0. De dienaangaande verspreide geruchten werden door den minister voor ge- heel ongegrond verklaard. Naar men verneemt heeft de voorzitter van het wetgevend ligchaam de hoofden der verschillende partijen uitgenoodigd alle interpellation uit te j j( stellen tot 11a de afdoening der drie groote wetten, die de kamer allereerst 1. te behandelen heeft: de wel op de maires; het budget van de stad Parijs; at en het budget van 1871. ,J De dagbladen melden dal een aantal algevaardigden van de linkerzijde Donderdag 11. bij den heer Pieard zijn bijeengekomen en dat zij in die bij- 0|, eenkomst over de volgende punten tot eenstemmigheid zijn gekomen: Volle- zo dige zamenwerking tegen liet persoonlijk bewind op het praktisch terrein n, der hervormingen, te bewerkstelligen met het doel om te geraken tot ver- dt wezenlijking der representative regering in eene demokratie; vereeniging hunner krachtsinspannig om de politieke vraagstukken in hunne eigenaardige volgorde te behandelen en ze achtereenvolgens tot oplossing te brengen; )e] volhardende worsteling om tot het waarachtig bezit te komen van 's lands p bestuur door het land op alle trappen. De Constitiitionnel logenstraft het gerucht, dat ten gevolge van 's kei- zers slechten gezondheidstoestand tegenbevel is gegeven ten aanzien van 01 Z. M. vertrek naar St. Cloud. Het blad voegt er bij, dat de keizer slechts |eil getroffen is door een liglen aanval van jicht aan den voet, die hem niet r,t| heeft belet den kabinetsraad bij te wonen. Men meldt uit Weenen aan de Augsburger Allg. Zeit.: Over de aan- gelegenheid van den St. Gotthard-spoorweg heeft, naar men verneemt, tus- jj schen Berlijn en Parijs eene even rondborstige als vriendschappelijke wis seling van gedachten plaats gehad. De Prufssische regering heeft zonder es aarzelen de stellige verklaring gedaan, en de Fransche regering heeft met 2< betuiging van hare voldoening acte van die verklaring genomen, dat Pruis- 1jJ] Sen niets anders beoogt dan eene onderneming te ondersteunen, welke ook voor de belangen van Duilschlands handel en verkeer bij uitstek bevorderlijk ,ert zal zijn, en dat het, wel verre van den ontworpen spoorweg als middel a„( voor oorlogsgebenrlijkheden te beschouwende eerste plaats zou innemen an, onder de mogendhedendie zich verzetteden tegen handelingenwelke eene schending der op het Europesche regt gegronde neutraliteit van Zwitserland ga( zouden medebrengen. De regler van instructie, de heer de Lurey. heeft 38 leden der Inter- ro#l nationale naar de regtbank van correctionele policie verwezen. Negentien ign hunner zijn beschuldigd van drie jaren lang deel te hebben genomen aan Bn een geheim genootschap, en wel als leiders en stichters. Zij behooren tot r J verschillende klassen der maatschappij. Aan de negentien overige personen wordt ten laste gelegd, dat zij zich hebben laten aanwerven als leden van ero( een geheim genootschap. Aan de Ag.-Havas wordt uit Konstantinopel gemeld, dat het aantal t( personen, door den brand te Pcra van huisvesting beroofd en iu kazernen, ten loodsen of tenten onder dak gebragt, 9034 bedraagt: dat aan 20000 perso- e 0 nen onderstand wordt uitgereikt en dat de dagelijkschc uitgaaf der com missie van bijstand op 1500 Turkschc ponden, of ruim 17000 kan worden begroot. P II U I S S K IV. —4 De regering van Baden heeft de Uijnoeverstatenmet uitzondering van Nederland, uitgenoodigd tot eene nieuwe conferentie ter zake van de ge- wef meenschappelijke regeling der visscherij in den Rijn. Deze uitnoodiging is va' geschied ten gevolge der verwerping van het tracteat te dezer zake door de n,el tweede kamer in Nederland. vai Men meldt uit Constans: De verkiezing van eenen nieuwen burgemeester an,f in plaats van den heer Stromeijer, die ten gevolge van kuiperijen zijn ontslag P °i nam, wordt met spanning te gemoet gezien; vooral ook omdat de clericalcn r Pr: al het mogelijke in het werk stellen om zijne herkiezing, die overigens vrij d'1 zeker is, te deen mislukken. ruim stel» PEK TELEGRAAF. FLORENCE, 18 Junij. Volgens gerucht zou een nieuwe bende republikei- n k« nen verschenen zijn op de bergen van Valcamonica, op de Tyroolsche gren zen. Van fort Bocbcla zijn troepen afgezonden om haar te vervolgen. INGEZONDEN. dcr1 DE WAPENEN ONZER TEGENSTANDERS. tonej in. l. Vele onzer tegenstanders zijn van oordeel dat de dierenbescherming in c',en den tegenwoordigen tjjd eene utopie is, maar wel iu aanmerking zal kunnen cslai komen wanneer de inensch eenmaal geheel veranderd en veredeld zal zijn, ntcst en daarbij tevens een meer algemeenen trap van welvaart zal bereikt heb- „eve, benzoodat er geen behoefte meer bestaat aan weldadige instellingen die I zich de zedelijke en stoffelijke belangen der mindere k'assen aantrekken; dan toch mogen de dieren eerst aan de beurt komen om geholpen te wor- Pu" den. Die zoo redeneeren zijn «plus royaliste que le roi;" immers zij zelven derzijn grooter utopisten dan wij die door hen beschuldigd worden van te meet groote utopién te koesteren. Wij toch gelooven dat de tijd waarvan zij „wor droomen nimmer zal aanbreken, en daarom achten wij elk tijdstip, dus ook mdet le°eilW00l'<l'ge geschikt om de hand aan den ploeg te slaan ter bearbei ding van akkers die te lang reeds hebben braak gelegen en dientengevolge adert overdekt zjjn met eene zoo harde korst dat alleen dat alleen doornen en aar 1 disteleu daarop groeien. Wat gij, utopisten, op groote schaal verlangt, be- gtiiif teekent tot kleinere verhoudingsmaat gebracht, niets anders, maar ook niets olen binder, dan dat geen dier recht op voedsel heeft dat ook voor menschen eetbaar is, zoo lang éen der laatstgenoemden hongert. Be oprecht gemoedelijke christen werpt ons dikwijls tegen, dat de dieren niet door wetten of Verccnigingen behoeven beschermd te wordenmaar den tdat men slechts liet Evangelie in aller harten moet trachten te brengen, en 1 ziel dat naarmate die arbeid vordert de behandeling van het dier tevens worden zal wat ze zijn moet. Wjj vermeten ons niet daarop neen tc zeggenslechts merken wij aandat loutere Evangelisatie evenmin voldoende is om dc die- ten te beschermen als om in alle andeie opzichten de evenaar van het an(vmaatschappelijk leven in volkomen rechtstand te houden, zoodat ons streven nuttig en noodig is totdat liet tijdstip van éen herder en eene kudde zal aangebroken zijn. Bovendien is het der overweging waardig hoe duidelijk het verleden getuigt dat de uitbreiding van het Christendom der dierenwereld niet tot voordeel is geweest. Met leedwezen moeten wij aan die opmerking toevoegen, dat terwijl de onderwijzers in Nederland, bijna zonder uitzonde ring, de meest overtuigende en nooit genoeg te waardeeren blijken geven van ingenomenheid met de beschermingszaak, de godsdienstleeraars, op zeer enkele uitzonderingen na. haar niet de minste belangstelling schenken, althans door woord noch daad daarvan doen blijken. Toch zijn zij dienaren bij uitnemendheid van een God naar Wiens maatstaf niets groot noch klein is te achten; een God die liefde is en liefde van zijne menschenkindcren eischt ook voor hunne broederen van veel minderen rang; een God die wil dat hel «vrede op aarde" heersche en dat «het Evangelie allen creaturen zal gepredikt worden"; dat wil zeggen dat in den godsdienst van Christus ook heil voor het dier verbetering van zijn lot is weggelegd, omdat door het Evangelie liefde, barmhartigheid en regtvaardigheid voor alle schep selen, in 's menschen hart moest aangekweekt worden. Hoe lang zal men nog blijven voorbijzien dat de christendeugden ten opzichte van alle creatu ren moeten beoefend worden, wil dc Christen volmaakt worden, gelijk zijn Vader in dc hemelen volmaakt is! Mochten toch alle geestelijken van de verschillende Christelijke gezindheden het niet langer beneden hunne waar digheid achten om mensch en kiiul ook hunne plichten jegens de dieren i voortehouden. Het laatste wapen dat wij te beschouwen hebben en dat veelvuldig tegen de beschermingszaak gekeerd wordt is spotternij; wie het vaardig weet te hantecren kan er heel wat mede omverwerpen, dooden, afbreken. Niets is tegen spotternij beveiligd; zij randt alles aan wat ook goed, edel en heilig is. AIzoo bewijst het niets tegen onze zaak dat de spotternij ook daarop hare pijlen afzendt; integendeel, liet pleit voor de dierenbescherming; want de spotternij vervolgt bij voorkeur alles wat uitmunt. Met vluchligen tred hebben wij het arsenaal onzer tegenstanders doorloo- penen gereed dat te verlatenstaan wijronduit gesprokenverbaasd over het gebrekkige der argumenten waarmede de beschermingszaak bestreden wordt. Niet uit geesles-armoedc onzer tegenstanders ontstaat dat gebrekkige: neen, bij dieper indenken moet het gezocht worden in dc onmogelijkheid 1 om met betere wapenen tegen baar optetreden, en ook dat pleit op wcl- I sprekende wijze voor onze zaak. Kon de oppositie op beteren grond, of met meer ridderlijke wapenen tegen haar optrekkenzij zou zich niet be helpen met haar slechts steenen toelcwerpen. Vragen wij ten slotte naar de oorzaken der geringe vorderingen die de i dierenbescherming, niettegenstaande de waarheid van al liet bovenstaande. 1 hier tc lande maakt, dan moeten wij wijzen op de lauwheid van het Neder- landsclie volkskarakter waardoor onze landgcnooten zoo hoogst mociclijk zijn inlenemen voor alles wat een warm hart en een ijverig streven ver- eischt. doch waarvan geen winst is te trekken in den vorm van coupons of dividenden. Maar niet alleen dragen die karakteristieke onverschilligheid en afkeer van het nieuwe er de schuld vanmenschenvrees brengt er ont zaggelijk veel toe bij. En zoo gaat men voort om met hel (on)recht van den sterkste, wezens te mishandelen die hoe verregaande ze ook miskend, gebeuld, vertreden worden, nu eenmaal niet kunnen klagen of oproer maken. Och dat ze het konden, dat ze het deden! Nuttelooze wensch. Maar des te nuttiger is de beschermingszaak; hare grootste bestemming toch is het, om eenmaal te zegevieren over onverschilligheid en menschenvrees, om dwingelandij jegens de dierenwereld aan banden te leggen, om algemeen de rechten le doen .eerbiedigen van hen, die zelven ze niet kunnen doen gelden, en daardoor 1 het geluk van millioencn wezens op hechte grondslagen te vestigen; om den mensch een beter inzicht te doen erlangen omtrent zijne plichten jegens alle medeschepselen; in één woord 0111 de harmonie door God in geheel deschep- I ping gelegd, maar door den mensch verstoord, te herstellen. Wreedheid cn willekeur toch zijn wanklanken die alle harmonie vernietigen; liefde is mc- Iodic: al wat edel, rein, heilig is. heeft aan liefde zijn oorsprong tc danken ook door liefde, liefde tot onze medeschepselen is de beschermingszaak ont staan, rein cn heilig zullen hare gevolgen zijn; menschenveredeling toch -- wij wezen er reeds meermalen op is niet de minste der vruchten die van haar geoogst worden. Mocht toch elke dierenbeschermer een zendeling worden, wiens overredende stem anderen bewege om toetetreden tot het groot en zegenend bcschcrmings- verbond, cn mede te arbeiden in dien wijngaard waar het werk thans, wel is waar, noch mocielijk is cn de arbeiders weinigen zijn. doch waar een heerlijk loon is weggelegd voor hen die met ons de hand aan den ploeg slaan uit de ware beginselen; namelijk, uit plichtgevoel, uit genegenheid voor elk schepsel dal ons genegenheid betoonten uit medelijden met elk schepsel dat lijdt. I)c moeite cn krachten ten offer gebracht aan de berei king van dat doel 't welk wjj in hel begin dezer verhandeling als definitie der dierenbescherming ter neder schreven: het lot stand brengen van de- ware verhouding tusschen mensch cn dieren, zullen niet verloren gaan. Dat doel zal bereikt worden. Wanneer? «Wachter wat is van den nacht?" «Men ziet het morgenrood reeds aan de kim verschijnen." önrgcrlijkc §>latiö. ONDERTROUWD: N. A. van Wijkwcdr. 29 j. en K. H. Parmentier, jd. 31 j. D. Scalongne, jm. 31 j. en 11. M.de Bruvn.jd. 26 j. J. S. Vavier.jm. 24 j. en A. van der Reydcn, jd. 22 j. A. Resscnaar, jm. 27 j. en J. Marstelder, jd. 31 j. C. van derKaay, jm. 27j. en E. 't Hooft,jd. 22j. M. Questroo.jm. 52j. en J. E. Lardé, wede. 41 j. C. Springer, wfcdr. 30 j. en C. de Wolf .jd. 20 j. J. G. van der Mark, jm. 24 j. cn H. Hamerslag, jd. 25 j. J. Ladage, jm.35 j. en B. Jandges, jd. 22 j. AI) VERTEN Tl EN. Voorspoedig bevallen van een Zoon S. P. A. HAGEN - KRANTZ. lieden overleed le l'trecht onze geliefde Broeder en Belittwd-brocder de Zeer Eerwaarde Heer N. VAN GASTELrustend Pastoor aldaar. .1. H. KARPESTEYN. Leiden, 18 Juni 1870. D. F. KARPESTEYN, van Gastel. Algemcene kennisgeting. Den 18 Juni overleed te liunderhee (Oost-Friesland) mijne oudste Zuster Wed. S. SISS1NG1I D1DDENS, iu den ouderdom van 54 jaren. Leiden, 20 Juni 1870, Wed. A. N1ERME1JER, Diddens. Eenige kennisgeving

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 3