LEIDSC1IE COURANT. ZATERDAG 13 NOVEMBER. BINNENLANDSCHE BER1GTEN. 1809. W. 195. De Courant verschijnt dagelijks. Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der "Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. f 3.50; met het Verslag der Handelingen vart den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. f 3.85. liet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50 's jaars, buiten de expediliekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 14 regels f 1.iedere regel meer 25 cents. LEIDEN, 12 November. In de gisteren avond gehouden zitting van den gemeenteraad was aan de orde het concept-raadsbesluit regelende de heffing eener plaatselijke directe belasting. Burgemeester en wethouders hadden daarbij voorgesteld eenige wijzigingen te brengen in de thans voor die belasting vigerende be palingen. Zij stelden voor: wijziging van den maatstaf waarnaar de waarde van het meubilair berekend wordt, ten einde dat meer in overeenstemming te brengen met de getaxeerde waarde, door voor geringe woningen, bij het berekenen van de waarde van het meubilair, slechts eenmaal het bedrag der huurwaarde te nemen, in plaats van twee- en driemalen; verhooging van Je som nu als maximum van belastbaar inkomen aangenomen, door de be lastingschuldigheid eerst te doen aanvangen bij een belastbaar inkomen van GO, in plaats van ƒ55; wijziging van het bepaalde omtrent de berekening van het vermoedelijk inkomen der belastingschuldigen, door het veranderen van den lactor in het belang van lien die in huizen wonen van ƒ100 huur waarde en daar beneden; vrijstelling van de dienstboden bij houders van logementen of gaarkeukens dienende; en verduidelijking van het bepaalde omtrent het meubilair van de op kamers wonende personen. De commissie van financiën had in haar rapport aangegeven in hoe verre zij in mecning van burg. en weth. omtrent die punten verschilde en hare denkbeelden in een nieuw concept geformuleerd. Daarbij echter stelde zij op den voorgrond Jat de voorgestelde wijzigingen baar niet voldoende schenen. Een hoofdbe zwaar liad zij in de wijze waarop de huurwaarde van huizen, ter bepaling van het inkomen der ingezetenen, werd in rekening gebragt, want of de bewoner van hel huis het geheele perceel voor zich en zijn gezin gebruikte. Jan wel het grootste deel aan anderen verhuurde of tot uitoefening van eenig bedrijf of winkelnering had ingerigt, in elk geval werd de geheele huur waarde als maatstaf vap zijne welvaart aangemerkt en dienovereenkomstig zp inkomen bepaald. Naar aanleiding daarvan had de commissie in art. 5 van haar concept voorgesteld eene splitsing der percelen, ter wegneming van dat bezwaar, toe te laten. De voorzitter meende, voordat met de behandeling der zaak een aanvang werd gemaakt, te moeten releveren, dat eenige uitdrukkingen in het rap port der commissie, o. a. dat burg. en weth. bij hunne voorstellen van de eene fout in de andere vervielendat zij hardnekkig hunne denkbeelden vasthielden, enz., burg. en weth. hadden gehinderd, en dat die, indien zij het gevoelen van den raad uitdrukten, het gemeen overleg niet bevorderlijk konden zijn. Hij gaf verder te kennen dat burg. en weth. zich moesten verklaren tegen de door de commissie voorgestelde splitsing. Zij konden zich, om der gevolgen wil, niet op dien weg begeven. Ook het minimum van 50, door de commissie voor de belastingschuldigheid aangegeven, von- Jen burg. en weth. te laag, daar het vele oninbare posten zou opleveren. Gaarne wilden zij erkennen dat het voorstel der commissie billijke bepalin gen bevatte, maar bij de toepassing zou men in fouten vervallen die burg. en weth. wilden vermijden. De heer Scheltema drukte zjjn leedwezen uit Jat het rapport der commissie een onaaugenamen indruk op burg. en weth. had gemaakt; hij schreef dit toe aan eene verkeerde opvatting. De heer de Fremery besprak mede het rapport der commissie; het deed hem leed dat burg. en weth. niet in de gelegenheid waren dat rapport te beoordeelengelijk de commissie het ontwerp van burg. en weth. had be oordeeld. Ilij trad vervolgens in eene uitvoerige wederlegging van de be weringen der commissie, en trachtte met de reeds verkregen uitkomsten aan te toonen dat van hare voorstellen misrekening het gevolg zou zijn. Hij wilde niet verder gaan dan de rijkswet, achtte het toelaten van split sing wel in het voordeel van eenigen, echter te veel in het nadeel van telen; en beschouwde het belasten van een inkomen beneden ƒ300 onuit- voerlgk. De heer Buys meende een ernstig protest, te moeten aanteekenen tegen het-gezegde van den voorzitter ten opzigte van het rapport der com missie, waarvan hij verklaarde de steller te zijn. Hij meende in woord «n geschrift steeds de betamelijkheid in acht te nemen, maar uit het gezegde van den voorzitter had hij het tegendeel moeten opmaken. Hij zag in het rapport echter niets onbetamelijks, en de aangehaalde zinsneden hadden hem niet overtuigd onbetamelijk te zijn geweest. Als mannen bijeengeko men om de zaken der gemeente te bespreken, moest men de zaken den fegten naam geven, geen zwart wit, en wit zwart noemen; hierin, meende hij, was niets onbetamelijks. Voorts trad die spreker in eene wederlegging, in de hoofdzakenvan het aangevoerde door den heer de Fremery. De voorzitter meende den heer Buys nog te moeten doen opmerken dat hij het woord "Onbetamelijk" niet had gebruikt, maar slechts van //hinderlijk" had gesproken, en dat, was het waar dat men hier als mannen de zaken be sprak, het toch ook wenschelijk was, het //snaviter in modo" te behartigen. Na Fe-* en dupliek tusschen de hh. de Fremery en Buys, over het beginsel in de voorstellen nedergelegd en de al of niet gunstige uitkomsten daarvan te verwachten, alsmede het beloog door den heer Scheltema dat het voor stel der commissie meer der waarheid nabij kwam dan dat van burg. en weth., en dat de verkregen oninbare posten vermoedelijk waren toe te schrijven aan het niet met den noodigen klem handhaven der verordening, werden de algemeene beschouwingen gesloten verklaard en bepaald, ten einde orde in de beraadslagingen te houden, eerst het cardinale punt, de door de commissie van financiën voorgestelde splitsingtot eene beslissing te brengen. Die splitsing werd bestreden door de hh. du Rieu en de Fre mery en door de hh. Buys. Cock en Scheltema, als het zuiverste principe, verdedigd. In stemming gebragt werd het voorstel der commissie tot split sing verworpen met 11 tegen 6 stemmen. Dit punt beslist zijnde, kwamen zoowel de bestrijders als de verdedigers der splitsing overeen in het ge voelen dat nu verder het concept van burg. en weth. den grondslag moest uitmaken der verdere beraadslagingen. Art. 16 gaven tot geene discus- sicn aanleiding. Bij art. 7 werd door burg. en weth. overgenomen het door de commissie voorgestelde, t. w. een minder snel klimmend tarief, <n dit met algemeene stemmen aangenomen. Bij art. 8 werd voorgesteld ook over te nemen een nieuw tarief, door de commissie ontworpen met het doel om door een minder snel opklimmendcn factor al te groote en sterke overgangen te vermijden. Dit gaf aanleiding tot gedachtenwisseling, over de vraag in hoe verre het nieuwe tarief, dat door de commissie was ont worpen in verband met de thans verworpen splitsing, in sommige gevallen tot verkeerde uitkomsten zou leiden. Een voorstel van den voorzitter om de uitkomst der beide tarieven nog aan eene toets te onderwerpen vond geen bijval. De heer van Heukelom was van meening datdaar het geheele stelsel slecht was en lot de grootste onbillijkheden aanleiding gaf, de keuze van een der beide tarieven weinig zorg behoefde te baren. Eerst werd daarop in stemming gebragt het door burg. en weth. voorgestelde tarief, dat met 10 tegen 7 stemmen werd verworpen. Insgelijks werd het voorstel van den voorzitter, om het tarief door de commissie voorgesteld nader te toet sen en daaromtrent binnen weinige dagen een voorstel te doenverworpen met 12 tegen 5 stemmen. Ten slotte werd het tarief der commissie, benevens de bepaling dat, wanneer het belastbaar inkomen geen ƒ110 bedraagt, geen be lasting verschuldigd zal zijn, aangenomen met 13 tegen 4 stemmen. Het geheele art. 8 werd mede met 13 tegen 4 stemmen goedgekeurd. Bij art. 9 vereenigden burg. en weth. zich met het voorstel der commissie van finan ciën oin houders van logementen en gaarkeukens voor elke dienstbode tot een vijfde van de voor eene inwonende vrouwelijke dienstbode verschuldigde som aan te slaan. De overige arlt. gaven geene aanleiding tot discussie. Eene verduidelijking in de redactie van art. 36, boven reeds vermeld (door hun in het te veranderen)werd goedgekeurd, liet concept-raadsbesluit in zijn geheel werd aangenomen met 13 tegen 4 stemmen en de verordening op de invordering op nieuw vastgesteld met algemeene stemmen. Om later den schijn te ontgaan alsol het plandoor eenige oud-leden der voormalige rederijkerskamer Vondel, in vereeniging met den beer Wet- rens en anderen ontworpen, om, ten voordeele der nagelaten betrekkingen der lvatwijksche visschers, eene soiree musicale et déelamatoire te geven, een gevolg zou zijn der in deze courant geplaatste oproeping en de daarna ook in ons blad gevolgde correspondentieverzoekt men ons mede te deelen dat men reeds vóór dien tijd zich ernstig met de voorbereiding er van heelt beziggehoudenen daaraan niet eerder openbaarheid meende te moeten ge ven, voordat men levens het definitieve programma kon mededeclen. Daar dit ook nu nog niet geheel is vastgesteld, zullen wij nadere bijzonderheden hieromtrent later mededeclen. Te Nicuwveen is Zondag 11. de openstaande predikantsplaats bij de lierv. gemeente vervuld door de bevestiging van den proponent J. A. F. van der Meer van lvufleler, welke in de voormiddag-godsdienstoefening geschiedde door ds. A. Rutgers van der Locff, met eene rede over Rom. XV vs. 7. Des namiddags hield de bevestigde zijne intreeredenaar aanleiding van 1 Cor. XII vs. 13.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 1