COURANT. X. 83 VRIJDAG 8 APRIL. STADS-BER1GTEN. JA4JT EN VISSCHERIJ. BINNENLANDSCIIE BEBIGTEN. De 'Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jams f 3.franco p.p. /3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad ƒ3.35, franco p. p. 3.85. Het 'verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor J '2.50 'sjaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 14 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. De BURGEMEESTER VAN IEIDEN brengt bij deze ter kennis van hen, die zich voor het aanstaande saizoen 1870/1 in het bezit wenschen te zien van Jagt- of Vischacten, of wel van eene kostelooze vergunning tot uitoefening der visscherijdat de blanco verzoekschriften ter bekoming daarvan gratis verkrijgbaar zijn ter Gemeente-Secretarie, alwaar zijbehoor lijk ingevuld en onderteekend, vóór den 15'1'» April dezes jaars moeten terug bezorgd zjjnten einde alsdan aan den Commissaris des Konings in deze provincie te worden ingezonden Tevens wordt ter kennis van belanghebbenden gebragt dat blanco ver zoekschriften tot het bekomen van buitengewone magtiging tot het verdrij ven van schadelijk gevogelte, het schieten van konijnen en ander schade lijk gedierte, het visschen als het water met ijs bedekt is en het scheppen van kleinen cisch als aas voor de dobbers, van heden af, mede gratis ter Gemeente-Secretarie ter invulling verkrijgbaar zijn gesteld. De Burgemeester voornoemd, Lïides, 5 Maart 1870. v. d. BRANDELER. LEfDEN, 7 April. In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad zijn de stads doctor G. Zaalberg en de stads-chirurgijn dr. J. van Kaathoven in hunne betrekking gecontinueerd. Tot amanuensis voor natuur- en scheikunde aan de hoogere burgerschool is benoemd A. Jngenegen, met 14 stemmen, zjjnde 9 stemmen uitgebragt op A. M. Hartwjjk. Aan den heer dr. P. L. Muller is, ingevolge zjjn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de ge meente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs, tegen het einde van den loopenden cursus. Een tweetal staten van af- en overschrijving op de gemeentebcgrooting van 1869, waarvan een strekkende tot dekking der kosten van de door dc commissie voor de volksgezondheid uitgegeven kaart van Leiden, werd goedgekeurd. Omtrent eene voordragt van burg. envveth. ten aanzien een er missive van burgemeester en wethouders van Haarlem tot uitbreiding der scheiding ten opzigte van het jaagpad en de vaart tus- schen de beide gemeenten, werd voorgesteld die aan burg. en weth. te ren- voyeren, ten einde nader te onderzoeken wat van de zijde van Haarlem verlangd wordt; blijkens hunne voordragt zijn burg. en weth. van gevoelen dat burg. en weth. van Haarlem eene scheiding van eigendommen verlangen terwijl enkele leden van den raad in die missive niets meer ontdekken dan eene aanvrage tot goedkeuring van den verkoop van een tolhuis. De voor zitter trok daarop de voordragt voorloopig in, ten einde nader met het gemeentebestuur van Haarlem over deze zaak te corresponderen. Ilct ver zoek van den hulponderwijzer J. 1. H. Bokhorst, om eene bijzondere bezol diging of toelage, gedurende den tijd dal hij in eenen exceptionelen toestand verkeert (het doen van dienst als hoofdonderwijzer) werd, overeenkomstig het rapport van burg. en weth., met algemeene stemmen voor geene gunstige beschikking vatbaar geacht. Op het verzoek van Hopman en Kuypers, tot het plaatsen van eene kraan om zware stukken te laden cn te lessenw erd onder het stellen van eenige voorwaardengunstig beschikt. Voorts wer den nog goedgekeurd een staat van af- cn overschrijving op de begrooting der dienstd. schutterij en de rekeningen over 1869 van het geref. minne- of arme oude mannen- cn vrouwenhuis en van de kamer van koophandel en fabrieken. Na het lezen der notulenvoor de behandeling der aan dc orde gestelde onderwerpen, werd den heer Scheltema, op zjjn verzoek, door den voor zitter het woord verleend. Volgens dien heer was reeds bij de behandeling der laatste bcgrooting de herziening der verordening op de brandweer ter sprake gekomen en was de wenschelijkheid van die herziening bij den laat- sten brand ten stelligste gebleken. De orde had veel te wenschen overge laten en daardoor had het materieel veel schade geleden. Vooral had de be diening der spuiten te wenschen overgelatenzelfs had hij eene spuit gezien waaraan de spuitgasten ontbraken. Niet alleen de spuitgasten maar ook de schutters waren eerst laat opgekomen, en als reden daarvan was algemeen opgegeven dat er te weinig gewag van den brand was gemaakt. Het hoofd bezwaar, meende hij, lag in de verordening; hij geloofde dat vooral de be paling dat na drie uren dienst de spuitgasten voor verder dienstbetoon be taling krijgen, slecht werkte en toonde dit met voorbeelden aan. Hij vroeg dus of men kon verw achten dat binnen kort de hand zou worden geslagen aan de herziening der verordening; van bet antwoord zou afhangen af hij van zijnen kant daartoe een voorstel zou doen. De voorzitter zeide dat de vraag, of de verordening op Üc brandweer óf niet moest worden herzien, onlangs bij burg. en weth. \vas in overwe ging geweest, maar dat zij gemeend hadden die ontkennend te moeten be antwoorden. Dat bij den laatsten brand de orde zooveel te wenschen zoü hebben overgelatenwas hem niet geblekenook niet dat er zooveel schade aan het materieel zou zijn toegebragt. Wel had het late opkomen van vele spuitgasten ook hem gctrolTenmaar gelukkig had de ijverige hulp van hh. studenten en militairen daarvoor vergoeding gegeven. De reden dezer late opkomst lag, zijns inziens, in de wijze van oproeping, die veel te wenschen overliet, cn daarover was hij reeds in overleg getreden met den commissaris van policie. Deze had een middel voorgeslagen om daarin verbetering aan te brengen, t. w. in elke wijk de nachtagenlen te voorzien van de lijst der nommers van dre huizen waarin autoriteiten en geëmployeerden bij de brand weer wonen, met last die personen op te kloppen. Hij geloofde dat er in deze een reden tot tevredenheid bestond dat de brand zoo spoedig en ge lukkig was bedwongen. De heer Scheltema merkte hierop o. a. aan dat hij eene spuit had gezien die water moest gevenmaar die het bij gebrek aan bediening niet kon doen. Op zijn verzoek had de luit.-kolonel van het reg. huzaren een aantal manschappen aangewezen om die spuit te bedienen. De lieer Ilubrecht geloofde dat de blusscbing Van den brand eer een woord va» dank dan van berisping had verdiend. De spuit door den heer Scheltema bedoeld was de spuit ir. 4en die spuit behoefdenaar het oordeel van den opper brandmeesterop het door hem bedoelde oogenbfik, geen water te geven, aangezien daarin door twee andere spuiten genoegzaam werd voor zien. Over het algemeen was de bediening der spuiten uitstekend geweest. De heer Scheltema verklaarde dat een brandmeester hem verzekerd had dat hij water moest gevenmaar het niet kon doen. De heer Tolleus verklaarde dat de wijze waarop en de spoed waarmede de brand was gebluscht zijne bewondering hadden weggedragen. Zijns in ziens had de brandweer zicli uitstekend gekweten. Ook dc heer Stoffels liet zich in dien zin uil. De Voorzitter verklaardewat betrof de herziening der verordening daartoe een voorstel te zullen afwachten. Onder de ingekomen stukken was een brief van den raad van administra tie van de Hoïl. ijzeren spoorweg-maatschappij houdende dankzegging voor liet onlangs genomen besluit en kennisgeving dat hel plan tot vergrooling van het station te Leiden aanhangig was eu dat men bij de nieuwe regeling der dienst voornemens was des morgens vroeg een trein van hier naai- 's Hage te doen vertrekken, in verbinding met den eersten trein van den Rijnspoorweg. Heden middag ontstond er brand in het bovengedeelte cencr woning op de Haarlemmerstraat, die echter in de beginselen werd gestuit. Men meldt ons uit Zegwaart, van 6 April: Heden morgen ten 9 tiré werden de ingezetenen dezer gemeente, eensklaps gewekt door het luidéit der brandklok, en weldra bleek het. dat de brand in het pand van den broodbakker J. Lengbeek aanwezig was. Eenige krullen op den oven had den vuur gevat, hetwelk zich al spoedig begon te verbreiden. Gelukkig is men er in geslaagd het vuur nog bijtijds meester te worden, en heeft ge noemde Lengbeek door dit ongeval niet veel schade geleden. De minister van binnenl. zaken heeft den 29lt<,° Maart jl. aan de com missarissen dés konings in de provinciën de volgende circulaire gerigt: Mijne aandacht is er op gevestigd dat niet zelden stoomketels in gebruik worden gesteld zonder dat dc daartoe vereischte vergunning is verleend. Dit geeft mij aanleiding U. 11. E. G. te verzoeken de burgemeesters der verschil lende gemeenten opmerkzaam te maken op de bepalingen der wet van den 20st,n Mei 1869 Staatsblad n\ 97), met uitnóodiging naauwkeurig te willen toezien, dat aan hare voorschriften worden voldaan. Ik meen U. H. E. G. tevens te moeten wijzen op de omstandigheid dat vele locotnobilen, waarvan de ingenieurs voor het stoomwezen de ketels hebben onderzocht, zeer dik wijls feitelijk aan hun toezigt worden onttrokken, omdat zij in het onzekere verkeeren omtrent de plaats, waar de locomobilen zich bevinden, zoodra de eigenaars van zoodanige stoomtuigen ze met vergunning van de burgemees ters kunnen gebruiken of in gebruik geven, ter plaatse waar zij verkiezen, zonder kennisgeving aan bedoelde ingenieurs. U II. E. G. gelieve daarom de burgemeesters tevens te verzoeken telkens, wanneer zoodanige ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 1