ADVERTEXTIEA. YEREEMtilM Y00R CHRISTELIJKE RELAMEiY EVANGEL1E-PREDIKWG en mededeeliiigen aangaande de uitbreiding van liet Koningrijk Gods in Belgie, private vereenigingen. Hij beschuldigde het ministerie van de tegenwoordige gebeurtenissen te hebben uitgelokt. De heer Chevandier antwoordde, dat drie private vergaderingen zijn ontbondenomdat zij in werkelijkheid open bare vergaderingen waren. De noodzakelijkheid dezer ontbinding volgde uit de ongelukkige feiten, die sedert twee dagen Parijs verontrustten. De heer Ferry hield de onwettigheid staande. De minister van justitie weerlegt dit en betreurt het, dat het ministerie de schuld krijgt van de gebeurtenissen, die het bejammert. De regtsquacstie was eenvoudig. De private vereenigingen ontsnappen aan de werking der wet. Indien de minister van binnenlandsche zaken private vereenigingen uiteen dreef, zou hij aan zijn pligt te kort komen. Maar het waren gemaskerde openbare vereenigingen. liet verslag der verga dering bewijst dat. De justitie zal te beslissen hebben, en zoo zij in tegen- overgeslelden zin besliste, zou herstel geschieden, De orde kan niet ernstig worden gestoord. De strijd, dien wij voeren, zeide hij, is dan ook niet voor de orde, maar voor de vrijheid. Nadat nog de hceren Pelletan en Pinard het woord hadden gevoerd, is de eenvoudige orde van den dag aangenomen. De heer Ferry interpelleerde daarop den minister over de arrestatiën van de redacteurs of beambten der Marseillaise. De heer Ollivier antwoordde dat geen enkele gevangenneming op bevel der regering was geschied. De regterlijke instructie was begonnen; de minister had er niets anders bij te voegen. De heer Ferry hernam, dat de justitie verdacht is, maar hij werd in de rede gevallen en tol de orde geroepen, onder eene groote beweging. De kamer vervolgde daarop de beraadslaging over de openbare werken. PARIJS, 9 Februarij. Het bal, dat heden avond op de Tuileriën zou plaats hebben, is afgezegd wegens eene ligte ongesteldheid der keizerin. De Temps zegt, dat heden middag ten 12lire zamcnscholingen hebben plaats gehad bij den ingang der straat vau Parijs naar Belleville. Men heeft een omnibus weggenomendie buiten dienst was gesteld ten gevolge der gebeurtenissen op gisteren. De menigte wilde dit beletten, doch werd door de agenten uiteengejaagd. Er werden verscheiden arrestatiën bewerkstelligd. Ten 2 uur vormden de groepen zich op nieuw. ('s avonds 9 uur). Op de Boulevards is alles volmaakt rustigmaar eenige zamcnscholingen hebben plaats in den Faubourg du Temple en te Belleville. Tot op dit oogenblik is geen enkele wanordelijkheid bekend. PARIJS, 10 Februarij. Men verzekert dat gisteren avond eenige pogingen zijn gedaan onj barrikades op te werpen in den faubourg du Temple en te Belleville, maar zij werden belet door de sergents de ville of door de bur gers zeiven. Geen botsing is bekend geworden. Ten 10 ure was het overal stil. De rustverstoring wordt als geëindigd aangemerkt. INGEZONDEIV. Mochten wij reeds vele genoegelijke en ook nuttige avonden in de werk- mans-vereeniging «Nut en Genoegen" hebben bijgewoond, de avond van 7 Febr. jl. zal bij ons, even als bij velen, nog lang in het geheugen blijven. In eene welsprekende en boeiende rede schetste de heer W. P. Wolters den toestand van den werkman. Tot onderwerp had hij de vraag gesteld: «Wat is voor onzen tijd de grootste behoefte van den werkman Wij willen niet trachten de ant woorden weêr te geven welke hij afkeurde, zooals o. a. de werkstaking enz., als zou dit voor den werkman dienstig zijn tot verbetering, maar willen terugkomen op het door hem gegeven antwoord op de vraag. Met warmte en gevoel gaf hij als antwoord op de vraag: wat is in onzen tijd de grootste behoefte voor den werkman? Onderwijs! of minstens de zucht naar goed onderwijs. Een kreet, zeide spreker, moest uil de werk lieden opgaan, welke zij door niets moesten laten smoren, één kreet: Geef ons goed onderwijs! Geen werkstaking, meer loon! maar met alle kracht en als mannendat is met bedaardheid en overleghet onderwijs voor zich en de zijnen trachten te bevorderen. Schoon en treffend waren de woorden door den geachten spreker op eene recht populaire wijze gesproken. Het is van ons evenmin vleitaal als wij hem lof toezwaaien, als dat het hem vleitaal was toen hij betuigde met genoegen tot ons te spreken. Maar ook wij vragen dezelfde toegenegenheid als wij het niet geheel met hem eens zijn. Het is immers wel geoorloofd dat de werkman zijne meening zegt over zijne belangen Zeer zekeris het antwoord van den lezer; ja, gelukkig! ieder mag zijne meening over dit of dit onderwerp zeggenmits zij het kenmerk draagt van gemoedelijk heid en ernst. Vragen wij verschooning als wij niet geheel het gevoelen van den spre ker konden deelenhet is niet omdat wij niet met hem instemden dat alleen door onderwijs verbetering voor den werkman te wachten is. Alleen door onderwijs kan de billijke vraag door hem gedaan worden beantwoord, om beter voeding, kleeding, woning, ook wat hij niet vraagt, maar niet min der noodig heeftbetere uitspanning. Maar waar wij niet mede instemden is, dat de zucht naar onderwijs van hem zou moeten uitgaan, die niet weet wat het is. Een eenvoudig voorbeeld zij genoeg. Hoe kan de leerling van de school voor on- of minvermogenden (immers dat is de toekomstige werk man) hoe kan, zeiden wij, die jongen, die daar weinig of geen feeken- onderwijs krijgt, eene zucht naar de voor hem onmisbare leekenkennis ver krijgen? Wat toch is een werkman zonder die kennis? Ware dit allen bekend, die het noodig hebben en het nog missen, ons dunkt velen balden de vuist en stieten die op den een of ander of op zich zeivenmaar geen nood, zij zijn nog slapende. Wij zullen ons niet wagen namen te noemen op welke lagere scholen en aan welken stand de beginselen van het tcekenen goed worden onder wezen; wij geven geen statistiek van het aantal kinderen in betrekking tot het aantal onderwijzers op de verschillende scholen. Wij zouden te uitvoe rig worden en wellicht niet in staat zijn te verklaren waarom de werk jongen in het algemeen geen gebruik kan maken van het hier met lof genoemde Genootschap M. S. G. Genoeg, wij zien het, wij hebben werk lieden die niet kunnen teekenenjaw ij schamen óns het te zeggendie niet willen leeren teekenen en waarom? Zij weten niet wat het onderwijs is. En verder, wij gaan naar den spreker terug, als hij ons eene beschouwing geeft op de vele, het een meer het ander minder, goed ingerichte gebouwen voor onderwijs die onze stad versierenen welke duizende guldens aan den slaat en de stad kosten. En als hij ons vraagt of wij dat afkeuren of mis gunnen dan antwoorden wij met hem dat wij dan heel dom zouden zijn en toch er zijn er velen die niet begrijpen dat, zoo dit niet bestond, dat men de regel al gesteld zou hebben waaruit men berekenen kon wanneer de wereld moest vergaan. Neen wij keuren goed, ja, juichen toe wat ook voor de wetenschap gedaan wordt, maar wat wij willen, dat is, dat de ge legenheid om te leeren in gelijke verhouding naar de behoefte van den tijd voor den werkman worde aan de hand gedaan. Wil men dat niet, dan moet men die stompheid, die lauwheid ook dulden, maar neen dat moet ophouden. Het is niet meer genoeg dat men den mindere leert lezen; te kunnen lezen is nog ver van te lezenen hoeveel duizenden die lezen kun nen zijn nog even sterk onderhevig aan bijgeloof en hebben nog de won derlijkste begrippen van verschillende toestanden in de natuur. De natuur kunde, wiskunde, verschijnselen in den dampkring, geschiedenis, aardrijks kunde, staatsregeling, teekenen, als die algemeen komen, aan de orde van den dag, en onder ieders bereik, dan eerst verkrijgt men den tijd der mondigheid en zeer zeker een heldere volksgeest wordt hiervan het ge volg, een geest die zich over alle lauwheid schamen en geen medelijden meer begeeren zal; een volk kan men dan verwachten dat, trotsch den arbeid waartoe het geboren is, zich fier omhoog zal hellen en zich mensch gevoelen. Drie Leden. 78 143 176 223 284 324 428 546 564 699 892 IJ 63 1222 1269 155 1683 1685 1753 2ïl'" Staats-Lioterij. Vijfde Klasse. Trekking van 10 Februarij. Prijs van ƒ100,000: N°. 3317. 8257. 13235. 1026 7899 15492 17454 18403. 4156 4777 8986 13595 15054. 5661 14848 16596. 128 1969 2657 1400! 18859. Prijzen van /70. 8128 10515 12545 13736 14864 16353 8337 10565 12571 13911 14954 18526 8345 10709 12593 13948 15083 16629 8383 10815 12598 13979 15348 16784 8445 10822 12746 14030 15387 17060 8770 11048 12761 14100 15415 17083 8919 11340 12910 14105 15433 17151 9154 11502 13334 14200 15455 17408 9400 11657 13365 14251 15528 17450 9547 11984 13504 14473 15719 17590 9696 12071 13544 14483 15895 17603 9806 12084 13564 14596 15900 17674 9886 12098 13611 14678 16044 17894 3481 4842 5815 7232 10057 12100 13661 14738 16082 17905 3530 4885 5829 7378 10217 12250 13681 14817 16086 17925 3090 4952 5915 7871 10253 12447 13682 14827 16206 18238 3779 5074 6020 7915 10284 12481 13709 14849 16247 18271 3883 5165 6036 7973 10411 1.526 13721 10000: 1500 1000 400: a 200 u 100: 1823 3966 5184 6163 1962 4024 5207 6180 2095 4146 5352 6256 2145 4198 5367 6325 2563 4204 5429 6332 2633 4202 5436 6390 2752 4337 5,50 6400 2897 4392 5483 6490 3035 4485 5524 6583 3065 4592 5552 6752 3342 4670 5686 6772 3423 4688 5708 6909 3458 4703 5784 6945 18301 18353 18570 18632 18696 18754 18788 19101 19208 19347 19509 19617 19620 19755 19763 19777 19857 lieden overleed tot mijne en mijner kinderen en behuwdkinderen diepe droefheid mijn waarde Echtgenoot J. VAN DER MARK, in den ouderdom van 63 jaren. Ik neem, mede uit naam mijner kinderen, deze gelegenheid waar, om den Heer J. A. BOS, alhier, bij wicn de overledene gedurende 35 jaren in dienst was, onzen innigen dank te betuigen voor de ons betoonde hulp, daar ge durende de II maanden, dat mijn Echtgenoot in ziekelijke omstandigheden verkeerde, zijn gewoon weekloon door dien Heer werd uitgekeerd. Lf.idex, 7 Februarij 1870. M. VAN DER MARK, van Tol. Zondag 13 Februari 1870, des avonds ten 6 ure, D00B D'. A. VAN ICHELVEN, Pred. te Gent. De collecte is bestemd voor de Evangelisatie in België. ZAAL, Noordeinde. Voor de ongelukkige Weduwe, die haar achtste kind wachtende is, zjjn ingekomen de volgende giften Bij D*. HAGEN: van K. ƒ3, van S. ƒ1, van N. N. ƒ1.98, Matth. V: 42 ƒ2.97, van een ongenoemde ƒ2, van S. L. ƒ10, van S. /2, van een onbe kende ƒ1, van D. V. 3, van Wed. K. ƒ1, van B. en M. f\, van G. K. 50 cents, van 11. ƒ2.50, van N. N. ƒ2, voor de Wed. W. Blok ƒ1. Bij J. KROMWIJK: van J. C. W. 25 cents, van N. N. 50 cents, van G. ƒ1, van B. 1.23%, van S. ƒ2.50, van B. K. ƒ2.50, van v. W. ƒ1, van R. 25 cents, van Mejufvr. II. ƒ1, van N. N. 1,50, van N. N. een pakje kindergoed en 25 cents.. Bij D\ MOLENAAR: van M. I'. K. /2.50, van II. ƒ2.50. van S. ƒ5, van D. S. ƒ1. van L. F. W. K. 1.50, van B. M. ƒ5, van I. 2, van B. I van N. N. ƒ2.50. van Z. 1van 2 dienstmeisjes ƒ2, van N. N. ƒ2.97, van N. 50 cents, van R. 2, van N. N. ƒ5, van N. N. 25 cents, van II. J. L. ƒ10, van Mevr. ƒ5, van N. N. ƒ5, van N. N. ƒ1.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 3