L op de lijn van Maintz, Coblentz en Keulen te nemen. Eenige mogendheden schijnen een voorstel tot onzijdig-verklaring der Oostzee te hebben gedaan, doch natuurlijk vruchteloos. Oorlog is oorlog en geen spel; de zeeën be- hooren aan de gcheele wereld; Frankrijk heeft volle vrijheid om zijne vloot in de Oostzee te zenden, gelijk Penissen om Toulon aan te tasten, zoo het kan. Onder voorzitting des keizers is een groote krijgsraad gehouden, die lang geduurd heeft. Als gerucht wordt verspreid, dat de keizer, na den afloop van dien raad, tol eenige generaals o. a. zou gezegd hebben: //Ik zal te Koningsbergen den vrede teekenen.'' De staatsbegrooting voor 1871 is door het wetgevend ligchaam in haar geheel aangenomen; bij de eindstemming waren er 241 leden die voor, en geen enkele die tegen stemde; een dertigtal leden, meestal tot de linker zijde behoorende, onthielden zich van te stemmen. Men verzekert, dat de generaal de Montauban het bevél zal voeren over een landingscorpsdat in last zal hebben op de Pruissische kusten in de Oostzee te opereren. Dit corps zon zijn zamengesteld uit linie-troepen, met bijvoeging van 10000 man mariniers. Men heeft bij het vertrek van het 29e reg. van linie opgemerkt, dat een groot aantal officieren hunne epauletten hebben afgenomen en ter onder scheiding eenvoudig een gouden galon ter helft van de mouw droegen. Men gelooft dat de Fransche officieren, ten einde niet het bijzonder mikpunt des vijands te worden, gedurende den tegenwoordigen veldtogt over het alge meen denzelfden maatregel zullen nemen. De Pruissische officieren hebben ook slechts een gouden galon op de mouw. Op eenen dag hebben zich in de hoofdstad 13000 vrijwilligers aangemeld. De toeloop aan de werfbureaux is zoo groot, dat men uit voorzigtigheid het hek voor de bureaux heeft moeten sluiten. Onder de vrijwilligers be vinden zich 200 geneesheeren500 studenten in de geneeskunde, 50 apothe kers en 150 studenten in de pharmacie. In de zeehavens is de ijver om dienst te nemen op de vloot, niet minder groot. Het offieiëele blad maakt melding van eenige bij de regering voor de schatkist of het leger ingekomen giften, o. a. van twee elk van 100,000fr., eene door den divisie-generaal Rochechouart, lid van den senaat, en eene door den maire van Vilry-sur-Seineden heer Groult, gedaan, welke laatste bovendien nog eene afzonderlijke gift van 10000 fr. geschonken en in zijne gemeente eene inschrijving tot hetzelfde einde geopend heeft. De verceniging van wissel-makelaars heeft den baron Rothschild, the saurier van het comilé tot ondersteuning van de militairen en zeelieden, die in den oorlog gekwetst worden, eene som van 60000 fr. ter hand ge steld. De wissel-makelaars hebben buitendien persoonlijk voor 25000 fr. ge- leekend; de keizerin voor 50000 fr.de baron Rothschild voor 40000 fr. de hertog van Vicenza voor 15000 fr.het Journal des Débats en de Temps ieder voor 1000 fr.de heer Koenigswarter voor 1000 fr.de ministers elk voor 5000 fr.enz. De heer Thomas, notaris alhier, dezelfde, die, zoolang de oorlog duurt, dagelijks 100 fr. aan de schatkist uitkeert, heeft het volgende bekend ge maakt: Ik verwed 200,000 fr. tegen 100.000 fr.dat het Fr&nsöhe 'leger 15 Augustus a. s. Herlijn zal binnentrekken. PRUISSES1. BERLIJN, 22 Julij. Door den koning isuil aanmerking van den ernstigen loestandj des vcderlands en in dankbare herinnering aan de heldendaden der vaderen in de roemruchte jaren der bevrijdingsoorlogen, de in 1813 gestichte Orde van het IJzeren Kruis met eenige wijziging hersteld. De door de regering van Frankrijk ontvangen oorlogsverklaring wordt door den Slaats-Anz. medegedeeld. Dit stuk is van den volgenden inhoud: De ondergeteekende zaakgelastigde van Frankrijk heeft ter uitvoering dei- bevelen welke hij van zijne regering heeft ontvangende eer de volgende mededeeling ter kennis van Z. E. den minister van buitenl, zaken van Z. M. den koning van Prnissen le brengen. Daar de regering van Z. M. den kei zer der Franschen het planom eenen Pruissischen prins op den troon van Spanje te verheffen, slechts als eene tegen de territoriale veiligheid van Frankrijk gerigte onderneming kan beschouwen, heeft zij zich in de nood zakelijkheid gezien van Z. M. den koning van Pruissen de verzekering te verlangen, dat zulk eene combinatie zich niet met zijne toestemming zou kunnen verwezenlijken. Daar Z. M. de koning van Prnissen geweigerd heelt deze verzekering te geven en integendeel aan den gezant van Z. M. den keizer beluigd heeft, dat hij zich voor deze eventualiteit, gelijk voor elke andere, de mogelijkheid dacht voor te behouden om met de omstandigheden te rade le gaanzoo heeft de keizerlijke regering in deze verklaring des konings eene zoowel Frankrijk als het algemeene Europesche evenwigt be dreigende arglistige bedoeling moeten zien. Deze verklaring is nog van aard verergerd door de aan de kabinetten toegezonden kennisgeving van de weigering om den gezant des keizers te ontvangen en met hem in eenigcr- hande nieuwe wisseling van gedachten te treden. Ten gevolge daarvan heeft de Fransche regering gemeend verpligt te zijn onverwijld voor de verdediging van hare eer en van hare gekwetste belangen te zorgenen besloten hebbende tot dat einde alle door den toestandwaarin zij ge plaatst is geworden, geboden maatregelen te nemen, beschouwt zij zich van nu af als in den toestand van oorlog met Pruissen. Uit Trier wordt van den 19dcn gemeld: Heden morgen ten 9 ure boorde men te Saarbriicken plotseling het alarmsein. Een bataillon van het 40e reg. Duitsche infanterie en drie escadrons van het 7e reg. ulancn rukten dadelijk naar de grens op. om de voorposten te ondersteunen. Een Fransch reg. jagers was over de grenzen gekomen en met eenige lirailleurrs voorop voortgerukt. Deze laatsten openden op een groolen afstand het vuur. De ritmeester von Luck maakte dadelijk met zijn escadron en een deel dei- manschappen van den luit. von Müllcr eene aanvallende beweging, waarna de Fransche jagers terugtrokken en door de ulaneu nog een eind op het Fransch grondgebied nagezet werden. Naar men uit den Beijerschen Palz meldt zou ook bij Saarlouis een voor posten-gevecht plaats hebben gehad, waarbij twee Fransche soldaten zouden zijn gevangen genomen. Te Trier zijn de hoogste klassen van hel gymnasium en de reaalschool tijdelijk ontbonden, omdat al de leerlingen vrijwillig dienst hebben genomen. Dezer dagen is medegedeeld dal volgens een berigt uitdeElberf. Zeit., 32 locomotieven van den Saarbrücksehen spoorweg in veiligheid waren ge- bragt. liet blijkt nu dat al het rollend materieel van de Trier-Luxemburgsche en Saarbriieksche spoorweg, aan den Saarbriick-Saargemundschen en den Rijn- Nahe-spoorweg is gered. Het bestaat uit 60 locomotieven en 2000 waggons, meerendeels met steenkolen beladenonder de wagons bevinden zich ongeveer 200 Fransche transportwagens, welke thans, hun vaderland verloochenende, tegen Frankrijk dienst doen. In Luxemburg heeft men 2 locomotieven en te Forbach 1 moeten achterlaten. met De beroemde oogheelkundige, de lieer von Griffe, is in den naclit vil 19 op 20 dezer alhier overleden. ZWITSERLAND. Hoewel Zwitserland ingenomen is met de verklaring van de Franse^ regering om de neutraliteit des lands niet te schenden, blijkt toch uit maatregelen door den Bondsraad genomen dat het nog eenen anderen vvaii borg wenseht voor de handhaving zijner onzijdigheid. De Aarlinie tot Bazel zal door ongeveer 30,000 man worden bezet. Omstreeks 20.000 zullen Genève en de Jura dekken. Daardoor worden twee kwetsbare punt] beveiligd. En om daaraan des noods nog meer kracht te geven, is hetv sluit genomenalles in gereedheid te brengen om de reserve en de lat weer te wapenen zoodra dit zal worden vereischt. Oorlogsmaterieel o verschillenden aard is, blijkens de offieiëele verklaringen, in voldoende h< veelheid aanwezig. Om de noodige geldmiddelen beschikbaar te hebbei door de regering de vereischte zorg gedragen,-zoodat Zwitserland tegeiu eventualiteiten is gedekt. PER TELEGH/VAF WEENEN, 22 Julij. De Fransche gezant, de heer de Latour d'Auverjs is over Italië alhier aangekomen, en zal heden namiddag door den kei-? j) ten gehoore worden ontvangen. PARIJS, 22 Julij. Bij gelegenheid van het heden plaats gehad hebL bezoek, door de leden van het wetgevend ligchaam op de Tuileriën afgelt heeft de keizer het volgende gezegd: »Ik gevoel, mijne heeren, eene levendige voldoening, nu ik, dan daji^ mijn vertrek naar het leger, u danken mag voor den vaderlandlieveir®**™ bijstand, dien gij aan mijn regering hebt verleend. Een oorlog is wel zoodra bij gevoerd wordt met de toestemming van het volk en zijne vt "9 genwoordigers. Teregt kunnen wij ons de woorden van Montesquitw dei binnen brengen: //niet hij die den oorlog verklaart, doch hij die hem lokt, draagt de schuld er van." Wij hebben alles in ons vermogen geè om den krijg te vermijden; en men kan zeggen, dat het de ganschet is, die, met onweerstaanbaren aandrang, ons deze gedragslijn heeft voi schreven. Gedurende mijn afwezigheid, beveel ik de keizerin in uwe In Zoo de omstandigheden het eisehen, zal zij u oproepen, en zal zij Dit de pligten weten te vervullendie de loop der gebeurtenissen haar oples Uet I Mijn zoon neem ik met mij. Ilij zal. te midden van liet leger, zijn, ,)ell leeren dienen. Ik heb beslotenonversaagd de roeping te betracr die mij is opgedragen. Ik heb vertrouwen in de zegepraal onzer wapf want ik weet dat Frankrijk mij steunt, en dat God ons vaderlan»amei schermt." en ko Des keizers rede werd stormachtig toegejuicht. Bij het verlaten (korpsen sprak Z. M.//ik zou u allen de hand willen drukkenmijne heeren; de volkomenste band tusschen ons is de lietde tot het vaderland, d. allen bezielt." Bij de redevoering, door den heer Schneider bij gelegenheid der auilrPen op de Tuileriën uitgesproken, beweerde de president dat geheel de De dc verantwoordelijkheid van den oorlog zou schuiven op Pruissen. dal® lid de fortuin bedwelmd, en door Frankrijk's lijdzaamheid en vredelievc%maai aangemoedigd, gemeend heeft tegen de veiligheid der Fransche natie te4rékki nen zamenzweren, en hare eer te mogen kwetsen. De vurigste lier zouden den keizer naar het leger vergezellen, en Z. M. kon gerustelijr regentschap aan de keizerin opdragen, want het hart der natie wa» deze den keizer en het dappere leger. De STRAATSBURG, 22 Julij. Officiële dépêche. Dc Pruissen hebben peden namiddag ten 4 ure den pijler op den regteroever der Rijnbrug bijfrporaj laten springen. De ontploffing was verschrikkelijk. De bruggetorens zij^,, nield. Tot op den Franschen oever zijn de blokken steen enz. neêrgei .n(r PARIJS, 23 Julij. Het Journal Officiel bevat de volgende proclr 0 des keizers: wc //Aan het Fransche volk! gjen> In het leven der volken zijn plegtige oogenblikkenwaarin de nalifijen i eer, met hevigheid opgewekt, zich als onwcêrslaanbare kracht in oii-alsd gevoelen, alle belangen aan zich ondergeschikt maakt, en alleen enjjjiy che slreeks het lot des vaderlands in banden neemt. Zulk een beslissend uur slaat thans voor Frankrijk. Pruissen, wal wij gedurende en na den oorlog van 1866 de meest verzoenende geP ('er lieid hebben betoond, beeft op onze welwillendheid en op onze laniswijze digheid volstrekt geen acht geslagen. irps za Eenmaal geslingerd op den weg van verovering en overromFDoor heeft het aller wantrouwen opgewekt, overal buitensporige wapeilA. noodiggemaakt, en Europa in een legerkamp herschapen, waar onzektf d en vrees heerschenden eenen dag voor den anderen. 'mcr De ware belangen der volken eisehen dat een einde gemaakt worifceiike dezen onvasten toestand, waarin alle natiën hare hulpbronnen gebn— [iel om zich tegen elkander te wapenen. jode p Het roemrijke vaandel, dat wij nog eens ontplooijen voor ben«L uitdagenis hetzelfdedat door Europa heen de begrippen van besor onzer groote omwenteling heeft gebragt. Het vertegenwoordigt dczellf veiT" ginselenhet zal dezelfde verknochtheid inboezemen. Z. FranschenIk ga mij stellen aan liet hoofd van dat dappere legci ior der welk bezield is door liefde en pligtbesef jegens het vaderland. Meerbaar zijne waarde, want het heeft in vier werelddeelen gezien, hoe de otfcj ning zich aan zijne schreden hecht. Mijnen zoon neem ik met mij. 0(f nog zeer jong, weet bij, welke pligten zijn naam hem oplegt. Hij is üj De er op, zijn aandeel te. nemen in dp gevaren van degenen, die voor hetfsoneel land strijden. 1 standi Een laatst incident is het bewijs komen leverenhoe wankel dc in^ i tionale betrekkingen zijn en heeftjhet ernstige van den toestand aan htgjj gebragt. Tegenover de nieuwe aanspraken van Pruissen hebben tvjE bezwaren doen kennen. Zij werden niet aangehoord en er volgden n es tende handelingen op. Ons land gevoelde hierover de diepst ingriï °ni 1 verbittering, en dadelijk weêrgalmde één oorlogskreet van Frankrijkier Tw uiteinde tot bet andere. <n de Niets blijft ons meer over dan ons lot aan de kans der wapenen 11 slaj. trouwen. Wij voeren geen oorlog legen Duitschland, welks onalhankelt wij eerbiedigen. Laat ons den wenscb uiten dat dc volken, die <lee™; natie, de Duitsche eenheid vormen, vrijelijk over hun lot beschikkenforiteit Wat ons betreftwij eiscben de vestiging van een staat van zak* dage onze veiligheid waarborgt en onze toekomst verzekert. jitaire worde God zegene onze pogingen Een groot volk, dat eenen regtvaardige zaak verdedigtis onverwii Nai-oleon," Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 6