Ik keer nog een oogenblik tot tlden nieuwbenoemdeterug. Het is krachtig gebleken dat de stad onzer inwoning, waar de voorraadschuren zijnwaaruit gij meer en meer den schal van kennis kunt verzamelen en vergrooten, n dierbaar is, dat gij de voorkeur geeft aan de soms zeer wis selvallige kansen der regtspractijk boven de zekere inkomsten van het enderwijs. Welnu' wie weet, waartoe die stap, destijds wankelend welligt door u gedaan, maar thans door ons ondersteund, n leiden kan. Hoe het zij, wat er van u, ja. ik mag wel zeggen van ons allen worden zal (want donkere wolken pakken zich in het zuid-westen boven dit regtsgebouw zamen, ook al mogen wij in uwe benoeming een lichtpunt vinden, dat het overdrijven van hel dreigend oinveder welligt voorspelt), hoe het zij of worde, hereik uwe toekomst met steeds toenemend geluk en zegen. De woorden, die ik tot u sprak, ze waren niet getooid in bonte kleuren; aan den eenvoud van het gewaad moogt gij dé opregtheid hebben ontdekt mij ner en onzer aller begeerte om 11 hier die vriendschap toe te zeggen, welke wij van u vragen. Ik meen hiermede voldaan te hebben aan art. 4 van hel Reglement, be treffende de wijze van eedsaflegging der regterlijke ambtenaren, en verklaar, ter voldoening aan het requisitoir van den officier van justitie, dat mr. Gerard Anton van Hamel in zijne betrekking van plaatsvervanger bij deze reglbank weltiglijk is geinstalleerd. - Gisteren avond had in de zaal Noordeinde eene zamenkomst plaats van belanghebbenden in Christelijk onderwijs, ten einde, ingevolge eene gedane uitnoodigingeenige mededcelingen te hooren aangaande de voorgenomen oprigting eener Christelijke school voor on- en minvermogenden alhier. Nadat (Is. van Hamel het doel der zamenkomst met een enkel woord had uiteengezet en de bijeenkomst met gebed had geopend, werden door d\ Drost de bedoelde mededcelingen gedaan. Daaruit bleek dat eenige broeders reeds sedert geruimen tijd de mogelijkheid hadden overwogen van het oprigten eener Christelijke school voor 011- en minvermogenden, maar dat zij bij die overwegingen op zoo groole bezwaren waren gestuitdat zij geloofden het plan te moeten opgeven. Zij meenden echter, in weerwil der bezwaren, het oog op de zaak gevestigd te moeien houden. Onverwacht hadden zich daarna eenige zoo gunstige omstandigheden voorgedaan dat zij, hoe groot de moeijclijkheden, vooral van fmanciëlen aard, ook moglen zijn, niet aar zelden. met vertrouwen op eenen goeden uitslag, de zaak te moeten aan vatten, en op die wijze is tot stand gekomen eene vereeniging voor Chris telijk onderwijs ten behoeve van 011- en minvermogenden te Leiden. Die vereeniging ziet zich reeds in het bezit gesteld eener niet onbelangrijke som en heelt liet uitzigt dat, bijaldien zij tot het bouwen eener school overgaat, haar daartoe de noodige grond kosteloos zal worden afgestaan; verder heeft zij, ter bereiking van haar doel, het oog gevestigd op de medewer king van belangstellenden in Christelijk onderwijs. Door de hh. Molenaar en Brouwer, die na den heer Drost het woord voerden, werd het gewigt der zaak nader uiteengezet en hare bevordering ten krachtigste aanbevolen. Te Warmond gaf gisteren avond de aldaar gevestigde muziek-vcreeni- ging /'Harmonie van Warmond" weder eene uitvoering in het lokaal de stad Rome. Het 14 tal stukken van het programmawaarvan 8 voor harmonie- muziek en 6 voor piano of viool, werden tot groot genoegen der aanwe zigen ten gehoore gebragt. Het Staatsblad n°. 32 bevat het kon. besluit van 17 Febr. jl.hou dende regeling van eenige punten betrekkelijk de vereeniging in sommige plaatsen van de (tost- en telegraafdienst onder het beheer van denzelfden ambtenaar. Tot de vereeniging van kantoren der posterijen en der telegrafie onder het beheer van een ambtenaar, hoofd van het vereenigde kantoor, wordt zooveel mogelijk overgegaan in plaatsen, waar de aard en omvang der dienst bij de eene en andere inrigting de vereeniging toelaaten waar zij in de praktijk lot besparing van personeel, of tot andere voordeelen in het belang der schatkist of van de diens! in het algemeen zal kunnen strekken. Het heeft Z. M behaagd, aan Folkert Weslra. gaardenier en koopman te Dragtcn, gratie te vcrlccnen van de doodstraf, waartoe hij bij arrest van het prov. geregtshof van Friesland van 10 Jan. jl. was veroordeeld wegens brandstichting, en haar te veranderen in tuchthuisstraf voor den tijd van 15 jaren. - liet prov. Utrechtsch genootschap beeft zich bij adres tot de tweede kamer gewend met het verzoek het aangeboden wets-ontwerp, voorzooverre daarbij de afschaffing der doodstraf word! voorgesteld, aan te nemen. - Wij vernemen met genoegen, zegt het llll.dat de circulaire van de afgevaardigden der plaatselijke commission voor de oprigting van een natio naal gedenkteeken voor November 1813, enz., te Amsterdam, 'sGravenhage en Rotterdam, van 30 November jl., algemeenen weerklank gevonden heeft, en dat reeds in den aanvang van dit jaar aan den heer J. M. van Kem pen te Voorschoten opgedragen is de vervaardiging van het voorgestelde aandenken. Ook wegens het voortdurend verblijf van prins Frederik der Nederlanden in het zuiden van Frankrijk, is het niet mogelijk geweest dit heden aan Z. K. H. aan te bieden. Men vleit zich nu dal daartoe de gele genheid zal worden gegeven op 24 Augustus e. k., den verjaardag van wijlen 11. D. vader, koning Willem I. Betreflende den toestand der rivieren meldt men uit Nijmegen van 27 Febr.; Het ijs is gisteren namiddag 5 ure in beweging geweest, doch zette zich weer spoedig. Heden morgen 7 ure kwam het andermaal in be weging, doch raakte schielijk vast; een gedeelte van het afgebrokkelde ijs dreef weg. Het vastzittend ijs boven de stad heeft eene lengte van C50 meter. Te Arnhem is de rivier zonder drijfijs; de passage in het veer ge schiedt met schuiten. Volgens berigten uit verschillende andere plaatsen was het ijs mede in beweging geweest, maar had liet zich weder vastge zet. Te Dordrecht was het ijs opgebroken tot den benedensten Kievitsw aard drijvende met tamelijken stroom. De Deventer is het ijs opgeruimd en de brug gelegd. De heer mr. D. J. C. van Lennep, directeur der Ned. centraal-sp# wegmaatschappij, onlangs door de arrond.-rcgtbank te Utrecht tot geldbo veroordeeld, wegens hel te laat aankomen van een trein te Utrecht in vember 11., is thans door de arrond.-regtbank te Zwolle van alle regtsv volging ontslagen ter zake van het te laat vertrekken van een trein Kampen in December 11. Te Gouda is tot predikant bij de herv. gemeente beroepen d\ Bloem- pred. te Waddinxveen. - Te Rheden heeft dezer dagen het ijs weder een menschenleven gek. Een meisje van 12 jaren waagde zich, in weerwil der waarschuwing h» moeder, op het reeds wegsmeltend ijs van het water de oaak. Wel zonk zij door de brooze korst en onder het ijs. Een broertje, op In hulpgeschrei toegesneld, viel desgelijks er door, zoo ook de vader, die 1 onheil had vernomen. De vader en het zoontje zijn gered, doch het mei is als lijk opgehaald. Uit Zwolle meldt inen: Vrijdag 11. hebben zich negen mannen; Harderwijk met eene slede, waarin lijnen, gereedschap en levensbehoefii begeven naar het in het ijs beklemde schip van 11 Visser. Zij konden I niet bereiken zonder dat allen, één zelfs tot driemaal toe, doorliet zakten. De schipper heeft verhaalddat hij den 6dfn Februarij legen i avond reeds voor de Kamper ketel was, maar daar niet meer kunne; binnenkomen, weder koers naar Amsterdam gezet heeft, doch door w en wind naar de Knar gedreven is. Gebrek aan voedsel heeft men niet. had; bij de turf, die aan boord was, heeft men eenig hout van het sa moeten verbranden. Aan de lading, bestaande uit boekweit, koflij, iji enz., is nog niets beschadigd. Visser blijft bij zijn voornemen, het sti niet te verlaten, volharden; zijn zoon is nog hij hem. De vrouw van dt die van boord in de slede medegenomen werd, heeft slechts wegens zet omstandigheden toegegeven aan den aandrang van haren man en hai schoonvader, om hen te verlaten. Er worden van de zijde der belangt benden bij de lading, en de maatschappij, waarbij een gedeelte geivaarbo; is, nog steeds pogingen aangewend, om Visser met zijn schip te rede- waarop, indien het stil weder blijft, bij doorgaanden dooi nog een kans bestaat. 'sGRAVENHAGE, 1 Maart. Z. M. de koning-groothertog heeft den heer Le Roy, professor aas universiteit te Luik, benoemd tot ridder der orde van de Eikenkroon. Tot substituut-griffier bij de arrond.-regtbank te Groningen is henoet de heer mr. E. Star Busmann, advocaat te Arnhem; voorts is op hun i- zoek eervol ontslag verleend aan den heer mr. B. Dorhout, als plaatst vangend kantonregter te Leeuwarden, en aan den lieer W. C. de Man,i plaatsvervangend kantonregter te Eist. Tot ontvangers der i%gislratie zijn benoemd: te Schagen, de lieer H. Kok, thans te Heerlen, en te Middelharnis. de heer L. van Assen, tin le Lemmer. Door Z M. is ingetrokken de benoeming van den heer W. F. H. Cj mer tot waterschout te Amsterdamen is als zoodanig benoemd de hr mr. F. de Klopper, aan wien toestemming is verleend om tevens de betrt king van hoofdcommissaris van policie te Amsterdam te blijven bekleedt voorts heeft Z. M. eervol ontslag verleend aan den heer J. G. H. Ilolsheii als commissaris van policie te Groningen, en als zoodanig benoemd heer M. Ypey, thans commissaris van policie en commissaris van rijkspolk te Zaandam. Z. M. heeft goedgevonden te benoemen tot 2,,CI1 luit.: bij hel waf der infanterie, bij het 3Je reg. den kadet J. F. A. de ltooy; bij het waf der artillerie, bij liet 3Je reg. vesting-artillerie den kadet A. M. Hoedt; het reg, rijdende artillerie, den kadet jhr. W. J. P. van den Bosch;! I*"* luit. bij het wapen der infanterie van het leger in (J. L, den kat G. F. P. van Emmerik, allen van de kon. militaire akademie. Voorts op zijn verzoek, aan den 2,len luit. magazijnmeester der artillerie bij landmagt in West-Indië C. van den Heuvel, eervol ontslag verleend uit militaire dienst. De eerste kamer heeft gisteren avond hare werkzaamheden hervat ongesteldheid van den heer Philipse, heeft de heer Illankenheim liet v« zitterschap waargenomen. Verschillende wets-ontwerpen zijn van de twet kamer ingekomen, waaronder de begrooting voor de staatsspoorwegen 1870. Aan den lieer Fransen van de Putte is op zijn verzoek verlof t( leendom op een nader te bepalen dag aan den minister van binnenlai sche zaken eenige vragen te rig ten over de onlangs te Amsterdam opgeri: maatschappij voor gemeentelijk crediet. In de heden gehouden zitting zijn de beraadslagingen over de ontwc bcgrooting der staatsspoorwegen voor 1870 en andere ontwerpen bepat op morgen ten 11 ure. Na afloop daarvan zal de boven bedoelde interpelll van den heer Fransen van de Putte plaats hebben. In de zitting der tweede kamer van heden zijn de beraadslaging voortgezet over het ontwerp tot aanvulling van art. 62 van het regeri»! reglement voor Ned.-Indiü (agrarische wet). De heer van Sijpestcin betoogde dat het hoofddoel der wet moest zijn oplossing der koloniale quaestie. Niemand noch in noch buiten de kaï geloofde aan die oplossing. Deze wet schepte eene koloniale quaestie ent) aanleiding tot nog grootere onduidelijkheid en verwarring dan art. 56. meest belangrijke quaestie betrof zeer zeker den grondeigendommaar quaestie werd er niet door opgelostnoch de juiste wijze of mogelijkl» van uitvoering aangewezen. De spreker trad in verdere ontwikkeling ziji denkbeelden ten betooge dat de hoofdbeginselen niet worden geregeld eindigde met het uitdrukken van den wensch dat in het belang van Nedi land het noodlot niet zal willen dat de wet zal worden aangenomen. De heer van Loon zegt geen Indische specialiteit te zijn, maar naar zijf overtuiging zal de aanneming der wet niet anders zijn dan een nagel t de doodkist van Nederlandhet brengen van een lek in het wrakke vat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 2