van het pad in ie boezemen. Even den bergpas voorbijwordt het pad bij- t zonder ongunstig, en daar aan de linker zijde eene diepe greppel of ravijn gevolgd wordt, is op dien kant bijzonder de aandacht gevestigd. Van dien kant juist komt de verwoede aanval. In of achter het ravijn heeft de vijand zich verscholen. Hij schijnt den hoofdtroep te hebben laten passeren. Ko ning Equaffo zeide mij later: het is onze laktiek om, zoo een lrontaanval op den vijand niet gehikt, alsdan langs expresselijk daartoe gemaakte oor- logspaden door onverhoedschen aanval in den rug hem in verwarring te jagen. Uit gelukte hem echter bij onze dappere achterhoede niet. Niette genstaande reeds bij de eerste schoten het grootste gedeelte van de 18 man sterke sectie gewond is en verscheiden daarvan builen gevecht, wordt er niet aan gedacht voor het moorddadige vuur te wijken. De commandant Iludig, aan hel achterhoofd gewondgeeft met bewonderenswaardige kalmte zijne bevelen; schiemansmaat de Groot, zwaar gewond aan de knie, onder houdt, terwijl hij de anderen aanmoedigt, met kalmte zijn vuur, tot dat ook zijn gekwetste hand het gebruik weigert; matroos 2de kl. Slromeier heeft ten laatste 9 schotenwaarvan 7 in dc borsthij doet nog ccn paar schoten en zinkt levenloos voorover; matroos l»,e kl. van der Laar valt door 7. matroos 2dl kl. Burgers door 3 schoten doodelijk getroffen. Nog vijf zijn zwaar gewond. In het geheel zijn er elf gekwetsten. De meesten onder houden met de anderen nog het snelvuur. 'Onmiddelijk had ikop het hooren van het sein van retireren, dat de gekwetste neergevallen tamboer tegen de orders van Iludig geblazen had, mij naar de achterhoede begeven, het 2"' gedeelte van den hoofdlroep ter adsislentie zendende met de ambu lance. Daar aankomende scheen de dappere houding der achterhoede het gros des vijands reeds verdreven te hebben, en zoo krachtig had zij dit ge daan, dat de vijand later geen enkelen aanval meer in onzen rug durfde te wagen. Inmiddels was ook de geheele troep op sein een 50 passen op de achterhoede geretireerd. Met de meeste orde en voorbeeldigen spoedniet tegenstaande het smalle pad, volbragt de ambulance hare zware taak. Wij hadden nu 2 dooden en 0 zwaar gekwetsten die onmogelijk gaan konden, daarbij nog enkelen wien het moeijelijk viel. Alles moest echter mede; aan hulpvaardigheid ontbrak het gelukkig niet. Zoo zag men later vuurstoker dé Raaf, hoewel zelf gekwetst, den mede in het been gewonden inlandschen jongen van Iludig ondersteunenen toen deze niet meer kon loopen hem op zijne breede schouders dragen. Om de gesneuvelden en ge wonden naar het kamp terug te zenden is niet raadzaam; dit zou eene sterke bedekking vorderen, wat mij te veel zou verzwakken, en, wachtende op dc draagkooijenbovendien een kostbaren tijd bij den steeds in aantal aangrocijenden vijand doen verloren gaan. terwijl wij, zoo zeggen de gidsen, nog niet veel verder dan halfweegs zijn. Er is dan ook weder voorwaarts geblazen, liet voorste gedeelte van den troep weet niets van de verliezen der achterhoede af. Het zal ongeveer 8 ure 30 minuten geweest zijn, toen wij op het pad van Domenassie naar Cape Coast kwamen, waarop Kwassie-krom moest liggen. Eene boodschap van de achterhoede meldt mij, dat er gebrek aan patronen is; hierin wordt voorzien door ieder man van den hoofdtroep een pakje te doen afgeven. Eindelijk schijnen wij het krom te naderen. Men hoort duidelijker de trom roeren; de schoten uit den boschrand nemen toe; de vijand is nu echter zigtbaar. Eene aanzienlijke menigte houdt zich in het bosch op. Een wel uitgevoerd snelvuur doel haar cenigzins wijken. Vooruit is een diepe kuil, die nog de helft van den reeds zoo smallen weg afneemt, en waarin dc vijand is verscholen. De voorwacht verjaagt hem daaruit, doch bevindt zich nu plotseling bij een draai van het pad voor het krom en onder een hevig kruisvuur. De boschncgers, waarvan verscheidene gewond zijn, geraken in verwarring', schieten hunne geweren af en bergen zich links en regis van den weg in het bosch en ravijn. De commandant van dc voorwacht begeeft zich met de le sectie Europeanen voor den een ponder uit, die inmiddels reeds met succes eenige schoten gedaan heeft, om zoo mogelijk door te dringendoch niet gevolgd wordende door de Afrika nen en oude Java-soldaten, vindt hij het niet raadzaam met eene enkele sectie door te dringen in een zoo krachtig verdedigd krom. Enkelen zijner manschappen zijn reeds gewond. De artillerie werkt intusschen uitstekend. Te midden van het hevigste vuur gaat zij na ieder schot vooruit; reeds is zij tot op een 15-tal passen van de huizen genaderd. Zes van de tien dra gers bij haar ingedeeld zijn reeds gekwetst, de overigen ten laatste gevlugt. De lader matroos 2,le kl. de Bruyn, gewond aan het been, gaat voort met bedienen, de overige bedicningsmanschappen schijnen onkwetsbaar. De uitwer king der puntgranaatjes, met kalmte gerigl en afgevuurd door matroos l'kl. ten Hoorn, is uitstekend. Zij gaan door de leemen muren, springen in de huizen en rigten grootc vernieling aan. De vijand wijkt echter niet. Nog eens wordt beproefd in hel krom te dringenmaar te vergeefs. Hel hevige vuur en dc groote overmagt doen dezen aanval wederom afslaan. Adelborst Lamic, kwartiermeester Buys, matroos 3e kl. lleemink, die vooruit zijn ge gaan, worden met anderen gekwetst. Van alle kanten worden zij door den overmagtigen vijand bestookt. Eindelijk, na nog een gelukkig schol, doe ik op nieuw stormmarsch blazen, nadat inmiddels de hoofdtroep, door mij met den l® luit.-adjudant van Braam Houckgeest op liet boschpad achtergelaten, order gekregen heeft op te rukken. Matroos le kl. van Dcinum snelt voor uit. In den stormpas aangesneld dringt Yeeckens met zijne sectie door dc voorhoede, die bedekt opgesteld een levendig vuur onderhoudt, henen en stormt het krom in, onmiddelijk gevolgd door de matrozen E. Dubbeld, G. van l'rk en C. C. van Egmond en van Braam Houckgeest met het tweede min of meer achtergebleven gedeelte der sectie. Vceckens krijgt een schot in den regterarm en verliest zijn sabel, maar herstelt zich spoedig; van Braam Houckgeest zie ik nedervallen. Nu snelt ook de voorhoede vooruit en, dank zij hel schoone voorbeeld der beide genoemde officieren, is de storm gelukt. Wel houdt de vijand op enkele punten nog krachtig stand. De vaandeldrager, tweede machinist. Vermeer krijgt een schot in het hoold; het vaandel heeft twee schoten. Menigeen wordt nog gekwetst. Maar nu in de voorste huizen in den rug bedreigd, moet de vijand die overhaast ontruimen; de matrozen dringen nu overal door. Veeckens schiet eigenhan- di« twee vijanden neder. De matrozen zitten den vijand overal na; menig een wordt neergeschoten. De vlugt wordt algemeen. Nog een oogenblik houden zij in de aan den boschrand gebgen huizen stand, doch ook daaruit worden zij verjaagd. De mortier doet nu goede diensten. Spoedig hoort men niets meer van den vijand. Een langdurig hoerah kondigt de vermees tering van het krom aan. Het is een zeer schoon en regelmatig gebouwd krom in het midden met eene breede straat met groote boomengroote nette huizen en aan weerszijden vele dwarsstraten; alles duidt welvaart en betrekkelijken rijkdom aan. Het verlies des vijands is aanzienlijk, overal worden lijken gevonden; in een huis zijn er zes gezien, waarvan vreeselijk verminkt door granaatscher ven; het geheele verlies is echter niet te begrooten. Volgens berigten van den vijand, later over Cape Coast ontvangen, had hij op dien dag het aan merkelijk verlies van 250 a 300 dooden en vermisten geleden; vrouwen en kindereu waren in groeten getale naar die plaats gevlugt. Van alle kanten was volk ter hulpe geweest, zoo als Wassa. Abremoe en Cape Coast; zelfs Gerty, de beruchte koning van Anamaboe. moét daar geweest zijn. Er is hevig gevochten; dit duidt ook ons verlies aan. al is het betrekkelijk ge ring. Zes en dertig der onzen zijn gekwetst, waarvan 3 Europeanen, en een boschneger gesneuveld. Vier officieren en 14 Europesche manschappen zijn min of meer zwaar gekwetst. Aan den ingang van het krom heeft de luit. ter zee Cadet daarom henen carréc geformeerd. Het was mijn voornemen in het krom voor een paar uren bivouac op te slaan; vooreerst om onze gekwetsten te kunnen verbinden en omtrent hun vervoer de noodige maatregelen te beramenten andere om het groote krom te doen doorzoeken en de lijken en de gekwetsten des vijands bijeen te halen. Doch naauwelijks zijn daartoe de noodige orders uitgevaardigd, of ik krijg het berigt, dat de onderkoning Equaffo op eigen gezag de huizen in brand heeft gestoken, en dat nog wel aan de zijde waar wij zijn inge komen. Ik moet daarom nu reeds tot mijne teleurstelling teruggaan en na aan de achterhoede (de voorhoede van straks) order te hebben gegeven het krom nu ook van alle kanten iu brand te steken, matroos de Bazel steekt hel huis in brand, waarin hij 14 dagen gevangen zat, rukten wij ten 10 ure 10 min. hel van alle kanten in brand slaande krom uit, mede nemende eenige buit gemaakte geweren, een tiental vaatjes kruid, krijgs- trommen, huisraad enz.; doch veel buit kon niet worden medegenomen; bijna alle koelies zijn voor het vervoer der gqsnouvelden en gekwetsten noo- dig. Zelfs de meeste moeten nog loopen, hoe bezwaarlijk het ook gaat; van Braam Houckgeest, aan het hoofd en in den arm gewond, geeft het goede voorbeeld. Ten 12 ure 30 min. zijn wij weder aan het kamp; op den terugweg is niets van den vijand gehoord; van de in het bosch langs het pad gelegen krommen, des ochtends vol beweging en strijdlust, ver neemt men nu niets meer. liet is overal dood stil. Onder een leve de ko ning! en driewerf hoerah! trekken wij het kamp binnen, alwaar wij door u met de levendigste blijken van tevredenheid ontvangen worden. Nadat nu de troepen een paar dagen rust hebben gehad, wordt langza merhand een begin gemaakt met het opbreken van het kamp. Zondag 10 Januarij wordtonder het houden van grootc paradede gezamenlijke magt door u in voor mij zeer vereerende bewoordingen toegesproken en daaana uwe dagorder voorgelezen. Vooraf heb ik order ontvangen 's Maandags den 17drD het kamp geheel op te ruimen, en zorg te dragen met de geheele magt den volgenden morgen vroegtijdig te Elmina te zijn, waar wij dan ook, na den vorigen avond ten li ure het kamp le hebben verlaten, en na te Am- kwana eenige uren halt gehouden te hebben, ten 7 ure aankwamen." Blijkens den staat van de gesneuvelden en gekwetsten zijn gesneuveldde matroos le kl. A. van de Laar, de matroos 2' kl. A. J. Burgers, de matroos 2* kl. J. Stromeicr en een der negers van koning Equafl'o, Koblema Amoe genaamd. Gekwetst zijn: de l' luit. der mariniers F. A. van Braam Houck geest, de luit. ter zee 2' kl. F. Zcgers Veeckens, de luit. ter zee 2® kl. F. W. Iludig, dc adelborst 1* kt. L. A. H. Lamie, de machinist 2C kl. S. L. Vermeer, de kwartiermeester H. Buys, de 2' schiemansmaat J. de Groot, de scheerder A. Groeneveld, de matrozen N. M. Hageraats, E. W. de Bruyn, 11. lleemink en J. Vervoort, de vuurstoker C. de Haaf, de tamboer K. G. C. Kremer, de marinier J. van Dijk, benevens twee Afrikaansche soldaten van het garnizoen te Almina 3 der negers van koning Equaffo, een gids, 10 koelies, en de bediende Hendrik van den luit. ter zee Iludig. Sommige der gekwetsten waren op 28 Jan. reeds hersteld, terwijl de overigen zonder uitzondering buiten eenigi'gevaar verkeerden, liet liet zich verwachten dat allen zonder verminking in staat zouden zijn spoedig hunne dienst té her vatten. i 'sGRAVENHAGE, 22 Maart. Z. M. heeft vergunning verleend aan den heer mr. W. A. P. Verkerk Pislorius, referendaris bij het dep. van financiën, tot het dragen der onder scheidingsteekenen van commandeur der orde van Medjidié, en aan den heer L. Drucker, te Voorschoten, tot het dragen der versierselen van officier der genoemde orde, hun door den Sultan van Turkije geschonken. Tot burgemeester der gemeente Ulrum is benoemd den heer L. II. Dijklmys, en tol burgemeester der gemeente Leens P. A. de Rocheforl, onder toekenning van eervol ontslag als burgemeester van Ezinge. Tot commies der posterijen zijn benoemd van de 2le kl.de heer jhr. H. C. Sandberg. thans commissie 3" kl.van de 3dl: kl.de heer N. A. C. Hinlopen. thans surnumerair. Aan den lieer T. Greidanus is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als ontvanger der directe belastingen te Ileerenveen. Dc minister van financiëndaartoe gemagtigd bij kon. besluit van 12 Maart, heeft eenige wijzigingen gebragt in de krachtens kon. magtiging van 21 Oct, 1809 door den minister van binnenl. zaken aan den heer \V. Cornell Jewett verleende vergunning, tot den aanleg en het gebruik van eene tele grafische verbinding van Nederland met Noord-Amerika. Z. K. II. de prins van Oranje heeft heden de geheime zitting van den raad van state bijgewoond. In de zitting van dc tweede kamer van heden is het wets-onlwerp tot onteigening ten behoeve van de Noordzeehaven aangenomen met 46 tegen 12 stemmen, en dat tol onteigening van percelen benoodigd voor den bouw van de tweede schutsluis te Uansweert met algemeene stemmen. Daarna waren aan de orde de wets-ontwerpen tot bekrachtiging van credieten door den gouv.-gcncraal van Ncd.-lndië geopend boven de Indische begrootingen voor 1868 en 69. Daarbij kwam in het bijzonder ter sprake het crediet van 320,600 aan dc Ned. Indische spoorweg-maatschappij, waarin de hli. van Sijpesteyn en van Goltstein een gunstbewijs meenden te zien. De minister van koloniën verdedigde de handelwijze van den gouverneur-generaal, die in deze zaak niet anders had kunnen handelen. Op de vraag of op nieuw voor de Oost-Indische spoorweg-maatschappij offers zullen gevorderd w ordenzeide de minister dit niet te weten. Het eerste ontwerp werd met algemeene stemmenhet tweede met 37 tegen 20 stemmen aangenomen. Vervolgens kwam in behandeling het wets-ontwerp houdende nadere bepa lingen betreffende de indiening en de behandeling van bezwaarschriften tegen aanslagen voor de belasting op het personeel en patent, en had er eene langdurige discussie plaats over het hooger beroep bij den raad van state in zake directe belastingen. Morgen komen de artikelen in behandeling. De heer Heemskerk Az. heeft veriof bekomen eenige vragen te rigten tot den minister van koloniën over de telegraphisehe verbinding van Java met andere landen. BUIT E N LA N DSC IIE liEHIG T K tN EA'GELAN». LONDEN, 21 Maart. II. II. de koningin der Nederlanden zal nog gedurende een 10-lal dagen hier verblijven. H. M. bezoekt verschillende openbare inrigtingen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 2