BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leydsehe Courant van Maandag dó October dS69, ff0. d66. Men meldt ons uit Leyderdorp: Woensdag 11. had hier cene stoute op- ligterij plaats. De boekhouder van een ingezeten alhier, zekere B., had zich van eene quitantie meester gemaakt en hierop het bedrag van ƒ8 te Leyden ontvangen. Met deze som begaf hij zich naar Schiedam, en ging bij den depothouder van zijn meester het voorhanden zijnde geld, ruim ƒ300, incasseren, voorgevende dat zijn heer te Rotterdam was en oogen- blikkelijk geld noodig had. Daarna begaf hij zich werkelijk naar Rotter dam. vanwaar hij vermoedelijk naar Duitschland is vertrokken. Hij laat zijne vrouw en drie kinderen in treurige omstandigheden achter. Zijn mees ter had hem voor eenigen tijd uit medelijden in dienst genomen, daar hij met zijn huisgezin in de grootste behoefte verkeerde. In de te Utrecht gehouden bijeenkomst, tot bespreking van de zaak der stoomvaart op Amerika, waren, gelijk gemeld is, een zevental resolu tion aan het oordeel der leden onderworpen. Nadat daarover in de afdee- lingen was gediscussieerd, kwam men, in eene eergisteren avond gehouden algemeene vergadering, tot de volgende slotsommen: 1°. De pogingen om de volksverhuizing naar Amerika over ons land te leiden, behooren door de regering te worden bevorderd (namens het gemeentebestuur van Vlissingen werd medegedeeld dat het zich bereid verklaarde gebouwen af te staan voor landverhuizers); 2°. In den tegenwoordigen tijd en bij den achterlijken toe stand van onzen handel kunnen wij alleen met vereende krachten en kapi talen aan den vreemden wedijver het hoofd bieden. Daarom is het raad zaam, in stede van de krachten te versnipperen, vooreerst slechts ée'ne Amerikaansche stoombootmaatschappij op te rigten; 3°. Vlissingen is nu de meest gunstig gelegen haven van ons kleine land en de eenige die thans geschikt is voor de vaart van stoomschepen op Amerika, die aan de eischen van het personen- cn goederenvervoer uit Duitschland en van de nationale belangen voldoen. Bij de voortzetting der beraadslagingen op gisteren is aangenomen dat subsidie onvermijdelijk noodzakelijk is, en dat het wensclielijk is dat de staat de directe stoorabootvaart op Amerika onderstcune. De quaestie van het verbindingspunt New-York of Norfolk is onbeslist gebleven. Er is een uitvoerend comité benoemd, bestaande uit de hh. Jansen, voorzitter; baron van Wassenaer, baron Mackay, Stork, Matton en Brouwer, leden; Tak, secretaris. Dat comité heeft toegezegd in de allereerste plaats in betrekking te zullen treden met de kon. Nedcrl. stoombootmaatschappij. Uit 's Ilagc schrijft men aan de Arnh. C.Van hetgeen omtrent de staatsbegrooling in de afdeelingen is beredeneerd., is natuurlijk niet veel bekend. Voor zooveel men evenwel op geruchten dienaangaande mag ver trouwen, schijnt de totaal-indruk niet algemeen gunstig te zijn. Het schijnt, dal vooral aan de financiële plannen der regering, niet alleen bij de oppo sitie, maar ook bij de leden der meerderheid, een min gunstig onthaal is ten deel gevallen. Als dat zoo is, zal het zeker geen bevreemding baren. Want het is niet te ontkennen, dat hetgeen door den minister van finan ciën is voorgesteld, al zeer weinig heeft van een duurzaam middel, om in de financiële behoeften te voorzien. Hoogstens zijn het redmiddelen voor cén of twee jaar. Intusschen vleijcn wij ons met de hoop, dat de minister, ziende dat zijne denkbeelden geen ingang vinden, die zal laten varen en bedacht zal zijn op het ontwerpen van een meer afdoend plan, waartoe hem alligt door het voorloopig verslag de weg zal worden aangewezen. Volgens het Vad. is voor Engelsche rekening concessie aangevraagd voor het maken eencr haven op de Zuidhollandsche kust, nabij den Nieuwen Maas-mond, welke door spoorwegen, aan de eene zijde langs de Maas met Rotterdam, aan de andere langs Monster en Loosduinen met Scheveningen in verband gebragt zou worden. Te Rijswijk heeft in den nacht van Woensdag op Donderdag jl. bij een tuinder diefstal met inbraak plaats gehad. Er wordt ongeveer ƒ700 vermist. De gemeenteraad van Utrecht heeft gunstig beschikt op het verzoek van den lieer F. 'sJacob, tot afstand aan de exploitatie-maatschappij van 1600 v. ellen grond op de Gedempte Kruisvaart, ten einde daarop te stich ten een gebouw voor de bureaux dier maatschappij. Overeenkomstig het voorstel van burg. en welli. is de prijs, door den adressant gesteld op 6 per v. cl, bepaald op 8 per v. el. - Te Mcppel had eergisteren het volgende ongeluk plaats: Drie markt- gaugersmanvrouw en de broeder dezer vrouwte Nijenveen woonachtig reden tegen den avond naar huis. Digt aan de Drentschc hoofdvaart gena derd, waar de straatweg het kanaal een eindweegs volgt, kwam de spoor trein uit Leeuwarden over de spoorbrug, ten gevolge waarvan het paard, zóózeer schrikte dat het op den loop ging en met wagen en al in het hrcede diepe kanaal stortte. Dadelijk werd door voorbijrijdende marktgan- gers zooveel mogelijk hulp verleendten gevolge waarvan de beide mannen gered werden, doch de vrouw werd eerst-na lang zoeken als lijk opge haald. Den echtgenoot hoopt men nog in het leven te behoudende broeder is buiten gevaar. Naar men uit Mcppel meldt hebben de mazelen, die aldaar vrij sterk heerschen, een kwaadaardig karakter gekregen, zoodat reeds eenige lijders daaraan zijn bezweken. In den nacht van 4 op 5 dezer is tusschen Rothum cn lleerlcn- heide (Limburg) eene afgrijssclijke misdaad gepleegd. Twee personen, ge naamd Mooncn en Hamackers. bezochten te zanten cene kroeg te Rothum, en maakten er zeer ruime vertering. Vervolgens begaven zij zich weder op weg. De eerste had zijn kruiwagen op de kar van den tweeden ge plaatst. Intusschen kon de kar van Ilamaekers na eene poos niet incer voort, zoo uit hoofde der slechte wegen als omdat de kracht van liet paard uitgeput was. Hamackers verweet nu aan-Moonen, dat zijn kruiwagen, die op het voertuig stond, daarvan de oorzaak was en tusschen de twee gezellen rees een twist, die zóó hevig werd dat Hamaekers, wiens gram schap onder den invloed van den sterken drank boven peil was gerezen, een manslag beging op Moonen, die den volgenden morgen dood geve den werd. Het lijk toonde aan dat de moordenaar zijn slagtoffer op ec uiterst moorddaardige wijze had omgebragt. De dader is aangehouden. Naar men uit Kaïro meldt heeft de onderkoning van Egypte al de v< reizigers beschikbare appartementen afgehuurd voor 65 frs. per dag cn de rijtuigen voor 100 frs. per dag, voor den tijd dat zijne gasten zich genoemde stad zullen bevinden. Onderzoek naar den toestand der kinderen in fabrieken arbeidende. De laatste vraag, aan de commissie ter beantwoording gesteld, w: welke is de invloed van dien arbeid op hunne ligchamelijkezedelijke geest-ontwikkeling Wanneer, ter beantwoording dezer vraag, de onderzoekingen en bcw kingen der verschillende gegevens, om den toestand der fabrickbevolking leeren kennentot één geheel worden zamengevoegddan kunnen daar de volgende algemeene slotsommen getrokken worden: 1". Wat den ligchamelijken toestand aangaat. Die toestand is in h< algemeen bij den arbeidersstand ongunstig. Deze stand leeft en werkt bij altoos onder de meest nadeelige voorwaarden, terwijl bij weinig of ni. - doen kan om zijn lot zelf, door het stellen van betere voorwaardente ver anderen. Wanneer wij dus vinden dat, als regel, in den arbeidersstand klasse der fabriekarbeiders het laagst staat in ligchamelijke ontwikkelin en dat er, ook onder hen, soorten van fabriekarbeid zijn, die het laag i staan in vergelijking met andere soortenmag men de vraag opperen of het de fabriekarbeid is, die aldus op den ligchamelijken toestand werkt en :u normale ontwikkeling stremt of stoort? Dat het op zeer jeugdigen leeft in fabrieken arbeiden op zich zelf nadeelig terugwerkt op de ligchamelij ontwikkeling, is uit de cijfers der militie-statistiek bepaaldelijk gebleken t aanzien der lijnbaners. Men heeft regt hieruit af te leiden, dat dit zelf gevolg zich ook moet voordoen bij andere arbeiders die onder gelijke om standigheden op zeer jeugdigen leeftijd beginnen te werken, al is dit ni>- altoos door cijfers aan te toonen. Zooveel echter uil inlichtingen en eigen onderzoek kan opgemaakt wor den, blijkt niet dat tenzij het werk uit zijnen aard, een ongezond wei i is de arbeid op zich zelf, wanneer die niet reeds in de eerste kinder jaren aanvangt, een voor de ligchamelijke ontwikkeling nadeelig element is. Ongenoegzame en slechte voeding, slechte huisvesting, ongeregelde leven-; wijze vooral, zijn de algemeene oorzaken die de physieke ontwikkeling d arbeidende klasse belemmeren. Of de handwerksman en met name ook de/ soort van fabriekarbeiders die gemiddeld eerst op den leeftijd van 12 jan begint te werken, al dan niet een normaal peil van ontwikkeling zal ku: nen bereiken, hangt bijna uitsluitend af, niet van zijn werken, maar v; het loon dat hij voor zijn werk ontvangt. De voorwaarde van het loon b heerscht eigenlijk alle andere voorwaarden van zijn leven. De algemeene slotsom is dus deze, dat de invloed van den arbeid zelv< op den arbeider bijna geheel, zoo niet geheel en al, afhangt van de uitwen digè omstandigheden (kleeding, voeding, huisvesting, verpleging enz.) waa onder hij werkt. Deze omstandigheden, die weder bepaald worden door verdiensten welke hij met zijn werken maken kanzijn voor de laagste klasse der maatschappij, waartoe in het bijzonder de klasse der fabriekarbeide - behoort, bijna zonder uitzondering ongunstig, en als natuurlijk gevolg blijV dan ook, dat de fabriekarbeider physiek het laagst staat. De commissie resumeert: ons antwoord op de eerste vraag ons ter beant woording gesteld, is dus, dat de ligchamelijke toestand der fabriekarbeide (kinderen cn volwassenen) slechter is dan die van andere klassen der ma; schappij, en dat de invloed van den arbeid zeiven op den jeugdigen fabriekarbeide bepaaldelijk dan nadeelig werkt, wanneer die arbeid op te jeugdigen leef li; aangevangen en het kind overwerkt wordt; dat die invloed niet geconsta- teerd wordt, wanneer de arbeid eerst begint met den leeftijd van 12 jan a of later. Op dezen leeftijd beginnen onder andere omstandigheden, die tei dcele van den wil van het individu afhangenook andere oorzaken te wc ken, die het ondoenlijk maken met juistheid te bepalen, welk gewigt h een en welk het ander moment op de schaal legt. De conclusie ligt voor de hand: de fabriekarbeider heeft, omdat hij ach terlijk is in ligchamelijke ontwikkeling, een korteren gemiddelden levens duur dan andere klassen in de maatschappij. De vraag is nu: welke zijn di oorzaken dezer achterlijkheid? en zijn deze nadeelige toestanden te verbete ren of weg te nemen, door de oorzaken weg te nemen, waarvan zij het gevolg zijn? Eéuc oorzaak hebben wij genoemd: het te vroegtijdig en te lang voort gezet werken in de fabriek. Maar draagt deze céne oorzaak alleen schuld van de verkregen nadeelige resultaten, of werken andere oorzaken daart. mede? Naar onze overtuiging kan aan den arbeid alléén zelfs aan den arbeid op jeugdigen leefljjd die nadeelige invloed op de ligchamelijke onl wikkeling niet toegeschreven worden. Maar de quaestie over den al of niet nadeeligen invloed van fabriekarbeid op het kind, lost zich dus op in de quaestie van de al of niet genoegzari voeding, en deze lost zich op hare beurt weder op in de quaestie van h al of niet genoegzame loon. Zoodra de jeugdige fabriekarbeider zooveel ver dient, dat behoorlijk in zijn onderhoud kan voorzien worden, inzonderhe dat hij zich goed voeden kan, zal de invloed van den arbeid zeer gewijzigd worden en waarschijnlijk geenerlei nadeelige uitwerking hebben. Goed on derhoud, behoorlijke voeding en verpleging geeft gezonde en normaal ont wikkelde individuen. En dat, ouder gelijke omstandigheden ook de fabriek arbeider een gezond en normaal ontwikkeld individu zijn kan, blijkt uit de vergelijking van fabriekarbeiders onderling. Men vergelijke b. v. den Til- burgschen en Eindhovenschen wolfabriekarbeider met den Leydsch-Delftschen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 5