BUITENLANDSCHE BERIGTEN. nemers In eene plegtige vergadering werd hem dit geschenkdoor eene commissie, bij monde van haren voorzitter, den heer P. van der Meer, en in tegenwoordigheid van den burgemeester, ten raadhuize overhandigd. In de buitengronden van Terschelling is verongelukt eene Noord-Duitselie bark met steenkolen, naam en herkomst nog onbekend; de equipage is gered. Voorts eene Engelsche hark, de naam onbekend, met verfhout, bestemd naar Hamburg; van de 17 opvarenden is slechts 1 man met de jol van den Loods- kotter gered. De schepen en ladingen zullen weg zijn. Uit Prederiksoord meldt men: liet schijnt dat de storm, die in den nacht van 16 op 17 dezer heelt gewoed en tusschen 4 en 5 ure de kracht van een orkaan bereiktein deze streken heviger is geweest dan in het zuiden van ons land. Noch de beruchte Pinksterstormnoch de beide stormen vin December des vorigen jaars, hebben zooveel schade berokkend aan de eigendommen der Maatschappij van Weldadigheid, als die nu gewoed heeft. Acht kolonisten-woningen zijn geheel ingestort, in de drie koloniën Frede- riksoord, Wilhelmina'soord en Willemsoord. Hoewel soms met levensgevaar hebben de bewoners zich toch weten te reddenterwijl het gestalde vee evenmin letsel bekomen heeft. Van een grooter aantal woningen zijn de daken geheel of gedeeltelijk vernield, van andere de vooi- of zijmuren in- gesiort; van de hoofdgebouwen zijn honderden pannen en vele schoorsteenen afgewaaid. Geen enkel rieten dak, hetwelk niet meer of minder geleden heeft. Vele hoornen zijn ontworteld of midden doorgeknakt; in een woord, de schade is zeer belangrijk en kan volgens eene matige bcgrooting niet beneden de 3000 gesteld worden. Uit Mcppel meldt men dat in die streek een buitengewoon aantal wilde zwanen wordt gezien. Geheele koppels zwemmen over de onder water staande landen. De jagers maken er jagt op; hoewel het uiterst nioejjelijk is, hen onder schot te krijgen. De moeite wordt evenwel ook bij slechts tamelijke vangst goed beloonddaar zij voor bet stuk tot zelfs ƒ3.50 ont vangen ter verzending naar Holland voor den handel. Uil Sneek meldt men nog het volgende: Behalve de spoorwegramp van Zalurdag jl. bij (leerenveen voorgevallenhad nog een ander ongeluk op den spoorweg plaats, en wel daar, waar de straatweg van hier naar Leeuwarden den spoorweg kruist. Een voerman uit deze stad met een ledi gen wagen van Leeuwarden komende, passeerde dat punt, toen een aanko mende locomotief tegen het rijtuig van achter aanstoomde en het vernietigde, liet paard geraakte op hol, de voerman is er vrij goed afgekomen. Naar men verzekert, was de weg niet afgesloten toen de locomotief passeerde. Te Maastricht kwam Zalurdag j 1., op hel oogenblik dat de boot van Luik van wal stak, in allerijl een passagier aanloopen, welke op de boot wilde springen. Door de duisternis misleid, het was vijf uur 'savonds, deed bij een verkeerden sprong, waardoor hij in de Maas viel en, ondanks alle aangewende pogingen om hem te reddenomkwam Volgens berigt uit Batavia van 16 November zijn van daar vertrokken de volgende schepen: A. M. E.. kapt. Witheliill; Anna, Bok; Elisabeth, Feeustra: Koning Willem II, Bcsseling; i\'oach II, Hoefman; Sliedrecht llorchers. Door de afdeeling 's GravenliEge van de Vereeniging ter bevordering van tabriek- en handwerksnij verheid in Nederland is besloten in 1871 aldaar een nationale wedstrijd te houden tusschen werklieden (mannelijke en vrou welijke) in de verschillende vakken van nijverheid en kunst, met tentoon stelling der ingezonden voorwerpen enz. Aan het hoofd der commissie, met de uitvoering van dien wedstrijd en die tentoonstelling belast, staat de heer J. Loudon, commissaris des konings in de provincie Zuidholland, eere-voor- zitler. de heer Gevers Deynoot, burgemeester der residentie, voorzitter, en de heer Verhuell. onder-voorzitter. Blijkens het programma worden ter mededinging toegelaten alle werklie den, in Nederland woonachtig, en werkzaam bij of voor patroons, aldaar gevestigd. De voorwerpen moeten zich onderscheiden door een of meer der volgende hoedanigheden: a. eigen vinding; b. bijzondere nuttigheid of doel- matiïheid; c. soliditeit; <1. keurigheid van bewerking. Voorwerpen, die een plaatsruimte van meer dan een vierkante meter innemen, kunnen wor den afgewezen. De voorwerpen moeten door den inzender alleen zijn ver vaardigd, tenzij de aard van liet werk de hulp van anderen onvermijdelijk maakte. De jury is bevoegd, zich door alle haar ter dienst staande midde len te overtuigen, dat aan deze voorwaarde is voldaan. Tot bekrooniiig worden prijzen uitgeloofd, beslaande in: a. verguld zilveren medailles, met premiën in geld van 1 100 en van ƒ50; b. zilveren medailles, met premiën in geld van ƒ50 en van ƒ25; c. bronzen medailles, met premiën in geld van 25 en van 15; d. bronzen medailles zonder geldelijke premiën; e. vereerende getuigschriften. Vóór of op den I0den Junij 1871 wordt, regt- streeks of door lusscbeiikomst der plaatselijke commissiën. aan den secretaris van de regelings-commissie ingezonden eene naauwkeurige beschrijving van bet in te zenden voorwerp, benevens: a. opgaaf van naam. leeftijd, beroep en woonplaats van den inzender; b. eene verklaring van zijn patroon, dat het voorwerp door den inzender zelf is vervaardigd, of duidelijke opgave wal daaraan door den inzender is gemaakt; c. of de inzender hel voorwerp aan particulieren of ten behoeve der verloting wenscht te verkoopen; zoo ja. tol welken uitersten prijs; cl. of de inzender de inpakking en terugzen ding der voorwerpen aan de commissie overlaat of voor zijne rekening neemt. De daartoe noodige invullings-billetten zullen in tijds algemeen wor den verkrijgbaar gesteld. De inzending der voorwerpen moetonder een mede verkrijgbaar te stellen adres, geschieden tusschen 5 en 12 Julij 1871. De mededingende voorwerpen worden vrachtvrij ingezonden door tusschen- komst van de plaatselijke commissiën. Van de ingezonden voorwerpen zal eene tentoonstelling worden gehoudenaanvangende den tweeden Woensdag der maand Augustus 1871 en voortdurende tol nadere aankondiging. De tentoonstelling is op iederen werkdag geopend van 's morgens 10 lot 's na middags 4 uren; des Zondags van !2 lot 6 uren. 'De toegangprijs wordt bepaald op: 50 cents des Woensdags, 10 cents des Zondags van 3 tol 6 uren25 cents voor den overigen tijd. 's GRAVENHAGE23 December. Door Z. M. is vergunning verleend aan den heer L. Heukensfeblt Slag hek, consul-generaal der Nederlanden te Livorno, lot het dragen der ver sierselen van commandeur der Christus-orde, hem door den koning van Tortugal geschonken. De hoogleeraar in de wis- en natuurkunde bij het kon. instituut voor de marine te Willemsoord, J. M. Brutel de la Rivière, is, uithoofde van voortdurende ongesteldheid, eervol uit die betrekking ontslagen, onder toe- ■j kenning van zoodanig wachtgeld als waarop hij bevonden zal worden aan- spraak te hebben; tot leeraar in de wis- en natuurkunde bij voorschreven instituut is benoemd de heer dr. G. A. Oskamp, thans lijdelijk met de waar neming belast. De minister van binnenl. zaken zal Zalurdag aanst. geen gehoor verleenen. Bij de behandeling van het hoofdstuk financiën, in de zitting van de tweede kamer van gisterenwerden o. a. door onderscheiden leden beschou wingen in bet midden gebragt over de houding en de gedragslijn van den minister van financiën in bet algemeen en over het belastingstelsel in het bijzonder. De minister antwoordde op de ontwikkelde stelling dat het stel sel van den minister wel is, om niet meer uil te geven, maar dat men toch voorziet dat de belastingen zullen moeten worden verhoogd, dat zij die met hem inzien dat er niet te veel te rekenen is op de hulpbronnen van Nederlandsch Indië, met hem krachtig moeten medewerken tot bezuini ging. Dat neemt niet weg, zeide hij, dat hij niet zou terugdeinzen ver hooging van lasten voor te dragen, indien het hem blijken mogt dat dit noodig ware tot vermeerdering van productieve uilgaven. Wat aangaat de opmerking van sommige sprekers ten opzigte van het stelsel van den mi nister, merkte deze op dat, wat de inkomsten betreft, wij in den laatsten tijd zeer zijn vooruitgegaan. Wij hebben in dat opzigt een grooten stap voorwaarts gedaan. De middelen zijn werkelijk vooruitgegaan en, zoo wij in dat opzigt in 1870 ten minste niet stilstaan, dan zijn wij in allen ge valle toch vooruitgetreden. Als hij de vergadering de verzekering kan ge ven dat het sluiten van inkomsten en uitgaven niet meer zoo uitsluitend van de Indische baten afhangt en het verschil slechts 4 a 5 millioen be draagt. dan heeft men een toestand verkregen, waarvan men slechts weinige jaren geleden zelfs niet kon droomen. llij blijft in het belang van 's lands financiën het wenschelijk achten dat er eene zekere som als bijdrage van de koloniën wordt aangenomen, maar dat neemt niet weg dat. als de kolo niale hulpbronnen nog meer opleverener dan naar omstandigheden moet worden gehandeld en men dat dan ten behoeve van liet moederland ol de koloniën moet aanwenden. liet komt er dus het eerst op aan te bepalen, welke som op verstandige wijze als eene vaste bijdrage van de koloniën kan en moet worden vastgesteld. Bij de behandeling van het hoofdstuk Nat. schuld heeft de minister g'e- zegd dat, zooals de zaken nu slaan, het waarschijnlijk in het volgend jaar niet noodig zal zijn gebruik te maken van de bevoegdheid tot uitgifte van schalkistbilletlen. Er konden zich echter omstandigheden voordoen, die daartoe verpligtten. In ,dc zitting van heden werden aangenomen de wels-ontwerpen tot w ij ziging van het hoofdstuk VII B (financiën) der staatsbegrooting voor 1870 en tot goedkeuring der onvoorziene uitgaven, dienstjaar 1870. Vervolgens kwam in algemeene beraadslaging hoofdstuk IX (koloniën). De hh. Hasselman, Nierstrasz, Sijpesteyn, van Wassenaer, Haffmans, van Nispen, van Goltstein, Insinger en Heemskerk voerden het woord, voorna melijk over het regeringsbeleid van den minister van koloniën. De minister van koloniënde verschillende sprekers iu het breede beant woordende, verklaarde het strijdig met zijn pligtbesef te achten, ongeoor loofd en onregtvaardig, om waar twee belangrijke wets-ontwerpenzijn be leid rakende, bij de kamer aanhangig zijn, af te treden. Die conclusie onderwierp hij aan de kamer; de stemming over zijne begrooting kon aan wijzen of de kamer zich met dit oordeel vereenigde. Omtrent de kust van Guinea was de lieer van Sijpesteyn verkeerd ingelicht; de minister had slechts eene broedvoerige voordragt zamengesteld omtrent de politiek, die gevolgd moest worden door de regering ter kuste van Guinea De be noeming tot lid van den raad van lndië van een ambtenaar, die zich vijandig tegenover de op hoog gezag ingestelde cultures had uitgelaten, was niets anders dan een daad van ambtelijke regtvaardigheid Na den minister voerden nog verscheidene sprekers het woord. De alge- gemeene beraadslagingen werden gesloten en de behandeling der onder deden zal in eene heden avond ten 8y2 ure te houden zitting worden voortgezel. ENGELAND. LONDEN22 December. De heer O'Donogluie, het hoofd van een oud en echt lersch geslacht, door de nationale partij in Ierland hoog vereerd en naar het parlement afgevaardigd, verklaart openlijk aan zijne landgenooten: dat het parlement sedert twee of drie jaren den opregten wil hpeft aan de regtmatige wenschen der Ieren te voldoendat het nil tijd voor de Ieren is om het bondgenootschap, hun door de Engelsche liberalen aangeboden onder beding van trouw aan den troon en aan 's rijks eenheid, aan te nemen, on om onder de leiding hunner vertegenwoordigers met constitutionele middelen voor Ierlands zaak werkzaam te zijn. Hij waarschuwt de Ieren tegen degenen die hen juist thans trachten te bewegen door geweld en zamen- zweringen regt te zoeken. Een tweede der zeven booswichtendie de misdaad in de woning van O'Connor bedreven heeft, is gevat. Naar men zegt, vergiste men zich in O'Connor, door hem voor iemand anders te houden. In vele gedeelten van het rijk hebben de veelvuldige en zware regens overstroomingen te weeg gebragt, die groote schade veroorzaakten. In Wal lis zijn duizenden schapen verdronken en de spoorlijnen weggespoeld. Bij Nottingham zijn verscheidene met wintergraan bezaaide akkers ondergeloo- pen. Ook in Yorkshire is veel geleden door bet zwellen der rivieren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 2