanleiding van het koninklijk besluit van 20 September 11. (Stbl. n°. 1G3), houdende verbod van in- en doorvoer van liuitcn 's lands van versche buidenversch en gezouten vleescli enz. Onder de voorwerpen van welke de invoer verboden is wordt ook opge noemd //onbewerkte wol," en daar deze de grondstof is van menig Leidsch fabriekaat voorzien wij. indien dit verbod onvoorwaardelijk moet gehand haafd en toegepast worden, daarvan groote belemmering in en zelfs staking van de productie der wollen manufacturen, lloc schadelijk echter deze maat regel voor een groot deel der Leidsche fabriek-nijverheid is, wij zouden gcene vrijheid vinden ons daartegen te verklaren, indien wij overtuigd wa ren, dal dit volstrekt verbod van invoer het eenig doellreHend en daardoor noodzakelijk middel ware om onzen veestapel legen besmetting door de vee- reit te vrijwaren. Doch dit is het geval niet. Wij meenen te kunnen aan- tooaen, dat men. met handhaving van den regel, in de behoeften der fa brieken van wollen manufacturen kan voorzien, zonder het doel van het verbod de vrijwaring tegen het in ons land doordringen van besmette wol te verijdelen. Wij meenen in de eerste plaats te moeten doen opmerken dat het verbod, door zijne algemeenheid ook den invoer belet der Amerikaansche en Kaap- sche wollenhoezeer de zuiverheid van deze boven twijfel is. Art. 2 toch van bet besluit stelt den invoer van wol, afkomstig uit landen buiten Europa, alléén vrij bij regtslreekschen aanvoer. Nu wordt echter de wol uit landen builen Europa b. v. de Buenosairos-wol meestal niet regtstreeks hier ingevoerd, doch eerst na elders in entrepot te zijn opgeslagen geweest. Tegen den invoer van die wol, welke daarenboven niet als vette wol wordt ingevoerddie van geheel gezonde dieren en uit onbesmette streken afkom stig, lang vóór bet uitbreken der pest geborgen en sinds niet met besmette wol in aanraking geweest is, kan, onzes inziens, geenerlci bezwaar bestaan, in liet algemeen kunnen de wollen uit Engeland naar herwaarts vervoerd als onbesmet beschouwd en dus vrijelijk toegelaten worden. Ook in Noord- Duitschland (Hannover, Emden, Hamburg enz.), waarvan veel wol door onze fabrieken verbruikt wordt, is een groote voorraad onbesmette wol voorhan den. In het bijzonder meenen wij ook nog te moeten wijzen op de in Ant werpen opgestapelde wol, van welke het vervoer naar hier thans noodeloos belet is. België, dat ten minste evenzeer als Nederland door liet overbren gen der besmetting bedreigd wordt, heeft reeds strenge en doortastende maatregelen genomen om den invoer der van besmetting verdachte grond stoffen en voortbrengselen te kceren, en zijne oostelijke en zuidelijke grenzen daarvoor gesloten. De wol die in België aanwezig is kan dus als geheel zuiver beschouwd worden en zonder bezwaar hier ingevoerdhetgeen reeds terstond voor onze wolvcrwerkende fabrieken ccnc groote tegemoetkoming zou wezen. Terwijl wij de aandacht van Uwe Excellentie op deze feiten vestigen meenen wij de toepassing te mogen inroepen van art. 2 van liet koninklijk besluit van 10 September II. [Stbl. n". 1G0), waarbij aan den minister vanbin- nenlandsche zaken de bevoegdheid is toegekend om, onder de noodigc voor zorgen tegen het overbrengen der besmetting, afwijkingen van het algemeen verbod van invoer toe te staan. Wat wij verzoeken bepaalt zich hiertoe, dat bij den invoer van onbewerkte wol wel onderscheiden worde, of die wol afkomstig is uit streken waar de veepest heerscht, of uit streken die onbesmet zijn. In het laatste geval, vervalt, dunkt ons, de reden van het verbod en moet dus ook zijne werking ophouden. Als maatregel van voor zorg meenen wij te mogen aanbevelen de bepaling dat, om vrijstelling van het verbod van invoer te verkrijgen, de herkomst der aangevoerde wol uit eene onbesmette streek door een deugdelijk certificaat van oorsprong moet gestaafd zijn. Op deze wijze kan het doel van het verbod van invoer vol komen bereikt worden, zonder benadeeling van de fabrieken die de wol als grondstof hunner fabriekaten bezigen. Wij roepen dcshalve de welwillende tusscbenkomst Uwer Excellentie ten behoeve der producenten van wollen manufacturen incu verzoeken te mo gen gesteld worden in het genot dezer vrijstellingen welke, om bijzondere redenendoor u van de toepassing van het onvoorwaardelijk verbod van in voer kunnen gegeven worden." Het prov. gcregtshof in Zuidholland lieeft benoemd de regter-com- missarissen voor de instructie der strafzaken bij de arrondissements-regtban- ken in die provincie, voor den tijd van twee jaren, ingaande 1 October 1870. In het arrondissement Leiden is als zoodanig benoemd de heer mr. F. B. Coniiick Liefsting. liet getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze weck dagelijks van 139 tot 148 volwassen personen en 52 tot G4 kinderen. Den 25stcn September jl. had voor de gemeente Voorschoten en Veur de stemming plaats over de aanneming van het reglement op bet beheer der kerkelijke goederen en fondsen van de hervormde gemeenten in Nederland. Met 98 tegen 86 stemmen heeft de gemeente zich voor de aanneming van dat reglement verklaard. [Zie verder het Bijvoegsel). BRUSSEL, 30 September. Uit Rome wordt bet volgende gemeld: Generaal Lamarmora is belast met een voorstel aan den Paus tot een modus virendi. Hij is alhier aangekomen en heeft onmiddellijk bij zijne aankomst eene audiëntie verzocht. STUTTGARDT. 30 September. De ministeriële conferentiëndie van 22 tot 27 dezer te Munclien zijn gehouden, hadden slechts hel karakter cener ge- dachtenwisseling, onder schriftelijke vaststelling van de hoofdpunten. Het onderwerp was de vestiging van een bond tusschen Noord-Duitschland en de Zuid-Duitsche staten, en wel in de eerste plaats met Beijeren en Wurtêm- berg. De Staats-Anz. meldt, dat de onderhandeling een bevredigenden loop heeft genomen. Men verwacht thans eene mededeeling van de zijde der Pruissisehe regering, waarna de eigenlijke onderhandelingen over de zaak zullen kunnen aanvangen. KONINGSBERG30 September. Generaal Vogel von Falckenstein heeft bekend gemaakt, dal ten gevolge van het vertrek der Fransche vloot uit de Oostzee, de beperkende bepalingen op de scheepvaart niet meer noodig schijnen, en dat mitsdien aan de inlandsche en neutrale schepen alle zoo danige faciliteiten zullen worden verschaft, als in den legcnwoordigen oor logstoestand mogelijk zijn. BRUSSEL30 September. De Etoile Beige zegt vernomen te hebbendat het commissariaat van policie te Brussel bevel heeft ontvangen om de lijsten gereed te maken tot weder oproeping der miliciens, die onlangs naar hunne haardsteden waren teruggezonden. LYON, 30 September. De lelegraaf-beambten zijn vrijgesteld van de dienst bij de nationale garde en liet leger. TOURS, 30 September. Er is een regeringsbesluit uitgevaardigd, onder, dagteckening van heden, tot bepaling dat bij de mobile nationale garde zullen worden ingelijfd: 1°. alle vrijwilligers, 2". alle personen van 21 tot 40 jarigen ouderdom. De organisatie wordt opgedragen aan de prefecten. De manschappen in den ouderdom van 25 lot 35 jaar en in de termen van dienst vallende, zullen bij de mobile nationale garde blijven, totdat zijdoor den minister van oorlog zullen worden opgeëischt. Aan de prefeeten is het regt toegekend om over de wapens der sedentaire nationale garde te beschik ken, ten einde die aan de mobile nationale garde te geven. Voorts is hun liet regt verleend om jagtgeweeren en andere wapens te requireren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 1