LEID8CHE
COURANT.
\m.
VRIJDAG 25 FEBRUARI J.
iV. 47.
STADS-BERIGTE1V.
binnenlandscue: berigte*j.
De Courant verschijnt dagelijks. Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel /aars 3.franco p.p. f3.50;
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50
'sjaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Adverlentiën is van 1—4 regels f iedere regel meer 25 cents.
Ui II ER-IJK.
BURGKMEESTER en WETHOUDERS tan LEIDEN,
Geiien het besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland, van den
gstrn Februarij 11., n°. 55 Provinciaalblad n". 17), houdende bepaling van de
tijdstippen van den her-ijk der malen en gewiglen in de verschillende gemeenten in
deze provincie, voor het jaar 1870;
Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne verpligting, overeenkomstig
art. 15, lelt. der wet van den 7eD April I860 Staatsblad n", 57), tot het
lbl doen her ijken van alle reeds in gebruik zijnde maten, gewiglen en weegwcrkluigen
onder mededeeling dat daartoe door den arrondisseiiicnts-ijker zitting wordt gehouden
in het locaal van den Ijk, op de Bred straat, in hel Stadhuis, en wel
voor Wijk I, op den 25 Februarij,
i> II, u 28
telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren
Ter kennis van de belanghebbenden wordt gebragt, dat volgens besluit van
den Heer Minister van Ilinnenland-ehe Zaken, van den 21"en December 1869,
n°. 188 (12e afd.), opgenomen in het Provinciaalhlad n°. 122/1869, de letter B,
in den gewonen drukvorm, ecnigszins schuin gesteld, bestemd is tot jaarlctter zoo
wel van den ijk als van den lier-ijk.
En zal hiervan openbare kennisgeving geschieden door aanplakking en door plaat
sing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, 12 Februarij 1870. v. n. BRANDEI,ER, Burgemeester.
v. PUTTKAMMER, Secretaris.
want hij had ccne som van 700 uitgetrokken
met het restaureren van schilderijen cn aan
een lokaal aan te wijzen lot het bijeenbren-
acf
LEIDEN, 24 Februarij.
In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad was aan de orde de
in de vorige vergadering door de hh. du Rieu c. s. voorgestelde nadere wij
ziging van art. 95 der algemeene policie-verordening, die ten fine van onder
zoek was gesteld in handen der commissie voor de strafverordeningen. Die
commissie kon zich wel met die wijziging vereenigen; echter meende zij dat
de laatste alinea, de strafbepaling, kon vervallen, en dat nader moest wor
den aangeduid het gedeelte der straat, met de reiniging waarvan de inge
zetenen zouden worden belast. In dien zin werd dan ook door de com
missie eene nieuwe redactie van het artikel voorgesteld, die met algemeene
stemmen werd aangenomen. Vervolgens kwam in behandeling eene voor-
dragt tot verbouwing van de Lakenhal, om deze in te rigtcn tot stedelijk
museum van oudheden, met suppletoiren staat van begrooting. Volgens die
voordragt zouden de kosten dier inrigting 5000 beloopen. Der commissie
van financien was die som niet medegevallenvooral omdat daarvoor
alleen verkregen werd eene verbouwing der bovenverdieping; zij wenschte
daarom gaarne te wetenhoeveel wel in het geheel de kosten van dat ste
il delijk museum zouden beloopen. De commissie belast met de zorg voor de
oudheidkundige voorwerpen, daaromtrent gehoord, had te kennen gegeven
ij dat onder de som van ƒ5000 alles was begrepen, zoowel de kosten voor bet
j meubilair als die voor het overbrengen der schilderijen. Wat nog te doen zou
ji overblijven, zou waarschijnlijk uit de kosten voor gewoon onderhoud kunnen
bestreden worden. De heer Eigeman vond er bezwaar in de gevraagde som
toe te staan; zij was vrij hoog en men had geen waarborg dat de kosten
later niet zouden toenemen. Daar echter in 1068 tot de oprigting van een
museum was besloten, stond men hier voor een voldongen feit. De hh.
i Kranlz en Hoog verdedigden de voordragt. Hun was de gevraagde som meê-
I gevallenen de kunstschatten die de gemeente bezatthans hier en daar
verspreid, waren dat offer wel waardig, en zoo als de verbouwing voorge
steld was, liet het zich aanzien dat men een allezins voor de plaatsing der
voorwerpen geschikt lokaal zou verkrijgen. Den heer Tollens kwam de
som te hoog voor, en wat de verbouwing betreft, meende hij dat de trap
wel wat minder kostbaar kon gemaakt worden. De heer Goudsmit had
ook bezwaar tegen de voordragt, zoolang men nog bedreigd werd met uit
gaven van dringender aard._ De quaestie van het water dreigde met aan
zienlijke uitgaven; hoeveel dat kosten zou wist men nog niet en zijns in
ziens moést men eerst zorgen voor water cn dan voor kunst. Wanneer
eenmaal het lokaal gereed was, zou ook de verleiding daar zijn om nog
kunstwerken aan te koopenten einde het te vullen. De beer Dercksen bad
bezwaar tegen de voordragt, niet omdat hij tegen eene uitgave voor de
kunst was. maar wegens de wijze waarop men voorgesteld had die uitgave
te dekkent. w. door verkoop van inschrijvingen op het Grootboek. De
heer Buys wees er op dat reeds eenige jaren geleden de raad beslist had
eerst kunst en dan water,
voor de commissie belast
die commissie opgedragen
gen en tentoonstellen dier schilderijen. Wat later het aankoopen van
kunstwerken betrof, daarin zag hij geen gevaar; de gemeenteraad was
altijd daar om dat te kunnen tegenhouden. De lieer Goudsmit bestreed
nog de meening dat men hier zou staan voor een fait accomplier
was vroeger alleen bepaald dat er eene bewaarplaats zou zijn. De heer
Eigeman stelde voor de zaak nog aan te houden, tot hel doen van onder
zoek of er niet ergens, b. v. op liet raadhuis, eene minder kostbare ge
legenheid was te vinden lot plaatsing der voorwerpen. De heer llubrecht
deelde mede, dat burg. en weth. en de commissie naauwkeurig hadden
nagegaan of er op het raadhuis ook eene gelegenheid daartoe was, maar
zij was niet aanwezig; ook liet Nosocomium was in aanmerking gekomen,
maar ongeschikt bevonden. De Lakenhal kon voor hel doel geschikt ge
maakt worden; er was echter eene nieuwe trap noodig en bet was der
commissie niet euvel te duiden dal zij die, nu zij er toch moest gemaakt
wordenin overeenstemming met bet geheele gebouw wilde maken. De
lieer Goudsmit vroeg inlichting van den voorzitter, hoe er zou gehandeld
worden bij een onverhoopt voorkomen eener epidemische ziekte, daar de Laken
hal in een dergelijk geval gewoonlijk gebruikt werd voor gasthuis. De voor
zitter verklaarde dat waarschijnlijk hel Nosocomium in September van het
volgende jaar zou worden ontruimd, en dat, mogt voor dien tijd eene epi
demische ziekte onverhoopt ontstaan, de Lakenhal evenwel beneden als
gasthuis zou kunnen gebruikt wordendit zon geen belemmering veroorza
ken dan alleen in de bczigtiging. De heer Hartevelt verklaarde zich nog
voor de voordragtbij niet aanneming zou men de zaak op de lange baan
schuiven, misschien wel tot de nu gerestaureerde schilderijen weder op
nieuw moesten gerestaureerd worden. Wat betrof het doen van aankoopen,
daarin zag hij geen bezwaar; de gemeenteraad kon daartegen waken. Ten
slotte werd de voordragt met 17 tegen 5 stemmen aangenomen.
Voorts kwam in behandeling het adres van den raad van administratie
der IIoil. ijzeren spoorwegmaatschappijlot het bekomen van grond aan
deze gemeente in eigendom toebehoorende cn het leggen van eene beweeg
bare brug in den singelweg. De commissie van fabricage cn die van finan
ciën hadden hierop gunstig geadviseerdzullende de grond afgestaan worden
voor de som van ƒ888 en voor bet leggen der brug eene recognitie betaald
worden van 3 'sjaars. De voorzitter deelde mede dat'hij bij deze gele
genheid den raad van administratie opmerkzaam bad gemaakt op den toe
stand van het station alhier, in het bijzonder der beide wachtkamers, als
niet voldoende aan de tegenwoordige behoefte. Door den raad voornoemd
was daarop het uilzigt gegeven dat spoedig aan het slation alhier de noo-
dige uitbreiding zou worden gegeven. De heer Goudsmit vroeg of het niet
goed zou zijn het verlangde onder de voorwaarden van den afstand op te
némen, maar de voorzitter meende dat, daar de administratie hem schrifte
lijk de verzekering had gegeven, men dat bewijs voldoende moest achten.
Met algemeene stemmen werd op het adres gunstig beschikt.
Ten slotte kwam in behandeling de voordragt tot het aanbrengen van
veiligheids-maatregelen aan de schietbaan, met staat van af- en overschrij
ving. Deze maatregelen zouden bestaan in een naanwlettcnd toezigt op het
gebruikbet afsluiten van den kogelvanger en het aanbrengen van enkele
traversen, hetgeen eene som van ƒ500 zou vorderen. De commissie van
financiën was van oordeel dat de plaats gehad hebbende ongelukken alleen
het gevolg waren van gebrek aan toezigt en dat dus verdere afsluiting kon
achterwege blijven. De voorzitter constateerde dat, ofschoon de minister
van oorlog de rigLing thans niet goed vond, vroeger de militaire autoriteit,
de luit.-kolonel Eugelvaart, bij een locaal onderzoek, verklaard had dat
de baan volkomen ingerigt was naar de voorschriften door het minis
terie van oorlog gegeven. Dc rigting, meende de voorzitter, kon in
deze weinig afdoen. Door den heer Scheltema werd dc meening voor
gestaan dal men zich alleen moest bepalen bij een naauwkeurig toezigt;
daaraan waren, zijns inziens, de plaats gehad hebbende ongelukken alleen
toe te schrijven. De heer de Frcmery was van meening dat wanneer men
zich alleen daarbij bepaalde de gemeente, onder welker gebied de schiet
baan lag, zeer zeker niet geneigd zou zijn verder vergunning te geven.
Het rapport der commissie van financiën in stemming gebragt zijnde, ver
klaarden er zich 11 stemmen voor en 11 tegen, zoodat de stemmen staakten
en later eene beslissing zal worden genomen.