slechts om een armzalig voetzoekerlje te zien afstekenwas nu in staat ge weest iets indrukwekkends te aanschouwenen had misschien de kans gehad nog een handje uil den mouw te steken; maar de rust die er in de gemeente heerschie bleef ongestoord, en met overgroote zorg werd elk alarmgeluid vermeden, zoodal zeer enkelen slechts ter plaatse van het onheil tegenwoor dig waren. Men erkent dat er in dit geval weinig of niets te redden zou zijn geweest, maar raadt voor het vervolg toch een weinig meer gerucht aan: anders zou liet kunnen gebeuren dat een geheele buurt afbrandde, zonder dat iemand er iets van w ist dan enkelen, die hadden staan twisten of het wat meer of minder ver zou zijn. Volgens berigt uit Batavia van 28 Dec. zijn aldaar aangekomen de vol gende schepen: AziaGelderland, Lichtstraal, Malum, Maria, Eli se Pantalon en Vracht zoeker. VertrokkenAeolusHenrietta Adriana Jacob van LennepJason. Het schip Tollens, kapt. Mulder, heelt schip breuk geleden. Het volk is gered. 's GRAVENHAGE19 Januarij. Z. M. heeft vergunning verleend aan den heer P. F. Peters, landschap schilder te Stuttgart, lot het dragen der versierselen van ridder 1kl. der orde van verdiensten van St. Michaelhem door den koning van Beijeren geschonken, en aan J. Slraver te Willige Langerak, J. van den Berg te Lópik, J. van den Berg le Lisse, L. van der Maat te Nieuwer Amstcl, S. P. Soethof en W. G. de Boer te Amsterdam, H. Ols te Oudendijk, en C. Witte te Texel, tot het dragen van het kruis ftdei et virtntien aan L. van der Maat bovendien van de gouden medaille 31' kl.hun door den Paus geschonken. Aan den heer C. Bosman is eervol ontslag verleend als Nederlandsch consul te Hongkong, terwijl als zoodanig is benoemd de heer L. Beijer. Z. M. heeft goedgevonden te benoemen: 1". tot lid en voorzitter der commissie in 1870 heiast met het afnemen der natuurkundige examens, vol gens art. 4 der wet van 1 Junij 1865. dr. F. C. Donders, hoogl. te Utrecht; tot lid en ondervoorzitter dier commissie dr. P. L. ltijkestaatsraad en hoogl. te Leiden; tot lid en secretaris dr. W. Berlin, hoogl. le Amster dam; tot Meden dr. J. 11. van den Broek, officier van gez. Is,e kl. te Breda, dr. F. A. W. Miquelhoogl. le Utrecht, en dr. JM. Salverda. hoogl. te Gro ningen; tot plaatsvervangende leden dr. A. lleynsius, hoogl. te Leiden, dr. P. J. van Kerckhoff, hoogl. te Utrecht, dr. D. Lubach, inspecteur voor het geneeskundig staatstoezigt voor Overijssel en Drenthe te Kampendr. C. J. Matlhes, hoogl. te Amsterdam, d W. F. B. Suringar, hoogl. le Leiden, en d'. T. Zaaijer, hoogl. te Leiden 2". tot lid en voorzitter der commissie iu 1870 belast met het afnemen der geneeskundige examens, volgens art. 5 dier wet, dr. F. Z. Ermerins, hoogl. le Groningen; tot lid en ondervoorzitter d'. A. E. Simon Thomas, hoogl. te Leiden tot lid en secretaris dr. A. M. Ballot te Botterdamtot leden dr. E. A. van der Burg, leeraar aan 's rijks hoogere burgerschool te Leeuwarden, dr. M. Polano. hoogl. te Leiden, dr. F. Bienderhofl le Botter dam. dr. W. Koster, hoogl. te Utrecht, en dr. J. W. B. Tilanus. hoogl. te Amsterdam; lot plaatsvervangende leden dr. J. A. Boogaard, hoogl. te Lei den; dr. D. Doijer, hoogl. te Leiden; dr. L. C. van Goudoever, hoogl,jte Utrecht, dr. T. Halbertsma, hoogl. te Utrecht, dr. L. Lehmann, hoogl. te Amsterdam, dr. G. J. Loncq, hoogl. te Utrecht, J. van Rijn van Alkemade, lslc" apotheker aan 's rijks magazijn van geneesmiddelen te 'sGravenhagfe en d'. W. M. H. Sanger, hoogl. te Groningen; 3". tot lid en voorzitter der commissie in 1870 belast met het afnemen der examens van hulpapotheker, volgens art. 8 dier wet, dr. C. A. J. A. Oudemans, hoogl. te Amsterdam; tot lid en ondervoorzitter dr. G. H. D. Buys Ballot, hoogl. te Utrecht; lot lid en secretaris dr. B. S. Tjaden Mod derman, hoogl. te Groningen; tot leden dr. L. A. J. Burgersdijkdirecteur der hoogere burgerschool te Deventer, en dr. J. E. de Vrij, te 'sGraven- liage; tot plaatsvervangende leden C. II. van Ankum, apotheker te Gronin gen, dr. J. W. Gunning, hoogl. te Amsterdam, P. M. de Ligny, apotheker te Middelburg, dr. W. M. Logeman, leeraar aan de hoogere burgerschool tc Haarlem, en dr. N. W. P. Bauweiihofl', te Botterdam; 4». tot lid en voorzitter der commissie, in 1870 belast met het afnemen der examens van apotheker volgens art. 9 dier wet. dr. C. A. J. A. Oude mans, hoogl. te Amsterdam; tot lid en ondervoorzitter dr. J. E. de Vrij, te 'sGravenhage; tot lid en secretaris dr. B S. Tjaden Modderman, hoogl. te Groningen: tot leden B. J. Opwyrda, apotheker te Nijmegen, en W. Stoeder, apotheker te Amsterdam; tot plaatsvervangende leden C. H. van Ankum, apotheker te Groningen. dr. J. W. Gunning, hoogl. tc Amsterdam, P. M. de Lignyapotheker te Middelburgdr. N. W. P. BauwenhofT le Bot terdam, en W. Bobertson Az.apotheker te Botterdam. Bij de behandeling van het hoofdstuk Koloniën der staatsbegrooting in de zitting der eerste kamer van gisteren werd in beschouwingen getreden over den toestand onzer overzcesche bezittingen en het koloniaal beleid. Sommige sprekers gaven te kennen dat het thans gevolgde bestuur hun noch gerustheid, noch vertrouwen in den minister kon inboezemen. Gemis aan een met juistheid omschreven stelsel, zoo in zaken van binnenlandsch bestuur als van delensie en cultures, was eenc der hoofdgrieven tegen de tegenwoordige regering. Dientengevolge zouden eenigen van hen den minis ter van koloniën niet verder kunnen steunen en deze begrooting moeten afstemmen. Anderen daarentegenofschoon dezelfde meening toegedaan achtten dit oogenblik niet geschikt om over de keuze van regeringsbegin- sclen ten aanzien van het bestuur onzer koloniën tot een besluit tc komen. De behandeling der agrarische wetten en die der regeling van de suiker cultuur daartoe eene betere gelegenheid aanbiedende, zouden zij welligt hunne stem ten voordeele van het hoofstuk uitbrengendaarmede echter niet willende tc kennen geven met de inzigten der regering in te stemmen. Deze gevoelens werden door andere leden bestreden; zij verklaarden van oordeel te zijn, dat hel staatsbelang medebragt op den thans gevolgden weg met bedaarden en voorzigiigen stap voort te gaan; dat, na al hetgeen sedert 1848 met opzigl tot de koloniale wetgeving was lol stand gekomen, het niet wel mogelijk zou zijn, zoo men dit al wilde, tot het oude tent; te keeren, en dat, ware dit het geval, die vroegere wijze van regering et staatkunde tot geene bevredigende uilkomsten leiden zou. In eene avondzitting zijn de werkzaamheden voortgezet en ten einde ge bragl. De minister van koloniën heeft op de bedenkingen van verschillendi sprekers geantwoord. Betreffende de kofïïjcultuur verklaarde de ministei dat die cultures een hoogst belangrijke bron van inkomsten blijven. Dt quantiteil en de qualiteit verbeteren ten gevolge van een meer raauwletlcnt toezigt op de pluk en de bereiding. De oogst van 1869, geraamd 0| 900,800 picolszal meer dan een millioen picols opbrengen en de oogst vat 1870 wordt begroot op nog meer dan een millioen picols op Java alleen zelfs op 1,200,000 picols. Omtrent den algemeenen toestand liet de ministei zich aldus uil. De toestand van den handel is gedrukt. Het is on nood ig dit te betoogen. Maar wordt die toestand alleen in Ned.-Indië opgemerkt! Neen, ook elders, in Singapore en ook in Europa. Men heeft gezegd: d( cultures zijn kwijnende. In betrekkelijken zin, ja; zij kunnen zich niet uit breiden wegens gemis aan kapitalen. Maar groote reden van tevredenheid ligt er in de opbrengst van productie. Suiker en tabak vooral leveren ruimt opbrengsten. Is het waar dat de handel meer en meer in handen van vreemden komt? Zonden de vreemden dan meer ondernemingsgeest hebber dan de onzen Ook de bewering w egens de onveiligheid op Java is over dreven. Zij heeft altoos beslaanzij is niet toegenomen. In den tijd toet de minister op Java was. heeft hij ergens gewoond waar in zes maanden zestien zware moorden werden gepleegd, liet groote verschil tusschen tooi en thans is, dat er nu couranten bestaan. Men vergete niet de uitgestrekt heid van ons gebied op Java en roemc het nut van de drukpers ju Indië waardoor thans de misdaden, die in Indië gepleegd w ordenzoow el daar al: in Nederland openbaar worden. Men zegt, dal de inlander niet inecr het zelfde ontzag voor zjjne hoofden heeft als vroeger. Beeds vroeger heeft d< minister de oorzaak daarvan medegedeeld. Naar mate art 55 Ind. reg- regiem, eene waarheid wordt, moet de inlander meer en meer zijne waardi beseften, (lok beweert men dat de geest der hoofden zoo goed niet mee: voor ons gezag is als vroeger. De minister heeft den gouv.-generaal aange schreven hem mede tc deelcn de geheimste berigten omtrent de gezindheii der hoofden. Daaruit blijkt juist het tegendeel van dit beweren. Dit alle: zamenvattende acht de minister onnoodig te voldoen aan het verlangen on maatregelen te nemen ten einde ons geschokt gezag te herstellen. Met di handhaving van art. 67 van het Ind. reg.-reglem. heeft men geene vermin dering van hel gezag te vreezen. Wijziging van stelsel kan zeer goed zamen gaan met de noodigeu eerbied voor het Nederlandsch gezag. Men behoeft ni juist niet op zijne hurken te zitten om voor een hoogeren eerbied tc koes teren. Met dat alles zal blijken dat de toestand in Indië thans, zooals de heer van der Lek de Clcrcq meendevolstrekt niet Spaansch is. Het hoofdstuk in stemming gebragt werd aangenomen met 19 tegen 0 stemmen. Hoofdstuk X (Onvoorziene uilgaven) werd met algemeenc stemmen aange nomen en daarna ging de kamer tot nadere bijeenroepiug uiteen. Gisteren middag heeft H. M. de koningin een bezoek gebragt aan de diergaarde te Botterdam. Vier personen uit Delft, beschuldigd van overtreding van art. 27 der wet op het gebruik der spoorwegen, stonden deswege dezer dagen voor de arr.-reglbank alhier teregt. Een spoorwegbeambte had, op last van den raad van administratie der IIoll. spoorwegmaatschappij, legen hen geverbaliseerd nadat hij een hek, dat een voor hen bestemde uitweg afsloot en lot welks behoorlijke sluiting zij verpligt w arenhad open gevondenterwijl daardoor een koe op den spoorweg liep. Ten proccsse bleek dat de last lot verbali seren opzettelijk was gegeven, om eene beslissing van de regtbank uit te lokken. De beklaagden, bekennende dat zij bedoelden uitweg hadden en tot /<heksluiten" verpligt waren, beweerden tevens dat zeer vele personen, buiten hen, eveneens dien uitweg gebruikten en het hun alzoo onmogelijk was. steeds voor behoorlijke sluiting zorg te dragen. Het O. M. eischte tegen ieder hun ner veroordeeling in eene boete van drie gulden. Nu volgde eene tweede overtreding der zelfde wet en wel van art. 35. - De 4 beklaagden waren eveneens allen ingezetenen van Delft en hun is ten laste gelegd dat zij, zonder in het bezit der daartoe noodige vergunniii" te zijn, over en langs den spoorweg zouden hebben geloopen, bij gelegenheid van een vischparlij'je. Allen ontkenden het langs den spoorweg loopen en beweerden alleen dien overgeloopen te hebbenem van het eene vischwater in het andere te kunnen komen. Voor ieder hunner eischte het O. M. eene boete van écn gulden. Den 24sl,n dezer zal de regtbank uitspraak doen. buitknlandschk: nKiÏÏGÏm F R A X It R IJ at. PARIJS, 18 Jannarij. Naar men verzekert bevat liet eigenhandig schrijven van Paus Pius IX, hetwelkblijkens eene aankondiging in het officiële bladdezer dagen door msgr. Chigi aan keizer Napoleon is overhandigd, een antwoord van Z. II. op den brief, waarin de eerstgenoemde souverein zijn leedwezen heeft betuigd, dat de keizerin zich verhinderd had gezien ter gelegenheid van de opening van het concilie den II. Vader hare hulde te komen bren gen. De Paus moet in dit schrijven den wensch te kennen hebben gegeven, dat niets der keizerin moge verhinderen in liet aanstaande voorjaar haar plan om Rome te bezoeken ten uitvoer te brengen. Het ontwerp van wet tot overdragt der politieke drukpersmisdrijvcn aan de jury behelst, zooals liet door den staatsraad gewijzigd is goedge keurd, aan het slot de bepaling dat deze wet mede toepasselijk zal zijn op misdrijven van dien aardwaarover bij hare uitvaardiging r.og geen vonnis is gesproken. La Prrsse zegt: De beraadslaging van den staatsraad over hel w ets-ontwerp betrekkelijk de drukpersmisdrijvcn is bijgewoond door

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 2