BIJVOEGSEL, bchoorentje lolde Leidscke Courant van Maandag d8 Juli) ó870, I\'\ d66: BUITEN LA N DSC IIE BEBlGTEtN. De heer van Nispen deed de volgende vragen: 1". Kan de regering ook aenige mededeeling doen over de opname liarer verklaring van onze strikte neutraliteit te willen handhaven, door de beide oorlogvoerende partijen of door een der partijen 2". Welke maatregelen zal de regering nemen om Nederland in staal te stellen die strikte neutraliteit te handhaven, en zoo het onverhoopt noodig is. te verdedigen? De minister van binncnl. zaken zcidc bereid te zijn dadelijk op die vragen te antwoorden. Wat de eerste vraag betreft, moest hij zicii echter voorbe houden daarop het antwoord schuldig tc blijven, omdat de minister van buitenl. zaken verhinderd is in deze vergadering tegenwoordig te zijn. De regering is voornemens de noodige maatregelen tot handhaving onzer onzij digheid zoo spoedig mogelijk hij de wetgevende magt aanhangig te maken. De lieer v. Nispen stelde aan de kamer voor, naar aanleiding van het ant woord des ministers op de eerste vraag, een naderen dag tc bepalen lot voortzetting dezer interpellatie, om intusschcn de regering in de gelegenheid te stellendat op dien dag de minister van buitenl. zaken tegenwoordig zij. De minister meende dat de regering in de volgende vergadering een bepaaid antwoord op de eerste vraag zou kunnen geven. De minister verklaarde verder nog namens de regering aan de kamer te moeten verklaren dat zij voor dit oogenblik niets verder tc voegen heeft bij hetgeen zij in de Staatscourant had medegedeeld. Na eenige discussie over den tijd, wanneer de interpellatie zal worden voortgezet, wordt die voort zetting bepaald op de eerstvolgende bijeenkomst. Daarna zijn 12 kleine wetsontwerpen aangenomen. Gisteren is van Scheveningen de eerste bomschuit, toebehoorende aan den reeder iMaarten de Niet Azn., stuurman l'ietcr Roeleveld van Schevenin gen, ter pckelharingvisscherij uitgezeild Deze schuit, metende 30 zeetonnen is de grootste, welke aldaar immer voor die vtsscherij is uitgerust. K ELG1 K. BRUSSEL, 15 Jnlij. Groot opzien heeft tc Brussel verwekt het berigt door verschillende dagbladen medegedeeld dat aan het eerst onlangs opgetreden ministerie ont slag zou zijn verleend, en dat er een nieuw ministerie van liberale katho lieken zal gevormd worden. De heer Rogier, die aan het hoofd daarvan zou staan, was reeds bij den koning geroepen. De in het kamp van Bcverloo vereenigde troepen zullen aldaar voor eerst'blijvenhet hun vroeger gegeven bevel, om het met den 17Jc° .dezer tc ontruimen is ingetrokken. Omtrent de bewegingen van het leger wordt medegedeeld dat een vrij stqrk detachement van het wapen der genie Donderdag morgen door Spa is gerukt om de Luxenibnrgschc spoonveglijn te bezetten. Op dien zelfden dag zijn te Antwerpen binnengetrokken 2 bataillons van hel 5,Jc linieregement. komende van Doornik, 3 bataillons van liet 7'1" regiment uit Brugge en Ostende, en 3 bataillons van hel S11' regiment uit Oudenaarde. Twee eom- pagniën genie zijn in marseh-teinie voorzien van iclegraaf-toestellen van Brussel in de rigting van Quiévrain en Perwez afgemarcheerd. In de nacht van Donderdag op Vrijdag zijn op order van den minister van om-W de A escadrons lancicrs van liet 3,lc regiment, in garnizoen te Bergen, in de rig ting van Brussel getrokkenterwijl dienzelfden nacht en op Vrijdag het gelieclc garnizoen uit Brugge is vertrokkenwaarvan het bataillou van het 7de ï'egiinent naar Antwerpen is opgerukt, terwijl het 2üe regement lancicrs naar Leuven is gerukt. Het garnizoen te Ostende, bestaande uit het 2'le regement jagers tc voet en twee bataillons linietroepenis rcspectivelijk naar Gend, Antwerpen en Mechelen vertrokken. llit het verhoor van Henri Francois Anthonissen, beschuldigd van moord met voorbedachten rade op Anionic Geerts, Josephine van de Poel en Maria Catherine Duwaert, weduwe van de Poel, dat 14 Julij 11. alhier plaats greepis tot nogtoe niets overtuigends ten opzigte van de beschuldi ging gebleken, niettegenstaande het uit de bewijsstukken en de elkander wedersprekende antwoorden reeds vrij klaar gebleken is dat men hier met eenen geslepen misdadiger van de ergste soort te doen heeft. De justitie twijfelt er dan ook niet aan den inhoud van de acte van besehuldiging te kunnen handhaven. ENClELiND. LONDEN. 15 Julij. Door het lagerhuis is beraadslaagd over het wetsvoorstel van den heer Lawson, strekkende om aan plaatselijke besturen vrijheid tot het verbieden van den verkoop van sterken drank te geven. Hel werd door de regering bestreden als een onvolledig, ondoelmatig en onbillijk middel tot wering van dronkenschap, en door het huis met 121 tegen 90 stemmen verworpen. In het lagerhuis liceft de regering op de vraag van den heer Disraeli, of zij eenige opheldering kon geven omtrent de verwikkelingen lusschen Frankrijk en Pruissen, slechts medegedeeld dat de moeijelijkhcden nog niet uit den weg waren geruimd en dat zij nog altijd pogingen in het werk stelde tot behoud des vredes. De heer Horsman vroeg, of het waar was dat Frankrijk kon rekenen op de ondersteuning van alle Europcsche kabi netten. De heer Gladstone antwoordde, dat hij het ontijdig achtte daar omtrent in bijzonderheden te treden. Hij wilde alleen mededeelen. dat lord Granville aan den hertog de Gramont cene dépêche heeft gezonden, naar aanleiding van diens verklaring in het wetgevend ligchaam. Over het algemeen keurt de Engelsche pers eenstemmig en in de krach tigste bewoordingen het gedrag van Frankrijk af en is het cenc grove onwaarheid, dat, zooals de redacteur van den Constitutioneel en de Patrie bewerenhet volk en de pers van Engeland Frankrijks Jiandelwijze goed keuren. FRANKRIJK. PARIJS, 15 Julij. De heer Ollivier heeft heden in het wetgevend ligchaam van regerings wege de volgende mededeeling gedaan: De wijze, waarop gij op den 6d a dezer onze verklaringen hebt ontvangen gaf ons zekerheid, dat gij onze staatkunde zoudt goedkeuren en dat wij op uw steun kunnen rekenen. Wij zijn toen onderhandelingen met de vreemde mogendheden begonnen, om i hunne goede diensten bij Pruissen in te roepen. Eindelijk erkende men dat onze grieven gewettigd waren; dat wij niets aan Spanje gevraagd hadden, omdat wij de gevoeligheid van dien staat wilden ontzien: dat wij niet op den prins von Iiohcnzollern hebben gewerkt, omdat wij hem gedekt achtten dóór den koning van Pruissendat wij geweigerd hebben ons te mengen in eenige andere zaak of beschuldiging over andere aangelegenheden. De meeste mogendheden bewonderen met meer of minder warmte de juistheid Yan onze bezwaren. Het Pruissisch ministerie sleldc legen ons verzoek over een verklaring van niet-ontvankelijkheidvoorgevende dat het van de zaak niets wisten dal het kabinet te Berlijn geheel vreemd daaraan gebleven was. Toen hebben w ij ons tot den koning zelf gewend. De koning erkende dat hij den prins von Iiohcnzollern had gemagtigd decandidatuur aan te nemen; maar hield voldat hij vreemd gebleven was aan de onderhandelingen lus schen den prins en Spanje, dat hij er zich slechts mede bemoeid had als familiehoofd, niet als souverein. De koning erkende echter, dat hij de zaak aan von Bismarck had medegedeeld. Wij konden deze fijne onderscheiding tusschen familiehoofd en souverein niet toegeven. Ondertusschen ontvingen wij van den Spaanschcn gezant de kennisgeving dat de prins von Holten- zollern voor de candidatuur had bedankt. Wij verzochten toen den koning zich tc vereenigen met deze afwijzende beschikking van den prins en vroe gen hem zich te verbinden, dat hij zijne autorisatie zou weigeren, ingeval de kroon van Spanje den prins op nieuw werd aangeboden. Ons verzoek was gematigd en in even gematigde uitdrukkingen gekleed. Wij schreven aan Rencdctli om tc doen uitkomen dat wij geen enkel bijoogmerk hadden, en geen voorwendsel zochten in deze zaak. De koning weigerde de ge vraagde verbindtenis aan te gaan en eindigde het gesprek met Benedetti met de woordendat hij daaromtrent even als omtrent elke andere zaak zich de vrijheid wilde voorbehouden om de omstandigheden te raadplegen. Ondanks dit antwoord, uit begeerte den vrede te bewaren, braken wij de onderhandelingen niet af. Groot was dan ook onze verwondering, toen wij vernamen dat de koning van Pruissen geweigerd had Benedetti te ontvangen en aan het kabinet officieel van dit feit kennis had gegeven. Wij vernamen van den heer von Werther, dat hij hevel had gekregen te vertrekken en het berigtdat Pruissen zich wapendeomdat het in deze omstandigheden zich aan verzuim ten opzigte zijner waardigheid, en aan onvoorzigtigheid meende schuldig te maken, indien het geene voorbereidende maatregelen nam. Wij hebben ons dus voorbereid den oorlog te voeren, dien men ons aanbiedtaan ieder de verantwoordelijkheid latende van hetgeen hem toe komt Sedert gisteren hebben wij de reserve opgeroepen, wij zullen de maatregelen nemen, welke noodzakelijk zijn om de belangen, de veiligheid en de eer van Frankrijk te beschermen. Aan de laatste zinsneden van des ministers verklaring viel eene uitbundige toejuiching te beurt. - Aan de officieren der mobiele nationale garde is officieel bekend ge maakt dat zij op de been zal worden gebragt, en onverwijld naar het le gerkamp van Ghalons zal worden gezonden om er georganiseerd en geoefend te worden. Le Pai/s geeft de volgende lijst van de grieven, welke Frankrijk sedert het jaar 1863 tegen Pruissen heeft: 1863. conventie van Pruissen met Rus land tijdens den opstand in Polen; 1864. inval in Jutland en inneming van Diippel; 1865, installatie van prins Karei in Rumanië; 1866, Sadowa; 1867, Luxemburgsche quaes tic; militaire overeenkomsten met de Zuid-Duilsche sta len; 1868. tol-parlemcnt; niel-nakoming van art. 5 van het Pragcr tractaat; annexatie van Hessen-Darmstadt aan het Noord-Duitsch-vcrbond; 1869, mili taire conventie met Baden: Belgische spoorweg quaestie; 1870, zaak van den St. Golhard-spoorweg; Spaaiische troon-eandidatuur. Men leest in den Gnulois. dat 1200 spoorweg-rijtuigen door de rege ring zijn opgeeischt en dat daarmede reeds Vrijdag morgen groote hoeveel heden tarwe en hard gebakken brood, benevens 254 kistjes met genees kundige instrumenten, per extra-trein over den Oosterspoorweg naar de grenzen zijn gevoerd. Everzoo zijn de paarden en alle tot de velddienst van den keizer behoorende dienaren naar de grenzen vertrokken. De Ooster- - «pom w iv tiecTi aangenomen om binnen 10 uren alle troepen met compleet materieel, paarden, kanonnen en kruidwagens, die te zamen het kamp van Ghalons uitmaken, le vervoeren. Alle wagens, voor dit vervoer benoodigd. zijn in het kamp. Den geheelen nacht door heeft men in de rigting van den Ooster- en Westerspoorwegbaan een sterk gedruisch opgemerkt van marcherend voetvolk en cavalerie, terwijl bij dag op de markten de levens middelen werden opgekocht om verder in volgeladen wagens le worden weggevoerd. De Courrier du Bas llhin, verhaalt belangwekkende bijzonderheden omtrent de exploitatie, van de bij het bosch van llaguenau ontdekte petru- leumbron. Deze exploitatie die 1200 hectares bevat, heeft voor 1/3 hectare reeds 1000 liters petroleum opgebragt. Deze plaflts, genaamd de vallei van Schwabwilleris de eenige waar men in Frankrijk petroleum vindt. PltllIüSEN. BERLIJN. 15 Julij. De bondsraad van den Noord-Duitschen rijksdag is tegen 16 Julij bijeengeroepen. De opening van den rijksdag is op den 2lc" bepaald. i De Nordd. AUg. Zeit. zegt naar aanleiding van het berigt dat de koning van Pruissen, nadat de Fransehe gezant hem eene nieuwe vordering had doen toekomen, geweigerd had dien gezant verder te ontvangen: //Dit berigt heeft natuurlijk hier te Berlijn eene groote beweging veroorzaakt. Alle bij ons ontvangen mededeelingen toonen den diepen indruk, dien het berigt bij alle klassen der bevolking gemaakt heeftden indruk van alge- meene verontwaardiging over de beleedigcnde vordering, door Frankrijk aan ons gedaan, en de vaderlandlievende blijdschap over de waardige wijze, waarop Z. M. de koning deze voor de geheele Duitsche natie beleedigcnde vordering heeft afgewezen." De Köln. Zeit. tracht het ongerijmde van Frankrijks houding in de zaak der Spaaiische troon-eandidatuur te doen uitkomen en zegt: Op de Tuileriën meende men dat het eene gunstige gelegenheid was om de jalousie tegen Pruissen te doen losbreken. Het gold hier eene quaestie van dynastie en men geloofde dat de Duitsche natie zich geen onheil op den hals zou willen halen, ter wille van het Pruissische koningshuis. Maar op dat punt verkeert men op de Tuileriën in dwaling. De Fransehe regering heeft juist door hare handeling de zaak des konings van Pruissen gemaakt tot de zaak van iedcren Duitscher, wien slechts een enkele vonk van vaderlandsliefde en nationalen trots in de borst gloeit. Van iederen Duitscher zeggen wij dat is: niet enkel van een Pruis of Noord-Duitschcrwant ook in Wurtem- berg, wiens trouwe handhaving van het Pruissisch tractaat betwijfeld zou kunnen worden, is de koning en het ministerie voor het geval van oorlog vast besloten tot trouw aan Noord-Duitschland. En wat Baden en Beijeren betreft, geheel Duitschland van de Alpen tot de Noord- en Oostzee staat op als een vertoornd man, bereid tot elke opoffering, als de Franscheu zich vermeten vast te houden aan hunne overmoedige eischen, die het zedelijk gevoel van geheel Duitschland en Europa kwetsen. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 5