LEIDSC1IE COURANT. 1870. N 107. ZATURDAG 7 MEI. BINiNENLANDSCHE BERIGTEN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. 3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. f 3.85. Het 'verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor ƒ2.50 's jaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiün is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. LEIDEN, 6 Mei. De voorzitter der commissie, door den commissaris des konings in Zuidholland voor het jaar 1870 belast met het afnemen van het eindexamen der hoogere burgerscholen in die provincie, heeft bekend gemaakt, dat het examen, krachtens het kon. besluit van 10 Maart 1870 (Stbl. n\ 48) voor zooveel het schriftelijk gedeelte betreft, zal worden gehouden aan de hoo gere burgerscholenen dat het mondeling onderzoek zal plaats hebben te 's Gravenhage in de maand Julij. Zijdie het examen in gemelde provincie wenschen af te leggen, worden verzocht daarvan voor den ls,e" Junij met gefrankeerde brieven kennis te geven aan den inspecteur van het lager onderwijs, voorzitter der examen-commissie, den heer Lindo, met naauw- kegrige opgaven van: 1". hunne namen, voornamen en adres; 2". dag en plaats hunner geboorte; 3". de school, aan welke zij onderwijs ontvangen. Zijn zij geen leerlingen eener hoogere burgerschool, dan moet tevens wor den opgegeven, aan welke hoogere burgerschool zij het schriftelijk examen wenschen af te leggen, Door de administratie der posterijen worden den 15JCD dezer zoogenaam de portzcgels (Chiflres taxes) ingevoerdzooals er reeds in de meeste andere landen in gebruik zijn; met het opplakken waarvan de post-administratie, in plaats van met de thans gebruikelijke onduidelijk geschreven cijfers, het port van ongcfrankecrde brieven aanduidt. De zegels zijn van 5 cent bruine J druk op rose papier, en van 10 cent paarsche druk op blaauw papier. Door het prov. kerkbestuur van Utrecht zjjn als candidaten tot de h. dienst toegelaten de hh. G. W. A. de Veer en II. W. van Loon. - Te Delft is namens de plaatselijke schoolcommissie aldaar aan den ge meenteraad het volgende voorstel gedaan«Naar aanleiding van het aan den heer P. van der Schaft Sr. verleend eervol ontslag als hoofdonderwijzer bij een der openbare scholen alhier, en in aanmerking genomen de veelzij dige ondervinding in schoolzaken door dien nestor der hoofdonderwijzers gedurende zeventig jaren opgedaan, wenscht de schoolcommissie, dat nwc vergadering moge goedvinden, dal, als een bewijs van ingenomenheid met de groole verdiensten van genoemden lieer, aan hem het eerelidmaatschap der plaatselijke schoolcommissie van Delft zal worden verleend. De com missie twijfelt niet, of aan haar voorstel zal bij uwe vergadering die ont vangst te beurt vallen, welke den man, te wiens opzigt het wordt gedaan, zoo zeer en als bij uitzondering toekomt." Tc Gouda is aangehouden zekere Pieter Tak uit Hekendorp, die Zon dagnacht na het aflooper, van het vuurwerk, toen ieder vrolijk huiswaarts keerde, in baldadige opgewondenheid een paar personen ligte kwetsuren, en een jongen van 14 jaren heeft toegebragt eene snede over de linkerwang, die van het oor lot den mond reikte, zoodat de jongen meer dood dan levend naar het bureau van policie werd overgebragt. Men schrijft uit Arnhem: liet koude en gure weder van deze dagen houdt de voorjaarsplaag dezer streken, de meikevers, legen, welke zich in de laatste helft der vorige maand reeds vrij talrijk begonnen te vertoonen. Hierdoor laat het zich aanzien dat, valt eens hel warme weder in, men zich niet zal behoeven te bedroeven over hoornen en heesters, die bladerloos blijven tot in den nazomer. De staat der veldgewassen is overigens gunstig en het, hoewel onaangenamer weder is bepaald voordeelig te noemen voor den aanstaanden oogst. De kar.lonregter te Assen heeft de beide schenders van het beroemde Valter hunnebed veroordeeld tot boete en gevangenisstraf. Men meldt uit Leeuwarden dd. 5 Mei: Hij de gisteren gehouden hard draverij is de van wege de gemeente uitgeloofde prijs, bestaande in twee zilveren trommeltjes, behaald door het paard van den heer mr. T. Heringa Cats alhier, bereden door den pikeur II. de Boer. Een rijtuig (chais), waarop twee mannen zaten, geraakte gisteren in de Peperstraat alhier door het schichtig worden van het paarddat voor een omvallend voorwerp schrikteonderstboven. Een der mannen kwam met den schrik vrij; de andere werd bewusteloos in een huis gedragen en moet zich nog al bezeerd hebben. Onlangs werd door een der postbeambten een brief, aan een student der hoogeschool te Groningen geadresseerd, verloren, waarin eene geldswaarde van ongeveer 40 aanwezig was. De moeite, die men aanwendde om dien brief terug te krijgen, bleef eerst vruchteloos, totdal het eindelijk aan een agent van policie geluktede zaak tot klaarheid te brengen. Die brief was op straat gevonden door drie meisjeseen van haar stelde hem aan hare moeder, de weduwe Z., ter hand. die op zich nam hem aan den geadres seerden persoon te bezorgen. In plaats daarvan echter maakte zij den brief open, behield den inhoud en gaf een bankbillct van f 25, daarin o. a. aan wezig, aan eene andere vrouw ter bewaring. De verdere waarde, een muntbillct van ƒ10 en een paar kleine coupons, waren bij de ontdekking ingewisseld en het geld door de bovengenoemde weduwe reeds uitgegeven. De brief was evenwel nog in haar bezit. Woensdag morgen bevonden de echtelieden Korsman, in de Korte Geere te Middelburgdat een der ramen hunner tapperij opengeschoven was. Dit wekte bij hen een vermoeden van een gepleegden diefstal op, en weldra bleek dan ook dat uit de lade van de toonbank het daarin aanwezige geld ten bedrage van ƒ6 a ƒ7, ontvreemd was. Eenigen tijd later bemerkte men dat uit de kamer achter den winkel een kisije, waarin zich volgens hunne verklaring eene som van ƒ263 bevonden had, verdwenen was. Bij voortge zet onderzoek bevond men dat men ook een stuk kaas vermisteterwijl nog bleek dat de dief of dieven voor hun vertrek zich de vrijheid veroor loofd hadden zich een glas bier te schenken. Het Iibl. ontleent het volgende aan een brief van een ooggetuige om trent een ongeluk op de Zeeuwsche slroomen voorgevallenOp de boot bevond zich eene jonge dame, ouderloos, zuster van een predikant, geves tigd te A.bij wien zij leefde. Zij had hem eenigen tijd verlaten om eenige familiebetrekkingen te V. te bezoeken en keerde thans weder huiswaarts. Zij ging daartoe per telegraaf boot mede tot Slavenissealwaar zij met een bootje aan wal moest gebragt worden om van daar verder te rijden. Op die hoogte gekomen vergeet echter de conducteur der stoomboot haar te waarschuwen, welligt omdat zij de eenige was die daar aan land moest. Het verwonderde haar dat het zoo lang duurde, en daarom ging zij naar boven om eens te kijken, en daar zag zij de haar bekende veerlieden met de brieven, welke zij van de boot gehaald hadden, weer naar land roeijen. Zij waarschuwt den conducteur, deze roept de veerlui terug en de kapitein laat op het schuitje aanhouden. Hetzij door onvoorzigtigheid echter, hetzij ook veeleer door het ruwe weder, kantelt het bootje en de twee veerlieden met een knaapje (zoontje van een van beiden) liggen er onder. Een hunner heeft nog het geluk een der raderen te bereiken, en door den anderen de hand toe te steken, werden zij beiden gered, daar de sloep inmiddels was uitgezet, die hen opnam. Het knaapje had men een stok toegestokenmaar helaas, zijne armpjes waren te kort en door den feilen stroom en golfslag medegesleept, verdween hij, na nog eenmaal om hulp te hebben gescheeuwd, in de diepte. De vader, zooals men kan denken, was radeloos en de jonge dame was de onmagt nabij, omdat zij de gedachte niet van zich kon wer pen dat om haar op haar bestemming te brengen dit kind zijn leven moest laten. Naar men uit Zierikzee meldt was aldaar Dingsdag avond het berigt ontvangen dat de postboot was omgeslagen en dat daarbij een persoon het leven had verloren. Men veronderstelde ook dat de brieven waren verloren gegaan, maar de omgeslagen boot is des nachts aan wal gedreven en de brievenzak hing nog aan de boot. Volgens berigt uit Batavia van 19 April waren van daar vertrokken de volgende schepen: Baron van Heemstra, kapt. Nepperus; Francine Willemina, kapt. Pijl; Jacoba Helena, kapt. Immerzeel. I/aria Calharina. kapt. Blom; Maria Louisa Antoinette, kapt. MuyssonZeenymph, kapt. Graadt van Bogge. In liet jongste n". van de Lekker komt onder de ingezonden stukken een artikel voor van den heer II. Ilemkes Hzn., onder het opschriit «School- statistiek." De tijd is nu daar, zegt schrijverdat de jeugd voor een groot deel de scholen van het gewoon lager onderwijs begint te verlaten, in steden zoowel als in dorpen. Nu meent hij, dat het met feiten zou te bewjjzen zijn, dat een groot deel der kinderen onvoorbereid, onbekwaam, min ge vormd en geoefend in al, wat een duurzaam beslaan in het maatschappelijk leven hun zou kunnen verzekeren, de school verlaat? Wordt dan zulk een kind vaak niet een speelbal van ruwheid en geweld? Worden dan niet vaak de zaden uitgestrooid, die op rijperen leeftijd vreesselijke vruchten dragen, ongebondenheid, zedeloosheid, dierlijke zonden? Hij deelt mede, dat, vol gens de gegevens van de statistiek, ongeveer 100,000 kinderen van 8- tot 12- of 13-jarigen leeftijd, uit den nijveren fabriek-, boeren- of burgerstand, elk voorjaar de school verlaten, om plaats te maken voor 100,000 andere

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 1