haar die algemeene ontwikkeling, die veelzijdige kennis verschaft, die haar steeds tot voordeel zal wezen, in welke betrekking zij ook moge werkzaam zijnonder welke omstandigheden zij zich ook moge geplaatst zien. Het "kennis is magl" geldt voor de vrouw, evenzeer als voor den men, al moge die magt zich dan ook op andere wijze uiten en doen gevoelen." Eenig onderwijs in de wiskunde acht de heer Sleyn Parvé voor de meisjes noodzakelijk; stelkunde kunnen zij missen, maar om haar logisch te leeren j denken, is beoefening lot zekere hoogte van de meetkunde noodzakelijk, i Tegen de natuurkundige wetenschappen vooral wordt strijd gevoerd door hen. die vreezen dat de vrouwelijke aard, het gemoedsleven onder die studie zal ljjden en dat het zoo gevreesde materialisme daardoor zijn invloed zal doen gevoelen. Het onderwijs in de kennis der natuur heeft ook op de lagere scholen geen schade gedaan, of materialistische begrippen ontwikkeld. De beschrijvende natuurwetenschappen liggen bij het vrouwelijke onderwijs het eerst voor de hand. De beoefening der plantkunde, de ondervinding te Haarlem leert dit, wekt zeer de belangstelling der vrouw: dit is ook het j geval met de beginselen der dierkunde, waaraan regels van hygiene kunnen verbonden worden. Afzonderlijk onderwijs in delfstof- en aardkunde schijnt minder noodigen kan voldoende in verband met scheikunde en geographie worden behandeld; men kan ook met natuur- en sche:kunde aanvangen, die de heer Steyn Parvé bij het onderwijs niet wenscht te scheidenofschoon zij van anderen aard moeten zijn dan dal onderwijs voor de jongens. Ook wenscht de heer Steyn Parvé, dat de beginselen van het boekhouden en van de staathuishoudkunde, alsmede de grondslagen ouzer staatsregeling op de middelbare school voor meisjes zullen worden geleerden zet hij de voor deden daarvan uiteen, lil den brcede betoogt hijdat het onderwijs op die scholen niet uitsluitend aan mannelijke docenten mag worden opgedragen. Alleen bel ouderrigt in wis- en natuurkundige wetenschappen wenscht hij te zien toevertrouwd aan leerarende overige vakken aan onderwijzeressen. 's GRAVENHAGE, 21 Januarij. Tot procureur-generaal bij het prov. geregtshof in Utrecht, tevens tij delijk belas! met de functiën van directeur van policie in dat gewest, is benoemd de lieer mr. E. A. A. Ussel de Schepper, thans advocaat-generaal bij gemeld geregtshof. Rij de tweede kamer der slaten-generaal is ingekomen een wets-ont- werp, tot onteigening van perceelen ten behoeve van den aanleg van een verbindings-kanaal tusschen het afwalerings-kanaal van het Slochterdiep naar Farmsum en het ontworpen afwalerings- en scheepvaart-kanaal van Groningen naar Delfzijl. De zaak, die heden het prov. geregtshof in Zuidholland bezig hield, belrol wederom een vreemdeling, die de llollandsche taal niet zoodanig mag- tig was, dat hij zich bij het hof verstaanbaar kon uitdrukken. Derhalve werd bij den aanvang der behandeling bepaald in deze zaak een tolk te benoemenwaarna de heer Frederiks als zoodanig werd aangewezen en be-! ëedigd. In het laatst van het vorige jaar was aan den besch., Wilhelm Mohr genaamd en uit Pruissen geboortig, in zijne hoedanigheid van schipper vait het aakschip Anna tegen betaling toeverirouwd de overbrenging van eene lading rogge van Castel naar Dordrecht. Gedurende de reis werd een ge deelte der lading ten gevolge van stormweder door water beschadigd, doch het niet beschadigde werd bij aankomst te Dordrecht afgeleverd, behalve een gedeelte, dat door den schipper was afgezonderd en op eene andere plaats van het schip geborgen. Dat gedeelte werd na de lossing door den schip per, die volgens opgave in eenigzins beschonken toestand verkeerdeaaneen ander persoon, die zich bij hem had aangemeld, voor ƒ9.50 verkocht, I waarna die persoon die verduisterde partij rogge weder aan bakkers te i Dordrecht voor hoogeren prijs overdeed. De verkoop van die partij rogge, 5 hectoliter bedragende, wekte achterdocht bij een inspecteur van policie, vooral daar de aflevering van de lading was afgeloopen. Genoemde inspecteur heeft dan ook daarna den besch. gearresteerd. Er werden in deze zaak tien getuigen gehoord. Wij meenen daarbij te moeten vermelden dat de president aan een der getuigen vóór dat hij naar Dordrecht terugging een goeden raad moest geven, en wel dezen: om in het vervolg zich te ont houden van dergelijke koopen aan boord van een schip te doenwant dat hem dat wel eens in de bank van beschuldigden kon brengen; zijne hande ling riekte, volgens den president, naar mosterd. Daarna nam het 0. M. waargenomen door den adv.-generaal van Maanenzijn requisitoirrequi- reerde tot schuldigverklaring van den besch. aan diefstal door een schipper van goederen die hem als zoodanig toevertrouwd waren, en veroordee ling tot tuchthuisstraf van 5 tot 10 jaren. De verdediger. mr. de lïaaydt, bekwam daarna het woord en wees op de omstandigheid dat de besch. door het misbruik van sterken drank in een staat van bedwelming ver keerde en dat een der getuigendie zich bij hem had aangemeldhem wel tot de misdaad zou kunnen gebragt hebben. Pleiter toonde ook nog aan het berouw, dat bessh. over het bedrevene aan den dag legde. Onder aanbe- veling in de clementie van het hof. concludeerde de verdediger tot toepas sing van eene zachtere straf. Het hof zal lieden over 8 dagen in deze zaak uitspraak doen. lUJiTi^L n i hscïïirïwlii g r n j BELGIË. De regering heeft in de netelige quaestie der kerkelijke administration een nieuw voorstel gedaan bij de kamer van vertegenwoordigers, welk voor stel bij de katholieke partij bijval vindt en door haar wordt aangemerkt als een blijk van wezenlijke zucht tot verzoening. Naar het voorstel der regering zal de rekening eener kerkelijke administratie door de burgerlijke overheid onderzocht worden en de kerkelijke administration w ier begrooting en rekening de goedkeuring van de burgerlijke overheid niet heeft beko- j men. alle aanspraak op subsidie uit de gemeentelijke of provinciale kas of uil de schatkist verliezen. De bemanning van de Engelsche bark Prince of Taylor, voor Ant- jje] werpen liggende, is dezer dagen bijna vergiftigd geworden. De kok had bij misvatting, naar men zegt, rattenkruid in het eten gedaan. Voor het op- (je gediend werd, had hij zelf reeds van het een en ander geproefd, en juist nal op het oogenblik dat al de scheepslieden zich aan tafel gingen zetten, werd dei de kok ongesteld, braakte overvloedig en klaagde over maag- en darmpijn Men zag weldra dat hij vergiftigd wasen de kapitein verbood aan al zijn pai mannen, iets te gebruiken van hetgeen er opgediend was. De kok werd naar het gasthuis gebragt. Men vreest voor zijn leven. zjc ENGELAND. het LONDEN 20 Januarij. ooi De regering is ongeneigd ondersteuning uit de schatkist Ie verleenen ('e' aan de vereenigingwelke zich in Engeland heeft gevormd om de land- ^el verhuizing van ongegoeden naar de Britsclie koloniën te bevorderen en 'le' alzoo de broode- en werkelooze menigte in bet moederland minder talrijk nc te maken. Doch een lid van het Britsclie kabinet, de heer Goschen, die aan het hoofd van het bestuur voor de armenverzorging staat, heeft beloofd eel aan die maatschappij tien shilling uit zijne eigene beurs te schenken voor -°|s ieder van de eerste tweeduizend landverhuizersdie zij dit jaar zou uitzeil- den. Naar hij meent heeft die maatschappij vele andere bijdragen in zul- na ken vorm te verwachten, zoodra zij feitelijk het bewijs zal hebben geleverd- *'r' dat er in Engeland in de daad duizenden ongegoeden begeerig zijn om te w' verhuizen en niet slechts om hunne naburen te zien verhuizen, en dat er in de Britsclie koloniën gelegenheid is om groote aantallen landverhuizers, ïe' ook wanneer zij gelijktijdig komente ontvangen en op te nemen. S11 De landbouwers-club le Cork heeft eene zamenkomsl gehoudenwaarin sympathie met de lersche «Tenant-League" is aan den dag gelegden waarin! c'' gebleken is. dat men van het regeringsvoorstel ten dezen weinig voordeel verwachtte. Men meendedat hetgeen de heer Bright te Birmingham om trent de landquaeslie gezegd heeft, slechts een nevelachtig beeld van eene nog zeer ver verwijderde landwet te zien gaf. De vergadering verklaarde dal, indien de tegenwoordige regering niet eene goede landwet indiende, *e het moeijelijk wezen zou te zeggen welke de gevolgen zouden zijn. liet opperste geregtshof der Vereenigde Stalen heeft, naar uien vat daar meldt, in de vraag van hel belasten der openbare bankinrigtingen, eene uitspraak geveld, die verder dan dat onderwerp reikt en in het alge meen het regt van belasting-hellen, het wettig betaalmiddel en de schuld- n< ot brieven der Vereenigde Staten aanroert. De uitspraak was door den opper- y regter Chase opgesteld en werd door de meerderheid der leden van hel j geregtshof beaamd. Uit haren inhoud is af te leiden: 1°. dat de nationale schuldbrieven naar hel oordeel wui hel hof even min als de miintbïlletten aan belasting onderworpen kunnen worden2°. dat het kapitaal en de rente der nationale schuldbrieven met baar geld moeten worden betaald, y Het is eene gewigtige uitspraak, daar zij komt van de hoogste vierschaar, y die alle vraagpunten van grondwettig regt te beslissen heeft. Zij duidt p, aan, lioe het opperste geregtshof zou beslissen, indien hel ooit eenig plan tot repudiatie der nationale schuld te beoordeelen bad. FRANKRIJK, PARIJS, 20 Januarij. Het officiële blad zegt dat de Fransche kolonie Cochinchina, de moeije- lijkheden der eerste vestiging te boven gekomen zijnde, zich thans heerlijk ontwikkelt en tot bloei komt. at In het wetgevend ligchaani heeft de lieer Steenackers het schouwspel, lv dat de executie van Troppmann had opgeleverd, zeer gelaakt; hij meende oi dat het niet te pas kwam een tiental personen in de gevangenis toe te a; laten, om van alles getuige le zijn. De spreker verlangde dat er een einde k zou komen aan dergelijke tooneelen en dat de uitvoering van vonnissen bin- hi nen de muren der gevangenissen zou plaats hebben. De hh. Lehon en Piré v< vereenigden zich met den wensch dat de teregtzitlingen voortaan binnen de ir muren der gevangenis zullen plaats hebben. De heer Jules Simon deelde e1 mede. dat hij eerlang een voorstel zou doen tot afschaffing van de doodstraf -b De Fignro drijft den spot met het dwaze figuur, dat de zoogenaamde onverzoenlijken thans makendoor zich onderling te beleedigen en uit te schelden. Rochefort noemt den heer Vermorel, van de Ré forma, een spion ei der policie. en Gustave Flourens verlaat de zijde van Rochefort en gaat s< naar de" Reforms over. omdat Rochefort bang is geworden en verhinderd b heeft dat het lijk van Noir naar Parijs is gevoerd. Genoemd blad zegt: Ik n geloof werkelijk dat de toekomst aan de republiek behoort: «Ik weet wel t' volstrekt niet hoe of wanneer zij tot stand zal komenmaar ik ben geneigd t( te gelooveu, dat wij haar zullen krijgen, zoodra.. er geen republikeinen 2 meer zullen zijn. De republiek, zonder de republikeinen! roepen alle eer- b lijke menschen uit die van verdraagzaamheid en gezond verstand houden. a De republikeinen van den tearenwoordigen tijd noemen allen, die het niet v met hen eens zijn, «mouchards." kerels die aan de politie verkocht zijn: v zij willen nooit erkennen, dat hunne tegenstanders te goeder trouw kunnen d zijnzij zouden hen uit dweepzucht willen doodenen met al den haat van 11 dweepers vallen zij hen aan. b - Naar men zegt heeft de prefect van policie den heer Emile Ollivier, die, altijd te voet uitgaat, een wenk gegeven om zich niet zoo bloot te S stellen. Ook de maarschalk Canrobert moet dien raad ontvangen hebben. b De lieer Ledrn Rollin heeft te kennen gegeven dat hij bij zijne terug- v komst alhier gaarne verschoond bleef van alle ovaties. Hij wilde in alle v stilte zijne intrede in de' hoofdstad doen. Pater Gratry, lid der Fransche akademie, heeft thans alhier een geschrift uitgegeven tot wederlegging van bewijsgronden, door de aarts bisschoppen Manning en Dechamps voor het leerstuk der onfeilbaarheid aan- gevoerd. Aan de Missions Cal/ioliqncs wordt, onder dagleekening van 28 No- Z vember. uit Hongkong geschreven: "Eene nieuwe aanranding van dekatho- V

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 2