leerlingen an 4- a 5-jarigen leeflijtl. l)e groute massa zegl successivelyk liet onderwijs vaarwel tusschen 1 Maarl, 1 April en 1 Mei. Nu telt ons land 92 schooldistricten. Gemiddeld verliest dus elk district gedurende dien tijd p. m. 1000 leerlingen. Nu doet schrijver onderscheidene vragen o. a. Hoe verlaten de kinderen de school? Gedurende hoe langen tijd heeft elk dier 100,000 kinderen de school bezocht? Op welken leefiijd zijn zij toege laten? Op welken leeftijd hebben zij de school verlaten Tot welke ont wikkeling hebben die 100,000 kinderen het gebragt, welke vórderingen heb ben zij gemaakt, als zij de school gaan verlaten? kunnen zij lezen? kunnen zij schrijven? kunnen zij rekenen enz.? Hoe gedraagt zich elk leerling? Welke neiging of hartstogten zijn bij hen overheerschend Draagt hij kie men in zich om, voor deze of gene deugden of ondeugden? Heeft bij aan leg voor deze of gene betrekking Wat belooft hij voor de toekomst De regler, die overtreders der wet, die misdadigers voor zich heeft, vraagt niet naar de geschiedenis van hun jeugdig levenhet allerminst naar hun schoolleven. Werd hij daartoe in staat gesteld, koude hij inzage nemen van eene flinke schoolstalistick, zijn vonnis zou vaak juister, menschelijker, regtvaardiger zijn. Een vonnis bijv., zooals in het jaar der genade 1870 geveld werd over Dirkje Veldhuizen, zou onder andere, betere omstandig heden, in het jaar des heils 1870 eene zedelijke onmogelijkheid zijn. Schrijver vraagt: zou de regering niet geroepen zijn, om zulk eene leemte in de statistiek, met alle middelen, die haar ten dienste staan, aan te vul len. Met onderscheiden voorbeelden bewijst schrijver, dat het schooltoezigt in dat opzigt niet voldoende is. Wie draagt in dezen de schuld? De be trokken onderwijzer? Neen. Hij kan vaak niet meer dan hij doet. Men eischt te veel van zijne krachten. Hoe is het mogelijk, dat er op eene school van 200 a 300 leerlingen door een drietal onderwijzers voldoend onderwijs, wordt gegeven? Waar een enkel onderwijzer 70 a 100 leerlin gen heeft te vormen, daar behoeft men aan voldoend onderwijs zelf niet te denken. Zoo menig onderwijzer van eenigen leefiijd en eenige ervaring zou het kunnen getuigeneen groot deel mijner leerlingen verliet de school met onvoldoende kennis, onvoldoend voor het maatschappelijk leven! De wet op het lager onderwijs van 13 Aug. 1857 is 12 jaren in werking. Alle Nederlanders van 12 tot 23-jarigen leefiijd. 1,200,000 in getal, hebben nu volgens die wet onderwijs ontvangen, althans onder de toepassing van die wet geleefd. Dat maakt zoo ongeveer een vierde gedeelte uit der geheele Nederlandsche bevolking. Waar zijn de vruchten dier gezegende wet! Hon derd duizenden hebben het helaas nog zoo weinig verder gebragt! Alleen de statistiek zou hier opheldering kunnen geven. Ware zij van den beginne af aan maar lerm toegepast! Maar men scharrelt voort! drijft duizenden liet maatschappelijk leven binnen, zonder kennis, zonder ontwikkeling, zonder beschaving. Men ga eens na, hocvelc kinderen in deze dagen, in de lente huns levens, vooral van 1 Maart tot 1 Mei de scholen wel zullen hebben verlaten. Ik kan alleen ramen, gissen, maar, op grond van eenige ondervinding. Ik geloof-niet, dat ik overdrijf, als ik de volgende resultaten aanneem: De school is verlaten door: 5 pCt. die het onderwijs voortzetten op scholen van meer uitgebreid lager onderwijs; 10 pCt. goed ontwikkelden; 20 pCt. matig ontwikkelden; 30 pCt. slecht ontwikkelden; 35 pCt. geheel onontwikkelden. lladde er nu voor al die leerlingen een eindexamen plaats, waarvoor de regering den maatstaf zou kunnen aan de hand geven, dan zouden de uitkomsten volkomen bekend zijn. Men drage zulk een onderzoek, een eindexamen, op aan de schoolopzie ners, die toch gedurig de scholen moeten bezoeken, en ook, overeenkomstig den geest der wet, er het eerst toe zijn geroepen. De maanden Maart en April van ieder jaar zouden zij daartoe kunnen afzonderen. J)e onderwijzers kunnen hun ter zijde staan. Dat is toch zeker niet te veel gevergd. Reeds in 1823 1825 waren er schoolopzieners'b. v. in Drenthe: B. II. Steringa Kuiper, G. Benthem Reddingius en m C. Pothoff, die opzettelijk in dat barre deel van ons vaderland reizen met zulk een doel durfden ondernemen. Eene bekende en volledige schoolstatistiek baart ook weinig bezwaar. Dagc- lijkschc, wekelijkschc en dritmaandclijksche aanteekeningen zouden voldoende zijn. Ook de doortrekkende huisgezinnen, die lijdelijk in eene gemeente hun verblijf hadden zouden in dat opzigt weinig moeijelijkheid opleveren. Ook zij niet die wegens woonplaats verandering, verschillende scholen be zoeken. «Ziedaar, heer redacteur, eenige denkbeeldendie ik u ter hand stel, om ze in uw weekblad op te nemen, en nieuwe belangstelling te wekken voor de ons zoo dierbare zaak van het volksonderwijs!" 's GRAYENHAGE. G April. Naar men verneemt heeft Z. M. de koning-groothertog benoemd tot commandeur der orde van de Eikenkroon den heer jhr. Opperdoes Alewijn te Hoorn, en tot ofBcier dier orde den heer G. A. Ouwens. te Amsterdam. Z. M. heeft vergunning verleend aan den kapitein H. Beijermanvan het reg. veld-artillerietot het dragen der versierselen van ridder 3|C kl. der orde van Nischan Iftihar, hem door den Bey van Tunis geschonken. Tot Nederl. consul-generaal te Wcenen is benoemd de heer F. Rosen berg, in de plaats van baron von Henikstein, op zijn verzoek als zoodanig eervol ontslagen, onder dankbetuiging voor de goede en langdurige diensten den lande bewezen. Tot burgemeester der gemeenten VleutenHaarzuilcns en Oudenrijn is benoemd de heer jhr. mr. W. II. de Beaufort; en tot burgemeester der ge meenten llerwen en Aerdt de heer II. 11. Christjani, in de plaats van den heer W. F. d'Harvant, op zijn verzoek als zoodanig eervol ontslagen. Aan den heer M. D. A. Pijke is op zijn verzoek eervol ontslag ver leend als adjunct-ijker der matengewigtcn en weegwerktuigen. Als leerlingen voor de lelegraphie zijn toegelaten H. C. T. van de Wall, te Rotterdam, en A. A. Welters, te Delft. Z. M. heeft goedgevonden de luit.-kolonels G. A. de Gelder en R. M. Verniers van der Loeff, respectivelijk van het lsle en 8slc reg. infanterie, op hunne aanvrage, en den majoor op non-activiteit J. W. van Hopbergen, van de infanterie, op pensioen te stellen, onder toekenning van den rang van kolonel aan de luit.-kolonels de Gelder en van der Loert', en dien van luit.-kolonel aan den majoor van Hopbergen. De luit. ter zee lsle kl. P. Swaan, dienende op het fregat Admiraal ran Wassenaarwordt op non-activiteit gesteld en vervangen door den luit. ter zee ls,e kl. J. M. Brevet. De 2dc luit.-kwartiermeester A. Fedder is van het 5C reg. inf. bij het reg. veld-art. overgeplaatst. Z. M. de koning is heden morgen vroegtijdig naar het Loo vertrokken. II. M. de koningin heeft een rustigen nacht doorgebragt en aange naam is het ons te kunnen melden, dat zij zich over het algemeen wat beter bevindt. Naar men verneemt zijn 1111. KK. HH. prins en prinses Frederik en prinses Maria voornemens den 16,lin dezer Cannes te verlaten, om de reis herwaarts in kleine dagreizen te ondernemen. Door de prov. commissie zijn van de 12 voor vrouwelijke handwerken geëxamineerde dames G toegelaten. BIJi ri<:,\LANDscni<; IJISIIIGT\iN min zich cula telij men aan vooi gele tijd moe eirc firn gee: ven wei F ra l'Ei gaa ges ver Mo ENGELAND. LONDEN5 Mei. In het lagerhuis is een voorstel tot het houden eener enquête omtrent de uitwerking van bet Engelsch-Fransche handelsverdrag verworpen, vooral op grond dat men daardoor de meening zou doen ontstaan dat Engelands vertrouwen in de leer der handelsvrijheid begon te wankelen. Volgens de verklaring der regering zal de weduwe van een der vermoorde Engelschcn, den lieer Lloyd, die een behoeftig gezin heeft achtergelaten, denkelijk een jaargeld van de Grieksche regering ontvangen. Te Hull heeft Dingsdag avond een hevige brand gewoed. De groote massa timmerhout, die, over een lengte van anderhalve uiijllangs de noordzijde van het Victoria-Dock lag opgestapeld, is een prooi der vlammen geworden. Men is er in geslaagd, de in de nabijheid liggende schepen, waarvan sommige reeds vuur begonnen te vatten, nog tijdig weg te halen. Honderden werklieden zijn den geheclcn nacht bezig geweest met deelen en balken in het dok te werpen, ten einde aan de vlam perk te stellen. Een persoon verloor bij de ramp het leven. De brand is ontslaan in een aait- grenzenden houtzaagmolen. Toen Dingsdag de sneltrein van Brighton aankwamwerd een jong meisje vermist, en het bleek later, volgens mededeeling van een reiziger, die met haar alléén in het rijtuig was, dat zij, door de schil van een sinaas appel buiten het venster te willen werpen, uit het rijtuig gevallen was. daar het'niet gesloten was geworden. Men vondt haar lijk op de spoorlijn. De conducteur, wiens schuld het was, door het portier niet goed te sluiten, trok zich de zaak zóó aan, dat hij zich van het leven beroofde. FRANHKIJ K. PARIJS, 5 Mei. In het rapport yan den procureur-generaal Grandperretdoor het regc- ringsblad openbaar gemaakt, wordt de zamenhang van het complot van Fe bruary met het dezer dagen ontdekte complot aangetoond, gewezen op de bekentenis van Baurie, en mededeeling gedaan van de volgende stukken: Een brief van Flourens aan Baurie, waarin dezen aanbevolen wordt niet dan des nachts of in een rijtuig uit te gaan en niets te ondernemen, zoo hij niet stellig zeker was van tc zullen slagen; een brief van Baurie aan Ballot van 28 April, waarin hij aankondigt dat «de amputatie morgen zal ge schieden" en op nieuw om geld vraagt; eindelijk een brief van 29 April van Flourens aan Ballot, waarin aan dezen bevolen wordt geen geld meer te geven, onder bijvoeging dat de vrienden door gebrek aan geld aange spoord moeten worden de uitvoering van het plan te bespoedigen. De echtheid van dezen brief, die bij Ballot gevonden werd, is erkend door de moeder en den broeder van Flourens. Ballot werd in hechtenis genomen voor dal hij van wege Flourens geld aan Baurie. Sauret en Grafïier gege ven had; de beide laalstcn waren met hel aanschaffen der bommen belast. 1 Het bestuur der «Internationale" heeft tc Parijs en te Londen open lijk verklaard vreemd aan elke zamenzwering tegen het leven van keizer Napoleon te zijn; het voegt daarbij dat het niet tegen eenen of anderen souverein strijd voerde, maar tegen die inrigting der burgermaatschappij, welke de arbeidende klassen in druk en vernedering hield. Ook te Marseille zijn de hoofden der «Internationale" gevangen genomen, op een na, die naar Zwitserland is ontkomen. De onderofficieren en korporaals van het 18,le bat. jagers, in garnizoen alhier, protesteren in den Cons'.itutionnel tegen de bewering van La Mar seillaise, dat het gemelde balaiilon legen het plebisciet en tegen de rege ring gestemd is. Als een bewys voor het werkelijk bestaan van moorddadige plannen bij de revolutionaire partij wordt door den Constitutionnel ook nog de volgende zinsnede uit liet dagblad La Marseillaise medegedeeld: «Wat betreft de bommen met donderpoeder, zij toonen aan allen de kracht der middelen, welke de wetenschap ten dienste der revolutie steltzoodoende zullen zij menig wankelend gemoed bemoedigen, en overtuigen dat de dag nadert, waarop de waarheid de eenige onverwinnelijke kracht zal zijn." L'Unircrs, welk blad eene verklaring van de regering heeft willen uitlokken, ten voordeeie zijner rigling, maar daarin teleurgesteld werd, geeft thans te kennen dat de katholieken zich voor het plebisciet kunnen verklaren uit afkeer van regeringloosheid en afschuw voor wanorde, maar geenszins uit ingenomenheid en vertrouwen. La Rappel beval eene verklaring van Garibaldi, waarin hij het Fran- sche keizerrijk voor eene dwingelandij verklaart, en het Fransche leger bij gelegenheid der aanstaande slemuitbrenging aanspoort om den in de vorige eeuw aangevangen strijd legen het monarchale beginsel en voor de republiek te hervatten. Ma me liai bes tw pei Hg in a vrf for pis zu nn .gé lie da ki en no rij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 2