Deze Commissie, overtuigd van den waarlijk betfeurenswaardigen toestand, waarin de menschen aldaar verkeerdenen van de belangrijke breuken aan het Gebouw, verklaarde na eenigen tijd, dat er, zelfs met den besten wil, en onbekrompen uitgaven, tot volkomen herstel, niets wezenlijks kon wor den daargestelden besloot om zich tot Regenten van het Iluiszittenlmis te wenden tot verkrijging van een geheel nieuw gebouw. Nadat dat denkbeeld op het Huiszittenlmis weerklank gevonden hadwerd de autorisatie van de Stedelijke Regeering daarop verleend in het begin van bet jaar 1827. En zoo werd van dit eigen huis op 2G Juni 1827 (dat jaartal staat in den gevel van het Gesticht) ile Eer .te Steen gelegd door den reeds ontsla pen Heer P. J. Burgersdijk, na dien tijd tot einde 1847 Regent van het Gesticht en door den hoewel ouden, toch nog krachtigeu en in alles wat de Leidsche armen betreft, belangstellenden Frederik Booij Fz. Meent nu niet M. 11. dat ik U verder vermoeien zal met eene geschiedenis van het Minnehuis van de laatste 42 jaar; ik had dat bij het 50-jarig [be staan willen doen. De geschiedenis toch is eenvoudig: eerst een gemengd Bestuur uit Stede lijke en Huiszitten Regenten, met eenige wijziging in den naam; daarna sedert 1853 Stedelijke Regenten. Al wat buitendien met de diaconie en de armenzorg in Leidenin de laatste 25 jaar, heeft plaats gehad, mag ik voor den belangstellende als bekend beschouwen. Na een treurig proces, in 1852 bij schikking geëindigd, ontstaat de gloriezon voor de Diaconie! De stormen hadden uitgewoed, de lucht was gezuiverd. De Diaconie werd vrij. liet energie-doodend systeem van sub sidie werd ingekrompende subsidie hield eindelijk op. Dat zulks voor Diaconiën mogelijk is, Leiden heeft het bewezen. Maar nu de Gestichten! Dit Gesticht ontving van den oorsprong tot 1848 subsidie van het Huiszittenlmis, van daar de band tot de Regeeriug, die het Huiszittenhuis subsidieerde. Rij de acte reeds van overeenkomst had men op het oog de subsidie aan de armbesturen in te krimpen en af te schallen van daar de bepaling van subsidie van Stadswege aan dit Gesticht. In hoeverre eene vermindering van subsidie en een eindelijk ophouden daarvan, op de Gestichten zal werken, over de proef van één jaar kunnen wij nog niet oordeelcn, maar ook door veranderde omstandigheden is van thans af dit Geslicht buiten subsidie van Stadswege. Een denkbeeld, ontkiemd in de vrije Diaconie, nog kort geleden be schouwd als tot het rijk der idealen te behooren, altoos door ons voorge staan, ontwikkeld door den tijdgeest, die de afscheiding van Iverk en Staat in de hand werkt, rijp geworden door overleg en gesterkt door een andere bron, die thans ook weer tot zijne bestemming terugkomt, dat denkbeeld zien wij thans verwezenlijkt! De Diaconie van de laatste jaren, M. II. waartoe ook wij behoord heb ben, heeft, na rijp beraad en grondig overleg, de mogelijkheid uitgesproken van een beheer zonder stedelijke subsidie, op den voet. zoo als bij besluit van den Raad van 22 April 1869 is aangenomen. Zie daar dan Huiszittenhuis. Minnehuis en Armbakkcrij in één Bestuur vereenigd, zie daar dan de Diaconie der Nederduitse!) Hervormde Gemeente. Deze dag is voorwaar een triomf voor hen die jaren lang die verecniging, die TfiiJ?. als de eenige ware weg hebben beschouwd. Een gevolg van die vereeniging is de overdracht, die wij zoo even ge daan hebben. Ik kan niet eindigen, M. II. zonder, ook uit naam van hen, met wien ik den laalsten tijd de eer had, Regent van dit Gesticht te zijn, en ik mag er wel bijvoegen van allen, die sedert 1853 Stedelijke Regenlen geweest zijn. een woord van innigen en oprechten dank te brengen aan HII. Burgemeester en Wethouders. In al dien tijd hebben wij de meest mogelijke ondersteuning in ons be heer van UEA. ondervonden, ik durf beweren, goedkeuring, blijkbaar bij uwe bezoeken bij onze gewone monstering. Nimmer is er iets geweest, dal de goede verstandhouding tusschen ons, ook maar voor één oogenblik in gevaar bracht, steeds konden wij op u rekenen. Gij ook op ons? Zonder grootspraak, M. H. ik geloof ja. Noch op re kening of begrooting, noch op administratie werd door u aanmerking ge maakt, niet alleen niet door u, die thans dat achtbaar College uitmaakt, maar evenmin door uwe voorgangers. Voor ons was eene bijeenkomst met u steeds eene van de aangenaamste vergaderingen. Blijkbaar waart gij het Gesticht gunstig gestemd. Ik sprak daar van uwe voorgangers, mag ik voor 't laatst, dat ik hier het woord voer, en ik heb er behoefte aan, de namen noemen van twee mannen, evenzeer sieraden van Uw College, als belangstellende vrienden van hel Minnehuis. Siegenbcek en Olirier! Ontvangt dan, M. 11. bij monde van den laatsten Stedclijken President voor dat alles Onzen hartelijken dank! En al gaan wij heenwij zullen het Minnehuis niet licht vergelen. En al is de band tusschen Regeering en dit Gesticht niet meer thans zoo als vroeger, Gij, M. 11. vindt, volgens de wet, hetzelfde Geslicht, met hetzelfde doel in eene andere rubriek der wet, en blijft volgens diezelfde wet toezicht uitoefenen. Onttrekt, ik verzoek u zulks, aan het Gesticht Uwe liefde, uwe zorg, Uwe belangstelling niet. «Maar dat bovenal" mil met de slotwoorden van den thans aclitenswaar- digen grijsaardden lieer Booij bij het leggen van den eersten steente eindigen «maar dat bovenalmijne dierbare Vaderstad" ook mijne Vaderstad! «welke reeds sinds Eeuwen prijken mag met zoo veelc en «schoone Gestichtenaan GeleerdheidGodsdienst en Menschenmin gewijd «zich lang verblijden moge iu deze Stichting, waarvan iedere koude steen «spreken moet van de warme Christelijke liefde welke in deze Veste is «gehuisvest." D1XI. LEIDSCHE SCHOUWBURG. „Ket leven van eene tooneelspeelster," drama. Bovengenoemd dramadal gisterenavond door de Haagsche Tooneellisten werd opgévoerd, is hier een paar jaren geleden door het Rotlerdamsclie Gezelschap ten tooneele gebracht, en wat wij cr toen in een ander Blad over schreven willen wij thans herhalen, namelijk: dat hel stuk weinig kunstwaarde bezit, maar toch vrij is van grove onnatuurlijkhedenbehalve in het laatste tafe reel, dat zeer slecht in elkaar zit. Olympia, eene beroemde tooneelspeelster aan de Comédie Franijaisehuwt met een voornaam edelman, wordt door de familie van haar echtgenoot met de grootste minachting behandeld, maar redt eindelijk hare trotschc schoonmoeder het leven, wanneer deze door liet schrikbewind is ter dood veroordeeld. Nu wij het drama voor de tweede maal zagen vertoonen verwonderde het ons nog meer dan vroeger, dal de zelfde schrijvers der zes ecrslc lafercelen de onnatuurlijkheid van het laatste niet meer hebben gevoeld. De wijze, waarop Olympia daar teruggehaald wordtals zij naar de guillotine is vertrokkenis bepaald komiek De rol der hoofdpersoon is zeer moeilijk en beheerscht het stuk geheel. Werd die bij de vorige voorstelling door Mw. Sandrock-Ten Hagen vervuld, thans was die aan Mw. Valois-Sablairolies toevertrouwd en wij mcenen dat laatstgenoemde veel beter voor hare taak berekend was. Ofschoon wij ook nu wel eens wat meer eenvoud hadden gewenschtspeelde zij toch veel be daarder en minder opgewonden, ja, had zij zelfs uitstekende momenten. Wij wijzen bijv. op haar spel loen zij zich door Saint-Phar liet overhalen om van haar voornemen om hel tooneel te verlaten af te zien; loen zij de beleedigingen van Emile dc Rudcnlz beantwoordde; toen zij hare gewezen kamenier terecht wees en wegzonden vooraltoen zij in het Gc' tafereel in hevige agitatie een gedeelie van Camiile's rol uil de Horace voordroeg. Algemeen voldeed ook het fraaie en vlugge spel van Mw. Picéni. Zij had het karakter der vroolijke, naive Rose Miction volkomen gevat, zooals. toen zij met echt kinderlijke opgetogenheid de diamanten van Olympia bekeek en tevens de vrees liet blijkendat deze die op weinig eervolle wijze gekregen had; alsook, teen zij zoo spotachtig en quasi-or.dcrdanigdetrotscbeClarade nieuwbakken gravin, te noord stond en haar later het verachtelijke «vrouwtje" teruggaf, enz. enz. Geen wonder dat haar optreden telkens aan iedereen even welkom was en zij levendig werd toegejuicht. Dat de rol van Saint-Phar (een pendant van Michonnet uit de «Adrienne Lecouvreur") zeer goed gespeeld werd, spreekt als van zelve daar die door den heer Rosier Faassen vervuld werd Reeds vroeger zagen wij den heer Haspels met veel genoegen als Emile de Rudentz; ook gisteren onder scheidde hij zich door losheid en natuurlijkheid. Wij raaden hem echter zijne ongedwongenheid en vlugheid niet te overdrijven. De rol van den on- beduidendenzwakken Karei de Rudentz behoort tot die rollenwaarin niet veel eer te behalen is, en de heer Spoor verdient dus lof voor hetgeen hy er nog van gemaakt heeft. Wij kunnen niet nalaten de verschillende artisten weer opmerkzaam te maken op het wat al te veelvuldig gebruik der tooneel- of boekentaal. Waarom kan men in gemeenzamen stijl niet zeggen«je bent mooi", «je bent geluk kig', in plaats van «gij zijl schoon", «gij zijt gelukkig"? Waarheid en natuur zouden cr veel bij winnen. Wij hopen dat men bij eene volgende voorstelling van dit Gezelschap de pauzen -tusschen de bedrijven niet zoo buitengewoon lang zal maken. Leidex, 4 Jan. 1870. 2?1"« Staats-Lotcrij. Derde Klasse Trekking van 4 January. Prijs van 25000: Nt 10380. 400: 3956 12939. 200; 4697 8599 16495 17718. 100: 2776 11800 17000 18848. 51 1379 3084 4870 6450 8152 9866 11912 13714 15359 17122 18800 111 1415 3:24 4887 6464 8172 9882 12066 137.4) 15372 17143 18855 114 1447 3:90 4992 6515 8266 99-0 12079 13738 15457 17152 18858 135 1461 3201 5035 6524 8379 9987 12IC5 13755 154(8 17168 18890 148 1463 3212 5132 (551 8387 9992 12110 13814 15561 17202 18912 162 1475 3250 5181 6554 8397 10089 12123 13834 15661 17210 18991 197 1487 3258 5211 6584 8401 10182 12168 13854 15730 17286 19090 236 1490 3289 5225 6650 8423 10237 12172 14020 i5008 17312 19110 240 1504 3303 5239 6684 8655 10376 12175 14034 15837 17336 19115 252 1538 3376 5281 6751 8663 10318 12242 14079 15895 17369 19116 313 1710 3418 5320 6753 8708 10416 12248 14091 15951 17422 19177 345 1743 3449 5337 6759 8777 10496 12287 14182 15972 174' (i 19205 370 1863 3523 5406 6803 8781 10522 12379 14197 15993 17496 19212 396 1907 3568 5439 6830 8869 10710 12386 142 2 16073 17535 19283 406 1988 3591 5496 6878 8875 10720 12399 14222 10091 175.9 19342 443 2004 3660 5556 GikO 8879 10735 12126 14241 16109 17608 198( 8 501 2007 3734 5570 6950 8900 10745 12482 14285 16195 17615 19388 507 2016 3850 5583 7043 8927 10814 12483 14371 16207 17620 194(5 533 2038 3804 5630 7120 8996 10978 12484 14403 16223 17652 19417 576 2087 3880 5649 7122 9004 10999 12549 14107 10231 (7669 19420 599 2164 3891 5685 7133 9081 11050 12507 14439 16385 17683 1946') 621 2168 3939 5724 7150 9100 11076 12577 14466 16500 17733 19466 727 2252 3999 5739 7151 9158 11098 12612 14484 16638 17808 19494 741 2292 4621 5755 7153 9169 11155 12652 143 2 1677 17843 19495 797 2343 4079 5852 7190 9201 11204 12667 14546 .6776 17970 19513 856 2469 4081 5873 7336 9262 11233 12 =70 14649 16794 18009 19623 922 2533 4151 5892 7508 9287 li249 127l5 14712 168!6 18060 19634 950 2622 4231 5985 7547 9414 11379 12905 14736 16855 18112 19661 981 2637 4299 5988 7681 9432 11481 13015 1489! 16890 18120 19662 989 2648 4335 60.7 7768 9516 I 536 13100 14892 10909 18159 1 't( 74 1032 2699 4436 6I3': 7867 9531 11551 13226 14948 I!.9i7 16226 19714 II10 2721 4492 6230 7883 9537 11557 13373 15126 16940 18227 19724 1114 2737 4558 6251 7886 9558 11580 13398 .5148 16984 18287 19758 1201 2770 4624 (.253 7907 9593 11636 13415 15173 17020 18358 19789 1217 2793 4660 6285 7920 0012 11660 13443 15 91 17073 18359 19840 1278 2920 4973 6288 7940 9734 11661 13495 15229 17094 18585 19843 1290 2999 4680 6361 7998 9801 11666 13530 15237 17095 18647 19864 1297 3021 4705 6384 8056 9822 11858 13658 15308 17H2 18750 19914 1357 3022 4834 6416 8060 9853 11904 13712

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1870 | | pagina 3