stel over. Zijn afgevaardigde achtte voorziening dezer zaak dringend noodig en verecnigde zich dus niet met het door het hoofdbestuur geopperde denk beeld lot uitstel. De enquête moet geopend worden niet over den toestand der laatste weken, maar der laatste jaren. Na eenigc discussie werd echter bij acclamatie besloten tot verdaging van het voorstel tot het volgende jaar. liet voorstel van Bolsward, om zich in het algemeen te verklaren voor de bevordering van overheidswege van het middelbaar onderwijs van meisjes, werd aangenomen met 459 tegen i79 stemmen, en met acclamatie een voorstel om het hoofdbestuur te magtigen zich namens de maatschappij in dien geest tot de regering te wenden. Ilcl uitschrijven van een prijsvraag over dit punt werd met 489 tegen 101 stemmen verworpen. -- Men schrijft uit Arnhem: Zondag avond zag men alhier een luchtbal lon op aanzienlijke hoogte; wat die beteckcnde weet men nog niet. Voor militaire verkenningen schijnt bijna geen reden uitgedacht te kunnen worden. Te Zwolle werd dezer dagen een vrouwspersoon op de straat gevon den die gezegd werd door een vigilante te zijn overreden. Naar het bureau van policie gebragt zijnde, werd geneeskundige hulp ingeroepen, en bleek hel dat de vrouw een zware kneuzing aan hel hoofd hadwaarschijnlijk ton gevolge van een valdaar de vrouw in een zoo ver gevorderden staat van dronkenschap verkeerde, dat zij verscheidene uren bewusteloos bleef. -- Te Maastricht is in den ouderdom van 90 jaren overleden de gepens. luit.-kolonel van den gencralcn staf, A. G. E. van Panhuys. Uit genoemde plaats zijn weder 21 jongelingen naar Rome vertrokken, ten einde bij het Pauselijk leger in dienst te treden. Volgens berigt uit Batavia van 22 Julij zijn aldaar aangekomen de volgende schepen: Ferdinand en Louis, Vogelsang; HaamstedeGeerling; Honigbij, Dill; Jan van Drakei, de Roever. Vertrokken schepen: Dezoekie, Reekers; Fop Smit, Mentz; Moasnymph, Vogelensang; Nederland, van Breen; htrecht, Overlack. 's GRAVENHAGE, 10 Augustus. De heer jhr. G. A. Clifford, laatstelijk burgemeester van Enschedé, is benoemd tot ambtenaar ter beschikking van den gouverneur der Ncd. be zittingen ter Kuste van Guinea. -- Tol notaris te Tiel is benoemd de heer P. F. Dijckmeestercand.-nota- ris aldaar, in de plaats van den heer mr. 11. Dijckmeester, op zijn verzoek als zoodanig eervol ontslagen. Tot ontvangers der registratie zijn benoemd: te Sliedrccht, de heer J. van der Laan, thans in die betrekking te Korlgene, en te Kortgene, de lieer G. 11. Peters, thans surnumerair bij dezelfde middelen. - Door Z. M. is eervol ontslag verleend aan E. L. Schaefer, als tijdelijk leeraar aan de rijks- hoogcre burgerschool te 's Herlogenboschaan'J. M. A. Kramps, als leeraar aan de rijks- hoogere burgerschool te Helmond, en aan G. .1. Legebeke, als leeraar aan de rijks- hoogere burgerschool te Roermond; en zijn benoemdtot leeraar aan de rijks- hoogere burgerschool te 's Her logenbosch G. J. Legebeke, voornoemd: tot tijdelijk leeraar aan de rjjks- hoogere burgerschool te Helmond E. I.. Schaefer, voornoemd, en lot leeraar aan de rijks- hoogere burgerschool te Roermond J. M. K. Kramps, voornoemd. Z. M. heeft goedgevonden aan den lc™ luit. van het 2C reg. huzaren E. M. A. \V. Phaff, op zijn verzoek, eervol ontslag uit de militaire dienst te vcrlecnen, en den lieer H. Slot, inspecteur van de geneesk. dienst der zecmagt, te benoemen tot lid van het hoofdcomité der vereeniging tot het verkenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijp van oorlog. De luit. ter zee 1' kl. W. F. Meycn, uit Oost-Indië teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld. Volgens het D. r. 's Gr. hebben de ministers van marine en oorlog aan de lib. deCascmbroot, Nierslrasz en de Roo van Alderwerelt, leden der tweede kamer, kennis gegeven dat van hun vaderlandlievend aanbod, om weder in active militaire dienst te treden, vooralsnog geen gebruik zal worden gemaakt. Z. M, de koning heeft heden het garnizoens-bospitaal weder langdurig bezocht. Het reg. huzaren, alhier in garnizoen, heeft lieden eene militaire wan deling naar de zijde van Loosduinen gedaan. Aan de leden van de tweede kamer der statcn-generaal zijn toegezon den 1°. cenige beschouwingen over liet spaarbankwezen in 't algemeen en de bank te Gorinchem in 't bijzonder, medegedeeld door haar sccrctaris- dircclcur A. van Eek; en 2'. klagt, ingebragt tegen den minister van kolo niën E. de Waal en den gouverneur-generaal mr. P. Mijer. Die klagt is in gebragt aan den procureur-generaal bij den hoogen raad der Nederlanden door liet lid der beide liooge geregtshoven van Ned.-Indië, J. J. van Angelbeek. Volgens dien heer heeft, "van al September 1869, eene ongehoorde vervol ging plaats, waarin de vervolgers zijn de minister van koloniën en de gouv.- generaal van Ned.-Indië, en waarin de vervolgde is de adressant .raadsheer van het hooggeregtshof van Java." Zoolang de adressant, in den vorm en in de gevallen bij de wet bepaald, niet door den koning als raadsheer van liet hooggeregtshof is ontslagen, heeft hij regt om als een door den koning gehandhaafd regter te blijven erkend en beschouwd. Hij heeft dus regt als zoodanig in zijne, door de wet verzekerde, aan zijn ambt verbonden regten te blijven gehandhaafd en wel thans zonder verdere tusschcnkomst van den civielen regter. Gisteren middag had er een treurig ongeluk plaats. De huurkoetsier v. L. en een zijner knechten reden met eene vigilante, bespannen met een paard uit de Raamstraat. Naar het scheen was liet een proefrid met dat paard, want het was nog al schichtig. Toen het begon te steigeren sprong de knecht van den bok om het paard te grijpen. Dit mogt den knecht niet gelukken. Maar intusschen nam het steigeren van het paard zoo toe, dat het de strengen brak en zich losrukte, waardoor de huurkoet sier van den bok viel. De wielen der'vigilante gingen over hem heen, waardoor hij de beide beenen brak. liet paard ging aan het hollen en kwam in de uitstaande kast van den koekbakker R. op den Lutherschen Burgwal teregt, welke kast werd verbrijzeld en waardoor het paard zich zwaar verwonddetoen vloog het paard in den gang van een aan den overkant der straat, het werd gegrepen en naar deu stal HUITENLANDSCIIL BEDIGTLN ENGELAND. LONDEN9 Augustus. De Spectator in zijne laatste editie weder de houding van Et tegenover België besprekende, merkt op dat het geheele land eenst eischt dat Engeland België verdedigen zal. //Trouweloosheid jegens zegt dit blad, zou ons binnen weinige jaren veel meer kosten dan en ons verlies in naamkarakter en onafhankelijkheid zou onbersl zijn. Indien wij België niet verdedigen, de eenige plek gronds gelsch grondgebied zijnde, welke het vasteland verwacht dat wij i men zullen, moeten wij onze plaats onder de volken opgeven. zal ons vertrouwen of vreezen, daar men onze lafhartigheid veracht die ons onzijdig liet, toen pligt en eigenbelang ons tot strijden Wij kunnen onze bondgenootcn best beschermenwant wij zijn t nog altijd de krachtigste natie der wereld." FRADKR IJK. PARIJS, 9 Augustus. Het leger is, volgens de jongste berigten, grootendeels zamengt nabij Metz. De leiding der operaliën is thans opgedragen aan dn schalk Bazaine. Men wil weten dat de maarschalk Leboeuf zijn ontslag zou J hebben als majoor-generaal des legers. Men heeft het in de tegenwoordige omstandigheden noodig g* den keiz. prins weder naar de hoofdstad te doen terugkeeren. Bij eene voordragt van den minister van oorlog aan de kei» doot II. M. is goedgekeurdzijn de noodige maatregelen verordend, men zullen worden lot beveiliging der hoofdstad en tot het volhoi de worsteling in het open veld tegen een vijand //die door de aam behaalde voordeelen zoo stoutmoedig is geworden dat hij op Parijs ai Die maatregelen doen zien dat, ofschoon de Pruissische krijgsmagti Iijks de grenzen is overgetrokken, men den toestand als uiterst hi beschouwt. De nationale garde zal de wallen der hoofdstad, zegt4 ter, die zij onneembaar heeft helpen maken, verdedigen; 40,0001. hare gelederen genomen, zullen, verecnigd met het tegenwoordige gj meer dan toereikend zijn tot eene werkdadige en ondernemende vet tegen eencn vijand, die een zeer uitgestrekt front bezet houdt. De ging van Parijs zal derhalve verzekerd zijn, maar er is een ander niet minder gewigt te behartigen, namelijk het aanvullen der ledige die in de gelederen van ons leger gekomen zijn. Met medewerkin* mariniers, met de nog in Frankrijk en Algerie beschikbare regiment de vierde bataillons onzer honderd regimenten infanterie, aangcvult de sterkte van 900 man gebragt, door inlijving van manschappen 4ti garde, eindelijk door een deel onzer gendarmerie te vormen tot regit welke eene keurbende zullen uitmaken, zijn gemakkelijk 150,000 velde te brengen. Aan eeneu anderen kant zal de oproeping der ligt 1869, waarvan de jonge soldaten tusschen 8 en 12 Augustus bij hi moeten aankomenons 60,000 man opleverenwelke in eene ma; ware soldaten zullen zijn. Alzoo zullen wij, ongerekend hetgeen 1 lerie, de artillerie, de genie en de andere wapenen leveren knnnen, 150,000 man en later 60,000 beschikbaar hebben om den vijand tt te trekken. Maar aan die worsteling zal ook de mobile national kunnen deel nemen, alsmede de compagnien vrijwillige scherpschuh alom verlangen zich te vormen. Dat geeft 400,000 man. Er moet ook op de sedentaire nationale garde worden gerekend. Alzoo kan rijk twee millioen verdedigers wapenenhunne geweren zijn gereed, zal er nog een millioen geweren in reserve blijven. Het officiële blad, zegt o. a. in zijn wekelijksch overzigt der gek sen: Er komen in het leven der volken plcgtige, beslissende lip voor, waarop zij door God in de gelegenheid worden gesteld tt wat zij zijn en wat zij vermogen. Zoodanig een tijdstip is te Frankrijk gekomen. Er is soms beweerd dat deze groote natie wel was in de opgewekte stemming van den voorspoed, maar den legt niet goed kon verdragen. Dat is eene lasterlijke bewering; zij wot derlegd door hetgeen wij thans zien. Immers de houding onzer btt is niet die van mismoedigen; het is eene vaderlandlievende, eene vw woede tegen de vijanden, die Frankrijk zijn binnen gedrongen en graf zullen vinden. Al de Fransehen zullen als één man op de I* men; zij denken aan hunne voorvaderen en aan hunne nakomelingen, zich hebben zij eeuwen vol rojem, vóór zich eene toekomst, die de-: nen heldenmoed vrij en magtig moet zijn. Nooit was ons vaderlani voorbereid dan thans om zich door den geest van zelfopoffering li bezielen. Nooit toonde het op meer indrukwekkende en grootsche kracht en de fierheid van het nationaal karakter. Het roept met get Op! te wapen! Zijne leuze is: overwinnen of stervenVoorts tra blad aan te toonen dat de aanmatigingen van Pruissen alle stalt Europa moeten nopen zich ter verdediging van het Europesche evenwi Frankrijk te verbinden. De heer Ed. About wijst, in een brief uit Saargemund aan li op de misslagen, waarvan de tegenspoeden van het Fransche legerI volg zijn geweest. Onze eerste misslag, zegt hij. is geweest dat» aanval des vjjands hebben afgewacht. Wij zijn liet, die den oorlogI verklaard, en desniettegenstaande blijven wij op Franschcn bodem men ons den oorlog aandoet! In plaats van op den vijand aan teri hebben wij 20 dagen aan onze grenzen laten verloopen met lanter Wij waren niet gereed, zeide men; ik wil het gelooven. Maar tw Pruissen h«t dan wel Ik weet waarmede men die 20 dagen heeft 1 brag en c tend liem pagr gren ham Zijn sold; Vele gew opg< ken Zij stuk alles mij pagi dat zijn nen van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 2